Regeling vervallen per 02-07-2020

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie (Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie)

Geldend van 01-01-2007 t/m 01-07-2020

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie (Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie)

Het college van Burgemeester en Wethouders der gemeente Meppel;

gelet op het bepaalde in:

- artikel 1 van de Verordening Onroerende-zaakbelastingen;

- artikel 2 van de Verordening rioolrechten;

- artikel 4 van de Verordening reinigingsheffingen;

be s l u i t:

vast te stellen de:

BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN KEUZESITUATIE

Deel Algemeen

Artikel

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel). In de gevallen waarin dat voorkomt, mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen.

In deze gevallen hanteert de Gemeente Meppel een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Deel Voorkeursvolgorde

Artikel 1

Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in de onderstaande volgorde gesteld ten name van: 1.1. de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

1.1.1. de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning:

1.1.2. de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft:

1.1.3. de erfpachter dan wel de beklemde meier:

1.2. de eigenaar of de appartementsgerechtigde:

1.3. degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter:

Artikel 2

Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: 2.1 Indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Meppel wonen of gevestigd zijn;

2.1.1 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

2.1.2 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.1.3 degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

2.1.4 degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

2.1.5 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.1.6 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.1.7 degene die bij de afdeling Belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

2.2 Indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Meppel wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn;

2.2.1 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

2.2.2 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

2.2.3 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.2.4 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

2.2.5 degene die bij de afdeling Belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

2.3 Indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare

gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn;

2.3.1 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

2.3.2 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

2.3.3 degene die bij de afdeling Belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

Artikel 3

Met betrekking tot de onroerende zaak-belasting die wordt geheven van de gebruiker wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: 3.1 degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

3.2 de oudste in leeftijd;

3.3 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

3.4 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

Artikel 4

Met betrekking tot het rioolrecht van gebruikers en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van: 4.1 degene die het langst in het belastingobject woont;

4.2 degene die het belastingobject het langst gebruikt;

4.3 de oudste, ingeval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject;

4.4 degene die de nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft:

4.5 degene die de huur van het hele belastingobject betaalt aan een elders wonende verhuurder;

4.6 degene die het grootste deel van het belastingobject gebruikt;

4.7 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt.

Artikel 5

Indien en voor zover de aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die: 5.1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen:

5.2 ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen:

5.3 ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

Artikel 6

De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien: 6.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak

of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds

belastingplichtig is;

6.2 bij de afdeling belastingen van de Gemeente Meppel bekend is dat één van de

potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor

zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald, dan wel

ingevorderd.

Artikel 7

Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 8

Aangezien de voorkeursvolgorde er op gericht is de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

Artikel 9

Wijzigingen kunnen – indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd – pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

Artikel 10

Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur (Beroep bij de rechter is mogelijk).

Artikel 11

Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 10 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12

Dit besluit kan worden aangehaald als “Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie”.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking en vervangt de op 24 maart 2003 vastgestelde “Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige in een keuzesituatie”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 19 december 2006,
de secretaris, de burgemeester