Ruimtelijk Profiel Vergunningverlening

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Ruimtelijk ProfielVergunningverlening werken rond de baan (artikel 12)

De hieronder gegeven maten bepalen het ruimte profiel zoals bedoeld in artikel 12 van de WLS

Artikel 1 Tram

  • 1.1

    De grens ligt evenwijdig aan de buitenkant van het spoor op 2.5 meter vanaf twee buitenste rails. Horizonzaal en haaks gemeten op de rails, diepte en hoogte zijn onbepaald (oneindig)

  • 1.2

    De grens ligt op 2.5 meter gemeten vanaf halte. Horizonzaal en haaks gemeten op de rails, diepte en hoogte zijn onbepaald (oneindig).

Artikel 2 Metro

  • 2.1

    De grens ligt evenwijdig aan de buitenkant van het spoor op 10.0 meter vanaf twee buitenste rails of 6.0 meter vanaf teen talud baanlichaam. Horizonzaal en haaks gemeten op de rails, diepte en hoogte zijn onbepaald (oneindig)

  • 2.2

    De grens ligt op 5.0 meter gemeten vanaf halte of halte uitgangen. Horizonzaal en haaks gemeten op de rails, diepte en hoogte zijn onbepaald (oneindig).

Artikel 3 Bovenleiding systeem

  • 3.1

    De grens ligt evenwijdig 2.5 meter vanaf een bovenleidingmasten. Horizonzaal en haaks gemeten op de rails, diepte en hoogte zijn onbepaald (oneindig)

  • 3.2

    De grens ligt op 5.0 meter vanaf bovenleidingsysteem (draden, schakelaars, isolatoren, etc.)

Artikel 4 Bij tram- metro- en RandstadRail kunstwerken

  • 4.1

    De grens ligt evenwijdig aan de buitenkant van het viaduct of de brug op 5.0 meter vanaf het viaduct of de brug. Horizonzaal en haaks gemeten op het viaduct of de brug, diepte en hoogte zijn onbepaald (oneindig).

  • 4.2

    De grens ligt evenwijdig aan de buitenkant van een tunnel op 5.0 meter vanaf de tunnel. Horizonzaal en haaks gemeten op de tunnel, diepte is onbepaald (oneindig) en hoogt ligt 5.0 meter bovendek tunnel.

afbeelding binnen de regeling