Regeling vervallen per 01-01-2018

Subsidieregeling peuteropvang 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Subsidieregeling Peuteropvang 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Midden-Delfland 2016;

overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen voor de tegemoetkoming in de kosten van peuteropvang;

B E S L U I T:

vast te stellen de subsidieregeling Peuteropvang 2017.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      ASV: algemene subsidieverordening gemeente Midden-Delfland 2016;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland;

    • c.

      doelgroepkind: peuter die in aanmerking komt voor Voor- en Vroegschoolse Educatie vanwege (een risico) op een (onderwijs)achterstand, op indicatie van het consultatiebureau;

    • d.

      gemeente: gemeente Midden-Delfland;

    • e.

      kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van de Belastingdienst bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerde kinderopvang;

    • f.

      locatie: voorschoolse voorziening voor peuteropvang of kinderopvang, die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen en die gevestigd is in de gemeente;

    • g.

      ouderbijdrage: de financiële vergoeding die ouder(s)/verzorger(s) betalen voor de opvang van hun kind;

    • h.

      ouderbijdragetabel: een door de gemeente opgesteld overzicht van de financiële bijdrage die ouders/verzorgers zelf moeten betalen voor de opvang van hun kind;

    • i.

      peuter: kind tussen 2 en 4 jaar;

    • j.

      peuteropvang: opvang van peuters, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool;

    • k.

      peuterplaats: een aanbod aan peuteropvang van 2 dagdelen per week van in totaal minimaal 5 en maximaal 6 uur per week gedurende 40 weken per jaar;

    • l.

      VVE: Voor- en Vroegschoolse Educatie;

    • m.

      VVE-plaats: een aanbod aan voorschoolse educatie voor doelgroepkinderen van 4 dagdelen per week van in totaal minimaal 10 en maximaal 12 uur per week gedurende 40 weken per jaar;

    • n.

      VVE-programma: een erkend voorschools programma dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut, waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

    • o.

      VVE-locatie: locatie die VVE aanbiedt conform wettelijke kwaliteitseisen.

Artikel 2. Doelstelling

De doelstelling van deze subsidieregeling is om door middel van subsidieverstrekking te zorgen voor voldoende en kwalitatief goed aanbod van peuteropvang en VVE, voor de stimulering van de ontwikkeling van peuters en als voorbereiding op de basisschool. Voor doelgroepkinderen geldt de aanvullende doelstelling dat deze via een VVE-programma met een zo klein mogelijke achterstand aan het basisonderwijs beginnen.

Artikel 3. Reikwijdte

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4 Activiteiten

Het college verstrekt uitsluitend subsidie voor activiteiten die een bijdrage leveren aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling. Op grond van deze regeling kunnen kinderopvangorganisaties een jaarsubsidie aanvragen voor bezette peuter- en VVE-plaatsen.

Artikel 5. Doelgroep

  • 1. Het college verstrekt uitsluitend subsidie aan kinderopvangorganisaties die staan ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen, voldoen aan de geldende regelgeving voor kinderopvang en die peuteropvang en/of VVE aanbieden op locaties in de gemeente, voor peuters die in de gemeente wonen en:

    • a.

      doelgroepkind zijn;

    • b.

      geen doelgroepkind zijn en waarvan de ouder(s)/verzorger(s) aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag op grond van afdeling 2 paragraaf 1 en 2 van de Wet kinderopvang.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie per peuter is afhankelijk van:

    • a.

      de draagkracht van de ouders;

    • b.

      of het kind wel of geen doelgroepkind is;

    • c.

      het aantal uren dat het kind gebruik maakt van de peuteropvang of VVE;

    • d.

      de uurprijs van de peuteropvang.

  • 2. Het college stelt jaarlijks de ouderbijdragetabel vast op grond waarvan de draagkracht van de ouders wordt berekend.

  • 3. Voor VVE-plaatsen betalen ouders alleen voor de eerste twee dagdelen een ouderbijdrage; de overige twee dagdelen worden volledig gesubsidieerd.

  • 4. Per VVE-plaats geldt een aanvullend subsidiebedrag van € 250,- per jaar.

  • 5. Het college stelt jaarlijks de maximale uurprijs vast.

Artikel 7. Bijzondere verplichtingen ten aanzien van de aanvraag

1.Een aanvrager vraagt subsidie conform deze regeling aan bij het college door gebruik te maken van het aanvraagformulier subsidie Peuteropvang en de daarbij horende sheet “Subsidie peuteropvang gemeente Midden-Delfland” (hierna: de sheet).

Artikel 8. Bijzondere verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. Naast de algemene verplichtingen zoals vastgelegd in de ASV gelden de volgende bijzondere verplichtingen:

    • a.

      locaties met VVE-plaatsen staan uiterlijk 1 oktober 2017 geregistreerd als VVE-locatie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen;

    • b.

      een subsidieontvanger beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan de gemeente. Het gaat hierbij om gegevens die nodig zijn voor het vaststellen van de hoogte van de subsidie. Hierbij valt te denken aan:

      • i.

        contact- en inkomensgegevens ouders/verzorgers;

      • ii.

        de wijze waarop de ouderbijdragetabel is toegepast;

      • iii.

        de plaatsingsovereenkomst met het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en de (verwachte) einddatum van de opvang;

      • iv.

        als het gaat om een VVE-plaats: een bewijs van indicatiestelling voor VVE van het consultatiebureau.

  • 2. Voor de verantwoording wordt naast de regels zoals vastgelegd in de ASV de volgende nadere voorwaarde gesteld:

    a.een subsidieontvanger dient per maand of per kwartaal de sheet van het betreffende jaar in.

Artikel 9. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Het college kan één of meer bepalingen uit deze regeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 10. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    In afwijking van artikel 6, lid 1 ASV geldt dat een aanvraag voor een jaarsubsidie voor 2017 uiterlijk 15 februari 2017 wordt ingediend.

  • 3.

    Deze subsidie wordt aangehaald als: “Subsidieregeling peuteropvang 2017”.

Aldus besloten in de collegevergadering van <datum>.

Hans Verlinde Arnoud Rodenburg

waarnemend gemeentesecretaris burgemeester