Besluit van de Vervoersautoriteit MRDH van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels omtrent de vervoersautoriteit MRDH (Reglement van orde Vervoersautoriteit MRDH)

Geldend van 17-05-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van de Vervoersautoriteit MRDH van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag houdende regels omtrent de vervoersautoriteit MRDH (Reglement van orde Vervoersautoriteit MRDH)

De Vervoersautoriteit MRDH;

gelet op artikel 9 van de Verordening Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;

BESLUIT:

vast te stellen het navolgende:

REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERVOERSAUTORITEIT MRDH

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur als bedoeld in artikel 2:3 van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;

  • b.

    provinciale staten; provinciale staten van de provincie Zuid-Holland;

  • c.

    secretaris: de secretaris-generaal van de Metropoolregio of diens vervanger;

  • d.

    vertegenwoordigend orgaan: de raden van de gemeenten ;

  • e.

    voorzitter: de voorzitter van de Vervoersautoriteit MRDH.

  • f.

    belanghebbende: een burger die ten aanzien van een geagendeerd onderwerp een individueel belang vertegenwoordigt.

Artikel 2 De voorzitter

De voorzitter is belast met:

  • a.

    het leiden van de vergadering;

  • b.

    het handhaven van de orde;

  • c.

    het doen naleven van het reglement van orde;

  • d.

    het formuleren van conclusies, aanbevelingen en adviezen naar aanleiding van hetgeen in de vergadering is besproken;

  • e.

    de uitvoering van hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 3 Secretaris

  • 1. De secretaris is in elke vergadering van de Vervoersautoriteit MRDH aanwezig.

  • 2. De secretaris kan aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Hoofdstuk 2 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen

Artikel 4 Vergaderfrequentie

De Vervoersautoriteit MRDH stelt vóór de aanvang van elk kalenderjaar een schema op voor de in dat jaar te houden vergaderingen. Dit schema wordt tijdig ter kennis gebracht van de leden, van het algemeen bestuur en van de vertegenwoordigende organen.

Artikel 5 Uitnodiging

  • 1. De voorzitter zendt ten minste 14 dagen voor een vergadering de leden een uitnodiging onder vermelding van plaats, dag en uur van de vergadering, inclusief de daarbij behorende stukken.

  • 2. Indien een vertegenwoordigend orgaan een onderwerp wil aanbrengen ter agendering, dan richt deze zich uiterlijk 3 weken voor de geplande vergadering tot de voorzitter.

Artikel 6 Agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de uitnodiging tot uiterlijk 24 uur voor de aanvang van de vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de daarbij behorende stukken aan de leden verzonden.

  • 2. Bij aanvang van de vergadering stelt de Vervoersautoriteit de agenda vast.

  • 3. Op voorstel van een lid of de voorzitter, kan de Vervoersautoriteit MRDH bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4. Op voorstel van een lid of van de voorzitter kan de Vervoersautoriteit MRDH de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 7 Verhindering tot bijwoning vergadering

 

Het lid dat verhinderd is de vergadering bij te wonen, geeft daarvan vóór het begin van de vergadering kennis aan de secretaris van de Vervoersautoriteit MRDH onder vermelding van zijn (eventuele) vervanger.

Artikel 8 Opening vergadering; quorum

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur indien ten minste de helft van het aantal leden van de Vervoersautoriteit MRDH blijkens de presentielijst aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, plaats, dag en uur van de volgende vergadering. Op deze vergadering is artikel 56 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9 Verslag en besluitenlijst

  • 1. De secretaris draagt zorg voor het opstellen van een presentielijst, een kort verslag en de besluitenlijst van de vergadering.

  • 2. Het verslag bevat:

    • a.

      de namen van de afwezige leden;

    • b.

      de namen van de andere personen die hebben deelgenomen aan de beraadslaging;

    • c.

      een formulering van de genomen besluiten.

  • 3. Stemverhoudingen worden alleen vermeld als een lid daarom vraagt.

  • 4. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld, waarna dit door de voorzitter en de secretaris wordt ondertekend.

  • 5. Aan de hand van het verslag wordt een besluitenlijst opgesteld. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaar gemaakt en ter kennis gebracht van het algemeen bestuur en de vertegenwoordigende organen.

Artikel 10 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het in acht nemen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2. Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

Artikel 11 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de Vervoersautoriteit MRDH terstond.

Artikel 12 Beraadslaging

  • 1. De Vervoersautoriteit MRDH kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen over een of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2. Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter kan de Vervoersautoriteit besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 3. De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de Vervoersautoriteit anders beslist.

Artikel 13 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1. De Vervoersautoriteit MRDH kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een der leden genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 13a spreekrecht van burgers

  • 1. Bij opening van de vergadering wordt aan belanghebbenden het recht verleend te spreken over punten die zijn vermeld op de agenda, met uitzondering van de verslagen van vergaderingen van organen van de MRDH.

  • 2. De belanghebbende die gebruik wenst te maken van het spreekrecht dient dit tenminste vierentwintig uur voor aanvang van de vergadering schriftelijk aan de voorzitter en secretaris mee te delen.

  • 3. De in het tweede lid vermelde mededeling vermeldt het agendapunt waarover de belanghebbende wenst te spreken, het belang dat daarbij aan de orde is, en de naam van de spreker.

  • 4. Iedere spreker krijgt maximaal vijf minuten spreektijd. Indien er meerdere sprekers zijn bepaalt de voorzitter in overleg met de commissie de totale voor de belanghebbenden beschikbare spreektijd en de volgorde van sprekers.

  • 5. Indien een belanghebbende wenst te spreken over een punt dat niet vermeld is op de agenda of niet voldoet aan hetgeen bepaald in het tweede lid, kan de voorzitter bepalen dat geen spreekrecht verleend wordt.

  • 6. Voor zover dit artikel niet voorziet in zich voordoende situaties, bepaalt en handhaaft de voorzitter de orde rond het spreekrecht.

Artikel 14 Besluitvorming

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de Vervoersautoriteit anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten vindt besluitvorming plaats over het voorstel.

  • 3. Voordat de besluitvorming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

Artikel 15 Stemming

  • 1. Indien geen van de leden om stemming vraagt, wordt het besluit geacht met algemene stemmen te zijn aangenomen.

  • 2. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht worden te hebben tegengestemd of zich op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 Gemeentewet van stemming hebben onthouden.

  • 3. Indien door een of meer leden stemming wordt gevraagd, doet de voorzitter daarvan mededeling.

  • 4. Stemming geschiedt in beginsel door handopsteking, tenzij een van leden om stemming bij hoofdelijke afroeping vraagt of stemming bij handopsteking niet duidelijk was.

  • 5. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 Gemeentewet moet onthouden, verplicht zijn stem uit te brengen.

  • 6. De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 7. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering. Het laatst opgeroepen lid kan niet meer stemmen of zijn stem wijzigen, nadat met het tellen van de stemmen is begonnen.

  • 8. Een lid mag uitsluitend aan een stemming deelnemen als hij de presentielijst heeft getekend voordat de omvraag is begonnen.

  • 9. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal ‘voor’ en ‘tegen’ uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 16 Stemming over personen

  • 1. Wanneer een stemming over personen voor het doen van een benoeming of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de voorzitter drie leden tot stembureau.

  • 2. Aan de leden van de Vervoersautoriteit MRDH worden stembriefjes ter beschikking gesteld waarop de namen van de aanbevolen of voorgedragen personen vermeld staan. Bij een aanbeveling heeft de Vervoersautoriteit MRDH de vrijheid op een persoon te stemmen die niet op het stembriefje voorkomt. In dat geval vermelden zij de naam van die persoon op het stembriefje. Bij een voordracht bestaat die mogelijkheid niet. De leden van de Vervoersautoriteit MRDH hebben dan de mogelijkheid om tegen een voorgedragen persoon te stemmen.

  • 3. leder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van artikel 22, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 28 van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 4. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De Vervoersautoriteit MRDH kan op voorstel van de voorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevoegd op een stembriefje.

  • 5. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 6. Voor de totstandkoming van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van de uitgebrachte stemmen. De leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd worden geacht geen stem te hebben uitgebracht.

  • 7. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de Vervoersautoriteit MRDH, op voorstel van de voorzitter.

  • 8. Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 17 Herstemming over personen

  • 1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2. Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Hebben meer dan twee personen evenveel stemmen, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 3. Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 18 Beslissing door het lot

  • 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de voorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.

  • 2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.

  • 3. Vervolgens neemt de voorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Hoofdstuk 3 Openbare vergadering

Artikel 19

  • 1. De vergaderingen van de Vervoersautoriteit MRDH zijn in beginsel besloten. De Vervoersautoriteit MRDH kan besluiten een openbare vergadering te houden.

  • 2. De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op openbare vergaderingen.

Artikel 20 Inlichtingen

  • 1. Indien één of meerdere leden van de raad van een deelnemende gemeente inlichtingen wensen van de Vervoersautoriteit MRDH dienen zij die te verkrijgen via het lid dat namens hun gemeente in de Vervoersautoriteit MRDH plaats neemt. Als deze procedure niet tot een bevredigend antwoord heeft geleid, kunnen zij zich direct richten tot de Vervoersautoriteit MRDH.

  • 2. Bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid, handelt de voorzitter het verzoek aan de Vervoersautoriteit MRDH af naar bevind van zaken, waarbij het antwoord in lijn ligt van het door de Vervoersautoriteit MRDH vastgestelde beleid. De voorzitter informeert de Vervoersautoriteit MRDH over de wijze waarop het verzoek is afgehandeld.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 21 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de Vervoersautoriteit MRDH op voorstel van de voorzitter.

Artikel 22 Inwerkingtreding

  • 1. Dit reglement kan worden aangehaald als; Reglement van orde van de Vervoersautoriteit MRDH.

  • 2. Dit reglement treedt in werking op de dag nadat het is vastgesteld.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de Vervoersautoriteit MRDH d.d. 19 januari 2015,
de voorzitter,
P.J. Langenberg
de secretaris,
mr. M.J. Toet