Regeling vervallen per 15-10-2016

Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen 2007

Geldend van 08-02-2007 t/m 14-10-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2006

Intitulé

Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen 2007

De raad van de gemeente Meerssen;

Overwegende dat op grond van de resultaten van het rechtmatigheidsonderzoek 2005 burgemeester en wethouders aan de raad voorstellen hebben aangeboden voor aanpassing van de Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen 2005;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 december 2006, strekkende tot de herziening van de Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen 2005;

overwegende dat afdeling 3.4. Uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht in dit geval niet van toepassing is, aangezien er sprake is van een technisch-juridische aanpassing, waarbij geen voorstellen voor beleidsmatige aanpassing worden gedaan;

gehoord de raadscommissie portefeuille wethouder Dejong;

gelet op de desbetreffende artikelen van de Gemeentewet alsmede de toepasselijke bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder die van Titel 4,2 Subsidies van de Awb;

BESLUIT:

I. vast te stellen het Algemene deel van de subsidieverordening welzijn gemeente Meerssen 2007 (hoofdstuk I);

II. vast te stellen de hiernavolgende deelverordeningen subsidiëring specifiek welzijnswerk gemeente Meerssen 2007 (hoofdstukken II tot en met XIX);

Hoofdstuk I Algemeen deel van de subsidieverordening welzijn gemeente Meerssen 2007

Paragraaf 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A.

    Accountantsverklaring:

  • Een verklaring omtrent het onderzoek van een accountant, als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, naar de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de verstrekte informatie en de gedeclareerde subsidie. Deze verklaring strekt zich uit tot de rechtmatigheid van het toegekende subsidie.

  • B.

    Activiteit:

  • De concrete activiteit die door de instelling zal worden uitgevoerd en die door het gemeentebestuur kan worden gesubsidieerd. Zo mogelijk worden de te verrichten activiteiten dan wel prestaties in meetbare respectievelijk waarneembare termen gedefinieerd.

  • C.

    Activiteitenplan:

  • Een plan dat een overzicht geeft van door de rechtspersoon voorgenomen activiteiten, zo mogelijk vertaald naar meetbare prestaties en beoogde effecten, en een inzicht geeft in de relatie van de voorgenomen activiteiten met het gemeentelijk beleid.

  • D.

    Boekjaar:

  • Onder boekjaar wordt een kalenderjaar verstaan.

  • E.

    Eenmalig waarderingssubsidie:

  • Met behulp van dit subsidie-instrument worden bestaande projecten, c.q. activiteiten of nieuwe maatschappelijke initiatieven gewaardeerd die een bijdrage leveren aan het bevorderen van de sociale cohesie. Dit subsidie is eenmalig van aard.

  • F.

    Eigen vermogen:

  • Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het gerealiseerde resultaat na bestemming.

  • G.

    Instelling:

  • Zie definitie rechtspersoon in artikel 1.1 onder J.

  • H.

    Prestatie- of budgetsubsidie:

  • Een subsidie-instrument dat wordt gekenmerkt door een vooraf door burgemeester en wethouders goed te keuren vaststaand subsidiebudget en van tevoren omschreven prestaties, c.q. activiteiten. Op basis hiervan is de instelling verantwoordelijk voor de uitvoering van de activiteiten en het financieel beheer. Deze subsidiemethodiek wordt gebruikt voor de subsidiëring van professionele welzijnsinstellingen.

  • I.

    Professionele welzijnsinstelling:

  • Een welzijnsorganisatie die hoofdzakelijk beroepskrachten in dienst heeft en die niet het karakter heeft van een vrijwilligersorganisatie. De door burgemeester en wethouders als professionele welzijnsinstellingen aangemerkte organisaties staan vermeld in de deelverordening professionele welzijnsinstellingen.

  • J.

    Rechtspersoon:

  • Een rechtspersoon als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek die zich zonder winstoogmerk, de behartiging van de (toevertrouwde) belangen van ideële en / of van materiële aard van (een deel van) de bevolking ten doel stelt.

  • K.

    Reserves:

  • Reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die bedrijfseconomisch gezien vrij besteedbaar zijn.

  • L.

    Structureel waarderingssubsidie:

  • Een subsidie die het gemeentebestuur verstrekt als waardering voor bepaalde voor de gemeente van belang te achten activiteiten zonder deze naar aard en omvang direct te willen beïnvloeden. Aan deze subsidies worden minimale dan wel geen vergaande eisen gesteld. Deze subsidies zijn vaste, gelimiteerde bedragen. De beschikking tot subsidieverlening is tevens de beschikking tot subsidievaststelling. Dit subsidie-instrument wordt toegepast op de meeste niet-professionele welzijnsinstellingen en heeft een structureel karakter.

  • M.

    Subsidie:

  • Als bedoeld in artikel 4:21 Awb, te weten de aanspraak op financiële middelen door het aangewezen bestuursorgaan verstrekt aan een instelling, rechtspersoon, groep van natuurlijke personen of een natuurlijke persoon met het oog op de verrichting van bepaalde activiteit(en) door de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

  • N.

    Subsidieplafond:

  • Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift zoals een verordening of op basis van een incidenteel besluit.

  • O.

    Subsidievaststellingsbesluit:

  • Een schriftelijk besluit van burgemeester en wethouders waarbij het bedrag van het subsidie wordt vastgesteld en dat aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag.

  • P.

    Subsidieverleningsbesluit:

  • Een schriftelijk besluit van burgemeester en wethouders tot subsidieverlening waarbij eventuele subsidievoorwaarden worden meegedeeld.

  • Q.

    Voorziening:

  • Een voorziening als bedoeld in artikel 374, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voorzover deze als zodanig door burgemeester en wethouders als redelijk is aangemerkt. Burgemeester en wethouders kunnen ter zake beleidsregels vaststellen. Voorzieningen zijn onvermijdelijke verplichtingen welke zijn ontstaan in het heden dan wel in het verleden. Er rust een bedrijfeconomische claim op. Een voorziening kan daarom worden omschreven als een toekomstige verplichting of schuld en behoort hierdoor tot het vreemd vermogen.

Artikel 1.2 Algemene eisen

  • 1.

    In beginsel worden slechts activiteiten gesubsidieerd die georganiseerd worden door rechtspersonen.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in lid 1 kan door het college van burgemeester en wethouders subsidie worden verleend ten behoeve van activiteiten die door (een groep van) natuurlijke personen worden georganiseerd. De in deze verordening opgenomen bepalingen vinden dan voorzover mogelijk overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Subsidiëring van activiteiten vindt slechts plaats voorzover deze in voldoende mate in het algemeen of specifiek gemeentelijk belang worden geacht. Bij wettelijk voorschrift of beleidsregel kunnen de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald, alsmede andere criteria / verplichtingen die bij die verstrekking kunnen worden vastgesteld.

  • 4.

    De begroting van de instelling dient te zijn gebaseerd op het prijspeil van het jaar van indiening.

  • 5.

    Onder eigen middelen, wordt het eigen vermogen verstaan, berekend per balansdatum van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie-aanvraag wordt ingediend.

Artikel 1.3 Subsidie-aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag tot subsidieverlening dient vóór 1 april van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd ingediend te worden tenzij het gaat om een aanvraag om eenmalig waarderingssubsidie ingevolge artikel 1.18.

  • 2.

    Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend, laten burgemeester en wethouders deze buiten behandeling dan wel passen een korting toe op het subsidie, tenzij de aanvrager een verschoonbare reden opgeeft voor de te late indiening. Er is alleen sprake van een verschoonbare reden in het geval van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Alleen in het geval van zeer uitzonderlijke omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders uitstel verlenen van het indienen van de aanvraag.

  • In het geval dat aanvragen weliswaar tijdig maar niet voorzien van volledige bijlagen zijn ingediend, geven burgemeester en wethouders de aanvrager een redelijke termijn waarbinnen het verzuim kan worden hersteld. Indien daaraan binnen de gestelde termijn niet is voldaan wordt besloten het verzoek niet in behandeling te nemen. Artikel 4:5, lid 4 Awb is hierbij van toepassing.

  • 3.

    Bij de indiening van de in het eerste lid bedoelde aanvraag dienen door de professionele welzijnsinstellingen in ieder geval overgelegd te worden:

    • a.

      het activiteitenplan, tenzij de noodzaak daarvan redelijkerwijze uit de motivering van de subsidie-aanvraag niet blijkt;

    • b.

      de begroting.

  • 4.

    Het indienen van de subsidie-aanvraag geschiedt voor wat betreft de niet-professionele welzijnsinstellingen in overeenstemming met het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde formulier.

  • 5.

    Indien de instelling voor het eerst subsidie aanvraagt, kan het college van burgemeester en wethouders de volgende gegevens vragen:

    • a.

      een afschrift van de actuele statuten van de instelling;

    • b.

      een actuele beschrijving van de organisatievorm van de instelling;

    • c.

      een actuele opgave van de bestuurssamenstelling;

    • d.

      een bewijs van geldende inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • e.

      een actuele ledenlijst op grond waarvan de Meerssense leden en elders woonachtige leden blijken.

Paragraaf 2 Subsidieverlening

Artikel 1.4 Bevoegdheden

  • 1.

    Voorzover een subsidie wordt verleend ten laste van een gemeentebegroting die nog niet is vastgesteld, kan door het college van burgemeester en wethouders een voorbehoud worden gemaakt, dat voldoende financiële middelen bij de vaststelling van de begroting door de gemeenteraad beschikbaar worden gesteld.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken het te verwachten subsidieplafond bekend vóór de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

  • 3.

    Subsidieverlening geschiedt door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 1.5 Weigeringsgronden

  • 1.

    Burgemeester en wethouders weigeren een subsidie die op wettelijk voorschrift berust of een incidentele subsidie wegens het ontbreken van voor verstrekking beschikbare gelden, indien het subsidieplafond bij verstrekking zou worden overschreden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders weigeren een subsidieaanvrager subsidie indien de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet voldoen aan het gestelde in artikel 1.2, lid 3 van deze verordening.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie weigeren indien gegronde vrees bestaat dat:

    • a.

      de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b.

      de aanvrager in strijd met de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorschriften zal handelen;

    • c.

      de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van het subsidie van belang zijn.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie voorts weigeren indien de aanvrager:

    • a.

      in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebben geleid;

    • b.

      failliet is of in surseance van betaling verkeert of valt onder een ‘schuldsaneringsregeling natuurlijke personen’, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend;

    • c.

      activiteiten in hoofdzaak ontplooit op zuiver politieke of commerciële grondslag;

    • d.

      minder dan 1 jaar werkzaam is op het terrein c.q. de terreinen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • e.

      zelf of reeds uit andere hoofde voldoende wordt gesubsidieerd;

    • f.

      middelen gebruikt of toestaat te gebruiken die in strijd zijn met de wet;

    • g.

      activiteiten ontplooit waarvoor subsidie wordt aangevraagd welke qua aard, doelstelling en/of omvang van onvoldoende gewicht worden geacht voor de ondersteuning van plaatselijke belangen om voor bijdrageverlening van gemeentewege in aanmerking te komen;

    • h.

      subsidie aanvraagt voor een deel van een project, terwijl reeds aan een andere aanvrager subsidie is verleend voor een ander deel van een project, waarbij de betreffende deelprojecten gezamenlijk één project vormen;

    • i.

      een zodanige eigen vermogenspositie heeft dat subsidiëring van gemeentewege niet nodig is;

    • j.

      activiteiten ontplooit welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders (mede gelet op de wenselijk geachte spreiding der voorzieningen in de gemeente) reeds door andere, gelijksoortige gesubsidieerde, instellingen worden uitgevoerd.

Artikel 1.6 Meerjarige subsidie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor een kalenderjaar of voor een bepaald aantal kalenderjaren (maximaal 4 jaren) subsidie verlenen.

  • 2.

    Indien de subsidie voor twee of meer kalenderjaren wordt verleend, wordt aan de subsidie de verplichting verbonden om periodiek aan het bestuursorgaan gegevens te verstrekken die voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 3.

    De beschikking tot subsidieverlening vermeldt de gegevens die de subsidie-ontvanger krachtens het tweede lid moet verstrekken alsmede op welke tijdstippen de gegevens moeten worden verstrekt.

Artikel 1.7 De subsidiebeschikking (de subsidieverlening)

  • 1.

    De beschikking op de subsidie-aanvraag wordt uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt gevraagd genomen.

  • 2.

    In de beschikking tot subsidieverlening staat:

    • a.

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verleend en - indien nodig - de vermelding dat de verplichtingen later kunnen worden uitgewerkt in een overeenkomst;

    • b.

      het (maximale) bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld.

  • 3.

    Als de subsidie wordt verleend in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen, wordt in de beschikking tot subsidieverlening het tijdvak vermeld waarvoor de subsidie wordt verleend.

Artikel 1.8 Intrekking, wijziging en beëindiging

Burgemeester en wethouders kunnen, zolang het subsidie niet is vastgesteld, een beschikking tot subsidieverlening onder meer intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen indien:

  • a.

    de activiteiten van de professionele instelling waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

  • b.

    de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking tot subsidieverlening zou hebben geleid;

  • c.

    met toepassing van artikel 1.4, lid 1, een beroep wordt gedaan op het voorbehoud dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Paragraaf 3 Verplichtingen van de gesubsidieerde

Artikel 1.9 Voorschriften (voorwaarden)

  • 1.

    De gesubsidieerde is gehouden de activiteiten (prestaties) te leveren overeenkomstig de doelstellingen van en / of het gestelde in de beschikking.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een beschikking tot subsidieverlening voorschriften (voorwaarden) verbinden.

  • 3.

    De voorschriften kunnen verplichtingen bevatten met betrekking tot:

    • a.

      de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

    • b.

      de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;

    • c.

      de voor het vaststellen van het subsidie te verstrekken gegevens en bescheiden;

    • d.

      de verwezenlijking van het doel van het subsidie.

  • 4.

    Voorschriften inhoudende verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van het subsidie kunnen aan de beschikking worden verbonden, voor zover in de (deel)verordening is bepaald en voor zover die voorschriften betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

Artikel 1.10 Tussentijdse rapportage

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat gesubsidieerde instellingen tussentijdse rapportages indienen.

Artikel 1.11 Accountantsverklaring

Indien het jaarlijks in zijn totaliteit aan de rechtspersoon toegekende subsidie meer dan € 75.000,-- bedraagt, dient de in artikel 1.14 genoemde rapportage uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het kalenderjaar voorzien te zijn van een accountantsrapport zoals in de begripsbepalingen nader is omschreven. Indien een model voor de accountantsverklaring wordt voorgeschreven door het rijk of de provincie, dient dit te worden gehanteerd.

Artikel 1.12 Controle

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te allen tijde controle uit te doen oefenen op de betrouwbaarheid van de in de artikelen 1.10 en 1.14 bedoelde rapportages.

  • 2.

    De administratie van de rechtspersoon dient zodanig ingericht te zijn dat deze controle op eenvoudige wijze mogelijk is.

  • 3.

    De gesubsidieerde is verplicht door burgemeester en wethouders aangewezen personen inzage te geven in haar boeken en andere zakelijke bescheiden en deze desgewenst te verstrekken en toegang te verlenen tot haar gebouwen indien de in het eerste lid genoemde controle dat vereist.

Paragraaf 4 Subsidievaststelling

Artikel 1.13 De subsidievaststelling

  • 1.

    De beschikking tot subsidievaststelling stelt het bedrag van het subsidie vast en geeft aanspraak op betaling van het vastgestelde bedrag.

  • 2.

    Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, bevat de beschikking tot subsidievaststelling een aanduiding van de activiteiten waarvoor het subsidie wordt verstrekt.

Artikel 1.14 Subsidievaststelling achteraf

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen het subsidie vast na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor het subsidie is verleend met inachtneming van het subsidieplafond zoals dit is opgenomen in de goedgekeurde gemeentebegroting.

  • 2.

    Alvorens na verlening van het subsidie dit kan worden vastgesteld, worden door de professionele welzijnsinstelling ingediend het verslag van de door haar in het kalenderjaar uitgevoerde activiteiten (prestaties) alsmede financiële gegevens.

  • 3.

    De in lid 2 bedoelde bescheiden worden ingediend uiterlijk 1 juli van het jaar na dat waarvoor subsidie is verleend. In het geval van zeer uitzonderlijke omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders uitstel verlenen.

  • 4.

    Indien de voor vaststelling benodigde bescheiden niet of niet tijdig worden ingediend, treffen burgemeester en wethouders een regeling die voorziet in vaststelling en/of terugvordering van subsidie.

Artikel 1.15 Subsidievaststelling: vaststelling plaatsgevonden activiteiten en rekening en verantwoording

  • 1.

    Het verzoek tot vaststelling van het subsidie geeft aan of de activiteiten hebben plaatsgevonden overeenkomstig de subsidieverlening, tenzij het subsidie voor de aanvang van de activiteiten wordt vastgesteld.

  • 2.

    Voorts wordt bij het verzoek tot vaststelling rekening en verantwoording afgelegd omtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, indien deze voor de vaststelling van het subsidie van belang zijn.

Artikel 1.16 Vaststelling lager bedrag

Vaststelling van het subsidie kan geschieden voor een lager bedrag dan verlening van het subsidie indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

  • b.

    de aanvrager heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen;

  • c.

    de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • d.

    de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet of niet tijdig is ingediend;

  • e.

    toepassing van de ter zake geldende subsidiegrondslagen op basis van de in artikel 1.14, lid 2 ingediende bescheiden leidt tot een ander subsidiebedrag;

  • f.

    surseance, faillissement of een ‘schuldsaneringsregeling natuurlijke personen’ aan de orde is dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

Artikel 1.17 Intrekking of wijziging

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten of omstandigheden waarvan zij bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan het subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

    • b.

      indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • c.

      indien de subsidie-ontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan aan het subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2.

    De subsidievaststelling kan vijf jaar na bekendmaking niet meer worden gewijzigd of ingetrokken.

Paragraaf 5 Bijzondere vorm van subsidiëring

Artikel 1.18 Eenmalig waarderingssubsidie

  • 1.

    De aanvraag voor eenmalig waarderingssubsidie (zie artikel 1.1 begripsomschrijvingen) dient voordat met de activiteit of het project een begin wordt gemaakt bij burgemeester en wethouders te worden ingediend, vergezeld van een gespecificeerde begroting met toelichting en een beschrijving van de geplande activiteit c.q. project.

  • 2.

    Indien een aanvraag niet vooraf is ingediend, laten burgemeester en wethouders deze buiten behandeling, tenzij de aanvrager een verschoonbare reden opgeeft voor de te late indiening.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen eisen dat na afloop van de gesubsidieerde activiteit binnen een door hen te bepalen termijn de rechtspersoon een afrekening alsmede een verslag van de activiteit indient.

  • 4.

    Paragraaf 3 van dit hoofdstuk is niet van toepassing, tenzij door het college van burgemeester en wethouders anders wordt bepaald.

Paragraaf 6 Betaalbaarstelling subsidie

Artikel 1.19 Betaling en terugvordering

  • 1.

    Het subsidie wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald.

  • 2.

    Gestreefd wordt om het subsidie uiterlijk binnen zes weken na de subsidievaststelling te betalen.

Artikel 1.20 Voorschotten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de subsidie-ontvanger voorschotten verlenen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aangaande de betaling van voorschotten nadere richtlijnen vaststellen.

  • 3.

    Bij de subsidievaststelling worden betaalde voorschotten verrekend met het bedrag van het subsidie.

Artikel 1.21 Opschorting

De verplichting tot betaling van het subsidie of een voorschot wordt opgeschort indien burgemeester en wethouders het voornemen bekend hebben gemaakt de subsidieverlening of -vaststelling ten nadele van de subsidie-ontvanger in te trekken of te wijzigen.

Artikel 1.22 Onverschuldigde betaling

Een onverschuldigd betaald subsidiebedrag of voorschot kan worden teruggevorderd tot vijf jaar na de subsidievaststelling, de intrekking of wijziging daarvan.

Paragraaf 7 Slotbepalingen

Artikel 1.23 Afwijking in onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, zijn burgemeester en wethouders bevoegd de nodige maatregelen en beslissingen te nemen.

Artikel 1.24 Overgangsbepaling

Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze nieuwe verordening zijn aangevraagd is de Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen 2007 van toepassing.

Artikel 1.25 Inwerkingtreding

  • 1.

    Het algemene deel van de Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen 2007 en de hierna volgende deelverordeningen subsidiëring specifiek welzijnswerk gemeente Meerssen 2007 treden in werking op 8 februari 2007 en hebben een terugwerkende kracht tot 1 januari 2006.

  • 2.

    Met ingang van 8 februari 2007 vervalt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006: de “Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen 2005”.

Artikel 1.26 Citeertitel

Het algemene deel van de subsidieverordening welzijn gemeente Meerssen 2007 (hoofdstuk I) en de hiernavolgende deelverordeningen subsidiëring specifiek welzijnswerk gemeente Meerssen 2007 (hoofdstukken II tot en met XIX) kunnen worden aangehaald als “Subsidieverordening Welzijn gemeente Meerssen 2007”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 1 februari 2007,
de voorzitter,
de raadsgriffier,

Hoofdstuk II Deelverordening peuterspeelzalen

Artikel 2.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame instellingen voor peuterspeelzaalwerk.

Artikel 2.2

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    peuterspeelzaalwerk: het organiseren in peuterspeelzalen van activiteiten voor groepen peuters, welke activiteiten bij de ontwikkelingsfase van peuters passen en de ontwikkeling in deze fase bevorderen;

  • 2.

    peuters: kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het bereiken van de basisschoolleeftijd;

  • 3.

    peuterspeelzaal: een ruimte waar peuters onder deskundige en verantwoordelijke leiding kunnen deelnemen aan peuterwerk.

Artikel 2.3

Subsidie aan een instelling wordt slechts verleend indien:

  • 1.

    de peuterspeelzaal minimaal 2 dagen per week gedurende tenminste 2 aaneengesloten uren geopend is;

  • 2.

    het aantal peuters per groep dat op eenzelfde tijdstip van de peuterspeelzaal gebruik maakt tenminste 10 bedraagt;

  • 3.

    de leiding van de peuterspeelzaal berust bij vrijwilligers, (part-time)-beroepskrachten of beiden, die de in art. 2.2 lid 1 vervatte doelstelling bevorderen;

  • 4.

    in het bestuur van de instelling ouders of verzorgers van peuters die de peuterspeelzaal bezoeken vertegenwoordigd zijn;

  • 5.

    de accommodatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders vanuit het oogpunt van hygiëne, veiligheid e.d. geschikt is voor peuterwerk.

Artikel 2.4

Het subsidie voor de peuterspeelzaalinstellingen bestaat uit:

  • 1.

    €24,60 per de op 1 januari van het kalenderjaar ingeschreven peuter;

  • 2.

    €820,12 voor ieder dagdeel dat de peuterspeelzaal gedurende het kalenderjaar geopend is voor de daadwerkelijke opvang / begeleiding van peuters;

  • 3.

    €1.230,18 per kalenderjaar voor de uitbesteding van de salarisadministratie en inning ouderbijdrage.

Bovengenoemde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd conform de beginselen die worden gehanteerd ten aanzien van de gemeentebegroting.

Artikel 2.5

De peuterspeelzaalinstellingen verstrekken jaarlijks een opgave van het aantal ingeschreven peuters en het aantal geopende dagdelen. Tevens worden een jaarrekening en begroting ingediend.

Hoofdstuk III Deelverordening geloofsgemeenschappen

Artikel 3.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde geloofsgemeenschappen die onderdeel uitmaken van een landelijke overkoepelende organisatiestructuur c.q. geloofsgemeenschap.

Artikel 3.2

Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder geloofsgemeenschap:

een gemeenschap van gelovigen die onderdeel uitmaakt van een landelijke overkoepelende organisatiestructuur c.q. geloofsgemeenschap.

Artikel 3.3

Het subsidie bedraagt voor de volgende kerkbesturen:

voor het jaar

2005

2006

2006

2008

2009

parochie H. Agnes:

€ 1.910,--

€ 1.948,--

€ 1.987,--

€ 2.027,--

€ 2.068,--

parochie H. Bartholomeus:

€ 1.910,--

€ 1.948,--

€ 1.987,--

€ 2.027,--

€ 2.068,--

parochie St. Joseph Arbeider:

€ 1.910,--

€ 1.948,--

€ 1.987,--

€ 2.027,--

€ 2.068,--

parochie H. Hart van Jezus:

€ 1.910,--

€ 1.948,--

€ 1.987,--

€ 2.027,--

€ 2.068,--

parochie St. Catharina:

€ 1.910,--

€ 1.948,--

€ 1.987,--

€ 2.027,--

€ 2.068,--

parochie Onbevlekt Hart van Maria:

€ 1.910,--

€ 1.948,--

€ 1.987,--

€ 2.027,--

€ 2.068,--

parochie H. Martinus:

€ 1.910,--

€ 1.948,--

€ 1.987,--

€ 2.027,--

€ 2.068,--

de Reformatorische Kerkgemeenschap Valkenburg-Meerssen:

€ 613,--

€ 625,--

€ 637,--

€ 650,--

€ 663,--

Artikel 3.4

1. Aan de in lid 3 genoemde kerkbesturen wordt, voorzover zulks van toepassing is, eveneens jaarlijks een subsidie verleend in de kosten van onderhoud van de aan deze kerkgenootschappen in eigendom toebehorende bijzondere begraafplaats.

2. Het onderhoudssubsidie in 2005 is:

het kerkbestuur van de parochie “H. Martinus”

€1.000,--

het kerkbestuur van de parochie “Onbevlekt Hart van Maria”

€2.367,--

het kerkbestuur van de parochie “H. Catharina”

€2.810,--

het kerkbestuur van de parochie “H. Hart van Jezus”

€5.465,--

3 De in het tweede lid genoemde bedragen zullen ieder jaar worden aangepast aan de stijging of daling van het loonindexcijfer van de CAO-lonen per maand (inclusief bijzondere beloning) van de particuliere bedrijven.

Hoofdstuk IV Deelverordening instrumentale verenigingen

Artikel 4.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame instrumentale verenigingen.

Artikel 4.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

instrumentale verenigingen:

  • -

    harmonie, fanfare, brassband, drumfanfare

  • -

    drumband

Een instrumentale vereniging kan bestaan uit verschillende muzikale eenheden (bijvoorbeeld een harmonie en een drumband) die bestuurlijk ressorteren onder verantwoordelijkheid van de instrumentale vereniging.

Artikel 4.3

Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de instrumentale verenigingen aangesloten te zijn bij een van de navolgende overkoepelende organisaties:

  • -

    Federatie van Katholieke Muziekbonden in Nederland;

  • -

    Nederlandse Federatie van Christelijke Muziekbonden;

  • -

    Koninklijke Nederlandse Federatie van Muziekverenigingen.

Artikel 4.4

Het subsidie voor de volgende instrumentale verenigingen bedraagt:

voor het jaar:

Artikel 4.5

Burgemeester en wethouders bepalen dat aan het subsidie de voorwaarde wordt verbonden dat de instrumentale verenigingen regelmatig uitvoeringen verzorgen in het kader van plaatselijke evenementen en festiviteiten.

Hoofdstuk V Deelverordening vocale verenigingen

Artikel 5.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame profane en kerkelijke zangverenigingen.

Artikel 5.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    profane zangvereniging: de vereniging waarvan de activiteiten gericht zijn op de beoefening van de zangkunst en opluistering van concerten;

  • 2.

    kerkelijke zangvereniging: de vereniging waarvan de activiteiten gericht zijn op de beoefening van de zangkunst in groepsverband met als doelstelling het opluisteren van de liturgie.

Artikel 5.3

Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de profane zangverenigingen aangesloten te zijn bij een van de landelijke koororganisaties, zoals verenigd in de Stichting Samenwerkende Nederlandse Korenorganisaties (SNK).

Artikel 5.4

Het subsidie voor de volgende kerkelijke zangverenigingen bedraagt:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

St. Caeciliakoor Rothem

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

Gem. zangkoor St. Caecilia Bunde

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

Vocal Group Get Real Bunde

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

St. Catharinakoor Ulestraten

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

St. Franciscuskoor Waalsen

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

St. Martinuskoor Geulle

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

Zangkoor St. Joseph Arbeider Meerssen

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

Basilicakoor Meerssen

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

Song of Joy Rothem

€ 169,--

€ 172,--

€ 175,--

€ 178,--

182,--

Het subsidie voor de volgende profane zangverenigingen bedraagt:

Subsudie voor het jaar

2005

2006

2007

2008

2009

Meerssens Mannenkoor

€ 1.483,--

€ 1.513,--

€ 1.543,--

€ 1.574,--

€ 1.605,--

Gäöls mannenkoor

€ 1.397,--

€ 1.425,--

€ 1.453,--

€ 1.482,--

€ 1.512,--

Artikel 5.5

Burgemeester en wethouders bepalen dat aan het subsidie de voorwaarde wordt verbonden dat de zangverenigingen uitvoeringen verzorgen in het kader van plaatselijke evenementen en festiviteiten.

Hoofdstuk VI Deelverordening vrouwenverenigingen

Artikel 6.1

Dit hoofdstuk heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame vrouwenverenigingen.

Artikel 6.2

Het subsidie is bestemd voor de uitvoering van sociaal-culturele en emancipatorische activiteiten.

Artikel 6.3

Om voor subsidie in aanmerking te komen organiseren vrouwenverenigingen minimaal 2 informatieve of educatieve activiteiten voor hun leden.

Artikel 6.4

Het subsidie voor de volgende vrouwenverenigingen bedraagt:

voor het jaar

2005

2006

2007

2008

2009

Katholiek Vrouwengilde Meerssen

€ 1.162,--

€ 1.185,--

€ 1.209,--

€ 1.233,--

€ 1.258,--

Zij-Actief Meerssen

€ 1.059,--

€ 1.080,--

€ 1.102,--

€ 1.124,--

€ 1.146,--

Vrouwenbond Rothem

€ 699,--

€ 713,--

€ 727,--

€ 742,--

€ 757,--

Zij-Actief Ulestraten

€ 902,--

€ 920,--

€ 938,--

€ 957,--

€ 976,--

Zij-Actief Moorveld

€ 972,--

€ 991,--

€ 1.011,--

€ 1.031,--

€ 1.052,--

St. Apollonia Geulle

€ 956,--

€ 975,--

€ 994,--

€ 1014,--

€ 1.034,--

Hoofdstuk VII Deelverordening jeugd- en jongerenwerk

Artikel 7.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame instellingen op het gebied van jeugd- en jongerenwerk.

Artikel 7.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder:

jeugd- en jongerenwerk: het werk dat mogelijkheden biedt en of realiseert voor de educatieve, sociale, creatieve en recreatieve ontplooiing van jongeren tot 21 jaar in groepsverband voornamelijk in de vrije tijd, onder leiding van daartoe gekwalificeerde c.q. bekwaam te achten vrijwilligers. Activiteiten op zuiver politiek, economisch of godsdienstig vlak vallen niet onder de toepassingssfeer van dit hoofdstuk noch activiteiten in het kader van culturele, folkloristische en sportverenigingen alsmede speeltuinwerk.

Artikel 7.3

Het subsidie voor de volgende jeugd- en jongerenverenigingen bedraagt:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

KVW Meerssen

€ 1.666,--

€ 1.699,--

€ 1.733,--

€ 1.768,--

€ 1.803,--

KVW Rothem

€ 1.666,--

€ 1.699,--

€ 1.733,--

€ 1.768,--

€ 1.803,--

KVW Bunde

€ 1.666,--

€ 1.699,--

€ 1.733,--

€ 1.768,--

€ 1.803,--

KVW Geulle

€ 1.182,--

€ 1.206,--

€ 1.230,--

€ 1.255,--

€ 1.280,--

SJW Rothem

€ 6.011,--

€ 6.131,--

€ 6.254,--

€ 6.379,--

€ 6.507,--

Stg. Animato

€ 8.522,--

€ 8.692,--

€ 8.866,--

€ 9.043,--

€ 9.224,--

Scouting St. Joseph Meerssen

€ 8.803,--

€ 8.979,--

€ 9.159,--

€ 9.342,--

€ 9.529,--

Scouting Bunde

€ 7.831,--

€ 7.988,--

€ 8.148,--

€ 8.311,--

€ 8.477,--

Scouting Don Bosco

€ 5.280,--

€ 5.386,--

€ 5.494,--

€ 5.604,--

€ 5.716,--

Scouting St. Joris Geulle

€ 6.289,--

€ 6.415,--

€ 6.543,--

€ 6.674,--

€ 6.807,--

Stg. Bunde 12 plus

€ 833,--

€ 850,--

€ 867,--

€ 884,--

€ 902,--

Hoofdstuk VIII Deelverordening seniorenverenigingen

Artikel 8.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame seniorenverenigingen.

Artikel 8.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder seniorenvereniging: de vereniging die zich ten doel stelt de bevordering van vrijetijdsbesteding en het organiseren van andere activiteiten o.a. op cultureel gebied ten behoeve van haar leden.

Artikel 8.3

Het subsidie voor de volgende seniorenverenigingen bedraagt:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

Bejaardenvereniging St. Martinus

€ 3.482,--

€ 3.552,--

€ 3.623,--

€ 3.695,--

€ 3.769,--

Bejaardenvereniging Ulestraten

€ 542,--

€ 553,--

€ 1.239,--

€ 1.264,--

€ 1.289,--

Seniorenvereniging Rothem

€ 2.514,--

€ 2.564,--

€ 2.615,--

€ 2.667,--

€ 2.720,--

Seniorenvereniging Meerssen

€ 3.794,--

€ 3.870,--

€ 3.947,--

€ 4.026,--

€ 4.107,--

Seniorenvereniging Bunde

€ 1.232,--

€ 1.257,--

€ 1.282,--

€ 1.308,--

€ 1.334,--

Seniorenvereniging Waalsen ’76

€ 2.206,--

€ 2.250,--

€ 2.295,--

€ 2.341,--

€ 2.388,--

Hoofdstuk IX Deelverordening volksfeesten

Artikel 9.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame instellingen die activiteiten organiseren als bedoeld in artikel 9.2 en 9.3.

Artikel 9.2

In de kosten van carnavalsoptochten, alsook voor evenementen verband houdende met het Koninklijk Huis en de St. Nicolaasviering ten behoeve van de Meerssense jeugd, wordt een bijdrage beschikbaar gesteld in de vorm van een vast bedrag zijnde voor de volgende verenigingen:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

Optochtcommissie Meerssen

€ 1.101,--

€ 1.123,--

€ 1.145,--

€ 1.168,--

€ 1.191,--

C.V. de Havermennekes

€ 721,--

€ 735

€ 750,--

€ 765,--

€ 770,--

C.V. de Bokkeriërs

€ 848,--

€ 865

€ 882,--

€ 900,--

€ 918,--

C.V. de Kuutebieters

€ 805,--

€ 821

€ 837,--

€ 854,--

€ 871,--

JCV de Bökskes

€ 123,--

€ 125

€ 127,--

€ 130,--

€ 133,--

JCV de Haverzekskes

€ 123,--

€ 125

€ 127,--

€ 130,--

€ 133,--

JCV de Kuutebieters

€ 123,--

€ 125

€ 127,--

€ 130,--

€ 133,--

JVC de Koeleköpkes

€ 123,--

€ 125

€ 127,--

€ 130,--

€ 133,--

JVC de Geulmennekes

€ 123,--

€ 125

€ 127,--

€ 130,--

€ 133,--

Oranjecomité Meerssen

€ 976,--

€ 996

€ 1.016,--

€ 1.036,--

€ 1.057,-

Oranjecomité Bunde

€ 1.013,--

€ 1.033

€ 1.054,--

€ 1.075,--

€ 1.096,--

Oranjecomité Geulle

€ 596,--

€ 608

€ 620,--

€ 632,--

€ 645,--

Oranjecomité Ulestraten

€ 596,--

€ 608

€ 620,--

€ 632,--

€ 645,--

St. Nicolaasviering Meerssen

€ 642,--

€ 655

€ 668,--

€ 681,--

€ 695,--

St. Nicolaasviering Bunde

€ 686,--

€ 700

€ 714,--

€ 728,--

€ 743,--

St. Nicolaasviering Geulle

€ 465,--

€ 474

€ 483,--

€ 493,--

€ 503,--

St. Nicolaasviering Ulestraten

€ 457,--

€ 466

€ 475,--

€ 484,--

€ 494,--

St. Nicolaasviering Rothem

€118,--

€ 120,--

€ 122,--

€ 124,--

€ 126,--

Artikel 9.3

Voor activiteiten in het kader van de St. Maartensviering wordt per kern een vast bedrag beschikbaar gesteld van: € 123,-- voor het jaar 2005, € 125,-- voor het jaar 2006, € 127,-- voor het jaar 2007, € 130,-- voor het jaar 2008 en € 133,-- voor het jaar 2009.

Hoofdstuk X Deelverordening gemeentelijke representatieregeling welzijnsinstellingen

Artikel 10.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame instellingen die een jubileum vieren, een kampioenschap behaald hebben of die op het gemeentehuis ontvangen wensen te worden. Betreffende welzijnsinstellingen kunnen bij onderstaande gebeurtenissen aanspraak maken op een waardering van de gemeente:

  • a.

    jubilea;

  • b.

    kampioenschappen, onder te verdelen in:

    • -

      sportkampioenschappen in de enge zin;

    • -

      sportkampioenschappen in de brede zin;

    • -

      kampioenschappen muziekgezelschappen in de enge zin;

    • -

      kampioenschappen muziekgezelschappen in de brede zin

    • -

      alle andere resterende kampioenschappen.

  • Bij

    echt uitzonderlijke prestaties of gebeurtenissen kan er ook nog plaatsvinden:

  • c.

    ontvangst op het gemeentehuis.

Artikel 10.2

Jubilea en jubileumsubsidies

Als jubileum wordt aangemerkt 10, 25, 40, 50, 60, 75, 100, 125 jarige bestaansvieringen en zo vervolgens. Voor een carnavalsvereniging wordt als jubileum aangemerkt 11, 22, 33 jarige en volgende bestaansvieringen met een veelvoud van 11 jaren.

Van gemeentewege wordt een bedrag verstrekt van € 50,-- bij een jubileum. Bij eeuw of halve eeuwfeesten en bij een 25 danwel 75 jarig bestaan, wordt het bedrag gesteld op € 100,--.

Voor de carnavalsverenigingen geldt het aantal jaren deelbaar door 11 dat het dichtst bij de voor de andere verenigingen geldende jaren gelegen is om voor € 100,-- in aanmerking te komen.

Voldoet de vereniging niet aan de eisen om voor een regulier subsidie in de zin van deze verordening in aanmerking te komen, dan zal een bedrag van € 25,-- ter beschikking worden gesteld.

Artikel 10.3

Kampioenschappen

1. Sportkampioenschappen in de enge zin

1.1. Kampioenschap vereniging

Hieronder vallen die verenigingen die gevestigd en werkzaam zijn binnen de gemeente Meerssen en aangesloten zijn bij de Nederlandse Sport Federatie (N.S.F.)/Nederlands Olympisch Comité (N.O.C.).

Van gemeentewege wordt een bedrag beschikbaar gesteld van € 120,-- bij een behaald kampioenschap (is er echter sprake van een kampioenschap op het allerhoogste niveau dan zal er € 230,-- beschikbaar worden gesteld).

Om in aanmerking te komen voor deze kampioenschapsbijdrage dient er wel voldaan te worden aan een aantal eisen en voorwaarden:

  • -

    slechts het eerste seniorenteam komt in aanmerking voor een kampioenschapsbijdrage;

  • -

    de kampioenschapsbijdrage wordt slechts eenmaal per jaar per vereniging beschikbaar gesteld;

  • -

    het kampioenschap dient behaald te zijn in een door de overkoepelende landelijke of gewestelijke organisatie geregelde competitie.

1.2. Kampioenschap individueel

Voor kampioenschappen (niet zijnde teamsporten) behaald door individuele sporters geldt de onderstaande regeling:

  • -

    De individuele sporter dient woonachtig te zijn binnen de gemeente Meerssen.

  • -

    Is de individuele sporter aangesloten bij een overkoepelende landelijke of gewestelijke organisatie die wederom op haar beurt is aangesloten bij NOC/NSF, dan heeft hij recht op een kampioenschapsbijdrage van € 50,--, op aanvraag (bij een kampioenschap op het allerhoogste niveau € 120,--).

  • -

    Is hij niet aangesloten bij een dergelijke organisatie dan valt hij automatisch onder de volgende categorie (sportkampioenschappen in de brede zin) en heeft hij recht op een bijdrage van € 25,-- bij een behaald kampioenschap.

2. Sportkampioenschappen in de brede zin

Hieronder vallen die verenigingen dan wel individuen die gevestigd zijn binnen de gemeente Meerssen, maar niet aangesloten zijn bij een overkoepelende landelijke of gewestelijke organisatie. Betreffende verenigingen kunnen aanspraak maken op een kampioenschapsbijdrage als er voldaan wordt aan onderstaande bepalingen en voorwaarden:

  • -

    de kampioenschapsbijdrage wordt slechts voor één team, het hoogste seniorenteam, per vereniging beschikbaar gesteld;

  • -

    de kampioenschapsbijdrage wordt slechts eenmaal per jaar per vereniging verstrekt;

  • -

    het kampioenschap moet direct betrekking hebben op de sportbeoefening in kwestie;

  • -

    bij kampioenschappen van interne, besloten aard zal men nimmer in aanmerking voor een kampioenschapsbijdrage kunnen komen.

Bij een behaald sportkampioenschap in de brede zin heeft de vereniging recht op een gemeentebijdrage van € 25,--.

3. Kampioenschappen muziekgezelschappen in de enge zin

De muziekgezelschappen kunnen onderverdeeld worden in twee categorieën: de instrumentale en vocale verenigingen.

3.1. De instrumentale verenigingen

Om voor een gemeentelijke bijdrage bij een behaald kampioenschap in aanmerking te komen dient er voldaan te worden aan onderstaande regeling:

  • -

    de instrumentale vereniging dient gevestigd en werkzaam te zijn binnen de gemeente Meerssen;

  • -

    onder instrumentale vereniging dient verstaan te worden: harmonie, fanfare, brassband, drumfanfare en drumband;

  • -

    de instrumentale vereniging dient aangesloten te zijn bij een overkoepelende landelijke organisatie.

Bij het behalen van een eerste plaats bij kampioenswedstrijden heeft iedere instrumentale vereniging recht op een bijdrage van € 0,50 per behaald punt, doch slechts eenmaal per jaar en eenmaal per instrumentale vereniging.

3.2. De vocale verenigingen

Om voor een gemeentelijke bijdrage bij een behaald kampioenschap in aanmerking te komen dient voldaan te worden aan de onderstaande regeling:

  • -

    de vocale vereniging dient in Meerssen gevestigd en werkzaam te zijn;

  • -

    de vocale vereniging dient aangesloten te zijn bij een landelijke koororganisatie;

  • -

    verstrekking van een kampioenschapsbijdrage geschiedt slechts eenmaal per jaar per vereniging.

Bij het behalen van een eerste prijs bij een concours of zangwedstrijd kunnen de vocale verenigingen aanspraak maken op een kampioenschapsbijdrage van gemeentewege groot zijnde € 50,--.

4. Kampioenschappen muziekgezelschappen in de brede zin

Alle andere muziekgezelschappen gevestigd en werkzaam in de gemeente Meerssen kunnen bij een behaald kampioenschap aanspraak maken op € 25,--, doch slechts eenmaal per jaar en eenmaal per vereniging.

5. Alle andere resterende kampioenschappen

Voor alle andere resterende kampioenschappen die vallen buiten de hierboven aangegeven categorieën geldt het onderstaande:

  • -

    de vereniging/club/instelling moet binnen de gemeente Meerssen werkzaam en gevestigd zijn;

  • -

    niet handelen in strijd met de bepalingen in deze verordening;

  • -

    er kan slechts eenmaal per jaar per vereniging een bijdrage verkregen worden voor een kampioenschap niet zijnde van interne aard en betrekking hebbende op de activiteit in kwestie waar de vereniging voor is opgericht.

Een kampioenschap vallende onder deze categorie geeft recht op een gemeentelijk waarderingssubsidie van € 25,--.

Artikel 10.4

Ontvangsten

Slechts bij bijzondere, uitzonderlijke prestaties kan er voor de jubilaris/kampioen een ontvangst op het gemeentehuis plaatsvinden (uiteraard met behoud van kampioenschapssubsidie).

Hoofdstuk XI Deelverordening toneelverenigingen

Artikel 11.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame toneelverenigingen.

Artikel 11.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder toneelverenigingen: instellingen die de amateuristische beoefening van de toneelkunst ten doel hebben.

Artikel 11.3

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vereniging:

  • 1.

    aangesloten te zijn bij een van de navolgende overkoepelende organisaties, te weten:

    • -

      het Nederlands Centrum voor het Amateurtoneel (N.C.A.), of

    • -

      de Limburgse Federatie van Amateurtoneelverenigingen (L.F.A.);

  • 2.

    jaarlijks tenminste één openbare toneelvoorstelling in de gemeente Meerssen te verzorgen.

Artikel 11.4

Het subsidie voor de volgende toneelverenigingen bedraagt:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

Toneelvereniging Gäöl 62

€ 1.304,--

€ 1.330,--

€ 1.537,--

€ 1.568,--

€ 1.599,--

Toneelvereniging Bunde

€ 1.314,--

€ 1.340,--

€ 1.367,--

€ 1.394,--

€ 1.422,--

Toneelvereniging d’n Uulesjpegel

€ 1.272,--

€ 1.297,--

€ 1.323,--

€ 1.349,--

€ 1.376,--

Hoofdstuk XII Deelverordening creatieve vorming

Artikel 12.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame verenigingen die zich met creatieve vorming bezighouden.

Artikel 12.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder creatieve vorming:

de ontwikkeling van creatieve vermogens en technische vaardigheden op het gebied van de toegepaste kunst.

Artikel 12.3

Het subsidie voor de volgende verenigingen bedraagt:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

Textiele Werkvormen Ulestraten

€ 592,--

€ 604,--

€ 616,--

€ 628,--

€ 641,--

De Vrije Schilders

€ 912,--

€ 930,--

€ 949,--

€ 968,--

€ 987,--

Stg. Beeldende Kunstenaars

€ 140,--

€ 143,--

€ 146,--

€ 149,--

€ 152,--

Hoofdstuk XIII Deelverordening professionele welzijnsinstellingen

Artikel 13.1

  • 1.

    Dit hoofdstuk van de verordening is van toepassing op de subsidiëring van de door burgemeester en wethouders aan te wijzen professionele instellingen op het terrein van breed c.q. specifiek welzijn. In het kader van deze deelverordening worden als zodanig aangemerkt: Stichting Trajekt, Stichting Openbare Bibliotheek Meerssen, Kumulus gemeente Maastricht, Muziekschool Artamuse, Stichting Consultatiebureau voor Alcohol en andere Drugs Limburg, Stichting Slachtofferhulp Zuid-Limburg, Buro Halt Maastricht – Mergelland.

  • 2.

    Voor de subsidiëring van de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuidelijk Zuid-Limburg wordt verwezen naar ter zake geldende gemeenschappelijke regeling.

  • 3.

    Het bepaalde in hoofdstuk I van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, voorzover in deze deelverordening niet anders is bepaald.

Artikel 13.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

professionele welzijnsinstelling: een instelling die met gebruikmaking van beroepskrachten in een of meer specifieke welzijnssectoren werkzaam is ten behoeve van de bevolking.

De subsidieaanvraag

Artikel 13.3

  • 1.

    Een professionele welzijnsinstelling dient de subsidie-aanvraag schriftelijk in bij burgemeester en wethouders voor 1 april van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een activiteitenplan en een uitgewerkte begroting voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    Het activiteitenplan en de begroting dienen adequaat inzicht te geven in de voorgenomen activiteiten en de hiermee samenhangende geplande uitgaven. Indien dit inzicht niet uit het activiteitenplan en de begroting blijkt, kunnen burgemeester en wethouders hieraan financiële consequenties verbinden.

Subsidieverlening

Artikel 13.4

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beschikken op een subsidie-aanvraag als bedoeld in artikel 13.3 voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Alvorens een beschikking af te geven voor professionele welzijnsinstellingen die gesubsidieerd worden in het kader van regionale exploitatie-afspraken, kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen bij het van toepassing zijnde regionaal portefeuillehoudersoverleg. Indien daartoe aanleiding is of op verzoek van burgemeester en wethouders kan door het betreffende regionaal portefeuillehoudersoverleg een overleg terzake worden geïnitieerd tussen de deelnemende gemeenten, respectievelijk de deelnemende gemeenten en de professionele welzijnsinstelling. Verzocht wordt om bedoeld advies af te geven uiterlijk 2 maanden nadat de adviesaanvraag bij het betreffende regionaal portefeuillehoudersoverleg is binnengekomen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen hun beschikkingen, met opgave van redenen, uiterlijk vier maanden verdagen. Zij stellen de professionele welzijnsinstelling op de hoogte van hun besluit tot verdaging.

  • 4.

    Indien geen beschikking is getroffen voor de aanvang van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, dan is de aanvrager bevoegd uitgaven te doen tot ten hoogste 4/12 deel van de bedragen die op overeenkomstige posten van de laatst toegekende subsidie zijn geraamd.

  • 5.

    In die gevallen waarin de subsidiëring is gerelateerd aan regionale exploitatie-afspraken en waarbij als verdeelsleutel voor de bepaling van het aandeel der afzonderlijke gemeenten in het totale begrote subsidie het inwoneraantal wordt gehanteerd, wordt het inwoneraantal toegepast per 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de subsidie-aanvraag wordt ingediend.

Artikel 13.5

  • 1.

    Burgemeester en wethouders geven in de beschikking tot gehele of gedeeltelijke toekenning aan:

    • a.

      welke voorwaarden aan de subsidie zijn verbonden;

    • b.

      welke bepalingen van de subsidieverordening niet van toepassing zijn;

    • c.

      het toegekende subsidiebedrag, danwel de methode met behulp waarvan de berekening van het definitieve subsidiebedrag zal plaatsvinden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders zenden onverwijld hun beschikking aan de professionele welzijnsinstelling.

Definitieve vaststelling

Artikel 13.6

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen het subsidiebedrag vast voor 1 oktober van het jaar volgend op dat waarin de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden. Burgemeester en wethouders kunnen de vaststelling met opgave van redenen met maximaal drie maanden verdagen.

  • 2.

    Alvorens over te gaan tot definitieve vaststelling als bedoeld in lid 1 kunnen burgemeester en wethouders in die gevallen waarin gesubsidieerd wordt in het kader van regionale exploitatie-afspraken, advies inwinnen bij het van toepassing zijnde regionaal portefeuillehoudersoverleg. Indien daartoe aanleiding is of op verzoek van burgemeester en wethouders kan door het betreffende regionaal portefeuillehoudersoverleg een overleg terzake worden geïnitieerd tussen de deelnemende gemeenten, respectievelijk de deelnemende gemeenten en de professionele welzijnsinstelling. Verzocht wordt om bedoeld advies af te geven uiterlijk 1 maand nadat de adviesaanvraag bij het betreffende regionaal portefeuillehoudersoverleg is binnengekomen.

  • 3.

    De professionele welzijnsinstelling verstrekt ten behoeve van de subsidievaststelling voor 1 juli van het in het eerste lid bedoelde jaar het jaarverslag van de door de instelling verrichte werkzaamheden, de door het bestuur van de professionele welzijnsinstelling gewaarmerkte balans per 31 december van het jaar waarin de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, en de definitieve jaarrekening met toelichting. Een accountantsverklaring wordt ingediend, indien het toegekende subsidie meer dan € 75.000,-- bedraagt. Indien een model voor de accountantsverklaring wordt voorgeschreven door het rijk of de provincie, dient dit te worden gehanteerd. In het geval van zeer uitzonderlijke omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders uitstel verlenen van de termijn van indiening.

  • 4.

    Het jaarverslag en de jaarrekening dienen een adequaat inzicht te geven in de gerealiseerde activiteiten en de hiermee samenhangende werkelijke uitgaven.

  • 5.

    In die gevallen waarin de subsidiëring is gerelateerd aan regionale exploitatie-afspraken en waarbij als verdeelsleutel voor de bepaling van het aandeel der afzonderlijke gemeenten bij de vaststelling van het definitieve subsidie het inwoneraantal wordt gehanteerd, wordt het inwoneraantal toegepast per 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de subsidie-aanvraag is ingediend.

Voorschotten

Artikel 13.7

Burgemeester en wethouders kunnen aan de professionele welzijnsinstelling waaraan zij subsidie hebben toegekend voorschotten verstrekken.

Nadere voorwaarden

Artikel 13.8

  • 1.

    De professionele welzijnsinstelling voert de activiteiten uit overeenkomstig het activiteitenplan indien en voorzover dat als grondslag voor subsidiëring is aanvaard.

  • 2.

    Afwijking van het activiteitenplan en de begroting behoeft vooraf goedkeuring van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk XIV Deelverordening schutterijen

Artikel 14.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en werkzame schutterijen.

Artikel 14.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder schutterijen: instellingen welke het in kameraadschappelijke geest beleven van de gebruiken en oefeningen behorende bij de traditie van het schutterswezen tot doel hebben.

Artikel 14.3

Om voor subsidie in aanmerking te komen dient de vereniging aangesloten te zijn bij een erkende overkoepelende organisatie.

Artikel 14.4

Het subsidie voor de volgende schutterijen bedraagt:

voor jet jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

Schutterij St. Barbara

€ 1.808,--

€ 1.844,--

€ 1.881,--

€ 1.919,--

€ 1.957,--

Schutterij St. Remigus

€ 2.886,--

€ 2.944,--

€ 3.003,--

€ 3.063,--

€ 3.124,--

Artikel 14.5

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de subsidiëring de voorwaarde te verbinden dat de schutterijen een nader omschreven aantal optredens verzorgen in de gemeente Meerssen.

Hoofdstuk XV Deelverordening kleine landschapselementen

Artikel 15.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op het verstrekken van subsidie in de kosten van groot onderhoud van de in Meerssen gerealiseerde bouwwerken die vallen onder de kleine landschapselementen.

Artikel 15.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    kleine landschapselementen:

    • cultuurhistorische bouwwerken die bijdragen tot een verhoging van de landschappelijke esthetische waarde, zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders;

    • tot deze cultuur historische bouwwerken behoren puthuisjes, grotten, weg-, gevel-, muur- en boomkruisen, pijlers, poorten, hekwerken alsmede kapellen en bakhuisjes;

    • in ieder geval niet tot deze opsomming behoren aangewezen gebouwen krachtens de monumentenwet, bruggen, beelden en andere sculpturen;

  • 2.

    groot onderhoud: het onderhoud zijnde niet het dagelijks onderhoud.

Artikel 15.3

Om voor subsidie ten behoeve van het groot onderhoud in aanmerking te komen dient er voldaan te worden aan onderstaande voorwaarden:

  • 1.

    Het kleine landschapselement dient zichtbaar te zijn vanaf de openbare weg.

  • 2.

    Er dient sprake te zijn van een maatschappelijk draagvlak, tot uiting komende in een verzoek voor subsidie door buurtvereniging, woningvereniging, parochie of beheerder/eigenaar, ondersteund door een initiatiefgroep.

  • 3.

    Een subsidie kan slechts worden verleend indien de aanvraag daartoe is ingediend voordat met de uitvoering der werkzaamheden is gestart, tenzij de aanvrager een verschoonbare reden opgeeft voor de te late indiening.

  • 4.

    De aanvraag om subsidie dient bij burgemeester en wethouders te worden ingediend onder voorlegging van:

    • a.

      een omschrijving van de uit te voeren herstelwerkzaamheden met een toelichting omtrent de

    • oorzaak

      van de gebreken;

    • b.

      een gespecificeerde kostenbegroting;

    • c.

      een financieringsopzet.

  • 5.

    Het groot onderhoudsplan, cq. renovatieplan behoeft de goedkeuring vooraf van burgemeester en wethouders.

  • 6.

    Na afloop van de werkzaamheden zal er verantwoording afgelegd dienen te worden van de gemaakte kosten middels overlegging der rekeningen.

Artikel 15.4

De subsidie voor het groot onderhoud ten behoeve van de daarvoor in aanmerking komende kleine landschapselementen bedraagt:

Een bijdrage in de goedgekeurde materiaalkosten, met een maximum van 50% van deze kosten, met dien verstande dat de bijdrage nimmer meer kan bedragen dan € 488,-- in het jaar 2005, € 498,-- in het jaar 2006, € 508,-- in het jaar 2007, € 518,-- in het jaar 2008 en € 528,-- in het jaar 2009.

Hoofdstuk XVI Deelverordening verbetering maatschappelijk functioneren gehandicapten en zieken

Artikel 16.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen werkzame verenigingen die als specifiek doel hebben de verbetering van de mobiliteit van gehandicapten, aandacht/activiteiten voor zieken en integratie van gehandicapten in de samenleving.

Artikel 16.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    activeringsvereniging: de vereniging die zich ten doel stelt om voor gehandicapten bewegingsactiviteiten te ontplooien die in direct therapeutisch verband staan met de aard van de handicap;

  • 2.

    ziekencomité: de vereniging of groepering die zich richt op het verlenen van zorg aan zieken;

  • 3.

    overige instellingen: instellingen die zich bezighouden met gehandicaptenzorg in het algemeen.

Artikel 16.3

Het subsidie voor de volgende ziekencomités bedraagt:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

Zonnebloem Bunde

€ 300,--

€ 306,--

€ 312,--

€ 318,--

€ 324,--

Zonnebloem Geulle

€ 300,--

€ 306,--

€ 312,--

€ 318,--

€ 324,--

Zonnebloem Meerssen

€ 300,--

€ 306,--

€ 312,--

€ 318,--

€ 324,--

Ziekencomité Meerssen-West

€ 300,--

€ 306,--

€ 312,--

€ 318,--

€ 324,--

Ziekenzorg Ulestraten

€ 300,--

€ 306,--

€ 312,--

€ 318,--

€ 324,--

Bibliotheek aan huis

€ 488,--

€ 498,--

€ 508,--

€ 518,--

€ 528,--

Stg. Alg.Hulpdienst Meerssen

€ 1.388,--

€ 1.416,--

€ 1.444,--

€ 1.479,--

€ 1.509,--

Stg. Belangengroep Osteoporose

€ 834,--

€ 851,--

€ 868,--

€ 885,--

€ 903,--

Artikel 16.4

  • 1.

    De activeringsverenigingen ontvangen een subsidie van € 29,-- per Meerssens lid voor het jaar 2005, € 30,--per Meerssens lid voor het jaar 2006, € 31,-- per Meerssens lid voor het jaar 2007, € 32,-- per Meerssens lid voor het jaar 2008, € 33,-- per Meerssens lid voor het jaar 2009.

  • 2.

    De subsidieaanvraag van de activeringsverenigingen bevat een gespecificeerde opgave van het aantal Meerssense leden naar de toestand van 1 januari voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 16.5

Voor de overige instellingen gelden de volgende subsidiegrondslagen:

  • -

    Stichting GOM: een vast bedrag van € 2.683,-- voor het jaar 2005, € 2.737,-- voor het jaar 2006, € 2.792,-- voor het jaar 2007, € 2.848,-- voor het jaar 2008 en € 2.905,-- voor het jaar 2009.

  • -

    Stichting Radar: subsidiëring op grond van het door burgemeester en wethouders vastgestelde bedrag per Meerssense pupil gerelateerd aan regionale exploitatieafspraken;

  • -

    Instituut voor Doven: subsidiëring op grond van een bedrag van € 60,-- per oud-leerling woonachtig in de gemeente Meerssen.

Hoofdstuk XVII Deelverordening adviesraden

Artikel 17.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen gevestigde en hierna genoemde werkzame adviesraden.

Artikel 17.2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk van de verordening wordt verstaan onder adviesraden:

onafhankelijke en deskundige overlegorganen die gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het gemeentebestuur inzake het gemeentelijk beleid.

Artikel 17.3

Om de status van adviesraad te krijgen moet het overlegorgaan voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    het overlegorgaan moet als adviesraad zijn erkend door burgemeester en wethouders;

  • 2.

    het overlegorgaan bezit een breed draagvlak binnen de doelgroep in de samenleving die het vertegenwoordigt; dit brede draagvlak blijkt uit de acceptatie door burgemeester en wethouders en de samenstelling van het overlegorgaan en de activiteiten die het overlegorgaan ontplooit naar de achterban toe;

  • 3.

    het overlegorgaan ontplooit activiteiten om de eigen deskundigheid permanent te bevorderen.

Artikel 17.4

Het subsidie bedraagt voor de volgende adviesraad:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

Stichting Emancipatieraad Meerssen

€ 2.683,--

€ 2.737,--

€ 2.792,--

€ 2.848,--

€ 2.905,--

Hoofdstuk XVIII Deelverordening eenmalige waardering projecten bevordering sociale cohesie

Artikel 18.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op het eenmalig waarderen van projecten of nieuwe maatschappelijke initiatieven die een bijdrage leveren aan het bevorderen van de sociale cohesie.

Artikel 18.2

Het betreft projecten en/of initiatieven die als doel kunnen hebben om de maatschappelijke participatie van bepaalde geledingen te vergroten en/of het verenigingsgebonden vrijwilligerswerk of meer specifiek allerlei vormen van vrijwillige zorg te versterken.

Artikel 18.3

Voor het aanvragen en verstrekken van subsidie geldt het bepaalde in artikel 1.18, eenmalig waarderingssubsidie, van het algemene deel van de subsidieverordening.

Artikel 18.4

Het subsidie wordt slechts verleend, indien subsidiëring op grond van de overige deelverordeningen niet mogelijk is en inzoverre de beschikbaar gestelde budgettaire ruimte niet overschreden wordt.

Artikel 18.5

De hoogte van het subsidie is gerelateerd aan het maatschappelijk draagvlak en het financiële tekort van het ingediende initiatief c.q. project.

Hoofdstuk XIX Deelverordening overige subsidies

Artikel 19.1

Dit hoofdstuk van de verordening heeft betrekking op de in de gemeente Meerssen werkzame instellingen op welzijnsgebied, waarop de voorafgaande deelverordeningen niet van toepassing zijn.

Artikel 19.2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de navolgende instellingen bijdragen en/of subsidies ter beschikking te stellen zulks op grond van de bijbehorende, navolgende, grondslagen:

  • Buurtverenigingen: subsidiëring op grond van 100 % vergoeding van de legeskosten voor vergunningsplichtige activiteiten met een maximum van € 488,-- voor het jaar 2005 voor alle buurtverenigingen samen, een maximum van € 498,-- voor het jaar 2006, € 508,-- voor het jaar 2007, € 518,-- voor het jaar 2008 en € 528,-- voor het jaar 2009.

  • Instituut Midden en Kleinbedrijf: subsidiëring op grond van een door burgemeester en wethouders vastgesteld bedrag per inwoner.

  • V.V.V. Zuid Limburg: subsidiëring op grond van een door burgemeester en wethouders vastgesteld bedrag per inwoner en een door burgemeester en wethouders vastgesteld bedrag per toeristische activiteit, gerelateerd aan regionale afspraken.

  • De volgende instellingen ontvangen vaste subsidiebedragen:

voor het jaar:

2005

2006

2007

2008

2009

Stg Nat. His. Museum

€ 3.014,--

€ 3.074,--

€ 3.135,--

€ 3.198,--

€ 3.262,--

Vereniging MOS:

€ 2.083,--

€ 2.125,--

€ 2.167,--

€ 2.210,--

 € 2.254,--

 Stg. Synagoge Meerssen

-€ 1.666,--

€ 1.699,--

€ 1.733,--

€ 1.768,--

€ 1.803,--

Heemkundever. Gäöl

€ 123,--

€ 125,--

€ 727,--

€ 742,--

€ 757,--

Heemkundever. Meerssen

€ 123,--

€ 125,--

€ 127,--

€ 130,--

€ 133,--

SCANA

 € 400,--

€ 408,--

€ 416,--

€ 424,--

€ 432,--

EHBO ver. Bunde/Meerssen

€ 588,--

€ 600,--

€ 612,--

€ 624,--

€ 636,-

EHBO ver. Ulestraten

€ 860,--

€ 877,--

€ 895,--

€ 913,--

€ 931,-

Circulus Musicus Marsanus

€ 696,--

€ 710,--

€ 724,--

€ 738,--

€ 753,-

Sociaal Historisch Centrum

€ 98,--

€ 100,--

€ 102,--

€ 104,--

€ 106,-

I.V.N. Meerssen

€ 417,--

€ 425,--

€ 433,--

€ 442,--

€ 451,--

I.V.N. Ulestraten

€ 417,--

€ 425,--

€ 433,--

€ 442,--

€ 451,--

Bibliotheek Ulestraten

 € 1.609,--

-€ 1.641,-

€ 1.674,--

€ 1.707,--

€ 1.741,--

Handboogschutterij Berg en Dal

€ 113,--

€ 115,--

€ 117,--

€ 119,--

€ 121,--

Artikel 19.3

Burgemeester en wethouders zijn beschikkingsbevoegd aangaande subsidieaanvragen van overige instellingen werkzaam op het gebied van “welzijn”, met dien verstande dat een mogelijke honorering van verzoeken slechts kan plaatsvinden binnen het totaalbedrag dat daartoe expliciet door de raad in betreffend jaar van de gemeentebegroting beschikbaar is gesteld.

 

2005

2006

2007

2008

2009

Harmonie Meerssen

€ 6.987,--

€ 7.127,--

€ 7.270

€ 7.415,--

€ 7.563

Harmonie Rothem

€ 8.168,--

€ 8.331,--

€ 8.498,--

€ 8.668,--

€ 8.841,--

Harmonie St. Agnes Bunde

€ 10.297,--

€ 10.503,--

€ 10.713,--

€ 10.927,--

€ 11.146,--

Harmonie St. Caecilia Geulle

€ 11.626,--

€ 11.859,--

€ 12.096,--

€ 12.338,--

€ 12.585,--

Fanfare Concordia Ulestraten

€ 9.868,--

€ 10.065,--

€ 10.266,--

€ 10.471,--

€ 10.680,--

Fanfare St. Martinus Geulle

€ 8.348,--

€ 8.515,--

€ 8.685,--

€ 8.859,--

€ 9.036,--