Regeling vervallen per 01-08-2010

Onderwijsachterstandenbeleid (OA) Gemeente Meppel 2006-2010

Geldend van 01-08-2010 t/m 31-07-2010

Intitulé

Onderwijsachterstandenbeleid (OA) Gemeente Meppel 2006-2010

Notitie Onderwijsachterstandenbeleid (OA)

Gemeente Meppel 2006 - 2010

Versie definitief concept d.d. 11 april 2007

Vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders d.d. 8 mei 2007

Deel 1 Inleiding

Artikel

De “G’ in het GOA (gemeentelijk onderwijs achterstanden) beleid gaat verdwijnen. Vanaf 1 augustus 2006 krijgen scholen en schoolbesturen meer beleidsvrijheid en gemeenten minder taken en minder financiële sturingsmiddelen. Middelen worden verdeeld over gemeenten en schoolbesturen. De uitvoerende regie wordt bij de schoolbesturen neergelegd. Er is géén directe bemoeienis meer van de gemeente met het interne beleid van de schoolbesturen.

De gezamenlijke problematieken op de beleidsterreinen onderwijs en jeugd worden er echter niet minder op. Van de gemeenten wordt verwacht dat zij zich als meest nabije overheid inzetten op de samenhang in voorzieningen en de sociale infrastructuur voor de jeugd. De gemeente voert lokaal jeugd- en welzijnsbeleid en biedt vooral meerwaarde door in nauwe samenwerking met schoolbesturen, de regie te voeren over het stelsel van hulp- en zorgorganisaties en de samenhang te bevorderen.

Verantwoordelijkheid gemeenten mbt jeugd en onderwijs:

Gemeenten hebben op onderwijsgebied de wettelijke verantwoordelijkheid op het gebied van voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten en verzuim (leerplicht en RMC), de lokale infrastructuur, het realiseren van samenhang tussen de schakels binnen de jeugdketen, waaronder het onderwijsachterstandenbeleid, veiligheid, onderwijshuisvesting, eerste opvang van nieuwkomers en leerlingenvervoer.

Vanuit deze lokale verantwoordelijkheid zal in de toekomst voor wat betreft de gemeentelijke taken in het onderwijsachterstandenbeleid de nadruk komen te liggen op de voorschoolse educatie en het inrichten van schakelklassen.

Op aanverwante terreinen zoals jeugdbeleid, heeft de gemeente een wettelijke verantwoordelijkheid tav de jeugdgezondheidszorg 0 -19 jarigen (op basis van de WCPV), tav de peuterspeelzalen, jeugd en jongerenwerk, opvoedingsondersteuning en het jeugdmaatschappelijk werk.

Gemeenten hebben een belangrijke regiefunctie in de afstemming tussen de diverse voorzieningen voor jeugdigen in een gemeente. Dit wordt ook benadrukt in het kader van Operatie Jong.

Verantwoordelijkheid schoolbesturen mbt jeugd en onderwijs:

Wettelijke verantwoordelijkheid van de schoolbesturen ligt op het vlak van onderwijsprestaties, taalbeleid, ouderbetrokkenheid, informatievoorziening aan ouders en leerlingen, doorstroom primair onderwijs (po) – voortgezet onderwijs (VO), overgang po – vo, speciaal onderwijs, toegankelijkheid en spreiding zorgleerlingen.

“Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de bestrijding onderwijsachterstanden van de leerlingen. Zij doen dit door de risicofactoren die leerprestaties negatief beïnvloeden te beperken en door factoren met een positieve invloed te bevorderen. Daarnaast zijn de schoolbesturen primair verantwoordelijk voor schoolontwikkeling, waaronder algemeen schoolbeleid, de kwaliteitszorg en de professionaliteit van leerkrachten en schoolleiding. Ook werken de schoolbesturen mee aan de integrale aanpak van de bestrijding van onderwijsachterstanden op lokaal niveau” (citaat voorstel wetswijziging).

Deel 2 Veranderingen Rijksbeleid onderwijsachterstandenbeleid

Artikel

Op 23 februari 2006 heeft de Tweede Kamer met algemene stemmen het wetsvoorstel over het onderwijsachterstandenbeleid aangenomen. De wet is op 7 juli 2006 in het Staatsblad geplaatst en in werking getreden op 1 augustus 2006. De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) waarin nadere voorwaarden zijn vastgelegd is op 10 oktober 2006 verschenen en heeft een terugwerkende kracht tot 1 augustus 2006. De regelgeving omtrent het onderwijs achterstanden beleid is dus definitief en van kracht vanaf 1 augustus 2006.

Artikel 2.1 Wijzigingen Wet op primair onderwijs en het Voortgezet onderwijs

Hoofddoel van het nieuwe onderwijsachterstandenbeleid is het effectief en vroegtijdig aanpakken van onderwijsachterstanden. Om dat te bewerkstelligen ligt de nadruk op voor- en vroegschoolse educatie en de totstandkoming van schakelklassen. De vroegschoolse educatie is een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen terwijl voor de voorschoolse educatie en de schakelklassen de gemeenten verantwoordelijk zijn zijn.

Landelijk liggen er twee doelen voor alle gemeenten:

- op 1 augustus 2010 neemt op landelijk niveau 70 % van de totale populatie van doelgroepkinderen deel aan voorschoolse educatie;

- op 1 augustus 2010 hebben landelijk 36.000 leerlingen deelgenomen aan een schakelklas.

Uitgangspunten van het nieuwe onderwijsachterstandenbeleid:

o taken en verantwoordelijkheden worden zo efficiënt en effectief mogelijk belegd bij schoolbesturen en gemeenten;

o middelen moeten daar terecht komen waar ze het hardst nodig zijn;

o meer aandacht voor bestrijden van achterstanden bij autochtone achterstandsleerlingen;

o bij scholen dient het accent te liggen op het vroegtijdig opsporen en aanpakken van achterstanden.

Een samenvatting, puntsgewijs overzicht van de wijzigingen:

- het gaat om een periode van 4 jaar (2006-2010), waarbij de verplichting om een plan op te stellen is geschrapt;

- de inspectie rapporteert jaarlijks over de mate waarin de doelen worden bereikt;

- de uitkering wordt berekend door de schoolgewichten bij elkaar op te tellen en te vermenigvuldigen met een bedrag van € 1.368,-: dit vormt het gemeentelijke budget;

- het bedrag dat door de gemeente wordt besteed aan vroegschoolse educatie moet in schooljaar 2009 – 2010 zijn teruggebracht tot nul;

- de uitkering kan worden teruggevorderd indien niet besteed in overeenstemming met de wet;

- in het voortgezet onderwijs richt het onderwijsachterstandenbeleid zich vooral op het behalen van een startkwalificatie en het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten;

Verplicht overleg

Burgemeester en wethouders en de bevoegde gezagsorganen van de scholen voeren tenminste één keer per jaar overleg over het voorkomen van segregatie, het bevorderen van integratie en het bestrijden van onderwijsachterstanden.

Verdere onderwerpen:

- afstemming over inschrijving en toelatingsprocedures om te komen tot een evenwichtige verdeling van leerlingen met een onderwijsachterstand;

- de doorlopende leerlijn van voorschoolse educatie naar het basisonderwijs;

- het overleg is gericht op het maken van afspraken over bovengenoemde onderwerpen, weergegeven in meetbare doelen met de te realiseren prestaties en inspanningen.

Artikel 6: voorwaarden voor- en vroegschoolse educatie

- voorschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen van 2 en 3 jaar en wordt verzorgd op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf. Hiervoor zijn de gemeenten verantwoordelijk;

- om de totale omvang van de doelgroep in de voorschoolse periode te bepalen wordt uitgegaan van de omvang van de doelgroep in de vroegschoolse periode;

- burgemeester en wethouders geven aan op grond van welke criteria een doelgroepkind in aanmerking komt voor het volgen van voorschoolse educatie, waarbij in de regel wordt uitgegaan van criteria voor de gewichtenregeling;

- elk doelgroepkind neemt tenminste drie dagdelen per week gedurende minimaal 12 maanden deel aan voorschoolse educatie;

- gedurende het schooljaar 2006/2007 kan ook worden volstaan met tenminste twee dagdelen voorschoolse educatie gedurende 1 jaar;

- het is van belang dat er wordt gewerkt met kwalitatief goede VVE programma’s met een gestructureerde didactische aanpak die worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Alleen dan is VVE effectief;

- gezinsgerichte programma’s (Opstap en Opstapje) mogen gefinancierd worden vanuit het deel dat bedoeld is voor coördinerende of overige activiteiten;

- vroegschoolse educatie is bestemd voor doelgroepkinderen van 4 en 5 jaar en wordt verzorgd in groep 1 en 2 van de basisschool. Hiervoor zijn de schoolbesturen verantwoordelijk. Scholen(besturen) krijgen een eigen budget voor het realiseren van de vroegschoolse educatie;

- de gemeente mag in 2006/2007een deel van de uitkering aan vroegschoolse educatie besteden en wordt in het 2e en 3e jaar verminderd en is in het 4e jaar (2009-2010) verminderd tot nul;

- gemeenten kunnen ervoor kiezen andere criteria te hanteren om een doelgroepkind in de voorschoolse periode te definiëren.

Artikel 7: voorwaarden schakelklassen

- schakelklassen kunnen voor alle groepen in het basisonderwijs worden ingericht;

- burgemeester en wethouders bepalen de criteria voor de selectie.

Een schakelklas kan op verschillende manieren vorm gegeven worden:

- als een aparte groep naast de tijdens schooltijd: indien het onderwijs in de schakelklas plaatsvindt in combinatie met onderwijs in de reguliere groep, bedraagt het aantal uren onderwijs dat een leerling in de schakelklas volgt minimaal 8 uren per week, de grootte van de groep kan de school zelf bepalen, het samenstellen van aparte groepjes van leerlingen die extra taalonderwijs krijgen is ook mogelijk, deelname mag voor de periode van één jaar, het kan gaan om zowel ‘neven- instromers’ of om leerlingen die vanuit de reguliere groep een extra leerjaar volgen;

- in de vorm van verlengde schooldag: indien het onderwijs in de schakelklas plaatsvindt na de reguliere schooltijd, bedraagt het aantal uren onderwijs dat een leerling in de schakelklas volgt minimaal 100 uren per schooljaar;

- als weekend en zomerschool: beschikbaar budget dat bedoeld is voor overige activiteiten kunnen worden ingezet voor zomer- en weekend scholen.

Artikel 2.2 Veranderingen schakelklassen / eerste opvang

De Rijksoverheid zet fors in op bestrijding van taalachterstanden, in de vorm van schakelklassen. In 21 gemeenten (oa Meppel) is vorig schooljaar gestart met een pilot schakelklas (extra subsidie). Schakelklassen worden een belangrijk thema op de lokale educatieve agenda.

Het ‘nieuwe’ OA geld gaat rechtstreeks naar de scholen en de schoolbesturen. Het wegvallen van het criterium etniciteit in het toekennen van de gewichtenregeling (uitgangspunt is opleidingniveau van de ouders) heeft gevolgen voor leerlingen in de eerste opvang (asielzoekers en neveninstromers) langer dan een jaar in Nederland. Maar deze kinderen hebben een dusdanige taalachterstand dat doorstroom naar het reguliere onderwijs nog niet mogelijk is. Deze leerlingen, zegt de minister, moeten maar opgevangen worden in de schakelklas. Vanwege de populatie is er in Meppel voor gekozen de pilot te huisvesten bij de eerste opvang. Rondom de eerste opvang is er een regionale samenwerking tussen gemeenten en schoolbesturen.

Deel 3 Budgetten

Het is van belang om bij de inzet van middelen voor het schooljaar 2006 – 2007 inzicht te hebben over de beschikbaarheid van budgetten en door wie en op welke wijze deze budgetten kunnen worden ingezet. Hierbij zijn de er in grote lijnende volgende keuze mogelijkheden:

Hoofdstuk 3.1 (g)oa budgetten

Artikel

Het Gemeentelijk budget voor onderwijsachterstanden bedraagt € 191.520. Dit budget is primair bedoeld om voorschoolse activiteiten en de schakelkas te bekostigen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om 15% van dit bedrag in te zetten voor coördinatie en/of activiteiten die zijn gerelateerd aan het onderwijsachterstandenbeleid (zgn. vrije ruimte)

Voor de periode 2006-2010 kan de gemeente een gedeelte van het budget aan vroegschoolse educatie besteden. In het tweede en derde jaar moet dan sprake zijn van vermindering van het bedrag dat aan vroegschoolse educatie wordt besteed en in het vierde jaar moet dit zijn teruggebracht tot nul.

Het gemeentelijke budget bedraagt dus € 191.520

15% hiervan is € 28.728

85% € 162.792

Totaal € 191.520

Daarnaast krijgen de schoolbesturen in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid de middelen om de vroegschoolse educatie te bekostigen. Uitgangspunt is hierbij is dat de schoolbesturen met deze middelen in staat zijn de vroegschoolse educatie in stand te houden met inachtneming van de afgesproken criteria.

Hoofdstuk 3.2 Andere budgetten

Artikel 3.2.1 Budget SBD

Van het budget voor de schoolbegeleidingsdiensten is jaarlijks een bedrag beschikbaar van 20% van het bedrag per leerling voor sobere dienstverlening. Voor 2006 heeft besteding van dit budget inmiddels plaatsgevonden. In de gemeentebegroting voor 2007 is op dit onderdeel rekening gehouden met een uitgave van € 48.000. Hiervan is in ieder geval nog beschikbaar een bedrag van € 38.000. Dit bedrag kan worden ingezet ten behoeve van de bekostiging van activiteiten in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid.

Voor de dekking van de additionele kosten van de begeleidingscommissie en ambulante begeleiding van de regionale voorziening van eerst opvang onderwijs stelt de gemeente Meppel een bedrag van maximaal € 10.000,= per jaar beschikbaar.

Opgemerkt moet hierbij worden dat als gevolg van de stelselwijziging met betrekking tot de schoolbegeleidingsdiensten het gemeentelijk budget schoolbegeleiding vanaf 2008 in principe niet meer beschikbaar is.

Artikel 3.2.2 Budget Jeugd Aan Zet

Op deze post is voor 2007 een bedrag van € 17.100 beschikbaar. Gelet op de activiteiten die in het kader van het onderwijsachterstandbeleid worden uitgevoerd en er bovendien sprake is van een “lokale jeugdagenda” in plaats van een “lokale educatieve agenda” is het inzetten van deze middelen een logische keuze.

Het gaat hier om gezinsgerichte programma’s, voorlichting advies en toeleiding. Dit zijn onderwerpen die ook terugkomen in de themalijnen van het uitvoeringsprogramma van het college.

Gelet dus op de aard van de activiteiten maar vooral ook gelet op de effectiviteit ervan en de breed gedragen wens deze activiteiten te continueren pleit voor de inzet van dit budget.

Artikel 3.2.3 Voorziening GOA

Bij nader inzien is gebleken dat er onder meer voor de uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid 2006 – 2010 nog budget beschikbaar is in een ‘voorziening Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid’. (begrotingscode 7.910.640)

De definitieve stand van de voorziening kan pas na de controle specifieke uitkering GOA 2006 (uiterlijk 15 juli 2007 in te dienen bij CFI) worden vastgesteld.

Een eventueel verschil tussen het beschikbare budget en daadwerkelijke uitgaven wordt onttrokken aan de voorziening GOA. De voorziening is hiervoor toereikend.

Hoofdstuk 3.3 Beschikbaar budget

Artikel

Op grond van het vorenstaande kan worden vastgesteld dat de volgende budgetten beschikbaar zijn:

Voorscholen en educatie € 162.792

Vrije ruimte 28.728

SBD 38.000

JAZ 2007 17.100

Voorziening GOA (begrotingscode 7.910.640) pm

Totaal beschikbaar € 246.620

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de uitgaven in 2005/2006.

In de kolommen ernaast staat aangegeven welke aanvragen er zijn voor het schooljaar 2006/2007. Hierin is een splitsing aangebracht tussen de activiteiten die primair dienen te worden bekostigd door de schoolbesturen. (In de overgangstermijn mag de gemeente hierin ook nog bijdragen). De activiteiten in de kolom gemeente komen ten laste van de gemeente.

Ten behoeve van het maken van vergelijkingen is de tabel dit onderscheid ook aangebracht in het schooljaar 2005/2006.

De kolom 2006/2007- gemeente geeft aan dat is aangevraagd tot een bedrag van € 269.911,00

Beschikbaar is in totaal een bedrag van € 246.620. Dit impliceert dat niet alle aanvragen gehonoreerd kunnen worden.

Schooljaar 2005/2006 2006/2007

Omschrijving Gemeente Schoolbest Gemeente Schoolbest.

1 Voorschool Haveltermade 54.794 54.794

2 Vroegschool Beatrix 26.438 30.025

3 Vroegschool Woldstroom 17.602 84.000

4 Voorschool Koedijkslanden 22.630 45.763

5 Vroegschool Koedijkslnd 436 6.667 9.950

6 Vroegschool ‘t Kompas 7.458 6.667

7 Vroegschool Zuiderbasis 7.458 6.667 8.772

8 Stap in SWM 19.198

9 Babyboekpret SWM 4.235

10 Opstapje Op Stap 46.264 34.200

11 Monitoring Kobalt 25.000

12 snb mw Woldstr./Beatrix 16.000 16.000

13 Deeln buurtnetwrk SPMN 2.000 2.000

14 Coördin. Buurtntwrk SWM 6.484 8.000

14A Uitbreiding Buurtntwrk Oosterboer en Centrum 7.000

15 Schakelklas 39.354

16 TOTAAL A 196.605 59.392 227.112 132.747

255.997 359.858

17 Nieuwe wensen

18 Opvoedpunten: 20.000

19 Uitbouw opvoedpunten JIP 16.300

20 Ambtelijke inzet 6.500

21 Totaal 42.800

22 Totaal A 227.112

23 Totaal generaal 196.605 59.392 269.912 132.747

Deel 4 Inzet van de budgetten

Artikel 4.1 Gemeentelijk budget onderwijsachterstanden

1. SPMN Haveltermade voorschools (regel 1 van tabel) € 54.794

2. SPMN Koedijkslanden voorschools

(6 groepen 2 dagdelen) (regel 4) 45.763

3. Schakelklas (regel 15) 39.354

4. subsidiëring overgang VVE 2006/2007 basisschool

a. Koedijkslandenschool (regel 5) 6.667

b. ’t Kompas (regel 6) 6.667

c. Zuiderbasisschool (regel 7) 6.667

Totaal € 159.912

Artikel 4.2 Gemeentelijk budget onderwijsachterstanden: vrije ruimte

1. Schoolnabij MW Woldstroom/Beatrix (regel 12) € 16.000

2. Coördinatie Buurtnetwerk SWM (regel 14) 8.000

3. Uitbreiding Buurtnetwerken Oosterboer en Centrum

(regel 14A) 7.000

4. Ambtelijke inzet: 4 uur x € 30 x 40 weken (regel 20) 4.800

Totaal € 35.800

Artikel 4.3 Gemeentelijk budget SBD en JAZ

1. projectmedewerker Op Stap/Stapje (regel 10) € 34.200

2. ontwikkelen en oprichten opvoedpunten (regel 18) 20.000

3. deelname SPMN aan buurtnetwerk (regel 13) 2.000

Totaal € 56.200

Het totaal ter beschikking te stellen OAB subsidie is dan € 251.911,00.

Wanneer het budget op deze wijze wordt ingezet is er een tekort van € 5.291,00, dit

Tekort over het schooljaar 2006/2007 wordt ten laste van de voorziening GOA gebracht.

Van de aanvragen is niet gehonoreerd de verdere uitbouw van de opvoedpunten met JIP tot een bedrag van € 16.300.

Bovengenoemde bedragen zijn de maximaal te verstrekken subsidies. Op basis van de (nogmaals) in te dienen aanvragen wordt achteraf na een inhoudelijke en financiële

verantwoording de definitief subsidie vastgesteld. De vast te stellen subsidie kan niet hoger zijn dan de verstrekte voorlopige subsidie.

De dekking van de bovenstaande activiteiten komt uit een drietal budgetten. De te onderscheiden budgetten worden op basis van realisatie na ontvangst van de verantwoordingen van betreffende instellingen belast.

Aanvullingen n.a.v. bespreking van de conceptnotitie d.d 6 november

per maart 2007:

• In het overzicht van uit te voeren activiteiten wordt de uitbreiding van de buurtnetwerken in de wijken Oosterboer en Centrum niet genoemd. Deze activiteiten hadden echter wel opgenomen moeten worden. De kosten voor de uitbreiding van buurtnetwerken waren geraamd op € 12.000,= voor het schooljaar 2006/2007.

Met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007 is voor de uitbreiding van buurtnetwerken in Oosterboer en Centrum een maximaal budget van € 7.000,= beschikbaar (7/12 deel van oorspronkelijke raming).

Deel 5 Overwegingen

Artikel 5.1 Algemeen

Als uitgangspunt is genomen de scheiding in (financiële) verantwoordelijkheid tussen gemeentebestuur en schoolbesturen. Dit houdt dan in dat de gemeentelijke uitgaven beperkt blijven tot de schakelklas en de voorschoolse voorzieningen. Geen gemeentelijke bijdrage wordt dus verleend aan vroegschoolse activiteiten.

In dit voorstel zetten de schoolbesturen hun eigen OA middelen in tbv het vroegschoolse deel. Welke dagdeel, al dan niet lesgebonden uren, leerkracht of onderwijsassistent is naar eigen inzicht, behoudens de wettelijke regels. De gemeente zet gemeentelijke middelen in tbv voorschoolse educatie in de peuterspeelzalen, conform de nieuwe OA wet.

De verplichting om na drie jaar de gemeentelijke inzet mbt vroegschools volledig op nul te zetten, wordt dus dit schooljaar al gehanteerd. Uitzondering hierop is dat er voor het schooljaar 2006/2007 voor de basisscholen ’t Kompas, Koedijkslandenschool en de

Zuiderbasisschool nog een VVE overgangssubsidie beschikbaar wordt gesteld.

Het betreft hier een éénjarige overgangssituatie ten behoeve van de uitvoering van de tutoring in het kader van het VVE Piramide project.

Artikel 5.2 Schakelklas

De werkgroep schakelklas heeft op verzoek van het OOGO een evaluatie van de pilot-periode (eerste helft 2006) overhandigd. Deze laat absoluut positieve resultaten zien, ook al heeft de klas maar een half jaar met ongeveer 5 leerlingen gedraaid.

Dilemma mbt voortgang is tweeledig: voor het aantal leerlingen dat op moment van evaluatie staan aangemeld voor de schakelklas in 2006 – 2007 betreft eveneens een laag aantal (7 leerlingen). Ten tweede is het bedrag per leerling relatief erg hoog. Ook al zijn de resultaten per leerling uitmuntend te noemen.

Eind juli 2006 heeft is besloten om voor minstens één jaar door te gaan met de schakelklas. Dit besluit kon niet ieders goedkeuring dragen, omdat dit, ten dele, ten koste gaat van voortzetting VVE vroegschools in Koedijkslanden.

Gedurende het schooljaar 2006 -2007 blijft de schakelklas functioneren. Dit biedt de mogelijkheid om de evaluatie te laten plaatsvinden over een wat langere periode.

Om tot een goede evaluatie te komen is het nodig om de evaluatiecriteria vooraf vast te stellen.

In het extra OOGO d.d. 12 maart 2007 heeft het OOGO positief geadviseerd over de opgesteld evaluatiecriteria. Het opgestelde evaluatieformulier is als bijlage toegevoegd.

Om over eventuele continuering van de schakelklas tijdig te kunnen besluiten is het noodzakelijk in juni 2007 een evaluatie beschikbaar te hebben van 1 ½ jaar schakelklas.

In het extra OOGO d.d. 12 maart 2007 is de tussentijdse evaluatie van de schakelklas besproken en heft het OOGO positief geadviseerd over de opgestelde criteria voor de voortgang van schakelklas(sen) vanaf 1 augustus 2008. Het schooljaar 2007/2008 dient als overgangsjaar naar de nieuwe situatie. De bestaande schakelklas kan derhalve in de huidige vorm en omvang in 2007/2008 worden voortgezet.

De criteria ‘voortgang schakelklassen’ zijn als bijlage toegevoegd.

Artikel 5.3 Aantal dagdelen Voorschoolse Educatie

In de regelgeving zoals die nu van toepassing is, is als uitgangspunt genomen dat bij de voorschoolse educatie sprake moet zijn van drie dagdelen VVE. Als overgangsmaatregel kan in het schooljaar 2006 – 2007 nog worden volstaan met twee dagdelen vroegschoolse educatie. Mede als gevolg van het uitgangspunt dat geen gemeentelijke gelden worden ingezet voor vroegschoolse educatie en dat drie dagdelen wettelijk is voorgeschreven, wordt in de voorstellen nu uitgegaan van drie dagdelen voorschoolse educatie.

Ten aanzien van de voorschoolse evaluatie wordt, wat betreft het bereik van de doelgroepkinderen het bestaande beleid voortgezet. Onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn om de voorschoolse educatie meer toe te spitsen op de doelgroepkinderen. Ook op dit onderdeel worden in de loop van het schooljaar voorstellen gedaan.

In het extra OOGO d.d. 4 april 2007 is geconcludeerd dat er nader onderzoek nodig is met betrekking tot de gewenste bredere definiëring van de doelgroep voor het voorschoolse VVE beleid tot ‘Zorgkinderen’. Op korte termijn wordt hiertoe een afspraak gemaakt en voor het schooljaar 2007/2008 wordt de huidige doelgroepdefinitie `alle peuters die naar een peuterspeelzaal gaan in de wijken Haveltermade en Koedijkslanden` gehanteerd.

Artikel 5.4 Vrije ruimte

De middelen uit de vrije ruimte wordt gebruikt om de BuurtNetWerken en het schoolmaatschappelijk werk daar waar het al jarenlang een effectief instrument blijkt (Koedijkslanden en Haveltemade), te handhaven. Tevens wordt een uitbreiding, met ingang van 1 januari 2007, gerealiseerd in de wijken Oosterboer en Centrum.

Artikel 5.5 Op Stap(je)/Opvoedpunten

Argumenten om uit JAZ en SABD middelen de projectmedewerker Op stap / op stapje en het ontwikkelen en oprichten opvoedpunten te financieren is gelegen in het volgende.

Ten eerste is in diverse OOGO overleggen (juni en juli 2006 en zelfs die van september) de nadrukkelijke wens uitgesproken om de gezinsgerichte programma’s te continueren.

Bovendien zijn in het uitvoeringsprogramma 2006 – 2010 Meer Doen met Meppel, onder themalijn 5, voorlichting en advies en signalering en toeleiding belangrijke thema’s en in lijn 4 opvoed- en gezinsondersteuning. Genoemde twee projecten sluiten uitstekend bij deze thema’s aan.

Artikel 5.6 Uitbouw opvoedpunten met JIP

Argument om het uitbouwen van de opvoedpunten met een JIP niet te financieren uit bovengenoemde budgetten, is gelegen in het feit dat deze uit het WMO budget gefinancierd gaan worden. In het uitvoeringsprogramma 2006 – 2010 Meer Doen met Meppel, onder themalijn 5, staat onder voorlichting en advies: “starten Jongeren opvang team (JOT) en het openen van een jongerenloket in 2007 uit regulier budget”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van
de griffier, de voorzitter,