Regeling vervallen per 23-02-2022

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING MIDDELBURG 2015

Geldend van 25-02-2021 t/m 22-02-2022

Intitulé

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING MIDDELBURG 2015

De raad van de gemeente Middelburg;

gelezen het voorstel d.d. 15 december 2020, van burgemeester en wethouders, volgnummer 21-013;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Middelburg 2015

(wijziging verband houdende met verbod op zichtbare uitingen verboden organisaties):

Artikel I

A

Artikel 2.15 komt te luiden:

Artikel 2.15 Ordeverstoring

  • 1. Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

  • 2. Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.

  • 3. Het verbod in het tweede lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

B

Na artikel 2.50 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 2.50a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

  • 1. Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de publicatie van deze APV-wijziging.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 28 januari 2021.

De griffier, De voorzitter,

A. Rijpert mr H.M. Bergmann