Verordening subsidiëring van woonconsumenten (-organisaties)

Geldend van 12-02-1998 t/m heden

Intitulé

Verordening subsidiëring van woonconsumenten (-organisaties)

De Ra a d der gemeente Meppel,

  gelet op het bepaalde in de Gemeentewet, artikel 149; be s l u i t: vast te stellen de:

Verordening subsidiëring van woonconsumenten (-organisaties)

Vastgesteld op 2 januari 1998

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

Woonconsumenten:

- bewoners, waartoe in ieder geval behoren:

huurders en eigenaarbewoners, en

woningzoekenden, waartoe in ieder geval behoren:

Kandidaat-huurders en kandidaat-kopers;

woonconsumentenorganisatie: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die blijkens de statuten, de structuur en de werkwijze, zonder winstoogmerk, werkzaam is op het terrein van de volkshuisvesting ten behoeve van woonconsumenten, dan wel een groepering die daarvan onderdeel uitmaakt;

Activiteiten: werkzaamheden die verricht worden door woonconsumenten, door woonconsumenten organisaties of door derden, die gericht zijn op het versterken van de positie van woonconsumenten in de volkshuisvesting of die gericht zijn op de realisering van een concreet project ten behoeven van woonconsumenten;

Apparaatskosten: kosten voor secretariële werkzaamheden, de benodigde apparatuur en materialen, die een woonconsumentenorganisatie maakt ten behoeve van activiteiten;

Subsidie: de met toepassing van deze verordening verleende geldelijke of op geld waardeerbare bijdrage van de gemeenten aan woonconsumenten of aan een woonconsumentenorganisatie.

Hoofdstuk 2 Bepalingen met betrekking tot het toekennen van subsidie

Artikel 2

1. Een woonconsumentenorganisatie of een groep woonconsumenten kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit.

2. Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een woonconsumentenorganisatie of aan een groep woonconsumenten.

Artikel 3

1. Een woonconsumentenorganisatie kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten.

2. Burgemeester en wethouders kunnen op basis van de in het eerste lid genoemde aanvraag subsidie toekennen aan een woonconsumentenorganisatie.

Artikel 4

1. Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op een aanvraag rekening met steun die op grond van een andere regeling aan de aanvrager is of kan worden toegekend.

2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van subsidie voorschriften verbinden.

3. Indien het bedrag, dat als subsidie voor een activiteit is toegekend, door de aanvrager nadat de activiteit verwezenlijkt is, van derden kan worden ontvangen, dan is de aanvrager verplicht om dit bedrag op verzoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente geheel of gedeeltelijk terug te storten.

4. Dit teruggestorte bedrag wordt weer toegevoegd aan het door het ministerie VROM toegekende bedrag voor de subsidiëring van woonconsumenten en woonconsumentenorganisaties.

5. Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover het door het ministerie VROM toegekende bedrag toereikend is.

Hoofdstuk 3 Bepalingen met betrekking tot aanvragen

Artikel 5

1. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeven van een activiteit, dient voorzien te zijn van een begroting van de verwachte kosten.

2. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeven van een activiteit dient ingediend te zijn voor 1 december voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag van toepassing is.

3. Een aanvraag ingediend door een groep woonconsumenten dient door alle tot de groep behorende woonconsumenten te worden ondertekend.

4. In de aanvraag dient de groep te vermelden aan wie de subsidie uitbetaald moet worden.

5. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie ten behoeve van een activiteit, dient voorzien te zijn van een toelichting, waaruit blijkt:

- ten behoeve van welke woonconsumenten de activiteit verricht wordt; en

- wie de activiteit zal uitvoeren; en

- dat de activiteit gericht is op het versterken van de positie van woonconsumenten of op het realiseren van een concreet project ten behoeve van woonconsumenten.

6. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten, dient vergezeld te gaan van een gespecificeerde begroting van inkomsten en uitgaven van de betreffende woonconsumenten- organisatie voor het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

7. Een aanvraag voor het toekennen van subsidie als tegemoetkoming in de apparaatskosten dient ingediend te zijn voor 1 december voorafgaande aan het jaar waarop de aanvraag van toepassing is.

8. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de wijze waarop de subsidie dient te worden aangevraagd.

Hoofdstuk 4 Bepalingen met betrekking tot de afhandeling van aanvragen

Artikel 6

Een jaar (tijdvak) loopt van 1 januari t /m 31 december.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na afloop van elk tijdvak over alle aanvragen voor de subsidiëring van activiteiten die gedurende het desbetreffende tijdvak zijn ingediend.

Artikel 8

Als tijdstip van ontvangst van een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor activiteiten of voor apparaatskosten geldt het moment waarop de aanvraag aan de in deze, dan wel bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften voldoet.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na afloop van elk tijdvak over alle aanvragen voor de subsidiëring van apparaatskosten.

Artikel 10

1. De beslissing over een aanvraag voor de toekenning van subsidie voor aktiviteiten of voor apparaatskosten wordt schriftelijk door burgemeester en wethouders aan de aanvrager meegedeeld.

2. Burgemeester en wethouders geven in deze beslissing aan:het toegekende subsidiebedrag; welke voorschriften aan de subsidie zijn verbonden.

Hoofdstuk 5 Bepalingen met betrekking tot de uitbetaling

Artikel 11

Het bedrag dat burgemeester en wethouders hebben vastgesteld als subsidie voor een activiteit wordt terstond voor 75% betaalbaar gesteld.

Het resterende bedrag wordt betaalbaar gesteld nadat de aanvrager ten behoeve van burgemeester en wethouders aan de hand van declaraties heeft aangetoond dat de in artikel 2, eerste lid bedoelde, in de begroting opgenomen kosten daadwerkelijk zijn gemaakt ten behoeve van de activiteit waarvoor burgemeester en wethouders de subsidie hebben toegekend.

Artikel 12

Het bedrag dat burgemeester en wethouders hebben toegekend als subsidie voor apparaatskosten wordt terstond betaalbaar gesteld.

 

Hoofdstuk 6 Bepalingen met betrekking tot niet bestede subsidie.

Artikel 13

Indien burgemeester en wethouders niet het gehele bedrag dat bestemd is voor de subsidiëring van activiteiten gedurende een tijdvak besteed hebben, dan wordt het resterende bedrag door burgemeester en wethouders gevoegd bij het daaropvolgende tijdvak toegekende bedrag van het ministerie VROM.

Hoofdstuk 7 Het toezicht op de werkzaamheden en het financieel beheer van woonconsumentenorganisaties

Artikel 14

1. Een woonconsumentenorganisatie die subsidie krijgt op grond van deze verordening als tegemoetkoming in de apparaatskosten is verplicht ten behoeve van burgemeester en wethouders:

- inzage te geven in haar boekhouding en administratie;

- alle inlichtingen te verstrekken, desgewenst schriftelijk, welke van haar in het belang van een goede controle op het financiële beheer en administratie worden gevraagd;alle inlichtingen te verstrekken, welke worden gevraagd in het belang van de beoordeling van de doelmatigheid en rechtmatigheid van de besteding van de subsidie.

2. De woonconsumentenorganisatie draagt er zorg voor dat de financiële administratie zodanig is ingericht, dat er op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in haar boekhouding.

3. De woonconsumentenorganisatie volgt de aanwijzingen op, welke haar in het belang van een goede administratie en de financiële controle door of vanwege burgemeester en wethouders worden gegeven.

Hoofdstuk 8 Stopzetten c.q. terugvorderen van de subsidie

Artikel 15

Burgemeester en wethouders kunnen een verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de aanvrager van verdere subsidietoekenning uitsluiten indien:

- de aan het toekennen van de subsidie verbonden voorschriften niet worden of zijn nageleefd dan wel kennelijk wordt of is gehandeld in strijd met de bedoeling daarvan;

- opzettelijk onjuiste gegevens worden of zijn verstrekt of juiste gegevens worden of zijn achtergehouden.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 16

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, indien naar hun oordeel strikt toepassing van dezer verordening zou leiden tot een onaanvaardbare beslissing, afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de kommissie ROSV is gehoord.

Artikel 17

1. Deze verordening welke kan worden aangehaald als "Verordening subsidiëring van woonconsumenten (-organisaties)" treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

2. Op dat tijdstip wordt de "Verordening subsidiëring van woonconsumenten (-organisaties)" vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 3 maart 1994, sedertdien gewijzigd, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 januari 1998
de griffier, de voorzitter,