Regeling vervallen per 19-01-2022

Verordening Burgerinitiatief

Geldend van 25-05-2005 t/m 18-01-2022

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief

De raad van de gemeente Middelburg;

gelezen het voorstel van raadsgriffier d.d. 1 februari 2005, volgnummer 05-14;

gelet op het amendement van de gemeenteraad op de programmabegroting 2005 op 8 november 2004;

b e s l u i t :

vast te stellen de “Verordening Burgerinitiatief”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: gemeenteraad van Middelburg;

  • b.

    commissie: een raadscommissie als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad;

  • e.

    ingezetenen: personen ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente Middelburg.

Artikel 2 Indienen burgerinitiatief.

Ingezetenen van veertien jaar en ouder kunnen een burgerinitiatief indienen.

Artikel 3 Geldigheid burgerinitiatief.

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      is ingediend door een persoon die niet voldoet aan artikel 2;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 4 Onderwerpen Burgerinitiatief

  • 1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheden van het gemeentebestuur;

    • b.

      een voorstel dat niet in het algemeen belang van de Middelburgse gemeenschap is;

    • c.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • d.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • f.

      een onderwerp waarover korter dan een jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging kunnen leiden, of

    • g.

      een onderwerp dat al bij de raad in besluitvorming is op het niveau van raadsvoorstel, kaderstellende notitie beleidsnotitie of startnotitie.

  • 2. Een burgerinitiatief over een voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het college, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3. Het college of de burgemeester zal een voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5 Voorwaarden Burgerinitiatief

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. De griffier zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      een beschrijving van het beoogde resultaat van het burgerinitiatief;

    • d.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s), en

    • e.

      een lijst met handtekening, naam, adres en geboortedatum van 100 ingezetenen van veertien jaar of ouder ter ondersteuning van het burgerinitiatief.

Artikel 6 Procedure Burgerinitiatief

  • 1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende raadvergadering (en betreffende commissievergadering) na indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de eisen die hieraan in de voorgaande artikelen zijn gesteld. Er dient ten minste vier weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de raadsvergadering;

  • 2. De raad agendeert maximaal één burgerinitiatief per vergadering. De volgorde van behandeling wordt bepaald door het moment waarop het verzoek voor een burgerinitiatief is ingediend.

  • 3. De griffier nodigt de initiatiefnemer(s) schriftelijk uit voor de commissie- en raadsvergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer(s) of de ondersteuner(s) heeft tijdens de commissievergadering de gelegenheid zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten conform de bestaande inspraakregeling in de commissie.

  • 4. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekend gemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in het gemeenteblad of bij gebreke daarvan in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel een andere geschikte wijze;

  • 5. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer(s).

    Artikel 7 Verslag

    De burgermeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt inwerking op de dag van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 21 februari 2005.
de griffier, de voorzitter,
Publicatie: 25 mei 2005
Inwerkingtreding: 25 mei 2005

Toelichting Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2.

Belanghebbenden die geen ingezetenen zijn niet gerechtigd een verzoek tot burgerinitiatief in te dienen.

Artikel 4.

Lid 1. Dit artikel biedt de ingezetenen middels een burgerinitiatief (alleen) de mogelijkheid een concreet voorstel in te dienen bij de raad. Het is weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een voorstel waarover de raad uiteindelijk geen beslissende bevoegdheid heeft. Een vraag over het gemeentelijke beleid kan ook geen onderwerp zijn van een burgerinitiatief. Voor dit soort vragen staan andere wegen open. Voorkomen moet ook worden dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtenprocedures doorkruist. Ook de beleidsvormingscyclus van de raad zou niet moeten worden onderbroken door een burgerinitiatief. Deze cyclus biedt burgers onder andere via een mogelijke hoorzitting of informatiebijeenkomst of via de commissievergadering voldoende mogelijkheden tot inspraak.

Lid 3. Is bedoeld om te voorkomen dat het college of burgmeester een initiatief om die reden terzijde kan schuiven. De procedure van behandeling (artikel 6) is overeenkomstig aan de behandeling door de raad met uitzondering van artikel 6 lid 3.

Artikel 5.

Lid 2. De lijst van ondersteunende handtekeningen moet worden voorzien van adressen en geboortedata ter voorkoming van fraude. Bovendien kunnen de ondertekenaars worden opgeroepen door de raad om hun ondersteuning aan het burgerinitiatief te komen toelichten.

Artikel 6.

Lid 1. De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de behandeling.

Lid 2. Het tweede lid biedt een waarborg dat de raadsagenda niet wordt overspoeld door burgerinitiatieven die geagendeerd moeten worden. Daarnaast bestaat het risico dat meerdere initiatieven die over hetzelfde onderwerp handelen worden geagendeerd.

Lid 4. De raad is vrij om het burgerinitiatief aan te nemen, af te wijzen of te amenderen. Het zou in veel gevallen denkbaar zijn dat de raad naar aanleiding van een burgerinitiatief het college vraagt om een onderzoek in te stellen of een plan van aanpak te maken over het onderwerp van het burgerinitiatief. Indien een burgerinitiatief is afgewezen dan kan er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.