Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meppel houdende regels omtrent de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten (Verordening lijkbezorgingsrechten)

Geldend van 12-12-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meppel houdende regels omtrent de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten (Verordening lijkbezorgingsrechten)

De raad der gemeente Meppel;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 26 september 2017, nr. 1236097 ;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en artikel 216 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de: Verordening op de heffing en invordering van de Lijkbezorgingsrechten

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats Meppel, gelegen aan de Zomerdijk te Meppel of de algemene begraafplaats Nijeveen, gelegen aan de Schuurmansweg te Nijeveen;

  • b.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    urnennis: een nis, waarvoor aan een natuurlijk- of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • g.

    urn: en voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, danwel een plaats waarvoor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien;

  • i.

    grafbedekking: een gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • j.

    beheerder: de ambtenaar die is belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeetne verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of urn op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van dood geboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wrodt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De lijkbezorgingsrechten worden geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Onstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten als bedoeld in 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3, 4.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvrang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2018.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten".