Regeling vervallen per 09-05-2013

Beleidsregels gebiedsontzegging gemeente Meppel 2011

Geldend van 16-12-2011 t/m 08-05-2013

Intitulé

Beleidsregels gebiedsontzegging Gemeente Meppel 2011

De burgemeester van de Gemeente Meppel, Gelet op artikel 2.4.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening Meppel, Het navolgende overwegend: Juridisch kader Op grond van artikel 2.4.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening Meppel,  kan de burgemeester iemand een verblijfsontzegging opleggen: een bevel om zich te verwijderen en verwijderd te houden uit een door hem aangewezen gebied gedurende een bepaalde tijd. In de rest van deze beleidsregel en bij de uitvoering van het beleid wordt de verblijfsontzegging met de term gebiedsontzegging aangeduid.

Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd voor maximaal 12 weken. Het verbod kan de burgemeester alleen opleggen voor zijn eigen gemeente. Voor het nemen van het besluit dienen de artikelen 3:2 Awb (zorgvuldige voorbereiding) en 3:4 Awb (belangenafweging/ evenredigheidsbeginsel) in acht te worden genomen.

Ook zijn de artikelen 3:46 Awb (deugdelijke motivering) en 3:47 Awb (vermelding motivering) van belang. Openbare orde belang De Gemeente Meppel heeft een stadscentrum met een hoge horecadichtheid. Hierdoor heeft Meppel een grote aantrekkingskracht op uitgaanspubliek. In 2010 is een nieuw Convenant Veilig Uitgaan opgesteld. Hierin staan de gemaakte afspraken tussen de Gemeente Meppel, politie, Koninklijke Horeca Nederland, Openbaar Ministerie en taxiondernemers om te komen tot een zo veilig mogelijk uitgaansgebied in Meppel.

Ondanks de inspanningen van deze partijen blijven zich verstoringen van de openbare orde voordoen. De sfeer tijdens uitgaansavonden wordt door hen op een negatieve manier beïnvloed. Het is wenselijk de overlastgevers voor een bepaalde tijd de toegang tot het uitgaansgebied te kunnen ontzeggen. BESLUIT VAST TE STELLEN: Beleidsregels gebiedsontzegging Gemeente Meppel 2011

Artikel 1 Uitgangspunten gebiedsontzegging

De burgemeester heeft op grond van artikel 2.4.9 van de Algemene Plaatselijke Verordening Meppel de mogelijkheid om overlastveroorzakers uit een door hem aangewezen centrumgebied te weren door een gebiedsontzegging op te leggen.  De maatregel is een middel om overlast en verstoring van de openbare orde in het centrumgebied tegen te gaan.

Een gebiedsontzegging grijpt in op de persoonlijke levenssfeer. Een besluit tot het opleggen ervan moet daarom goed worden gemotiveerd. Uitgangspunten voor het opleggen van een gebiedsontzegging: In het besluit tot het opleggen van een gebiedsontzegging wordt aangegeven op welke feiten de gebiedsontzegging is gebaseerd (concrete informatie en de historie van overlastgevend gedrag van de betrokken persoon) en voor welke periode de gebiedsontzegging geldt. Ook wordt het betreffende gebied met de daarbij behorende tijdstippen omschreven. (punt 3 en 4) De betrokken persoon/overtreder krijgt een gebiedsontzegging voor het omschreven centrumgebied. Aan de uitvoering van de gebiedsontzegging kunnen voorwaarden worden gesteld. De voorwaarden hebben betrekking op belangen in de persoonlijke sfeer van de betrokkene zoals wonen en werken. Of de betrokkene een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door de betrokkene zelf moeten worden aangetoond. In het besluit van de burgemeester wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak de gebiedsontzegging geldt. Ook moet duidelijk zijn wanneer de gebiedsontzegging in werking treedt.

Artikel 2 Voorwaarden voor het opleggen van een gebiedsontzegging

A. Feiten Hieronder wordt aangegeven voor welke feiten een gebiedsontzegging kan worden opgelegd. De duur van de ontzegging is afhankelijk van de ernst van het gepleegd feit. Feiten waarvoor gebiedsontzegging kan worden opgelegd: Categorie 1:

• samenscholing en ongeregeldheden, art. 2.1.1.1 APV

• hinderlijk gedrag op of aan de weg, art. 2.4.5 APV

• hinderlijk gebruik van drank en softdrugs, art. 2.4.6 APV

• hinderlijk gedrag bij of in gebouwen, art. 2.4.7 APV

• hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten,

• art. 2.4.8 APV

• openbare dronkenschap, 453 Sr en 426 Sr

• baldadigheid, 424Sr Termijn ontzegging: 4 weken   Categorie 2: bezit van meer dan een gebruikershoeveelheid drugs of gebruik van harddrugs in het openbaar, Opiumwet overtreding Wet wapens en munitie: traangas, boksbeugels, wapenstokken, steekwapens e.d. vernieling of beschadiging, art. 350 Sr en openlijke geweldpleging, art. 141 Sr eenvoudige mishandeling, art. 300 Sr diefstal met braak in een auto, art. 311, lid 5, Sr belediging ambtenaar in functie, art. 267 Sr bedreiging, art. 285 Sr negeren bevoegd gegeven ambtelijk bevel, art. 184 Sr wederspannigheid, art 180, 181, 182 Sr Termijn ontzegging: 6 weken   Categorie 3:

• 2e recidive van hinderlijk gedrag, hinderlijk gebruik van

drank en softdrugs, art. 2.4.5 en 2.4.6 APV, of openbare

dronkenschap 453 Sr en 426 Sr

• 2e recidive fietsendiefstal, 310 Sr

• overtreding Wet wapen en munitie:

vuurwapens/schietwapens

• dealen harddrugs, Opiumwet art. 2 en art. 3*

• zware geweldsmisdrijven: (poging tot) zware mishandeling, art 302 Sr,

(poging tot) doodslag, art. 287 Sr; openlijke geweldpleging

uitsluitend tegen personen, art. 141 Sr; afpersing, art. 317

Sr; afdreiging, art 318 Sr

• overtreding verblijfsontzegging, art. 2.4.9 APV Termijn ontzegging: 12 weken   * Met dien verstande dat als het gaat om het aanwezig hebben van een middel als bedoeld in art. 2 of 3 van de Opiumwet alleen een gebiedsontzegging kan worden opgelegd als de aangetroffen hoeveelheid groter is dan de gebruikershoeveelheid als bedoeld in de richtlijnen van het college van procureurs-generaal De hierboven genoemde feiten dienen plaats te vinden in het publieke domein.   B. Aantal overtredingen Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd bij herhaaldelijke overlast. Er is sprake van herhaaldelijke overlast als de betrokkene binnen een periode van 12 maanden twee ordeverstorende gedragingen pleegt zoals genoemd in de feitentabel. Dit hoeven niet twee dezelfde feiten te zijn maar kunnen ook verschillende feiten betreffen. Recidive:

• Bij overtreding van een gebiedsontzegging tijdens de looptijd, al dan niet vergezeld van een nieuwe openbare ordeverstoring, wordt een nieuwe gebiedsontzegging opgelegd. De nieuwe gebiedsontzegging gaat in op het moment dat de geldende ontzegging afloopt. Gedurende de looptijd van de gebiedsontzegging kan slechts één keer een nieuwe ontzegging worden opgelegd. • Begaat iemand die in het verleden een gebiedsontzegging heeft gekregen binnen zes maanden opnieuw een strafbaar feit zoals in de feitentabel genoemd, dan volgt in verband met recidive wederom en direct een gebiedsontzegging.

 

 

Artikel 3 Aangewezen gebied

Als wegen en plaatsen waar een gebiedsontzegging kan worden opgelegd worden aangewezen: Centrumgebied:

Het gebied is begrensd door en inclusief de volgende straten:

Prinsengracht, Prinsenplein, Vledderstraat, Noteboomstraat, Eendrachtstraat, Grote Oever, Kleine Oever, Brouwerstraat, Kromme Elleboog, Hoogetin, Kleine Akkerstraat, Grote Akkerstraat, Hoofdstraat, De Wheem, Kerkplein, Hagenstraat Nieuwe Kerkstraat, Brouwersdwarsstraat, Marktstraat, Woldstraat, Kruisstraat, Touwstraat, Slotplantsoen, Kleine Kerkstraat, Grote Kerkstraat, Groenmarkt, Groenmarktstraat, Weteringdwarsstraat, Weteringstraat, De Putstoel, Stoombootkade,

Looierij, Zuideindigerpad, Keizersgracht, Gasgracht De burgemeester kan in aanvulling op het hiervoor aangewezen gebied in de toekomst ook andere gebieden aanwijzen waar deze beleidsregel van toepassing is.

Artikel 4 Tijdvak

De gebiedsontzegging voor het centrumgebied van Meppel is bedoeld voor de aanpak van overlastgevers in het centrumgebied van Meppel. De burgemeester kan, in het belang van de openbare orde of veiligheid, een gebiedsontzegging opleggen aan degene die de openbare orde of veiligheid heeft verstoord of één of meer van de wettelijke bepalingen overtreedt die genoemd worden in de feiten en termijntabel. De gebiedsontzegging geldt gedurende in de bekendmaking van het verbod genoemde periode en dagen. De periode van de gebiedsontzegging kan de zeven dagen van een week (van 0.00 uur tot 23.59 uur) bedragen voor de duur van ten hoogste twaalf weken.

Artikel 5 Werkwijze

A. Uitreiken van een waarschuwing gebiedsontzegging Indien de betrokkene een feit heeft gepleegd als genoemd in de feiten- en termijnentabel in de categorieën 1 en 2 wordt eerst een waarschuwing uitgereikt. De betrokkene heeft dan kans om het gedrag bij te stellen. Heeft betrokkene een feit gepleegd als genoemd in de feiten- en termijnentabel in de categorie 3 zal gezien de recidive en ernst van de delicten geen waarschuwing of voornemen tot het opleggen van een gebiedsontzegging worden uitgereikt. De aanvraag voor een waarschuwing gebiedsontzegging wordt door politie, via de ambtenaar openbare orde en veiligheid, bij de burgemeester ingediend.

De aanvraag dient te bevatten: • NAW gegevens van betrokkene, inclusief geboorteplaats en datum;

• Een duidelijk omschrijving van de feiten waaruit de verstoring van de openbare orde blijkt;

• Verwijzing naar de feiten- en termijnentabel (artikel(en) en bijbehorende termijn);

• Duidelijke motivering waarom gevaar voor herhaling/vervolg. Indien de burgemeester besluit tot het geven van een waarschuwing gebiedsontzegging volgt de opmaak van het besluit.

De waarschuwing gebiedsontzegging wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt. Dit wordt (indien mogelijk) gedaan door politie eventueel samen met de aov’er. Betrokkene moet tekenen voor ontvangst. B. Uitreiken van een voornemen gebiedsontzegging Indien de betrokkene binnen 12 maanden na het uitreiken van een schriftelijke waarschuwing opnieuw een overtreding uit de feitentabel pleegt, dan kan worden overgegaan tot het opleggen van een gebiedsontzegging. Betrokkene krijgt daartoe eerst een schriftelijk voornemen opgelegd. Politie levert ten behoeve van het voornemen het volgende aan de ambtenaar openbare orde en veiligheid aan: • NAW gegevens van betrokkene, inclusief geboorteplaats en datum;

• Een duidelijk omschrijving van de feiten waaruit de verstoring van de openbare orde blijkt;

• Verwijzing naar de feiten- en termijnentabel (artikel(en) en bijbehorende termijn). Indien de burgemeester besluit tot het opleggen van het voornemen tot gebiedsontzegging volgt de opmaak van het besluit.

Het voornemen wordt in persoon aan betrokkene uitgereikt en daarnaast per aangetekende post verstuurd (indien mogelijk). Betrokkene moet tekenen voor ontvangst van het voornemen. Indien de betrokkene op het moment van het plegen van het in de tabel genoemde strafbare feit in de voorgaande zes maanden ook al een gebiedsontzegging heeft gehad, dan wordt geen voornemen meer opgelegd maar direct overgegaan tot het opleggen van een nieuwe gebiedsontzegging. Betrokkene heeft dan niet de mogelijkheid om een zienswijze te geven. De betrokkene is al gewaarschuwd en heeft kansen gehad zijn gedrag aan te passen. Er bestaat dus een hernieuwde kans op het plegen van openbare orde verstoringen. C. Zienswijze betrokkene Betrokkene kan binnen vijf werkdagen nadat het voornemen tot gebiedsontzegging aan hem is uitgereikt zijn zienswijze aan de burgemeester kenbaar maken. Dit kan zowel schriftelijk als mondeling. Indien de betrokkene zijn zienswijze mondeling kenbaar wil maken dan vindt dit gesprek zo mogelijk plaats binnen de termijn van vijf werkdagen. Bij het zienswijzengesprek zijn in ieder geval de ambtenaar openbare orde en veiligheid en een politiefunctionaris (bij voorkeur degene die betrokkene heeft geverbaliseerd) aanwezig.

Van dit gesprek wordt door de gemeente een verslag gemaakt. De zienswijze wordt meegenomen in het door de burgemeester te nemen besluit. In verband met spoedeisendheid kan van de mogelijkheid om een zienswijze te geven worden afgezien (art. 4:11 Awb). Dit moet in het besluit worden gemotiveerd. Geweld tegen hulpverleners Indien er strafbare feiten (geweld) gepleegd worden tegen hulpverleners zijnde politieambtenaren, ambulancepersoneel, brandweerpersoneel of tegen gekwalificeerde horecaportiers wordt geen waarschuwing of voornemen voor een gebiedsontzegging uitgereikt. In deze gevallen wordt direct een gebiedsontzegging opgelegd voor de periode overeenkomstig de categorie als genoemd in de feitentabel. D. Opleggen gebiedsontzegging Een gebiedsontzegging wordt door de burgemeester opgelegd uiterlijk twee weken na: • het zienswijzengesprek;

• het ontvangen van de schriftelijke zienswijze;

• na afloop van de zienswijzentermijn als betrokkene geen zienswijze heeft ingediend. In de beschikking wordt het tijdvak en het gebied waarvoor de gebiedsontzegging geldt omschreven. Tevens wordt een kaart met het betreffende gebied als bijlage toegevoegd.

Ook wordt in de beschikking een duidelijke motivatie voor het opleggen van de gebiedsontzegging beschreven.

De betrokkene wordt gewezen op de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen tegen het definitieve besluit.

De gebiedsontzegging treedt in werking op de dag dat deze aan betrokkene wordt uitgereikt. Als een gebiedsontzegging wordt uitgereikt terwijl er al een ontzegging geldt dan gaat de termijn van de nieuwe ontzegging in na afloop van de eerdere ontzegging. De beschikking wordt door de politie, eventueel samen met de ambtenaar openbare orde en veiligheid, aan de betrokkene uitgereikt en (indien mogelijk) aangetekend verstuurd.

Betrokkene moet voor tekenen ontvangst. De politiefunctionaris maakt een ambtelijk verslag op van het uitreiken, ook indien de beschikking niet aan betrokkene in persoon uitgereikt kon worden. Indien de burgemeester besluit geen gebiedsontzegging op te leggen ontvangt betrokkene hiervan schriftelijk bericht. Een afschrift van het besluit wordt verzonden naar de teamchef van politie, officier van justitie en het gemeente archief. Het opleggen van een gebiedsontzegging houdt niet in dat er geen strafrechtelijke vervolging meer plaatsvindt door het Openbaar Ministerie tegen de gepleegde strafbare feiten.

Artikel 6 Toezicht en handhaving

De politie houdt toezicht op de naleving van de gebiedsontzegging.

Overtreding van de gebiedsontzegging is strafbaar op grond van artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht (WSr).

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels zullen worden aangehaald als: “Beleidsregels gebiedsontzegging Meppel 2011”

 

Artikel 8 Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze beleidsregels worden bekend gemaakt via het Elektronisch Gemeenteblad op www.meppel.nl en treden in werking één dag na bekendmaking.

 

Ondertekening

Aldus besloten. Meppel, 23 mei 2011
de burgemeester voornoemd,