Regeling vervallen per 24-04-2014

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2002

Geldend van 26-04-2012 t/m 23-04-2014

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2002

De R a a d der gemeente Meppel;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 28 augustus 2002, nr. IX/5.;

overwegende dat het wenselijk is om in het kader van dualisering van het gemeentebestuur nieuwe regels te stellen met betrekking tot ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen;

gelet op het bepaalde in artikel 33 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de: Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2002

Artikel 1 De griffier

1. De griffier draagt zorg voor de ondersteuning, informatievoorziening en advisering van de gemeenteraad en de afzonderlijke leden daarvan.

2. De griffier draagt zorg voor een behoorlijke en tijdige voorbereiding en verslaglegging van de vergaderingen van de raad, het raadspresidium en de raadscommissies, overeenkomstig de vastgestelde reglementen.

3. De griffier draagt zorg voor de ondersteuning en advisering van de voorzitters van de raadscommissies bij de voorbereiding van commissievergaderingen.

Artikel 2 Ambtelijke bijstand

1. Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

a. feitelijke informatie van geringe omvang;

b. inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

2. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

3. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

4. De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend verzoekt de griffier de secretaris, één of meer ambtenaren aan te wijzen.

5. De gevraagde bijstand wordt als regel bij voorrang verleend. Indien het gaat om een verzoek, dat een omvangrijke inzet van medewerkers vraagt en dat niet tijdig kan worden ingepast in de planning van de betrokken afdeling(en), deelt de gemeentesecretaris dit mee aan de griffier onder opgaaf van redenen. De griffier treedt hierover in overleg met de verzoeker.

Artikel 3

1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

a. het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

b. dit het belang van de gemeente kan schaden;

2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 4

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd treedt de griffier hierover met de gemeentesecretaris in overleg. Leidt dit overleg niet tot een oplossing wordt het verzoek door het betrokken raadslid of namens hem door de griffier voorgelegd aan burgemeester en wethouders. Het college beslist zo spoedig mogelijk of de bijstand alsnog moet worden verleend.

Ondersteuning van in de raad vertegenwoordigde groeperingen (fractieondersteuning)

Artikel 5

1. Elke in de raad vertegenwoordigde groepering kan aanspraak maken op een door de raad te bepalen vergoeding voor gemaakte kosten ten laste van de gemeentekas.

2. De vergoeding wordt samengesteld uit een bedrag als vaste vergoeding, te verhogen met een bedrag per tot de groepering behorend raadslid. Dit bedrag wordt jaarlijks opgenomen in de begroting.

Artikel 6

1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

a. uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

b. betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

c. giften;

d. uitgaven die bestreden moeten worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

e. opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 7

1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 8

1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

a. bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

b. bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 5, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 9

1. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

2. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

3. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

a. de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

b. de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

4. Na raadsvaststelling de terugvordering uitvoeren.

Artikel 10 Slotbepaling

Deze verordening is, ingevolge artikel 8 Tijdelijke referendumwet, referendabel.

De verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking, mits geen inleidend verzoek is toegelaten.

Op dat tijdstip vervalt: de Regeling inzake het verstrekken van ambtelijke bijstand aan de leden van de gemeenteraad, vastgesteld op 2 januari 1998.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 5 september 2002,
de griffier, de voorzitter,