Regeling vervallen per 02-02-2018

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Midden-Drenthe

Geldend van 01-01-2012 t/m 01-02-2018

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Midden-Drenthe

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Verordening wordt verstaan onder

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: de rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de commissie;

  • d.

    college: college Burgemeester en Wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Midden-Drenthe;

Artikel 2 Commissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie bestaat uit drie leden, niet zijnde raadsleden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2. De raad benoemt op voordracht van de rekenkamercommissie de voorzitter.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van zes jaar benoemd.

Artikel 4 Eed

Op de leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer:

    • a.

      zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen;

    • b.

      op voordracht van de commissie indien deze van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van rekenkamercommissielid te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie. De vergoeding bedraagt voor leden 2 ½ maal en voor de voorzitter 3 ½ maal het bedrag, vermeld in de bij AMvB behorende tabel IV, zoals dat bedrag jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 3”.

  • 2. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de leden is de verordening ex artikel 96 van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De rekenkamercommissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

  • 2. De secretaris wordt in overleg met de rekenkamercommissie aangewezen door de griffier.

  • 3. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 4. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 5. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van de dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur, bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213 van de gemeentewet, tweede lid.

  • 2. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 4. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel al zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, huns zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      interne onderzoekmedewerkers;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4. Wanneer de commissie dit nodig acht kan zij aan de raad een gemotiveerd verzoek doen om een aanvullend budget beschikbaar te stellen.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Op dat tijdstip vervalt de “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Midden-Drenthe” vastgesteld bij raadsbesluit van 26 mei 2005.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Midden-Drenthe”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 7 juli 2011,
de griffier,
C.J. Onderwater
de voorzitter,
J.Broertjes