Regeling vervallen per 20-11-2013

Verordening Marktgelden 2012

Geldend van 22-11-2012 t/m 19-11-2013

Intitulé

Verordening Marktgelden 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    marktdag: de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur;

  • b.

    marktstandplaats: een op en voor de duur van de markt door of namens het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel op een weekmarkt;

  • c.

    marktstandplaatshouder: ieder aan wie het door of namens het college van burgemeester en wethouders is toegestaan om gedurende een weekmarkt een marktstandplaats te bezetten;

  • d.

    standplaats: een voor een bepaalde tijd door of namens het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaats niet zijnde een winkel of een markt waar goederen te koop worden aangeboden;

  • e.

    standplaatshouder: ieder aan wie het door of namens het college van burgemeester en wethouders is toegestaan om een standplaats in te nemen

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een marktstandplaats voor het uitoefenen van de markthandel op weekmarkten en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

  • 2. Onder de naam standplaatsvergoeding wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen in het kader van de ambulante handel op gemeentegrond, niet zijnde een winkel of op een weekmarkt.

  • 3. Onder de naam energiekostenvergoeding wordt een recht geheven voor het ter beschikking stellen van een door de gemeente aangebrachte elektriciteitsvoorziening.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Het marktgeld genoemd in artikel 2, lid 1 eventueel aangevuld met artikel 2 lid 3 wordt geheven van de marktstandplaatshouder.

  • 2. De standplaatsvergoeding genoemd in artikel 2, lid 2 eventueel aangevuld met artikel 2 lid 3 wordt geheven van een standplaatshouder.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Voor zover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven per jaar zijn opgenomen is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten waarop artikel 5 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten, in afwijking in zoverre van artikel 4, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld van de overige rechten

De rechten waarop artikel 6 niet van toepassing is, zijn verschuldigd bij de aanvang van het gebruik.

Artikel 9 Termijnen van betaling

De rechten moeten worden voldaan ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

  • a.

    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

  • b.

    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden en standplaatsvergoeding.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening Marktgelden 2010’ van 5 november 2009, voor het laatst gewijzigd op 3 november 2010, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Marktgelden 2012’.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 10 november 2011.
de griffier, C.J. Onderwater
de voorzitter, J. Broertjes

Bijlage Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de 1e wijziging van de Verordening Marktgelden 2012

1.

Vergunning en registratie op wachtlijst

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

1.1

Het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor een weekmarkt

33,75

1.2

Het plaatsen op de wachtlijst

16,80

1.3

Het verlengen van de plaatsing op de wachtlijst

11,20

2.

Marktgeld

Algemeen

-Maatstaf van heffing is mede het langs de grond gemeten aantal strekkende meters van de frontbreedte van de standplaats waarbij een gedeelte van een strekkende meter als een gehele meter wordt aangemerkt.

-De frontbreedte wordt gemeten langs die zijden waar het publiek toegang heeft en alwaar handelswaren zijn uitgestald.

Tarieven marktgeld

2.1

Het marktgeld voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, weegtoestellen, hand- of andere wagens en andere soortgelijke inrichtingen per strekkende meter frontbreedte bedraagt per jaar

116,50

2.2

Voor de marktstandplaatsen worden tenminste vier strekkende meters, respectievelijk vier vierkante meters in rekening gebracht.

3.

Standplaatsvergoeding

Algemeen

De standplaatsvergoeding geldt voor het gebruik van een standplaats op gemeentegrond.

Tarieven standplaats

3.1

De standplaatsvergoeding voor het innemen van een standplaats met kramen, tafels, weegtoestellen, hand- of andere wagens en andere soortgelijke inrichtingen bedraagt per jaar voor:

3.1.1

1 dag per week

432,00

3.1.2

2 dagen per week

810,00

3.1.3

3 dagen per week

1.135,00

3.1.4

4 dagen per week

1.415,00

3.1.5

5 of meer dagen per week

1.620,00

4.

Energiekostenvergoeding

Een marktstandplaatshouder of standplaatshouder moet betalen voor stroom als deze vanuit een gemeentelijke meterkast wordt geleverd.

Tarief energiekostenvergoeding

4.1

Voor stroomverbruik vanuit een gemeentelijke meterkast is een energiekostenvergoeding per dag verschuldigd van

4,05