Financiële verordening MRDH 2015

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Financiële verordening MRDH 2015

Het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

Gelet op

gelet op artikel 33, eerste lid, en artikel 136 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 212 van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 19 december 2014;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

VERORDENING OP DE UITGANGSPUNTEN VOOR HET FINANCIEEL BELEID, ALSMEDE DE REGELS VOOR HET FINANCIEEL BEHEER EN VOOR DE INRICHTING VAN DE FINANCIËLE ORGANISATIE VAN DE METROPOOLREGIO ROTTERDAM DEN HAAG 2015

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • a.

    afdeling/directie: iedere organisatorische eenheid binnen de organisatie van de Metropoolregio met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het dagelijks bestuur of bestuurscommissie;

  • b.

    administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding;

  • c.

    bestuurscommissie: de in artikel 1:1, lid 1, onder c van de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag bedoelde bestuurscommissie;

  • d.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • e.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • f.

    financieel beheer: alle activiteiten gericht op het bewerkstelligen dat de uitvoering van de begroting volgens de gestelde plannen en doelen en binnen de gestelde kaders plaatsvindt en dat de financiële positie daarmee in overeenstemming is;

  • g.

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de Metropoolregio, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • a.

      de financieel economische positie;

    • b.

      het financiële beheer;

    • c.

      de uitvoering van de begroting;

    • d.

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • e.

      alsmede tot het afleggen van rekeningen en verantwoording daarover;

  • h.

    financieringsfunctie: alle activiteiten die te maken hebben met het verwerven en beheren van financiële middelen door het Openbaar lichaam zoals het aantrekken van geld in diverse vormen, bijvoorbeeld deposito's en leningen, het beheersen van geldstromen en een optimaal beheer van aanwezige middelen.

  • i.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder verordeningen en besluiten van het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en bestuurscommissies.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Kaders begroting

  • 1. Het algemeen bestuur stelt in ieder geval bij de aanvang van de nieuwe bestuursperiode een programma-indeling vast.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt per programma vast:

    • a.

      de beoogde maatschappelijke effecten;

    • b.

      de daartoe te leveren prestaties;

    • c.

      de baten en lasten.

  • 3. Bij iedere begroting wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de activiteiten aan de programma's.

  • 4. De onderverdeling van de programma's in de activiteiten staat voor de bestuursperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen. Wijzigingen worden bij de begroting expliciet vermeld.

  • 5. Het algemeen bestuur stelt de uitgangspuntennota over de kaders voor het volgende begrotingsjaar vast voordat de concept begroting voor reactie aan de gemeenten wordt aangeboden.

Artikel 3 Begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks, uiterlijk half juni in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar, de begroting ter vaststelling aan. Het algemeen bestuur stelt de begroting uiterlijk 14 juli in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar vast.

  • 2. Op de vaststelling van de begroting is de zienswijzeprocedure van artikel 2:1 van de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag van toepassing.

  • 3. Bij de opstelling van de programmabegroting wordt rekening gehouden met de bepalingen zoals neergelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de bepalingen van deze verordening over de financiële positie.

Artikel 4 Paragrafen bij de begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur doet in de paragraaf financiering bij de begroting verslag van al hetgeen noodzakelijk is om een volledig beeld te verschaffen van de financiële positie van de Metropoolregio.

  • 2. Het dagelijks bestuur doet in de paragraaf weerstandsvermogen bij de begroting verslag van de risico's van materieel belang en een inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen. Voorts wordt inzicht verschaft in de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

  • 3. Het dagelijks bestuur doet in de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting verslag van tijdelijke en actuele onderwerpen die aandacht behoeven. Voorts worden in de paragraaf bedrijfsvoering de principes van de toerekening van de bedrijfsvoeringskosten (apparaatslasten) aan de programma's uiteengezet. Tevens wordt in de begroting een kostenverdeelstaat opgenomen met een gespecificeerde verdeling van deze lasten over de programma's.

  • 4. Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf subsidies in ieder geval een overzicht van de begrote subsidies aan instellingen en ondernemingen voor zover deze subsidies niet op grond van een bestaande verordening worden verleend.

  • 5. In de begroting wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen en wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele risico's bij bestaande verbonden partijen. Tevens wordt weergegeven het openbaar belang, het financieel belang en de zeggenschap van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Artikel 5 Uitvoering begroting

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten en de maatschappelijke effecten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de activiteiten van de begroting.

  • 3. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de lasten van de activiteiten zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden.

Artikel 6 Interne beheersing

Het dagelijks bestuur zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

Artikel 7 Tussentijdse bestuursrapportages en informatie

    • 1.

      Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur door middel van een tussentijdse bestuursrapportage over de realisatie van de begroting van de Metropoolregio. De eerste bestuursrapportage wordt door het algemeen bestuur behandeld uiterlijk in de laatste vergadering voor het zomerreces van het lopende begrotingsjaar, de tweede bestuursrapportage wordt door het algemeen bestuur behandeld, uiterlijk in de laatste vergadering van het lopende begrotingsjaar. De inrichting van de bestuursrapportage sluit aan bij de indeling van de vastgestelde begroting. De bestuursrapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft de financiën als de te leveren prestaties.

    • 2.

      Het dagelijks bestuur biedt de in de bestuursrapportage opgenomen begrotingswijzigingen aan het algemeen bestuur aan ter vaststelling.

Artikel 8 Jaarstukken

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de jaarstukken uiterlijk 14 juli in het jaar volgend op het boekjaar vast.

  • 2. Bij de opstelling van de jaarstukken wordt rekening gehouden met de bepalingen zoals neergelegd in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de bepalingen van deze verordening over de financiële positie.

  • 3. De inrichting van de jaarstukken sluit aan bij de indeling van de vastgestelde begroting.

  • 4. Het dagelijks bestuur legt verantwoording af over de uitvoering van programma's. In de verantwoording geeft het dagelijks bestuur aan:

    • a.

      Wat is er bereikt;

    • b.

      welke prestaties daarvoor zijn geleverd;

    • c.

      wat het heeft gekost.

Artikel 9 Paragrafen bij de jaarstukken

  • 1. Het dagelijks bestuur doet in de paragraaf financiering bij de jaarstukken verslag van al hetgeen, boven de balans en resultatenrekening en de toelichtingen daarop, noodzakelijk is om een volledig beeld te verschaffen van de financiële positie van de Metropoolregio.

  • 2. Het dagelijks bestuur doet in de paragraaf weerstandsvermogen bij de jaarstukken verslag van de risico's van materieel belang, een inschatting van de kans dat deze risico's zich voordoen en de wijze waarop hiermee wordt omgegaan (risicomanagement). Voorts wordt inzicht verschaft in de weerstandscapaciteit en in hoeverre schade en verliezen als gevolg van de risico's van materieel belang met de weerstandscapaciteit kunnen worden opgevangen.

  • 3. Het dagelijks bestuur doet in de paragraaf bedrijfsvoering in het jaarverslag verslag van de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

  • 4. Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf subsidies in ieder geval een overzicht van de verleende subsidies aan instellingen en ondernemingen voor zover deze subsidies niet op grond van een bestaande verordening worden verleend.

  • 5. In de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen in elk geval ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen en wijzigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele risico's bij bestaande verbonden partijen. Tevens wordt weergegeven het openbaar belang, het financieel belang en de zeggenschap van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Hoofdstuk 3 Financiële positie

Artikel 10 Financieringsfunctie

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma's binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico's, koersrisico's en kredietrisico's;

    • c.

      het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak, bedingt het dagelijks bestuur indien mogelijk zekerheden.

  • 3. Het dagelijks bestuur neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de richtlijnen in acht zoals neergelegd in het Treasurystatuut.

Artikel 11 Uiteenzetting van de financiële positie

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor een uiteenzetting van de financiële positie in de begroting en jaarstukken. Hierbij wordt in ieder geval verslag gedaan van:

    • a.

      de kasgeldlimiet en renterisiconorm;

    • b.

      de financieringsfunctie en de daaraan gekoppelde rentekosten en opbrengsten;

    • c.

      de rentevisie;

    • d.

      de gebruikte financierings- en dekkingssystematiek voor het voorliggende begrotingsjaar en in meerjarig perspectief;

    • e.

      de stand en het verloop van reserves, voorzieningen en fondsen;

    • f.

      de gemeentelijke bijdrage;

    • g.

      de gebruikte indexeringssystematiek;

    • h.

      BTW.

Artikel 12 het beleid ten aanzien van reserves, voorzieningen en fondsen

  • 1. Het dagelijks bestuur biedt eens in de vier jaar, ter vaststelling door het algemeen bestuur een nota aan over het beleid voor reserves, voorzieningen en fondsen. De nota behandelt in welk geval:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves, voorzieningen en fondsen;

    • b.

      de toerekening en verwerking van rente over de reserves, voorzieningen en fondsen.

  • 2. Op de vaststelling van de nota over het beleid voor reserves, voorzieningen en fondsen is de zienswijzeprocedure van artikel 2:1 van de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag van toepassing.

Artikel 13 Overige richtlijnen ten aanzien van de uiteenzetting van de financiële positie

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat al het beleid waartoe het algemeen bestuur heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 3. Materiële en vaste activa worden afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in de Bijlage Afschrijvingsbeleid bij deze verordening.

Hoofdstuk 4 Administratieve organisatie

Artikel 14 Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van de Metropoolregio;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

    • c.

      het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • e.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

    • f.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 15 Financiële administratie

Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • b.

    de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie en de Europese Unie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan de Metropoolregio.

Artikel 16 Financiële organisatie

  • 1. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat:

    • a.

      een eenduidige indeling van de Metropoolregio organisatie en een eenduidige toewijzing van de taken van de Metropoolregio aan afdelingen/directies;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de intern en extern verstrekte informatie is gewaarborgd;

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • d.

      de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen afdelingen/directies.

Artikel 17 Aanbesteding en inkoop

  • 1. Het dagelijks bestuur biedt in 2015 ter vaststelling door het algemeen bestuur een nota met beleidsregels aan voor inkoop en aanbesteding. Wijzigingen die de uitgangspunten van het inkoop- en aanbestedingsbeleid raken of verstrekkende gevolgen hebben, geven aanleiding tot herziening van deze nota en daarmee een nieuw bestuursbesluit.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor interne regels voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveringen. De regels waarborgen, dat wordt gehandeld in overeenstemming met de nationale en Europese wet- en regelgeving.

Artikel 18

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor interne regels voor het verlenen van subsidies aan gemeenten en andere organisaties. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de nationale en Europese wet- en regelgeving.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 19 Doorwerking bestuurscommissies

  • 1. De bestuurscommissies ingesteld door het Algemeen Bestuur zijn voor wat betreft de uitvoering van hun taken en de financiering daarvan onderworpen aan het bepaalde in deze verordening.

  • 2. De bestuurscommissies verschaffen gevraagd en ongevraagd alle informatie aan het dagelijks bestuur noodzakelijk voor de uitvoering van deze verordening.

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze verordening is bekendgemaakt

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: "Financiële verordening MRDH 2015".

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het algemeen bestuur van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op 19 december 2014
de secretaris,
mr. M.J. Toet
de voorzitter,
ing. A. Aboutaleb

Bijlage Afschrijvingsbeleid (behorende bij artikel 13 lid 3)

Voor zover niet bij wettelijke bepaling geregeld, gelden de volgende uitgangspunten voor het afschrijvingsbeleid voor de materiële vaste activa:

Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut

Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 10.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in:

  • a.

    maximaal 10 jaar: verbouwing, inrichting, renovatie, restauratie van kantoren en bedrijfsgebouwen;

  • b.

    maximaal 10 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen;

  • c.

    5 jaar: telefooninstallaties;

  • d.

    3 jaar: automatiseringsapparatuur;

  • e.

    10 jaar: kantoormeubilair.

Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut

De volgende materiële vaste activa met maatschappelijk nut worden lineair afgeschreven in:

  • a.

    Maximaal 10 jaar: straatmeubilair.

De eerste afschrijving voor zowel de activa met economisch nut als de activa met maatschappelijk nut start op 1 juli in het jaar van aanschaffing.