Regeling vervallen per 31-03-2011

Verordening Commissie Beschermd Dorpsgezicht / Monumentencommissie Midden-Delfland

Geldend van 17-03-2004 t/m 30-03-2011

Intitulé

Verordening Commissie Beschermd Dorpsgezicht / Monumentencommissie Midden-Delfland

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 februari 2004, nr. 2004-04-17;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988;

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende Verordening Commissie Beschermd Dorpsgezicht / Monumentencommissie Midden-Delfland

Artikel 1 Taak en bevoegdheden

De commissie heeft tot taak:

  • a.

    burgemeester en wethouders te adviseren omtrent die aangelegenheden, waaromtrent in het bestemmingsplan "Dorpskern Gemeente Maasland" wordt bepaald dat de Commissie Beschermd Dorpsgezicht moet worden "gehoord";

  • b.

    burgemeester en wethouders gevraagd of ongevraagd van advies te dienen en bij te staan ten aanzien van:

    • 1.

      de zorg voor de instandhouding van monumenten, voor zover al niet begrepen onder c. van dit artikel, en van het dorpsgezicht. Voorts de bevordering van de schoonheid daarvan, binnen het plangebied;

    • 2.

      de inrichting van de openbare ruimten, waaronder plantsoenen, wegen en de overige groenvoorzieningen binnen het plangebied.

  • c.

    burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 alsmede toepassing en wijziging van de Monumentenverordening gemeente Midden-Delfland 2004, de subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten en deze verordening.

  • d.

    voorlichting en educatie op het gebied van monumentenzorg en archeologie.

Artikel 2 Uitgangspunten

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie Beschermd Dorpsgezicht/monumentencommissie zich uitsluitend leiden door overwegingen waaraan het algemene belang wegens schoonheid, architectuur- en bouwhistorische waarde, archeologische waarde, cultuurhistorische waarde, wetenschappelijke waarde, volkskundige waarde of geschiedkundige herinneringen en landschappelijke waarde aan ten grondslag liggen.

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De commissie is onderverdeeld in de kleine commissie en de uitgebreide commissie.

  • 2. De kleine commissie bestaat uit de volgende leden:

    • a.

      een vertegenwoordiger van de Stichting Dorp, Stad en Land, tevens welstandsgedelegeerde;

    • b.

      een vertegenwoordiger van de Historische Vereniging Maasland, in verband met historische kennis en plaatselijke bekendheid;

    • c.

      een vertegenwoordiger van de Historische Vereniging Schipluiden, in verband met historische kennis en plaatselijke bekendheid;

    • d.

      een persoon die deskundig is op het gebied van archeologie;

    • e.

      een persoon die deskundig is op het gebied van monumenten met deskundigheid op het gebied van architectuur- en bouwhistorie en restauratie;

    • f.

      een persoon die deskundig is op het gebied van (historische) stedenbouw en/of historische geografie.

  • 3. De grote commissie bestaat uit de hierboven genoemde leden waaraan is toegevoegd een landschapsdeskundige. De grote commissie komt alleen bijeen indien het gaat om adviezen en/of bouwplannen die gelegen zijn in het buitengebied van de gemeente Midden-Delfland.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1. De benoeming van de leden van de commissie geschiedt als volgt:

    • -

      de leden als bedoeld in artikel 3, onder a, b en c door het college van burgemeester en wethouders op voordracht van de betreffende stichting dan wel vereniging;

    • -

      het lid als bedoeld in artikel 2, onder d,e en f door het college van burgemeester en wethouders.

    • -

      Het lid zoals bedoeld in de grote commissie, door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De zittingsduur van het lid zoals genoemd in artikel 2 onder e en f is gelijk aan die der leden van de zittende gemeenteraad. Dit lid is éénmaal herkiesbaar.

  • 3. Indien een lid de hoedanigheid verliest op grond waarvan hij/zij in de commissie zitting heeft, verliest hij/zij het lidmaatschap.

  • 4. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen.

  • 5. Degene die ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats tot lid van de commissie is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene die is vervangen had moeten aftreden.

  • 6. Een vacature wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen drie maanden na het ontstaan daarvan vervuld. Aftredende leden blijven in functie tot ze zijn vervangen.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1. De voorzitter, alsmede de plaatsvervangend voorzitter, wordt door burgemeester en wethouders uit hun midden aangewezen.

  • 2. De voorzitter is belast met het behoorlijk voorbereiden van al hetgeen in de commissie ter overweging wordt gebracht.

  • 3. De voorzitter is geen lid van de commissie en heeft derhalve geen stemrecht.

Artikel 6 Secretaris

  • 1. Als secretaris van een commissie treedt op de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar. De gemeentesecretaris regelt de vervanging van de secretaris van een commissie indien deze verhinderd is als zodanig op te treden;

  • 2. Hij/zij woont de vergadering van de commissie bij, dient de commissie eventueel van advies en tekent met de voorzitter alle van de commissie uitgaande stukken. Hij/zij notuleert de vergadering, tenzij een aparte notulist is aangewezen.

Artikel 7 Werkwijze

  • 1. De commissie beraadslaagt in principe in het openbaar. In een incidenteel geval kunnen de deuren van de vergadering worden gesloten, wanneer de voorzitter of tenminste 2 leden zulks nodig oordelen.

  • 2. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3. De commissie vergadert niet indien de helft der leden tegenwoordig is. In dit geval wordt binnen twee weken een nieuwe vergadering belegd. Alle adviezen worden bij meerderheid van stemmen ingenomen.

  • 4. Bij het staken der stemmen over een uit te brengen advies worden de verschillende meningen wel aan burgemeester en wethouders medegedeeld.

Artikel 8 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert tenminste éénmaal per 8 weken en zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of tenminste twee andere leden aan de voorzitter de wens daartoe te kennen hebben gegeven. In het laatstbedoelde geval wordt binnen twee weken na de kennisgeving een vergadering gehouden.

  • 2. De vergaderingen worden belegd door de voorzitter, die zorgt dat elk lid tenminste een week voor het houden van een vergadering hiertoe wordt opgeroepen.

  • 3. De voorzitter zorgt, dat tegelijk met de oproeping, dag, uur en plaats van de vergadering ter openbare kennis worden gebracht.

  • 4. Het door de commissie vastgestelde verslag van hun vergaderingen is openbaar. Hetzelfde geldt voor de adviezen van de commissie. Van vergaderingen met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat niet in openbaarheid wordt gebracht.

Artikel 9 Bijstand

  • 1. De commissie kan zich zonodig laten bijstaan of van advies laten dienen door deskundigen. Als zodanig kunnen in ieder geval worden opgeroepen de stedenbouwkundige van het bureau, waarvan de gemeente gebruik maakt, de aan de Stichting Dorp, Stad en Land gelieerde restauratiearchitect en een ambtenaar van bouw en woningtoezicht.

  • 2. Zijn aan het raadplegen van deskundigen kosten verbonden, dan raadpleegt de commissie deze niet dan na verkregen machtiging van burgemeester en wethouders.

Artikel 10 Verslaglegging

  • 1. Van het besprokene in de vergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt met vermelding van de door de commissie uitgebrachte adviezen;

  • 2. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris ondertekend;

  • 3. De secretaris draagt zorg voor het te kennisneming brengen van het verslag aan burgemeester en wethouders.

Artikel 11 Wijzigingen

Omtrent wijzigingen van deze verordening wordt de commissie gehoord.

Artikel 12 Vergoeding

De "Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden" is op deze commissie van toepassing.

Artikel 13 Slotbepaling

In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Commissie beschermd Dorpsgezicht/Monumentencommissie Midden-Delfland".

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar vaststelling, onder intrekking van de in Maasland vastgestelde “Verordening Commissie Beschermd Dorpsgezicht 2000” en de in Schipluiden vastgestelde “ Verordening Monumentencommissie 1999”, zoals deze sindsdien zijn gewijzigd.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 2 maart 2004.

De griffier, de voorzitter,

A.de Vos, drs. J. de Prieëlle