Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Midden-Delfland 2015

Geldend van 19-06-2015 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Midden-Delfland 2015

De raad van de gemeente Midden Delfland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 april 2015, nr. 2015-06-05 F;

gelet op

artikel 8b van de Participatiewet;

artikel 147, lid 1 van de Gemeentewet;

artikel 35, lid 1 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

artikel 35, lid 1 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

overwegende dat het verplicht is bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet

besluit

vast te stellen de ‘Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Midden-Delfland 2015'.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • b.

      Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • c.

      de wet: de Participatiewet, de Ioaw of Ioaz;

    • d.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;

    • e.

      belanghebbende: de persoon met een uitkering krachtens de Participatiewet, de Ioaw of de Ioaz;

    • f.

      handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen, gericht op het voorkomen, ontmoedigen en bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik van een uitkering;

    • g.

      fraude: het verwijtbaar achterhouden van informatie of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen (dan) waarop men (geen) recht zou hebben bij juiste en/of volledige informatieverstrekking;

    • h.

      misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van de wet bestond;

    • i.

      aangiftegrens: de grens als bedoeld in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude.

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 HANDHAVING

Artikel 2 Opdracht aan het college

  • 1. Het college zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude en van misbruik en oneigenlijk gebruik en stelt hiertoe periodiek, doch in ieder geval eens per vier jaar een beleidsplan op.

  • 2. Het college is verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen gericht op het voorkomen van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat het college belanghebbenden en burgers vroegtijdig voorlicht over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand verbonden zijn alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

  • 3. Het college neemt repressieve maatregelen gericht op het bestrijden van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat overtreding en fraude vroegtijdig geconstateerd en afgehandeld wordt.

Artikel 3 Informatieverzameling

  • 1. Het college voert bij de aanvraag, gedurende de uitkering en bij beëindiging van de uitkering onderzoeken uit om de rechtmatigheid te controleren.

  • 2. Het college maakt ter controle gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

  • 3. Het college onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand, de Ioaw of Ioaz-uitkering.

Artikel 4 Afstemming

Als de belanghebbende zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt dan wel anderszins blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het college de uitkering of de inkomensvoorziening conform de ‘Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Midden-Delfland 2015’, onverminderd de plicht van het college om een boete op te leggen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en onverminderd de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening.

Artikel 5 Aangifte bij Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van de belanghebbende leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college onverminderd de verplichting de ten onrechte verstrekte bijstand of inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.

HOOFDSTUK 3 TERUGVORDERING EN VERHAAL

Artikel 6 Terugvordering

  • 1. Het college vordert de kosten van bijstand dan wel inkomensvoorziening terug in de gevallen die in artikel 58 en 59 van de Participatiewet en de artikelen 25 tot en met 31 van de Ioaw en Ioaz zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Het college stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 7 Verhaal

  • 1. Het college verhaalt de kosten van bijstand en de kosten van inkomensvoorziening boven een nader door het college te bepalen bedrag, en overeenkomstig het bepaalde in artikel 61 en de artikelen 62 tot en met 62i van de Participatiewet, voor zover zich hier geen andere wettelijke regel tegen verzet.

  • 2. Van verhaal wordt afgezien, als daarvoor zeer dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 8 Invordering

  • 1. Het college streeft er naar om de teruggevorderde en de op derden verhaalde kosten optimaal in te vorderen, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Het college stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2. Het college kan in bijzondere individuele situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

  • 2. De ‘Handhavingsverordening WWB, Ioaw, Ioaz gemeente Midden-Delfland 2014’ wordt ingetrokken op het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw, Ioaz gemeente Midden-Delfland 2015’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 mei 2015.
De griffier, de voorzitter,
A. de Vos, A.J. Rodenburg

ALGEMENE TOELICHTING

De raad dient bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In de verordening worden de hoofdlijnen rondom handhaving aangegeven. Nadere invulling hieraan is gegeven in het ‘Handhavingsplan Sociale Zaken 2014’. Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht geworden. De regels omtrent handhaving zijn onder de Participatiewet niet veranderd ten opzichte van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Inhoudelijk wijkt deze verordening dan ook niet af van de vorige Handhavingsverordening uit 2014. Wel is de grondslag van de verordening gewijzigd van artikel 8a van de WWB naar artikel 8b van de Participatiewet.

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) schrijven evenals de Participatiewet voor dat de raad een Handhavingsverordening vaststelt. Gezien de verwantschap tussen deze wetten en uit een oogpunt van deregulering en efficiency is gekozen voor een gecombineerde verordening.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

Onder uitkeringsgerechtigden met een Participatiewet-uitkering worden mede verstaan mensen met een uitkering krachtens het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 2

Dit artikel legt de verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz neer bij het college. Het college dient in ieder geval eenmaal per vier jaar een beleidsplan op te stellen. In december 2013 is het ‘Handhavingsplan Sociale Zaken 2014’ vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat het college de handhaving vorm heeft gegeven via het ‘Hoogwaardig Handhaven’. Dit houdt in dat zij preventieve als repressieve handhavingsactiviteiten met elkaar verbindt.

Artikel 3

In dit artikel is vastgelegd dat wordt gewerkt met een signaalgestuurde controlesystematiek. Van signaalgestuurd handhaven is sprake wanneer een binnengekomen signaal de aanleiding is om extra onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van een verstrekte uitkering. Dit kan bijvoorbeeld een signaal zijn van ‘Het Inlichtingenbureau’, signalen naar aanleiding van een gesprek met de cliënt, via eigen waarneming of naar aanleiding van een (anonieme) tip van een medewerker, een burger of een

externe organisatie. Hierbij geldt dat in de regel alleen die gegevens worden gevraagd die noodzakelijk zijn voor de afhandeling van het signaal.

Artikel 4

Wanneer de belanghebbende onvolledige of onjuiste informatie verstrekt, waardoor teveel bijstand is betaald, is het college sinds 1 januari 2013 verplicht deze bijstand terug te vorderen en een boete op te leggen. Bij het niet nakomen van de arbeidsverplichting, de medewerkingsplicht en andere opgelegde verplichtingen, kan de uitkering of de inkomensvoorziening (tijdelijk) worden verlaagd conform de ‘Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Midden-Delfland 2015’. Dat kan ook als de belanghebbende blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Deze verlaging is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen en heeft daarmee het karakter van gedragscorrectie.

Artikel 5

Wanneer de schending van de inlichtingenplicht ook een strafbaar feit oplevert, moet het college hiervan aangifte doen bij het Openbaar Ministerie indien het bedrag waarvoor is gefraudeerd hoger is dan de aangiftegrens. Per 1 januari 2013 is de aangiftegrens verhoogd van € 10.000,- naar € 50.000,-. Ook in gevallen waarin het fraudebedrag lager is dan € 50.000,-, maar waarbij de uitkeringsfraude gecombineerd wordt met een of meer (andersoortige) strafbare feiten zoals bijvoorbeeld drugshandel, moet aangifte worden gedaan. Dit is vastgelegd in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (2012A022).

Artikel 6

Sinds de invoering van de ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW Wetgeving’ op 1 januari 2013 is het college, in geval van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, verplicht het ten onrechte verstrekte bedrag aan uitkering of inkomensvoorziening terug te vorderen. In alle andere gevallen is terugvordering van bijstand een bevoegdheid. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van de bevoegdheid tot terugvordering in de overige gevallen gebruik wordt gemaakt. De regels omtrent de terugvordering zijn nader uitgewerkt in door het college vastgestelde beleidsregels.

Artikel 7

Ook verhaal van bijstand (op derden zoals de onderhoudsplichtige) is een bevoegdheid. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Ook dit onderdeel is nader uitgewerkt in beleidsregels.

Artikel 8

Met dit artikel wordt vastgelegd dat het college het optimale doet om in te vorderen. In beleidsregels is het invorderingsbeleid nader uitgewerkt.

Artikel 9

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 11

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.