Coffeeshopbeleid gemeente Meppel

Geldend van 25-10-2017 t/m heden

Intitulé

Coffeeshopbeleid gemeente Meppel

De burgemeester van de Gemeente Meppel; stelt vast:

Coffeeshopbeleid gemeente Meppel

Coffeeshopbeleid gemeente Meppel

1. Inleiding

Op 11 december 2007 is het coffeeshopbeleid van de gemeente Meppel voor het laatst geactualiseerd. De ontwikkeling in het landelijke beleid en de ervaring die is opgedaan met het cannabisbeleid maken het noodzakelijk dat het coffeeshopbeleid verder moet worden aangescherpt. De volgende ontwikkelingen zijn aanleiding om het beleid te herzien:

  • ·

    de toegenomen professionalisering en criminalisering binnen de drugswereld;

  • ·

    de geïntensiveerde samenwerking met politie, justitie en belastingdienst, o.a. in het regionaal informatie- en expertisecentrum (RIEC Noord) met als doel de georganiseerde criminaliteit terug te dringen;

  • ·

    de uitbreiding van de reikwijdte van art. 13b van de Opiumwet door wetgever en rechter; het gewijzigde beleid van de minister van Veiligheid en Justitie inzake de gedoogcriteria voor coffeeshops;

  • ·

    per 1 maart 2015 zijn handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van de handel in en productie of teelt van middelen vermeld op lijst II strafbaar gesteld in het nieuwe artikel 11a Opiumwet.

Het drugsbeleid wordt in deze nota uitsluitend benaderd vanuit een oogpunt om de openbare orde en veiligheid te waarborgen en de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met het gebruik van hard- en softdrugs te beperken.

1.1.Doelstelling coffeeshopbeleid

Het coffeeshopbeleid van de gemeente Meppel heeft het volgende doel:

“Het coffeeshopbeleid in de gemeente Meppel is adequaat om het gebruik van ‘middelen lijst II’ van de Opiumwet in de gemeente Meppel zo effectief mogelijk te kunnen reguleren en handhaven om de gezondheidsrisico’s van het gebruik van ‘middelen lijst II’ van de Opiumwet minimaal te houden en de openbare orde en veiligheid te kunnen waarborgen.”

1.2.Noodzaak van de beleidswijziging

Naar aanleiding van brieven van 27 mei 2011 en 26 oktober 2011 heeft de landelijke politiek zich voorgenomen de gedoogcriteria voor het drugsbeleid aan te scherpen. Er wordt een daadkrachtige aanpak beoogd om druggerelateerde overlast terug te dringen. Door middel van de nieuwe aanpak wordt een einde gemaakt aan het “open-deur-beleid”. De aantrekkingskracht voor buitenlanders moet worden verminderd. Jongeren en met name kwetsbare jongeren moeten worden beschermd tegen drugsgebruik (Rijksoverheid, 2011).

De landelijke politiek heeft in 2011 een gefaseerde invoering opgesteld. De data is destijds bepaald door de noodzakelijkheid om gemeente en coffeeshopexploitanten in staat te stellen zich voor te bereiden (Rijksoverheid, 2011).

  • ·

    Per 1 mei 2012 wordt in de gemeenten van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland het besloten-clubinrichting en het ingezetenencriterium ingevoerd, met uitzondering van het maximumaantal leden van 2000. Het staat de gemeenten in andere provincies vrij deze criteria ook al toe te passen;

  • ·

    Per 1 januari 2013 wordt het maximumaantal van 2000 leden van kracht;

  • ·

    Per 1 januari 2013 gelden het ingezetene-criterium in het gehele land;

  • ·

    Per 1 januari 2014 wordt het afstandscriterium van kracht.

De landelijke politiek geeft het lokale bestuur de mogelijkheid om invulling te geven aan het coffeeshopbeleid op basis van deze richtlijnen (Rijksoverheid, 2012).

Echter is per brief van 19 november 2012 het criterium besloten clubinrichting vervallen (Rijksoverheid, 2012). Reden voor het afschaffen van dit criterium is het succes van het ingezetenencriterium. De toestroom van drugstoeristen is naar aanleiding van dit I-criterium aanzienlijk afgenomen. Hierdoor zijn coffeeshops kleiner geworden en beter beheersbaar.

Per 1 maart 2015 is het growshopverbod in werking getreden. Dit houdt in dat alle personen die stoffen of voorwerpen bereiden, vervaardigen, verwerken en/of te koop aanbieden om hennepteelt of producten die zijn beschreven op ‘middelen lijst II’ te produceren, strafrechtelijk vervolgd kunnen worden (VNG, 2015).

Lokale afstemming

In de lokale driehoek is aangegeven, door alle partners, dat er behoefte is aan een vernieuwd coffeeshopbeleid voor de gemeente Meppel. Een duidelijk en overzichtelijk beleid, met daarachter afspraken over de uitvoering. Het huidige beleid is verouderd en staan geen recente werkafspraken in die de uitvoering vergemakkelijken, dit is wel gewenst. Een duidelijke taakverdeling in de uitvoering en daadwerkelijke mondelinge afstemming zijn gewenst, dit is dan ook van te voren in de driehoek afgestemd.

1.3.Ontwikkelingen in de gemeente Meppel

De GGD Drenthe heeft een aantal onderzoeken uitgevoerd waar het gebruik en aanbod van hard- en softdrugs een onderdeel van is.

Volksgezondheid

Uit het laatste jeugdonderzoek van de GGD, van 2013, zijn een aantal zaken die opvallen. Het gebruik van hard- en softdrugs is tussen de eindresultaten uit 2008 en de huidige resultaten onder jongeren tussen 16-18 jaar en 12-15 jaar verder afgenomen. Uit de laatste cijfers blijkt dat iets meer dan een kwart (26%) van alle jongeren wel eens hasj of wiet aangeboden heeft gekregen. Dit werd het meest aangeboden op straat of thuis bij vrienden. Zeven procent van alle jongeren kreeg al eens harddrugs aangeboden. Het aanbod van harddrugs kwam het vaakst voor op straat of in een café, disco, feest of concert. De leerlingen in de oudste leeftijdsgroep (16-18jaar) kregen het vaakst harddrugs aangeboden. Van alle jongeren heeft 15% wel eens hard- of softdrugs gebruikt (GGD Drenthe, 2013). De preventie en repressie maatregelen moeten zich richten om het gebruik en aanbod van hard- en softdrugs in de toekomst verder te ontmoedigen.

Preventie

Gezonde school en genotmiddelen: voorlichting geven aan middelbare scholieren is noodzakelijk om hard- en softdrugsgebruik te ontmoedigen. Deze aanpak wordt door het Verslavingszorg Noord-Nederland (VNN) uitgevoerd. Hierin wordt onder andere voorlichting gegeven over hard- en softdrugsgebruik. Het VNN zorgt dat docenten deskundig worden gemaakt in het herkennen van drugsgebruik en het ondernemen van mogelijke maatregelen om hulp te kunnen bieden. Daarnaast worden er ouderavonden georganiseerd die zorgen dat de aanpak zich niet alleen beperkt tot de schoolomgeving. Ouders behoren ook gebruik van cannabis en andere genotmiddelen leren te herkennen en mogelijkheden om hulp te kunnen bieden aan hun kind. De huidige aanpak richt zich op leerlingen van het voortgezet onderwijs.

Opvoedingsondersteuning: wordt door het VNN en Centrum, Jeugd en Gezin(CJG) aangeboden. De betreffende aanpak bevat vele thema’s waarvan genotsmiddelen er één van is. Ouders kunnen problemen over gebruik bespreekbaar maken.

Preventieweek verslaving: er wordt één week per jaar door het VNN en onderwijsinstellingen een preventieweek verslaving georganiseerd. In deze week worden er allerlei activiteiten aangeboden om leerlingen bewuster te laten worden van de gevolgen van het gebruik van alcohol en drugs.

Consultatie/advies, verstrekken van informatie aan jongeren via website/jeugdarts en SMW: deze diensten worden in het algemeen aangeboden door het VNN, GGD, afdeling JGZ, WMW. Bij problemen kunnen deze instanties worden benaderd om hulp c.q. zorg te bieden aan personen.

2. Bevoegdheden burgemeester

De burgemeester en het college gaan bij het nemen van besluiten uit van het onderstaande beleid en regelgeving. Er wordt een efficiënte afstemming beoogd met externe ketenpartners. Elk vanuit hun eigen bevoegdheden en expertise om gezondheidsrisico’s te beperken en overlast en/of criminaliteit te voorkomen of te bestrijden. In het beleid maakt de burgemeester gebruik van de bevoegdheden uit:

  • ·

    artikel 13b Opiumwet

  • ·

    artikel 2:11 APV

  • ·

    De gedoogbeschikking

Het sluiten van een woning of lokaal wordt door de burgemeester als een ultimatum remedium gezien. Dit middel wordt alleen ingezet als is voldaan aan het proportionaliteit- en het subsidiariteitsbeginsel. Het sluiten van een woning is in de beleidsregels “sluiting drugspanden” vastgelegd.

2.1 Burgemeester: toepassing art. 13b Opiumwet

De burgemeester is bevoegd een last onder bestuursdwang op te leggen, indien sprake is van een overtreding van de Opiumwet. Dit laatste houdt in dat in woningen of lokalen of op daarbij behorende erven een middel als bedoeld in lijst I of II behorende bij de Opiumwet moet zijn verkocht, afgeleverd, verstrekt of daartoe aanwezig moet zijn geweest (Rijksoverheid, 2015). Zoals hiervoor genoemd geldt met het oog op de jurisprudentie, ook het hebben van een handelsvoorraad nog niet geoogste planten als sluitingsgrond in de zin van artikel 13b Opiumwet. De burgemeester kan tevens gebruikmaken van de bevoegdheden in art. 13b Opiumwet als de gedoogcriteria en vergunningsvoorschriften die voor de coffeeshops gelden, niet worden nageleefd.

2.2 Wet Bibob

De Burgemeester en het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Meppel kunnen gebruik maken van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Het doel van deze wet is het voorkomen dat de onderwereld zich mengt in de bovenwereld. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan witwassen. Er is voor het gebruik van de Wet Bibob een beleidslijn opgericht (Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur 2015). Onder deze beleidslijn valt onder andere de aanvragen voor vergunningen van coffeeshops.

2.3 WKPB-register

Het tijdelijk sluiten van woningen en lokalen worden geregistreerd in het WKPB-register. De Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke beperkingen is op 1 juli 2007 in werking getreden. Publiekrechtelijke beperkingen worden hierin administratief vastgelegd. Tevens is het verplicht de gegevens over kadastrale objecten, waarop een beperking rust, te beschrijven in dit register. Wanneer een besluit in de zin van artikel 13b Opiumwet wordt opgelegd in de gemeente Meppel dient dit te worden geregistreerd.

2.4 Sluiting en intrekking vergunning

De herstelsanctie van de burgemeester en eventueel van het college laten onverlet de toepassing van andere bestuursrechtelijke bevoegdheden, zoals het intrekken van een vergunning – bijvoorbeeld een horecavergunning.

3. Gedoogcriteria en handhavingsregime voor coffeeshops

In dit handhavingsbeleid wordt de landelijke regelgeving omschreven. Het Openbaar Ministerie heeft deze regels omschreven in de AHOJGI-criteria. Door de burgemeester kunnen aanvullende criteria worden gesteld.

(A) Geen affichering: geen andere reclame op de gevel dan de aanduiding “coffeeshop”.

(H) Geen harddrugs: in de coffeeshop mogen geen harddrugs aanwezig zijn en/of worden bereid, verstrekt of verkocht.

(O) Geen overlast: geen aantasting van het woon- of leefklimaat in directe omgeving van de coffeeshop in de vorm van hinderlijk gedrag, samenscholen/rondhangen van bezoekers/klanten, openlijk gebruik van drugs, verkeersoverlast, geluidsoverlast, vervuiling en dergelijke.

(J) Geen verkoop aan en toegang van jongeren beneden de achttien (18) jaar: de exploitant dient bij binnenkomst van bezoekers in de coffeeshop te vragen naar de legitimatie.

(G) Geen verkoop van grotere hoeveelheden per transactie dan geschikt voor eigen gebruik: een transactie geschikt voor eigen gebruik is maximaal 5 gram “middelen lijst II”. Dit houdt in alle verkoop in één coffeeshop op een zelfde dag en met betrekking tot dezelfde persoon/koper. Verder is er aan dit criterium gekoppeld dat de handelsvoorraad niet groter mag zijn dan 500 gram “middelen lijst II”.

Per 1 januari 2013 is er door het Openbaar Ministerie een aanvullend criterium gesteld namelijk;

(I) Verkoop van “middelen lijst II” uitsluitend aan ingezetenen van Nederland van 18 jaar of ouder, vast te stellen door coffeeshop. Coffeeshopexploitanten dienen bezoekers te vragen naar een legitimatiebewijs.

Een extra gedoogcriteria, die niet onder de AHOJGI-criteria valt, maar die wel landelijk is vastgelegd is de regel dat een coffeeshopexploitant niet in aanmerking komt voor een Drank- en Horecavergunning. Dat houdt in dat een coffeeshop geen enkele vorm van alcoholhoudende dranken mag verstrekken in zijn inrichting.

Op 19 november 2012 is er door de minister van veiligheid en justitie bepaald dat gemeenten zelf mogen beslissen of zij een afstandscriterium hanteren. De VNG heeft bepaald dat een redelijke afstand 250 meter zou zijn. De gemeente Meppel kiest er voor dit niet actief te handhaven voor de huidige coffeeshops. Wanneer er opnieuw een vergunning wordt aangevraagd door een coffeeshophouder kan de gemeente opnieuw overwegen of het afstandcriterium wordt meegenomen in de vergunning. De reden dat de gemeente er voor kiest om in de huidige situatie niet te handhaven zijn de aangepaste sluitingstijden, de coffeeshops mogen pas vanaf 16:00 geopend zijn (buiten schooltijden).

Per 1 maart 2015 is het growshopverbod in werking getreden. Dat houdt in dat alle inrichtingen die diensten en middelen aanbieden om de teelt van hennep te bewerkstelligen bij wet zijn verboden.

3.1 Aanvullende lokale criteria coffeeshops

  • ·

    Op basis van het maximumstelsel worden er in de gemeente Meppel twee coffeeshops toegestaan. Dit zijn de coffeeshops, Relax en Swaan. Coffeeshop Relax is gevestigd aan de Prinsengracht 15 te Meppel en coffeeshop Swaan aan het Zuideinde 22 te Meppel.

  • ·

    Geen speelautomaten zijn toegestaan: in de coffeeshop mag geen speelautomaat aanwezig zijn; aan de exploitant wordt geen vergunning verleend voor de aanwezigheid van een speelautomaat.

  • ·

    Geen terras: het inrichten voor een mogelijk terras of gebruik maken van een bestaand terras bij een coffeeshop is niet toegestaan.

  • ·

    Verplichte aanwezigheid voorlichtingsmateriaal: in de coffeeshop dient voor iedere bezoeker voorlichtingsmateriaal beschikbaar te zijn

  • ·

    Exploitant en medewerkers dienen kennis te hebben van de risico’s en gezondheidsaspecten van cannabis (cursus ‘barcode’: middeleninformatie, naleving huisregels, ‘EHBD’, eerste hulp bij drugsongevallen)

  • ·

    De medewerkers en eigenaar van de coffeeshop dienen te allen tijden mee te werken aan een controle. Medewerkers van de politie en gemeente mogen een controle uitvoeren op grond van de afgegeven vergunning.

  • ·

    Wanneer de coffeeshop is geopend dient te allen tijden een bedrijfsleider of eigenaar van de coffeeshop aanwezig te zijn.

3.2 Bestuurlijke instrumenten

Naast de genoemde instrumenten heeft de gemeente nog beschikking over bestuurlijke instrumenten zowel vestiging regulerend als exploitatie regulerend. Het gaat om de volgende instrumenten (gemeente Meppel, 2007):

  • ·

    Het bestemmingsplan voor de binnenstad. In de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan is opgenomen dat het verboden is een pand te gebruiken in strijd met zijn bestemming. Het nadeel is dat indien een pand de bestemming “horeca” heeft hieronder ook een coffeeshop valt.

  • ·

    Sluiting op grond van artikel 13b Opiumwet.

  • ·

    Intrekken/verlenen van (horeca)exploitatievergunning op grond van artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening

  • ·

    Activiteitenbesluit milieubeheer. Met dit instrument kan tegen hinder worden opgetreden.

  • ·

    Wet Bibob kan worden toegepast op vergunningaanvragen voor coffeeshops.

3.3 Openingstijden coffeeshops

Van maandag tot en met vrijdag zijn de openingstijden gesteld op 16:00 tot 24:00 uur. Op zaterdag en zondag van 10:00-24:00 uur. Tijdens schoolvakanties mogen de openingstijden van de weekenden worden gehanteerd.

De gemeente heeft van de rijksoverheid de mogelijkheid gekregen om maatwerk te leveren. De gemeente Meppel heeft ervoor gekozen de openingstijden van de coffeeshops te baseren op de schooltijden. De gemeente kiest ervoor om de coffeeshops gesloten te houden onder de schooltijden.

4. Handhavingsafspraken met externe partners

Iedere coffeeshop wordt één a twee keer per jaar door de gemeente gecontroleerd. Dit gebeurt, indien nodig, met ondersteuning van de politie.

  • ·

    De gemeentelijke toezichthouder is belast met de leiding en uitvoering van de controle;

  • ·

    De medewerkers van de coffeeshop dienen te allen tijden mee te werken aan een controle. Medewerkers van de politie en gemeente mogen een controle uitvoeren op grond van de afgegeven vergunning;

  • ·

    De politie heeft tot taak, indien nodig, de veiligheid van de bij de controle betrokken ambtenaren te waarborgen. Indien tijdens de controle het vermoeden rijst van gepleegde strafbare feiten, stelt de politie een strafrechtelijk onderzoek in;

  • ·

    Waar mogelijk worden ook de belastingdienst en andere instanties bij de integrale controle betrokken. Wanneer de belastingdienst aanleiding heeft om een controle te houden bij een coffeeshop kan zij de gemeente en politie benaderen om er een integrale controle van te maken.

Overtredingen kunnen geconstateerd worden bij een controle, maar ook bij de dagelijkse werkzaamheden van de toezichthouders of de politie.

4.1 Taakverdeling

Taken politie:

  • ·

    Toezicht/opsporing strafbare feiten;

  • ·

    opmaken proces-verbaal;

  • ·

    eventueel verrichten van aanhoudingen of in beslag nemen;

  • ·

    informeren/adviseren van de burgemeester.

Taken OM:

·eventuele vervolgen in geval van proces-verbaal.

Taken gemeente:

  • ·

    beoordeelt aanvraag om exploitatievergunning APV;

  • ·

    beoordeelt aanvraag om gedoogbesluit Opiumwet;

  • ·

    uit voeren van Wet Bibob;

  • ·

    reguliere controles door toezichthouders van toezicht en handhaving;

  • ·

    toepassen van last onder bestuursdwang;

  • ·

    opleggen van last onder dwangsom;

  • ·

    (tijdelijk) intrekken gedoog- of exploitatievergunning;

  • ·

    opmaken proces-verbaal (gemeentelijke BOA'S).

Taken belastingdienst:

·Opsporen fiscale overtredingen

4.2 Handhavingsrichtlijn voor coffeeshops

Het handhavingsarrangement is gekoppeld aan het coffeeshopbeleid en is een richtlijn. De burgemeester kan met betrekking tot zijn bevoegdheden gemotiveerd afwijken van afspraken in het handhavingsarrangement. Dit kan het geval zijn als er sprake is van verzwarende of verzachtende omstandigheden. Deze afweging dient door de burgemeester gemaakt te worden.

Handhavingsmiddelen worden bij herhaling van een overtreding opgevoerd. De termijn waarbinnen een volgende overtreding wordt geconstateerd die meetelt in het sanctiebeleid, is gesteld op één jaar. Die periode begint, steeds opnieuw bij een constatering van een overtreding. Met andere woorden, heeft een exploitant een jaar lang geen overtredingen begaan, dan begint hij met een schone lei.

Overtreding

Maatregel

Affichering

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Verkoop/aanwezigheid harddrugs

1e constatering

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Overlast door de coffeeshop

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Verkoop van drugs aan minderjarigen

1e constatering

-----------------------------------------------

2e constatering

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Toelating van personen jonger dan 18 jaar tot de coffeeshop

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Overschrijding maximale hoeveelheid per transactie

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Verkoop aan niet-ingezetene van Nederland

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Overschrijding maximaal toegestane handelsvoorraad (meer dan 500 gram)

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Overtreding alcoholverbod

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Overtreden sluitingstijden

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

of afwijking sluitingstijden vaststellen (art. 2:13 APV)

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Illegale activiteiten (aanwezigheid wapens, gestolen goederen, heling)

1e constatering

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Niet volledig meewerken aan een controle door politie of gemeente

1e constatering

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

Overtreden overige voorschrift(en) in exploitatievergunning, niet zijnde de AHOJGI-criteria

1e constatering

------------------------------------------------

2e constatering

------------------------------------------------

3e constatering

Een schriftelijke waarschuwing (voornemen opleggen last onder bestuursdwang)

------------------------------------------------

Last onder bestuursdwang – sluiting van de inrichting voor 30 dagen

------------------------------------------------

Intrekking exploitatievergunning en intrekking gedoogbeschikking en sluiting voor onbepaalde tijd

5. Voornemen en zienswijze

Wanneer de burgemeester of het college overgaan tot het geven van een waarschuwing aan een coffeeshophouder wordt deze in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. De zienswijze moet binnen 5 werkdagen na verzendingsdatum van de waarschuwingsbrief worden ingediend bij de gemeente Meppel.

Aldus vastgesteld,

d.d. 13 juni 2016

de burgemeester

Dit beleid is van kracht vanaf het moment van publicatie.

Bijlage I: Definities

Afstandscriterium: De gemeente kan een afstandscriterium in het coffeeshopbeleid opnemen. Dit is geen verplichting. Een afstandscriterium is een vastgestelde afstand, bijvoorbeeld 250 meter, die bepaald hoe ver een coffeeshop verwijderd moet zijn van middelbare scholen en Mbo scholen.

Bevoegdheid burgemeester: bevoegdheid op basis van artikel 13b Opiumwet, 2:11 APV,125 gemeentewet en andere wetten die van toepassing zijn op de situatie.

Coffeeshop: een openbare inrichting zoals beschreven is in de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Meppel, waar met vergunning van de burgemeester alcoholvrije dranken worden verkocht en waar verkoop van softdrugs plaatsvindt op grond van een daartoe door de burgemeester verleende gedoogbeschikking.

Handel in drugs: het verkopen, afleveren of verstrekken van harddrugs of softdrugs, dan wel het daartoe aanwezig zijn daarvan.

Harddrugs: middelen vermeld op ‘lijst I’ van de Opiumwet.

Lokaal: een voor het publiek toegankelijk gebouw of een niet voor het publiek toegankelijk gebouw

Een voor het publiek toegankelijk lokaal: een besloten ruimte, met inbegrip van een daarbij behorend erf, die –al dan niet met enige beperking- voor het publiek toegankelijk is.

Softdrugs: middelen op ‘lijst II’ van de Opiumwet.