Regeling vervallen per 31-12-2019

Verordening subsidie beperken gevolgen erfafspoeling 2018-2019

Geldend van 09-02-2018 t/m 30-12-2019

Intitulé

Verordening subsidie beperken gevolgen erfafspoeling 2018-2019

Gemeente Midden-Delfland - Verordening subsidie beperken gevolgen erfafspoeling 2018-2019

Burgemeester en wethouders van Midden-Delfland;

Overwegende dat:

het Hoogheemraadschap van Delfland met andere overheden, zoals binnen de Bestuurlijke Watertafel, samenwerkt om de waterkwaliteit in haar werkingsgebied te verhogen;

de kwaliteit van water één van de basisvoorwaarden is om de gebiedskwaliteit in groene landschappen te vergroten;

de grondgebonden landbouw in Midden-Delfland, de economisch en landschappelijk gezien belangrijkste drager van het gebied, gebaat is bij schoon en kwalitatief goed water;

het Hoogheemraadschap en de gemeente Midden-Delfland zich gezamenlijk willen inzetten om agrarische bedrijven te stimuleren voor 2030 te voldoen aan de verwachte nieuwe zwaardere milieuvoorschriften;

de samenwerkende overheden dit willen stimuleren door subsidie beschikbaar te stellen voor het treffen van bovenwettelijke maatregelen;

de samenwerkende overheden zich gezamenlijk richten op afspoeling van afvalstoffen van het boerenerf naar het oppervlakte- en grondwater;

LTO Nederland in het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) aangeeft samen te werken met overheden voor het realiseren van belangrijke wateropgaven;

het project beperken van erfafspoelwater aansluit op de uitgangspunten van het DAW;

op 23 juni 2006 het Convenant IODS en op 2 september 2010 de bestuursovereenkomst IODS door diverse partijen, waaronder het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Midden-Delfland, zijn ondertekend;

in de bestuursovereenkomst is vastgelegd dat de gemeente Midden-Delfland bestuurlijk verantwoordelijk is voor de realisatie van ‘Kwaliteitsproject 4: Groen ondernemen, een nieuwe landbouw’;

de gemeente Midden-Delfland voor het werkingsgebied van Landschapsontwikkelingsperspectief Midden-Delfland®2025 de gebiedskwaliteit wil vergroten door actief bij te dragen aan maatregelen die zorgen voor een duurzame verbetering van de waterkwaliteit;

het beperken van erfafspoelwater het natuurlijke milieu van landbouwbedrijven verbetert zoals bedoeld in artikel 14, lid 3 sub b. van de Landbouwvrijstellingsverordening;

B E S L U I T :

Vast te stellen de Verordening subsidie beperken gevolgen erfafspoeling 2018-2019

Paragraaf 1 Inleiding en algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a) Erfafspoeling: het in oppervlaktewater of bodem terecht komen van hemelwater dat is verontreinigd met voer(resten), mest(resten), mestvocht en perssappen, organisch materiaal en andere schadelijke stoffen van het erf van landbouwbedrijven als gevolg van opslag van materialen en werkzaamheden bij de agrarische opstallen;

b) Erfscan: een plan dat beschrijft welke bovenwettelijke maatregelen een agrarisch ondernemer kan verrichten om de algehele prestaties en duurzaamheid van het bedrijf te vergroten, welke maatregelen gericht zijn op de verbetering van het natuurlijk milieu, de hygiëneomstandigheden of het dierenwelzijn;

c) Perssap: vloeistof die na het inkuilen uit het ingekuilde product vrijkomt;

d) Percolaat(water): regenwater dat op het erf of in de voeropslag in contact met voer(resten) en mest(resten);

e) Mestvocht: vloeistof dat uit de opgeslagen vaste mest en vanaf het koepad vrijkomt;

f) Koepad: dat gedeelte van de route dat is gelegen op het erf van het landbouwbedrijf en dat de koe dagelijks gebruikt om zich te verplaatsen van de wei naar de stal;

g) Agrarisch ondernemer: een ondernemer waar zijn hoofdactiviteit bestaat uit grondgebonden veeteelt voor koeien, schapen en geiten en paardenhouderijen;

h) Landbouwvrijstellingsverordening: verordening (EU) 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikel 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (LVV), zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 1 juli 2014 (L193/1);

i) Onderneming in moeilijkheden: de onderneming als bedoeld in artikel 2, onder 18 van de Verordening (EU), nr. 651/2014 van de Europese Commissie;

j) College: het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland.

Artikel 2 Doelstelling

De subsidie op basis van deze verordening is gericht op :

  • -

    het stimuleren van agrarische ondernemers om bovenwettelijke maatregelen te treffen die de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeteren en daarmee bijdragen aan betere kwaliteit van water voor het vergroten van de mogelijkheden gericht op het versterken van de biodiversiteit;

  • -

    een verbetering van de algehele milieu- en hygiëneomstandigheden bij te dragen aan de versterking van de kwaliteit van het landschap binnen het werkingsgebied van deze verordening.

Paragraaf 2 Procedurele bepalingen

Artikel 3 Werkingsgebied verordening

Voor de toepassing van deze verordening geldt als werkingsgebied het beheergebied van het Hoogheemraadschap van Delfland.

Artikel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor de uitvoering van deze verordening stelt het college een subsidieplafond vast.

  • 2.

    Het beschikbare bedrag wordt verdeeld in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen met betrekking tot de verdeling die dag geldt als datum van ontvangst.

  • 3.

    Het college zorgt voor publicatie van het subsidieplafond en de wijze waarop het beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld.

  • 4.

    Het college kan met één of meerdere tranches het subsidieplafond verhogen. Aanvragen om subsidie die zijn afgewezen op basis van overschrijding van het subsidieplafond worden bij een nieuwe tranche op volgorde van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag als eerste betrokken.

Artikel 5 Staatssteun

  • 1.

    Het college verstrekt uitsluitend subsidie indien dit in overeenstemming met de bepalingen van de LVV is geoorloofd. Deze bepalingen zijn met name:

    • a.

      de algemene en procedurele bepalingen in hoofdstuk I en II,

    • b.

      de bepalingen in artikel 14 lid 3 onder b.

  • 2.

    Subsidie wordt niet verstrekt aan:

    • a.

      een onderneming ten aanzien waarvan een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

    • b.

      een onderneming in moeilijkheden,

  • 3.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien deze een stimulerend effect heeft. Het stimulerend effect wordt aangenomen indien de aanvraag wordt ingediend voordat de werkzaamheden in het kader van het project zijn gestart.

Artikel 6 Aanvraag en begunstigden subsidie

  • 1.

    Het college stelt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor subsidie op basis van deze verordening een formulier vast. De aanvraag is minimaal voorzien van een offerte waaruit blijkt wat de kosten van de te treffen maatregelen zijn en een schets van de huidige en toekomstige situatie op het erf.

  • 2.

    Een aanvraag die niet is ingediend op het in het eerste lid bedoelde formulier, maar wel de benodigde gegevens voor de beoordeling bevat, wordt eveneens in behandeling genomen.

  • 3.

    Voor subsidie komen in aanmerking agrarische ondernemers en samenwerkingsverbanden daarvan, zoals een vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap.

Artikel 7 Vaststelling subsidie

  • 1.

    Het verzoek tot vaststelling van de definitieve subsidie moet uiterlijk één jaar na toekenning van de voorlopige subsidie bij het college worden ingediend. Zo niet, dan vervalt het recht op de subsidie.

  • 2.

    In bijzondere omstandigheden kan het college de termijn als bedoeld in het eerste lid ambtshalve of op verzoek verlengen.

  • 3.

    Bij de aanvraag om vaststelling van de subsidie verstrekt de agrarische ondernemer minimaal de betalingsbewijzen van de verrichte werkzaamheden en overige documenten, zoals foto’s, waaruit blijkt dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd. In geval van eigen inzet van urengelden de uren die bij de aanvraag zijn geaccordeerd als werkelijk gemaakte uren.

Artikel 8 Erfscan

  • 1.

    Bij de aanvraag als bedoeld in artikel 6 moet een erfscan toegevoegd worden.

  • 2.

    Uit de erfscan moet blijken dat met de subsidiering van bovenwettelijke maatregelen uit dat plan een positieve bijdrage wordt geleverd aan de doelen als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Bij de beoordeling van de erfscan betrekt het college in ieder geval de bijdrage aan de doelen als bedoeld in artikel 2 en de baten, zoals:

    • a.

      verlaging van de productiekosten en verbetering van de productie op het agrarisch bedrijf;

    • b.

      verbetering van het natuurlijk milieu, in het bijzonder gericht op de waterkwaliteit;

    • c.

      verbetering van de hygiëneomstandigheden op het agrarisch bedrijf en de bijdrage aan het verbeteren van het dierenwelzijn;

    • d.

      verbetering van de infrastructuur gericht op de ontwikkeling, verduurzaming en modernisering van de landbouw.

Artikel 9 Weigeringsgronden

De subsidie wordt niet toegekend wanneer:

a) opdracht voor de uitvoering van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 10 als is gegeven voordat op het verzoek om subsidie is beslist;

b) het subsidieplafond als bedoeld in artikel 4 al is bereikt;

c) het uitvoeren van de maatregelen op basis van de erfscan niet of in beperkte mate bijdraagt aan de doelen als bedoeld in artikel 2;

d) er sprake is van een vervangingsinvestering;

e) er sprake is van maatregelen om te voldoen aan een geldende wettelijke verplichting;

f) aanvrager geen bedrijfsmatige agrarisch ondernemer is;

g) aanvrager een ondernemer in moeilijkheden is;

h) aanvrager in surseance van betaling of in staat van faillissement is;

i) op de aanvrager de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard of dat daartoe een verzoek bij de rechtbank is ingediend.

Paragraaf 3 Subsidie maatregelen erfscan

Artikel 10 Subsidie uitvoering maatregelen erfscan

  • 1.

    Aan de agrarische ondernemer kan door het college subsidie worden verstrekt voor de aanleg van een opvangvoorziening voor vrijkomend perssap bij al bestaande opslagen voor ruwvoer onder de 40% droge stof en/of de opvang van percolaat dat vrijkomt bij de opslag van kuilvoer of bij producten.

  • 2.

    Aan de agrarische ondernemer kan door het college subsidie worden verstrekt voor het op afschot brengen van de vloer van de ruwvoeropslag bij renovatie of vervanging.

  • 3.

    Aan de agrarische ondernemer kan door het college subsidie worden verstrekt voor de aanleg van een gescheiden afvoersysteem voor schoon water en/of perssap en percolaat in de ruwvoeropslag bij renovatie of vervanging van deze opslag.

  • 4.

    Aan de agrarische ondernemer kan door het college subsidie worden verstrekt voor de aanleg van straatkolken, riolering en aansluiting op een opvangvoorziening voor de opvang van mest en mestvocht vanaf het koepad.

  • 5.

    Aan de agrarische ondernemer kan door het college subsidie worden verstrekt voor de aanleg van een opvangvoorziening voor vaste mest, waarbij deze voorziening wordt voorzien van een vloeistofkerende vloer of het realiseren van een rechtstreekse aansluiting op de mestkelder.

  • 6.

    Aan de agrarische ondernemer kan door het college subsidie worden verstrekt voor de aanleg van een opvangvoorziening van mestvocht bij de vaste mestopslag, indien deze vaste mestopslag is voorzien van een vloeistofkerende vloer.

Artikel 11 In aanmerking komende kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking:

    • a.

      de kosten van de bouw of verbetering van onroerende goederen,

    • b.

      de kosten van de inzet van machines en uitrusting,

    • c.

      de algemene kosten in verband met de onder a. en b. bedoelde uitgaven, zoals voor het inschakelen van architecten, ingenieurs en adviseurs en voor advies over ecologische en economische duurzaamheid, met inbegrip van haalbaarheidsstudies.

  • 2.

    Voor activiteiten benoemd in artikel 11 lid 1. komen de kosten uit lid 1 onder a. tot en met c. in aanmerking voor zover deze betrekking hebben op bovenwettelijke investeringen.

Artikel 12 Subsidiehoogte

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt 40% van de in aanmerking komende kosten.

  • 2.

    De maximale toe te kennen en uit te betalen subsidie op basis van deze verordening per agrarisch bedrijf is € 10.000,-.

  • 3.

    De subsidie is nooit hoger dan met inachtneming van de cumulatiebepalingen zoals opgenomen in artikel 8 LVV is toegestaan.

Artikel 13 Subsidievoorschriften

  • 1.

    Het college kan aan het toekennen van de subsidie voorschriften verbinden.

  • 2.

    Aan de toekenning verbindt het college minimaal de volgende voorschriften:

    • a.

      aanvrager staat toe dat personen die voor of namens het college of het Hoogheemraadschap van Delfland werkzaamheden verrichten toestemming krijgen het erf te betreden in het kader van die werkzaamheden;

    • b.

      uiterlijk bij de eindcontrole voor de vaststelling van de subsidie is geen sprake van erfafspoeling die niet voldoet aan de op dat moment geldende milieuvoorschriften;

    • c.

      subsidie wordt afgewezen indien na aanwijzing van het bevoegd gezag niet binnen een periode van vier weken afdoende maatregelen zijn getroffen om aan de minimale wettelijke eisen te voldoen;

  • 3.

    Bij opvangvoorziening voor afvalwater kan het college voorschrijven dat deze voorziening voorziet wordt van een dompelpomp met vlotter om bij een dreigend overlopen van de voorziening het afvalwater over te pompen naar een andere opvangvoorziening.

  • 4.

    Indien een subsidieontvanger meer dan € 60.000 subsidie onder deze regeling ontvangt, verleent hij medewerking aan de publicatieverplichtingen zoals bepaald in artikel 9 LVV.

Artikel 14 Niet subsidiabele kosten

1.Niet voor subsidie komen in aanmerking:

a) kosten als bedoeld in artikel 11 indien de werkzaamheden niet bijdragen aan het realiseren van de doelen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening;

b) kosten voor werkzaamheden die leiden tot een hoger kwaliteitsniveau dan in het algemeen binnen de agrarische sector gebruikelijk is.

Paragraaf 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Voorschot subsidie

  • 1.

    Op verzoek van de agrarische ondernemer wordt een voorschot toegekend van 50% van de verleende subsidie.

  • 2.

    Het restant van de subsidie wordt uitbetaald binnen 10 weken na verzoek tot vaststelling van de subsidie. Definitieve vaststelling van de subsidie op basis van artikel 6 vindt dan plaats op basis van deze verordening.

Artikel 16 Uitbetaling subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt uiterlijk uitbetaald aan het einde van het kwartaal volgend op het kwartaal waarin het verzoek om vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 7 is ontvangen.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt voor de gereedmelding uitgegaan van de datum waarop de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt drie weken na kennisgeving bij de Europese Commissie in werking.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet indien binnen de periode van drie weken door of vanwege de Europese Commissie bericht is ontvangen dat deze verordening niet in overeenstemming is met de Verordening (EU), nr. 702/2014 van 25 juni 2014 van de Europese Commissie.

  • 3.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2019.

Artikel 18 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze verordening ten gunste van belanghebbenden buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van de activiteiten leidt tot onbillijkheid van zwaarwegende aard.

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Verordening subsidie beperken gevolgen erfafspoeling 2018-2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Martien Born Arnoud Rodenburg

gemeentesecretaris burgemeester