Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meerssen houdende ketenaanpak multi-problematiek

4.1. Uitgangspunten

• 1.

  De vraag van de cliënt/zijn omgeving staat centraal. De keten is afgestemd op de wensen, behoeften en verwachtingen van cliënten/omgeving. Dit geldt voor wat betreft de keuze van benodigde deskundigheid, maar ook voor wat betreft de inzet van die specifieke deskundigheid. Van aanbodgericht/productgericht naar vraaggericht. Dit betekent dat hulpverleners ook vaker buiten hun instellingskaders moeten denken en opereren.

• 2.

  Procesmanagement is noodzakelijk in situaties waarbij meerdere partners zijn betrokken. De praktijk leert dat hulpverleners vaak wel onderkennen dat er vanuit meerdere disciplines interventie nodig is, maar krijgen dit vanuit hun operationele niveau niet geregeld. Vaak ontbreekt het aan doorzettingsmacht van de initiatiefnemer, maar ook lukt e.e.a. niet omdat simpelweg de agenda's van de verschillende hulpverleners niet gematcht kunnen worden. Afstemming tussen instellingen en komen tot een éénduidig en samenhangend hulpverleningsplan is ook nodig om de verschillende interventies op elkaar af te stemmen, zodanig dat deze elkaar versterken en niet tegenwerken.

• 3.

  Betrokken organisaties wijzen aanspreekpunten binnen de eigen organisatie aan en vormen daarmee de operationele keten. De keten is laagdrempelig toegankelijk. Er is sprake van samenwerking, communicatie en uitwisseling van signalen tussen professionals. Vanwege de praktische vorming van de keten op casusniveau is het nodig dat er als vanzelfsprekend medewerkers vanuit de diverse organisaties beschikbaar zijn. Samenwerking moet vorm krijgen door middel van een gezamenlijk ketenplan. Voorts moet er op dat niveau een goede inhoudelijke communicatie zijn tussen de diverse ketenpartners. Bij dit alles dient wel rekening gehouden te worden met de privacyregels.

• 4.

  Per casus wordt één casemanager aangewezen. Op inhoudsniveau dient er 1 hulpverlener verantwoordelijk te zijn voor het resultaat van het gezamenlijke hulpverleningsplan. Tevens dient deze als eerste aanspreekpunt voor de cliënt.

• 5.

  Bij de gehanteerde aanpak is sprake van een outreachende aanpak. In de brede doelgroep van mensen met meervoudig complexe problematieken onderkennen we verschillende profielen. Bij een aantal profielen constateren we dat mensen niet zelf om hulp vragen, maar dat de hulpvraag vanuit hun omgeving wordt gesteld. Bijvoorbeeld: zorgmijders, overlastgevenden, plegers en slachtoffers van huiselijk geweld. In deze gevallen wordt er pro-actief hulp geboden, soms zelfs 'bemoeizorg'.

4.2. Doelgroep.

We definiëren onze doelgroep als volgt:

Gezinnen met kinderen (onder andere slachtoffers van huiselijk geweld).

Verbreding van deze doelgroep van de ketenaanpak naar echtparen en alleenstaande volwassen burgers met meervoudige complexe beperkingen en problemen, zal onderzocht worden.

Een problematiek is meervoudig en complex als:

• •

  de cliënt tegelijkertijd drie of meer problemen heeft;

• •

  de problemen op elkaar ingrijpen, elkaar beïnvloeden en / of versterken;

• •

  de problemen langdurig van aard zijn.

Een casus wordt binnen de ketenaanpak opgepakt indien er sprake is van stagnatie in het hulpverleningsproces

4.3. De ketenaanpak multi-problematiek Meerssen

De voorgestelde ketenstructuur rondom meervoudige en complexe problematieken ziet er als volgt uit:

A. Per casus wordt een keten gevormd mer de relevante hulpverlneers van de diverse instatanties

B. Deze keten wordt samengesteld vanuit een procesmanager die verantwoordelijk is voor het proces van ketendienstverlening. De procesmanager zorgt ervoor dat er een, door de betrokken ketenpartners, gezamenlijk opgesteld hulpverleningsplan komt. Daarna draagt de procesmanager de casus over aan de casemanager en monitort de voortgang in de casus.

C. Meervoudige complexe problematiek wordt door een professionele hulpverlener of betrokken dienstverlener gemeld bij de procesmanager. In principe wordt de intake gedaan door de betrokken hulp- of dienstverlener. In uitzonderingsgevallen kan dit gedaan worden door de procesmanager.

D. Per keten/casus wordt een gezamenlijk hulpverleningsplan opgesteld

E. Vanuit de deelnemende ketenpartijen wordt per casus een casemanager aangewezen die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke voortgang van het ketenplan en die te allen tijde het eerste aanspreekpunt is voor de cliënt.

F. Deelnemende hulpverleningsorganisaties verbinden zich aan deze ketenaanpak door de ondertekening van een convenant. Dit convenant wordt voorafgaand aan de start van de ketenaanpak getekend.

G. Sturing van het geheel en doorzettingsmacht wordt gegarandeerd door een stuurgroep, bestaande uit het management van de deelnemende kernpartners, de verantwoordelijke ambtenaar en de portefeuillehouder. De stuurgroep heeft de regie op strategisch niveau.

H. Jaarlijks worden de te behalen resultaten geformuleerd en vindt er verantwoording plaats.

I. De keten wordt op operationeel niveau professioneel ondersteund door een gezamenlijk methodiek van intake en planvorming. Tevens worden van hieruit managementgegevens gegenereerd. De hiervoor benodigde systemen worden binnen het project ontwikkeld, zodat er optimaal draagvlak is en de systemen op maat zijn.

Ad A, D en E. De keten wordt vorm gegeven per casus. Afhankelijk van de intake worden de relevante hulp- en dienstverleners betrokken bij de ketenaanpak. Deze operationele ketenpartners maken samen het hulpverleningsplan, waar nodig ondersteunt door de procesmanager, waarin ieders taak en rol wordt vastgelegd. Er wordt een casemanager aangesteld die inhoudelijk stuurt op voortgang van het hulpverleningsplan. Casemanager is de hulpverlener waarbij de overheersende problematiek rust.

Ad B en C. Meervoudige problematiek wordt door een professional gemeld bij de procesmanager. De procesmanager bestudeert de casus en roept de relevante ketenpartners bij elkaar voor het maken van een gezamenlijk hulpverleningsplan (wordt eveneens voorbereid door de procesmanager). Voor het tot stand brengen van een intake en voor een adequate hulpverlening is een outreachende werkwijze noodzakelijk. De procesmanager bewaakt het proces en onderneemt actie als ketenpartners in gebreke blijven qua inzet en beschikbaarheid. De procesmanager krijgt doorzettingsmacht op basis van het gezamenlijk convenant (ad G). Zonodig signaleert de procesmanager uitvoeringsproblemen bij de stuurgroep die deze problemen binnen een van te voren afgesproken tijdsbestek oplost.

De procesmanager is tevens verantwoordelijk voor registratie en verantwoording (dmv genereren van managementinformatie) en de monitoring.

De procesmanager is geen uitvoerende hulpverlener in de operationele keten.

Ad F. Zoals reeds gezegd, staat en valt de ketensamenwerking met de onderschrijving van de gezamenlijke ketendoelstelling en het doorontwikkelen naar ketengerichtheid van de organisaties op alle niveaus. Hierbij gaat het vooral om het loslaten van aanbodgericht denken vanuit de staande organisatie, het gaat om het afstemmen van het specifieke aanbod op de vraag vanuit de keten (en dus de klant) en het formeel regelen van de horizontale doorzettingsmacht tussen de deelnemende ketenpartners. Dit wordt vastgelegd in een convenant.

In het convenant staan ook zaken vermeld als privacyprotocol en beroepscode. Hierdoor weten medewerkers op operationeel niveau zich gesteund en beschermd in hun handelen door de eigen organisatie.

Ad G. Het succes van een dergelijke inter-organisatorisch coördinatiesysteem is mede afhankelijk van een passende sturingsstructuur.

Om strategische sturing hieraan te geven stellen we voor om een stuurgroep in te richten, bestaande uit het management van de deelnemende (kern)partnerorganisaties onder voorzitterschap van de portefeuillehouder, aangevuld met ambtelijke beleidsmedewerkers. Deze stuurgroep moet snel en adequaat reageren als de uitvoering dit vereist. Daarvoor wordt een kerngroep van de direct betrokken ketenpartners opgezet.

4.4. Effecten, doelen en resultaten

Deze ketenstructuur ondersteunt de ketendoelstelling:

De ketenaanpak multi-problematiek Gemeente Meerssen wil de meervoudige probleemsituaties met de cliënt oplossen cq hanteerbaar maken. Dit gebeurt dooreen sluitende en waar nodig integrale manier van werken van de ketenpartners waarbij de cliënt centraal staat. Hulpen dienstverlening wordt op maat aangeboden. Bij de ketenaanpak multi-problematiek Meerssen betreft het een preventieve en curatieve aanpak, waarbij cliënten betrokken worden vanuit een zorgsignaal. De aangeboden hulp- en dienstverlening wordt in deze aanpak effectiever en efficiënter aangeboden.

Natuurlijk wordt met het realiseren van deze doelstelling een aantal maatschappelijke effecten nagestreefd:

• •

  Verbetering zelfredzaamheid

• •

  Verhoging sociale participatiegraad

• •

  Verminderen armoede

• •

  Bevorderen veiligheidsbeleving

Teneinde de geformuleerde doelstelling te bereiken wordt op ketenniveau een aantal resultaatafspraken gemaakt ten aanzien van de volgende zaken:

• •

  Waardering klanten:

  • -

    aantal opgestarte ketenplannen

  • -

    aantal afgesloten ketenplannen zonder opvolging

  • -

    ervaren baat klanten

• •

  Waardering medewerkers/ketenpartners:

  • -

    Samenhang aanbod

  • -

    Ervaren baat partners

• •

  Waardering bestuur/opdrachtgevers:

  • -

    Kosten/baten

  • -

    Inzicht aard en omvang problematiek

4.5. Deelnemende partners.

Alle partners betrokken bij een casus zijn ketenpartners in de hulpverlening. Echter alleen de kernpartners in de ketenaanpak zullen intensief gegevens uitwisselen en het gezamenlijk hulpverleningsplan opstellen. Deze kernpartners ondertekenen het bij deze visie behorende convenant.

De kernpartners zijn:

• -

  Algemeen maatschappelijk werk: Trajekt

• -

  Bureau Jeugdzorg Maastricht-Heuvelland

• -

  Gemeente Meerssen

• -

  Geneeskundige GezondheidsDienst Zuid Limburg (GGD ZL)

• -

  GroeneKruisDomicura

• -

  Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland

• -

  Wonen Meerssen

4.6. Regie.

De regiefunctie van de gemeente wordt vormgegeven door een opdrachtgevers/opdrachtnemers-relatie ten aanzien van de ketenaanpak multi-problematiek Meerssen. Deze regiefunctie wordt geconcretiseerd in het voorzitterschap van de stuurgroep.

4.7. Afstemming met andere ketens

De onderhavige voorstellen richten zich op de ketenstructuur ketenaanpak multi-problematiek Gemeente Meerssen bij gezinnen. Daarnaast is er het Veiligheidshuis waar er in een netwerkstructuur van justitiële en zorgpartners wordt samengewerkt met het doel de veiligheid te bevorderen door overlast en recidive van crimineel gedrag terug te dringen en het Centrum voor Jeugd en gezin waar in een netwerkstructuur van opvoedingspartners wordt samengewerkt om opvoedings- en ontwikkelingsproblemen bij jeugd en hun opvoeders te voorkomen.

1. Inleiding

Dit convenant regelt de wederzijdse afspraken, verwachtingen en inspanningsverplichtingen tussen de kernpartners. Het doel van dit convenant is het bekrachtigen van een integrale ketensamenwerking en onderlinge afstemming om te komen tot een kwalitatief goede ketenaanpak multi-problematiek Gemeente Meerssen.

De kernpartners zijn zich ervan bewust, dat het ondertekenen van dit convenant geen vrijblijvende zaak is.

Aan dit convenant liggen ten grondslag:

• -

  De visie, uitgangspunten en doelstellingen, met betrekking tot de ketenaanpak multi-problematiek Gemeente Meerssen zoals vastgelegd in de notitie: "Kind centraal ketenaanpak multi-problematiek Gemeente Meerssen" d.d. 9 maart 2010

• -

  Vanuit het Rijk wordt sterk aangedrongen op een persoonsgerichte aanpak van de OGGZ-populatie

Kernpartners die dit convenant hebben opgesteld zijn:

• >

  Algemeen maatschappelijk werk: Trajekt

• >

  Bureau Jeugdzorg Maastricht-Heuvelland

• >

  Gemeente Meerssen

• >

  Geneeskundige GezondheidsDienst Zuid Limburg (GGD ZL)

• >

  GroeneKruis Domicura

• >

  Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland

• >

  Wonen Meerssen

2. Convenantafspraken

2.1. Algemeen

• -

  Op grond van de visie, uitgangspunten en doelstellingen verplichten participanten zich tot het realiseren van de ketenaanpak multi-problematiek Gemeente Meerssen.

• -

  De participanten onderschrijven de integrale manier van werken.

2.2. Regie

De gemeente voert de regie vanuit haar beleidsverantwoordelijkheid. Beleidsdoelen worden vertaald in te realiseren producten en prestaties. De gemeente stelt hiervoor jaarlijks de financiële kaders vast.

2.3. Stuurgroep

Er wordt een stuurgroep ketenaanpak multi-problematiek Gemeente Meerssen ingesteld bestaande uit management van kernpartners, een gemeentelijke beleidsmedewerker en de portefeuillehouder. Deze stuurgroep heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden:

• -

  de partijen te houden aan de afspraken die gemaakt zijn;

• -

  voorstellen te doen voor verbetering van de samenwerking tussen de partijen;

• -

  als klankbord te dienen voor de procesmanager;

• -

  ingrijpen op het moment van stagnatie op operationeel niveau in een of meerdere ketens;

• -

  het op basis van signalen uit de ketens uitzetten van strategische lijnen die problemen, die buiten de kaders van de ketenopdracht vallen, kunnen oplossen;

• -

  het in voorkomende gevallen, op basis van signalen, zoeken naar eventuele uitbreiding van de ketens met andere partners.

2.4. Inzet kernpartners

• a.

  De participanten staan borg voor de benodigde personele inzet in de voorbereidende fase bij het realiseren van overleg- en werkgroepen. De werkzaamheden voor overleg- en werkgroepen dienen zoveel als mogelijk ingebed te zijn in de reguliere zorgcoördinatietaken van de kernpartners.

• b.

  In de uitvoerende fase, zullen zij vanuit het te voeren eigen beleid zorgdragen voor de juiste professionals op de juiste plaats en middelen ter beschikking stellen voor een adequate uitvoering en samenwerking op de werkvloer.

• c.

  De participanten zullen hun reguliere activiteiten en middelen, zoals deze passen binnen hun vigerende beleidsnotities, inbrengen in de ketenaanpak multi-problematiek Gemeente Meerssen, zonder extra kosten daarvoor te berekenen.

• d.

  De gemeente Meerssen heeft voor de inzet van procesmanagement extra middelen ter beschikking gesteld.

2.5. Procesmanagement

• -

  Participanten accepteren een bovenorganisatorische processturing door de procesmanager.

• -

  De koppeling met de stuurgroep en de afstemming met andere ketens vindt plaats door de procesmanager.

2.6. Casemanagement

• -

  Op casusniveau wordt een individueel trajectplan opgesteld en een casemanager aangewezen die als eerste aanspreekpunt voor de cliënt fungeert en verantwoordelijk is voor de inhoudelijke voortgang van het individueel trajectplan en voor de afstemming van de interventies van de betreffende ketenpartners op casusniveau.

• -

  De taak van casemanager wordt door de participanten ingevuld als reguliere taak onder toepassing van pt. 2.4 van dit convenant.

2.7. Overige ketenafspraken

• a.

  Participanten maken afspraken over verwijzing en overdracht als ketenafspraak in de samenwerking.

• b.

  Participanten maken afspraken over de verwerking (uitwisseling en registratie) van persoonsgegevens in een afzonderlijk privacykader, dat als integraal onderdeel van dit samenwerkingsconvenant geldt.

• c.

  Participanten maken gebruik van een individueel trajectplan en werken volgens de ketenaanpak multi-problematiek Meerssen.

• d.

  Participanten werken aan een overdraagbare ketenaanpak die voldoet aan het HKZ-normenstelsel voor ketenkwaliteit, dit betekent o.a. een sluitende informatieketen, een sluitende zorgketen en een sluitende bestuursketen.

• e.

  Participanten werken samen in het verder doorontwikkelen van de ketenaanpak multi-problematiek Meerssen en maken daarbij gebruik van bestaande modellen en methodieken.

3. Evaluatie

• a.

  Jaarlijks vindt een evaluatie van de ketensamenwerking plaats, op basis van vooraf vastgestelde resultaten in de ketenaanpak multi-problematiek Meerssen.

• b.

  Monitoring geschiedt door registratie van de managementgegevens door de procesmanager en door periodieke rapportage hiervan aan de kerngroep.

4. Duur convenant

Dit convenant wordt afgesloten tot en met 31 december 2012.

Indien de ketensamenwerking na 31 december 2012 wordt voortgezet, zal dit convenant herijkt en verlengd worden.

5. Wijziging

Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen met betrekking tot de uitvoering van dit convenant treden partijen met elkaar in overleg om te bezien in hoeverre de inhoud van dit convenant aanpassing behoeft.