Regeling vervallen per 31-12-2012

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011

Geldend van 03-08-2012 t/m 30-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011

De raad van de gemeente Midden-Delfland;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 september 2011, nr. 2011-06-09 c;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en artikel 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011 (Legesverordening 2011)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vergunning op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening voor evenementen waarvan de doelstelling fondsenwerving voor een charitatief doel is.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoerings- besluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Voor de invordering van de leges voor alleen de kosten van een Nederlandse identiteitskaart kan geheel of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend.

Artikel 9 Teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerktreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      onderdeel 1.1.7 (akten burgerlijke stand);

    • b.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • c.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • d.

      onderdeel 1.4.7 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);

    • e.

      hoofdstuk 5 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);

    • f.

      onderdeel 1.8.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • g.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Legesverordening 2010’ , de ‘Eerste wijziging Legesverordening 2010’ en de ‘Tweede wijziging Legesverordening 2010’ worden ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van heffing.

  • 2.

    De ‘Legesverordening 2010’ , de ‘Eerste wijziging Legesverordening 2010’ en de ‘Tweede wijziging Legesverordening 2010’ blijven van toepassing op de belastbare feiten

    • a.

      die zich vóór 1 januari 2011 hebben voorgedaan;

    • b.

      waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast. De van toepassing zijnde tarieven worden dan verhoogd met 1,5%, waarbij de uitkomst rekenkundig wordt afgerond op twee decimalen.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening 2011’.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 09 november 2010.

De griffier

De voorzitter

A. de Vos

A.J. Rodenburg

Bijlage Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2011

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1 Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

1.1.1.1 maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur € 337,55;

1.1.1.1.1 in afwijking van hetgeen bepaald in 1.1.1.1 is de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op maandag om 9.00 en 9.30 uur in het gemeentehuis in Schipluiden kosteloos;

1.1.1.2 buiten de onder 1.1.1.1 genoemde uren € 412,55;

1.1.1.3 op zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag € 632,20.

1.1.2 Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik wordt gemaakt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

1.1.2.1 maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 16.00 uur € 337,55;

1.1.2.1.1 in afwijking van hetgeen bepaald in 1.1.2.1 is de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op maandag om 9.00 en 9.30 uur in het gemeentehuis in Schipluiden kosteloos;

1.1.2.2 buiten de onder 1.1.2.1 genoemde uren € 412,55;

1.1.2.3 op zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag € 632,20.

1.1.3 De tarieven als genoemd in 1.1.1 en 1.1.2 worden bij de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op een andere locatie dan het gemeentehuis en de oude gemeentehuizen in Maasland en Schipluiden vermeerderd met € 106,15.

1.1.4 Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap, deze aanvraag wordt ingetrokken, is 25% van de leges als bedoeld in artikel 1.1.1.1, 1.1.1.2, 1.1.1.3, 1.1.2.1, 1.1.2.2, 1.1.2.3 en 1.1.3 verschuldigd.

1.1.5 Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapboekje € 35,00.

1.1.6 Het tarief bedraagt voor het op aanvraag luiden van de klok, indien aanwezig € 18,50.

1.1.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.1.7.1 elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand € 11,80;

1.1.7.2 elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap of van overlijden € 11,80;

1.1.7.3 elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek € 21,20;

1.1.7.4 elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand € 11,80;

1.1.7.5 Indien het stuk als bedoeld in 1.1.7.1, 1.1.7.2, 1.1.7.3 en 1.1.7.4 op verzoek van de aanvrager per post wordt verzonden, wordt het tarief per zending vermeerderd met € 3,10.

1.1.8 Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege ter beschikking stellen van getuigen voor huwelijken of geregistreerde partnerschappen per getuige € 18,50.

1.1.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verlenen van een verlof tot uitstel van begraven of cremeren € 18,50.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1 het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen € 48,70;

1.2.1.2 tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort) € 48,70;

1.2.1.3 tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) € 48,70;

1.2.1.4 tot het bijschrijven van een kind in een reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 direct bij aanvraag van dit nieuwe reisdocument € 9,35;

1.2.1.5 tot het bijschrijven van een kind door middel van een bijschrijvingssticker in een al uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 € 21,85;

1.2.2 het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:

1.2.2.1 voor een persoon die op het moment van aanvraag de leeftijd van 14 jaar nog niet heeft bereikt € 30,00;

1.2.2.2 in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1 € 40,05.

1.2.3.1 De tarieven genoemd in 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en 1.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met € 45,90.

1.2.3.2 Het tarief genoemd in 1.2.2.1 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van één of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4, slechts één keer per reisdocument berekend.

1.2.3.3 Het tarief genoemd in 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van € 21,80.

1.2.3.4 Indien de oude Europese of Nederlandse identiteitskaart door vermissing of diefstal niet kan worden ingeleverd, wordt het onder 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en 1.2.2 genoemde tarief vermeerderd met € 10,00.

1.2.3.5 Indien het oude paspoort door vermissing of diefstal niet kan worden ingeleverd, wordt het onder 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 en 1.2.2 genoemde tarief vermeerderd met € 10,00.

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs € 36,90.

1.3.2 Het tarief genoemd in 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met € 33,50.

1.3.3 Indien het oude rijbewijs door vermissing of diefstal niet kan worden ingeleverd en er geen geldig reisdocument kan worden overlegd, wordt het onder 1.3.1 genoemde tarief vermeerderd met € 10,00.

1.3.4 Het tarief voor afgifte van een Eigen Verklaring bedraagt € 23,05.

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1 tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking € 6,45;

1.4.2.2 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.2.1 voor 100 verstrekkingen € 67,05;

1.4.2.2.2 voor 500 verstrekkingen € 135,35;

1.4.2.2.3 voor 1.000 verstrekkingen € 202,45;

1.4.2.2.4 voor 5.000 verstrekkingen € 406,05;

1.4.2.3 tot het afsluiten van een abonnement op het periodiek verstrekken van een opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en vestigingen in de gemeente € 114,40.

1.4.3 Voor de toepassing van 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

1.4.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.4.1 tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking € 6,45;

1.4.4.2 tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.4.2.1 voor 100 verstrekkingen € 67,05;

1.4.4.2.2 voor 500 verstrekkingen € 135,35;

1.4.4.2.3 voor 1.000 verstrekkingen € 202,45;

1.4.4.2.4 voor 5.000 verstrekkingen € 406,05;

1.4.5 Indien de verstrekking als bedoeld in 1.4.2.1 en 1.4.4.1 op verzoek van de aanvrager per post wordt verzonden, wordt het tarief per zending vermeerderd met € 3,10.

1.4.6 Het tarief bedraagt voor het afgeven van een bewijs van opneming in de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens per persoon € 6,45.

1.4.6.1 Indien een internationaal bewijs moet worden afgegeven, wordt het tarief als bedoeld in 1.4.6 vermeerderd met € 4,65.

1.4.7 In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens € 2,25.

1.4.8 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier € 18,50.

1.4.9 Het tarief voor afstemming via alternatieve media (magneetband of magneetschijf) bedraagt € 22,70.

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.5.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:

1.5.1.1 bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:

1.5.1.1.1 ten hoogste 100 pagina’s, per pagina € 0,20 met een maximum per bericht € 4,50;

1.5.1.1.2 meer dan 100 pagina’s € 22,50;

1.5.1.2 bij verstrekking anders dan op papier € 4,50;

1.5.1.3 dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking € 22,50.

1.5.2 Indien voor hetzelfde bericht op grond van 1.5.1.1, 1.5.1.2 en 1.5.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.

1.5.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens € 4,50.

Hoofdstuk 6 Bestuursstukken

1.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.6.1.1 een afschrift van de gemeentebegroting € 17,35;

1.6.1.2 een afschrift van de gemeenterekening € 17,35;

1.6.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.6.2.1 op de vergaderstukken van de raadsvergaderingen (agenda, voorstellen en verslag) € 51,80;

1.6.2.2 op de vergaderstukken van de commissievergaderingen (agenda, voorstellen en verslag) € 51,80;

1.6.2.3 op het gemeenteblad € 29,45;

1.6.3 Indien een abonnement als bedoeld in 1.6.2.1 en 1.6.2.2 in de loop van een kalenderjaar wordt afgesloten, wordt het tarief voor het resterende

gedeelte van het kalenderjaar vastgesteld naar zoveel kwartalen als er in dat jaar nog volle kwartalen overblijven.

Hoofdstuk 7 Vastgoedinformatie

1.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.1.1 tot het verstrekken van een uittreksel uit het Wkpb-beperkingenregister, per uittreksel € 18,50;

1.7.1.2 tot het verstrekken van een onbelastverklaring uit Wkpb-beperkingenregister, per verklaring € 18,50;

1.7.1.3 tot het verstrekken van een uittreksel uit de Wkpb-registratie, per uittreksel € 18,50;

1.7.1.4 tot toelichting op het ter inzage verleende dossier, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan € 18,50.

Hoofdstuk 8 Overige publiekszaken

1.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een:

1.8.1.1 verklaring omtrent het gedrag € 30,05;

1.8.1.2 bewijs van in leven zijn € 11,80;

1.8.1.3 legalisatie van een handtekening € 3,20;

1.8.1.4 bewijs van Nederlanderschap € 6,45.

1.8.2 Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het verlenen van:

1.8.2.1 een verklaring van optie geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden;

1.8.2.2 het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit optie- en naturalisatiegelden.

Hoofdstuk 9 Gemeentearchief

1.9.1 Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan € 19,25.

Hoofdstuk 10 Huisvestingswet / Leegstandwet

1.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.10.1 tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet € 16,10;

1.10.2 tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke

onttrekking van woonruimte aan de bestemming als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet € 31,65;

1.10.3 tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet € 31,65;

1.10.4 tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet € 31,65;

1.10.5 tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van een woonruimte als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet € 16,10;

1.10.6 tot verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 1.10.5

€ 16,10.

Hoofdstuk 11 Kansspelen

1.11.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.11.1.1 voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat € 56,50;

1.11.1.2 voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat € 56,50 en voor iedere volgende kansspelautomaat € 34,00;

1.11.1.3 voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd € 226,50;

1.11.1.4 voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat € 226,50 en voor iedere volgende kansspelautomaat € 136,00;

1.11.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) € 36,60.

Hoofdstuk 12 Telecommunicatie

1.12.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet € 69,75;

1.12.1.1 indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond:

1.12.1.2 bij tegels per strekkende meter vermeerderd met € 8,95;

1.12.1.3 bij klinkers per strekkende meter vermeerderd met € 13,55;

1.12.1.4 bij tegels – lasgaten per m² vermeerderd met € 15,10;

1.12.1.5 bij klinkers – lasgaten per m² vermeerderd met € 15,10;

1.12.2 Het in 1.12.1 genoemde tarief wordt:

1.12.2.1 indien over een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en aanbieders van netwerk vermeerderd met € 54,70.

1.12.2.2 indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.12.2.3 indien een begroting als bedoeld in 1.12.2.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.12.3 Het tarief als bedoeld in 1.12.1.2, 1.12.1.3, 1.12.1.4 en 1.12.1.5 wordt verminderd met de van de melder verkregen of te verkrijgen privaatrechterlijke vergoeding voor beheerskosten per strekkende meter sleuf in verband met de werkzaamheden, met dien verstande dat het tarief na vermindering niet minder dan nihil kan bedragen.

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

1.13 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 € 37,50;

1.13.2 tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen € 32,90;

1.13.3 tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) € 10,90.

Hoofdstuk 14 Ligplaats

1.14 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning voor een ligplaats als bedoeld in artikel 5:25 van de Algemene plaatselijke verordening € 78,45.

Hoofdstuk 15 Diversen

1.15.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.15.1.1 gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina € 3,20;

1.15.1.2 afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina € 0,50;

1.15.1.3 een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen € 74,35;

1.15.1.4 stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina € 9,95;

1.15.1.5 reproducties van stukken of tekeningen vervaardigd door middel van een lichtdrukapparaat:

1.15.1.5.1 op formaat A3 of kleiner € 10,60;

1.15.1.5.2 op formaat A2 € 15,90;

1.15.1.5.3 op formaat A1 € 18,50;

1.15.1.5.4 op formaat groter dan A1, per m² € 6,65.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1 aanlegkosten:

De aannemingsom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werk 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2 bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3 Wabo:

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2 In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag

2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1.1 om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is € 50,75;

2.2.1.2 om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is en waarbij een welstandsadvies nodig is € 152,25.

2.2.2 om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1 Bouwactiviteiten

2.3.1.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief

2.3.1.1.1 indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen 2,28% van de bouwkosten, met een minimum van € 117,35

2.3.1.1.2 indien de bouwkosten € 50.000 of meer bedragen 2,28% van de bouwkosten, met een maximum van € 2.850.000,00

2.3.1.1.3 voor een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo voor een warenhuis (kas) wordt zoals gesteld in 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 verminderd met 1% van de bouwkosten.

2.3.1.2 Toetsing welstandscriteria

Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1 wordt, indien voor een toetsing van een aanvraag aan de welstandscriteria een advies benodigd is van de welstandscommissie, als volgt verhoogd

Bouwkosten

Tarief (afronden naar boven op veelvoud van

€ 5,00)

Reclames

€ 30,00 + € 25 administratiekosten

Lager dan 4.000,-

€ 30,00 + € 25 administratiekosten

4.000,- tot 25.000,-

€ 26,00 + € 25 administratiekosten + 2,00 ‰ van de bouwkosten

25.000,- tot 120.000,-

€ 52,00 + € 25 administratiekosten + 1,10 ‰ van de bouwkosten

120.000,- tot 230.000,-

€ 98,00 + € 25 administratiekosten + 1,10 ‰ van de bouwkosten

230.000,- tot 455.000,-

€ 237,00 + € 25 administratiekosten + 0,60 ‰ van de bouwkosten

Meer dan 455.000,-

€ 469,00 + € 25 administratiekosten + 0,25 ‰ van de bouwkosten

Extra welstandstoets

2.3.1.2.1 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.2 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwewelstandstoets noodzakelijk is € 101,50.

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3.1 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld € 538,00.

Advies natuur- en landschapsdeskundige

2.3.1.3.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van een natuur- en landschapsdeskundige nodig is en wordt beoordeeld € 538,00.

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 10% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van € 1.015,00.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.5 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandelingis genomen € 65,30.

2.3.2 Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: € 38,15.

2.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.:

2.3.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) € 180,40;

2.3.3.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) € 180,40 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) € 7.517,70;

2.3.3.4 indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast(tijdelijke afwijking) € 180,40;

2.3.3.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) € 180,40;

2.3.3.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1,derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) € 65,30 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van deWabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) € 65,30 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.8 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast(afwijking van voorbereidingsbesluit) € 65,30 van het op grond van onderdeel 2.3.1.1. verschuldigde bedrag.

2.3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op  activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) € 180,40;

2.3.4.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) € 180,40;

2.3.4.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) € 180,40;

2.3.4.4 indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) € 180,40;

2.3.4.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast(afwijking van exploitatieplan) € 180,40;

2.3.4.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van deWabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) € 65,30;

2.3.4.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van deWabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) € 65,30.

2.3.4.8 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) € 65,30.

2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in gebruik hebben of houden van bouwwerken zoals bedoeld in:

A artikel 6.1.1, lid 1, van de Bouwverordening € 231,85 vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven:

voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte:

Categorie

Aantal m²

Toeslag

1

0 t/m 100

€ 231,85

 

2

101 t/m 500

€ 96,85

+ € 1,32 per m²

3

501 t/m 2.000

€ 519,30

+ € 0,49 per m²

4

2.001 t/m 5.000

€ 1.274,95

+ € 0,12 per m²

5

5.001 t/m 50.000

€ 1.752,05

+ € 0,03 per m²

6

meer dan 50.001

€ 2.790,65

+ € 0,01 per m²

Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft:

2.3.5.1.1 uitbreiding van een inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat:

het legestarief vermeld in artikel 2.3.5.1 A, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

2.3.5.1.2 herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat de herindeling tenminste 10% van de oppervlakte bestaat: 50% van het legestarief vermeld in artikel 2.3.5.1 A, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

2.3.5.1.3 indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 A betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement, waarbij de gebruiksduur maximaal 4 weken bedraagt, bedraagt het tarief 10% van het bedrag vermeld in artikel 2.3.5.1 A;

2.3.5.1.4 indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 A betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement, waarbij de gebruiksduur maximaal 4 weken bedraagt, bedraagt het tarief 100% van het bedrag vermeld in artikel 2.3.5.1 A;

2.3.5.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het in gebruik hebben of houden van inrichtingen (bouwwerken geen gebouw zijnde) zoals bedoeld in:

B artikel 2.1.1, lid 1, van de Brandbeveiligingsverordening ten behoeve van het gebruik van een in dat artikel omschreven inrichting niet zijnde bouwwerk € 231,85 

voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte:

Categorie

Aantal m²

Toeslag

 

 

 

1

0 t/m 100

geen

2

101 t/m 500

+ € 1,32 per m²

3

501 t/m 2.000

+ € 0,49 per m²

4

2.001 t/m 5.000

+ € 0,12 per m²

5

5.001 t/m 50.000

+ € 0,03 per m²

6

meer dan 50.001

+ € 0,01 per m²

Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.2 betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft:

2.3.5.2.1 uitbreiding van een inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in artikel 2.3.5.2 B, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de

uitbreiding;

2.3.5.2.2 herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, dan wel een deel van de inrichting, met dien verstande dat de herindeling tenminste 10% van de oppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld onder 2.3.5.2 B, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

2.3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerst lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Gemeente Midden-Delfland aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.6.1.1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument € 73,05;

2.3.6.1.2 voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument opeen wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht € 73,05;

2.3.6.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Gemeente Midden-Delfland aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief € 73,05.

2.3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads-of dorpsgezicht

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief € 48,70.

2.3.8 Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief € 15,90.

2.3.9 Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.9.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief € 65,30;

2.3.9.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.9.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief € 65,30;

2.3.9.2.2 als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.10 Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.10.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.10.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.11 Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.11.1 voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport € 148,70;

2.3.11.2 voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport € 152,20;

2.3.11 Advies

2.3.11.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.11.2 Indien een begroting als bedoeld in 2.3.11.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.12 Verklaring van geen bedenkingen

2.3.12.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.12.1.1 indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moetafgeven € 65,30;

2.3.12.1.2 indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld;

2.3.12.2 Indien een begroting als bedoeld in 2.3.12.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan 90% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan, doch voor het verlenen van een vergunning 70% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- en sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 30% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2 Onder een weigering bedoeld in artikel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4 Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.11 en 2.3.12 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een schriftelijke aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: 50%.

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project € 56,65.

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerstelid, van de Wet ruimtelijke ordening € 7.517,70.

2.8.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening € 180,40.

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

(vervallen)

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking € 65,30.

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5 Exploitatievergunning horecabedrijf

Hoofdstuk 6 Standplaats- en ventvergunning

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet € 224,90.

3.1.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding totwijziging bij een vergunning als bedoeld in 3.1.1 € 74,95.

3.1.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet € 45,65.

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning voor het organiseren als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, indien het betreft:

3.2.1.1 een grootschalig evenement € 418,30;

3.2.1.2 een kleinschalig evenement € 72,00;

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning voor een seksinrichting of escortbedrijf voor 12 maanden ingevolge hoofdstuk 3, artikel 3.2.1, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening € 622,05.

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

3.4 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet € 63,35.

Hoofdstuk 5 Exploitatievergunning horecabedrijf

3.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

3.5.1 het afgeven van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening € 112,45;

3.5.2 het verlengen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening € 74,95.

Hoofdstuk 6 Standplaats- en ventvergunning

3.6.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning tot het betrekken van een standplaats in de gemeente als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening:

3.6.1.1 geldig voor één dag € 18,50;

3.6.1.2 geldig voor één week € 18,50;

3.6.1.3 geldig voor één maand € 37,20;

3.6.1.4 geldig voor één jaar € 74,35;

3.6.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een vergunning tot venten in de gemeente als bedoeld in artikel 5:15 van de Algemene plaatselijke verordening:

3.6.2.1 geldig voor één dag € 18,50;

3.6.2.2 geldig voor één week € 18,50;

3.6.2.3 geldig voor één maand € 37,20;

3.6.2.4 geldig voor één jaar € 74,35.

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan € 18,50.

Behorende bij het raadsbesluit van 9 november 2010.

De griffier van Midden-Delfland,

 

A. de Vos