Beleidskader Vergunningverlening werken rond de baan (artikel 12)

Tekstplaatsing

Artikel 1

De vergunningverlening wordt in ondermandaat gegeven door de voorzitter van de BCVa aan de directeur van de beheerder, voor zover het gaat om het gebied dat hij tot zijn beheergebied mag rekenen, en mag niet worden door gemandateerd.

Artikel 2

Het jaar 2015-2016 zal gelden als een overgangsjaar.

Artikel 3

Er zullen in 2015-2016 geen aangewezen gevallen worden benoemd waarvoor geen vergunning is vereist.

Artikel 4

Er zullen in 2015-2016 enkel voor gemeenten en wegbeheerders doorlopende vergunningen worden afgegeven, voor de maximale looptijd tot 1 januari 2017 en voor standaard/reguliere werkzaamheden. Hierbij kan worden gedacht aan snoeiwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden aan VLI’s, legen van prullenbakken en het schoonhouden van abri’s).

Artikel 5

Er zal voor 2015-2016 een zogenaamd gewenningsprotocol worden opgesteld door de MRDH, in samenspraak met de vergunningverlener/beheerder.

Artikel 6

De gemaakte vergunningen zullen in 2015-2016 aan de dossierhouder WLS (MRDH) worden verzonden die voor publicatie van de vergunning zal zorgdragen.

Artikel 7

Er zal in 2015-2016 wekelijks een overzicht worden gemaakt door de vergunningverlener/ beheerder voor de dossierhouder WLS (MRDH) van de verstrekte vergunningen. De dossierhouder WLS draagt zorg voor afstemming hiervan binnen de MRDH. Maandelijks worden de afgegeven vergunningen artikel 12 besproken in het periodieke overleg WLS.

Artikel 8

Aan de vergunningverlener/beheerder wordt gevraagd om op 1 oktober 2016 een evaluatie gereed te hebben van de periode 1 december 2015 – 1 juli 2016, waarin aanbevelingen worden gedaan voor de periode na 1 januari 2017.

Artikel 9

In gevallen waarbij de vergunning zal worden geweigerd, bij conflicten of in geval van escalatie, wordt in 2015-2016 voor afgifte eerst overlegd met de senior veiligheidskundige van de MRDH.