Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Midden-Drenthe 2018

Geldend van 02-02-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie

De Raad van de gemeente Midden-Drenthe;

Gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

Overwegende dat:

  • ·

    per 2018 er nieuwe leden in de rekenkamercommissie worden benoemd;

  • ·

    de systematiek van vergoeding is gewijzigd;

  • ·

    het aantal leden van de commissie is gewijzigd, en

  • ·

    de verordening enige modernisering behoefde,

besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie gemeente Midden-Drenthe 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Verordening wordt verstaan onder

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • c.

    college: college Burgemeester en Wethouders.

Artikel 2 De Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit ten minste drie leden, niet zijnde raadsleden.

  • 3. Indien de commissie een even aantal leden telt en bij een stemming de stemmen staken, geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2. De raad benoemt op voordracht van de rekenkamercommissie een voorzitter.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode van maximaal zes jaar benoemd.

  • 4. De leden kunnen maximaal één periode herbenoemd worden.

  • 5. Bij de benoeming kan de raad een rooster van aftreden vaststellen.

Artikel 4 Eed

Op de leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad kan de leden ontslaan of hen op non-actief stellen.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3. De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebrek naar het oordeel van de raad blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen;

  • 4. Op verzoek van de rekenkamercommissie kan de raad besluiten tot ontslag wanneer de raad het oordeel van de rekenkamercommissie deelt dat het lid niet langer geschikt is om de functie van rekenkamercommissielid te vervullen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden ontvangen een maandelijkse vergoeding voor het rekenkamercommissiewerk. Deze vergoeding is voor de leden € 200 en voor de voorzitter € 300,-, ongeacht de werkzaamheden.

  • 2. De vergoeding volgt jaarlijks de indexatie van de programmabegroting.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De rekenkamercommissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

  • 2. De griffier wijst de secretaris aan na overleg met de rekenkamercommissie.

  • 3. De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 4. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de commissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur, bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213 van de gemeentewet, tweede lid.

  • 2. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 3. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 4. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, voert zij daarvoor goede gronden aan.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek.

  • 2. De rekenkamercommissie kan besluiten de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht in het kader van het onderzoek.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid. De rapporten van de rekenkamer zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie bijlagen en andere documenten als geheim aanmerken.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de bij het onderzoek betrokken personen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, een zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      interne onderzoekmedewerkers;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 4. Wanneer de commissie dit nodig acht kan zij aan de raad een gemotiveerd verzoek doen om een aanvullend budget beschikbaar te stellen.

Artikel 12 Inwerkingtreding, intrekking oude verordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.

  • 2. Op dat tijdstip wordt de “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Midden-Drenthe” vastgesteld bij raadsbesluit van 7 juli 2011 ingetrokken.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Midden-Drenthe 2018”.

Ondertekening

De griffier De voorzitter
C.Vos T. Baas