Verordening op de winkeltijden in de gemeente Midden-Delfland

1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

1. Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede Kerstdag, ten behoeve van:

• a.

  bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

• b.

  het uitstallen van goederen.

2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.

1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag een ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag een ontheffing verlenen van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet, in verband met de toeristische aantrekkingskracht van een evenement/gebeurtenis en dergelijke.

2. Het college van burgemeester en wethouders kan voorschriften verbinden aan de ontheffing. De voorschriften kunnen mede zien op het assortiment van de te koop aangeboden artikelen en de periode en tijdstippen waarbinnen openstelling is toegestaan.

3. De ontheffing wordt geweigerd indien er geen sprake is van toeristische doeleinden als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder a van de wet.

1. Deze verordening treedt in werking op de dag nadat het openbaar bekend is gemaakt.

2. De Verordening winkeltijden Maasland en de Verordening winkeltijden Schipluiden vervallen bij de inwerkingtreding van deze verordening.