Beleidsregel plaatsingssubsidie 2017

Geldend van 04-08-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-03-2017

Intitulé

Beleidsregel plaatsingssubsidie 2017

Burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe,

gelet op artikel 15 van de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat

-de gemeenteraad in de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 als re-integratieinstrument een plaatsingssubsidie heeft ingesteld,

Besluit

vast te stellen de volgende beleidsregel

Beleidsregel plaatsingssubsidie 2017

Artikel 1 Termijn en wijze van aanvraag

  • 1. De werkgever dient de plaatsingssubsidie uiterlijk binnen drie maanden na de ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst aan te vragen op een daartoe door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Plaatsingssubsidie kan niet worden aangevraagd zolang de arbeidsovereenkomst nog niet tot stand is gekomen.

Artikel 2 Gegevens benodigd bij aanvraag

De werkgever verstrekt bij de aanvraag voor de plaatsingssubsidie de volgende gegevens:

  • a.

    naam, adres, woonplaats en Burgerservicenummer van de werknemer;

  • b.

    een afschrift van de arbeidsovereenkomst waaruit de aard, de duur en de omvang van het dienstverband blijken;

  • c.

    desgevraagd overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten op de subsidieaanvraag.

Artikel 3 Voorwaarden

De persoon met een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ voor wie de werkgever de plaatsingssubsidie aanvraagt, dient:

  • a.

    minimaal een jaar aaneengesloten een werkloosheidsuitkering (WW, Participatiewet, IOAW of IOAZ) te hebben gehad direct voorafgaand aan de indiensttreding bij de werkgever die de plaatsingssubsidie aanvraagt, of

  • b.

    alleenstaande ouder te zijn met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, of

  • c.

    50 jaar of ouder te zijn, of

  • d.

    niet te beschikken over een startkwalificatie, en

  • e.

    niet te behoren tot de doelgroep loonkostensubsidie conform de Participatiewet

Artikel 4 Hoogte van de plaatsingssubsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt eenmalig maximaal een bedrag van € 5.000,- per werknemer indien een contract voor minimaal een jaar wordt aangeboden waardoor de werknemer een inkomen boven bijstandsniveau heeft.

  • 2. De hoogte van de subsidie bedraagt eenmalig maximaal een bedrag van € 2.000,- per werknemer indien een contract voor minimaal een half jaar, doch korter dan een jaar, wordt aangeboden waardoor de werknemer een inkomen boven bijstandsniveau heeft.

  • 3. De hoogte van de subsidie bedraagt eenmalig maximaal een bedrag van € 2.500,- per werknemer, die voldoet aan de beschrijving in artikel 3 onder b, indien een contract voor 18 uur of meer per week gedurende minimaal een jaar wordt aangeboden.

  • 4. De hoogte van de subsidie bedraagt eenmalig maximaal een bedrag van € 1.000,- per werknemer, die voldoet aan de beschrijving in artikel 3 onder b, indien een contract voor 18 uur of meer per week gedurende minimaal een half jaar wordt aangeboden.

  • 5. Uitbreiding of verlenging van een contract dan wel het afsluiten van een volgende contract met dezelfde werknemer geeft geen aanspraak op aanvulling of subsidie ingevolge dit artikel.

Artikel 5 Uitzendarbeid

  • 1. Onverminderd het bepaalde onder de artikelen 1, 2 en 3 kan de plaatsingssubsidie worden toegekend voor uitzendkrachten als de subsidieaanvraag ingediend is voor aanvang van de uitzendarbeid.

  • 2. De subsidie bedraagt € 1,00 per gewerkt uur met een maximum van € 2.000,00 voor een maximale periode van twaalf maanden. Deze bedragen zijn inclusief BTW.

  • 3. Maandelijks verstrekt het uitzendbureau aan de gemeente een overzicht van de gewerkte uren op basis waarvan de subsidie zal worden uitgekeerd.

  • 4. Uitbreiding of verlenging van een contract dan wel het afsluiten van een volgende contract met dezelfde werknemer geeft geen aanspraak op aanvulling of subsidie ingevolge dit artikel.

Artikel 6 De subsidievaststelling

De vaststelling van de subsidie vindt gelijktijdig plaats met de verlening.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Door het college wordt de plaatsingssubsidie geweigerd:

  • a.

    indien de werkgever niet de in artikel 2 bedoelde informatie verstrekt;

  • b.

    indien niet wordt voldaan aan de in de van toepassing zijnde verordening en deze beleidsregels genoemde voorwaarden waaronder het in aanmerking komen voor een plaatsingssubsidie bestaat.

Artikel 8 Terugvordering

  • 1. Het college vordert de plaatsingssubsidie geheel of gedeeltelijk terug:

    • a.

      als de subsidie is verleend op grond van door de werkgever verstrekte onvolledige of onjuiste informatie;

    • b.

      als het uitzendbureau niet voldoet aan het gestelde in artikel 5 lid 4;

    • c.

      als het arbeidscontract achteraf minder dan respectievelijk twaalf of zes maanden blijkt voort te duren en dat geheel of ten dele aan de werkgever toe te rekenen is;

    • d.

      als een plaatsingssubsidie op grond van artikel 4 lid 3 en 4 is verstrekt en het arbeidscontract achteraf minder dan 18 uur per week blijkt te zijn en dat geheel of ten dele aan de werkgever toe te rekenen is.

  • 2. Het college kan in dringende gevallen geheel of gedeeltelijk afzien van terugvordering.

Artikel 9 Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2. In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorziet, beslist het college.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Beleidsregel plaatsingssubsidie 2017”.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking de eerste dag na de bekendmaking

  • 2. Dit besluit heeft terugwerkende kracht tot 1 maart 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 12 juni 2017
burgemeester en wethouders van Midden-Drenthe,
de secretaris de burgemeester
A.Pruntel T. Baas

Toelichting bij het Uitvoeringsbesluit plaatsingssubsidie 2015

Algemene toelichting

Op 11 december 2014 heeft de gemeenteraad van de gemeente Midden-Drenthe de kadernota Participatiewet vastgesteld. Op 11 december 2014 werd ook de daarbij behorende “Re-integratieverordening Participatiewet 2015 - gemeente Midden-Drenthe” vastgesteld. Conform de Participatiewet zijn de gemeenten en UWV in de arbeidsmarktregio verplicht om de re-integratieinstrumenten op elkaar af te stemmen voor 1 juli 2015. Daarom is op 25 juni 2015 de “Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 – gemeente Midden-Drenthe vastgesteld, waarin re-integratieinstrumenten zijn afgestemd binnen de arbeidsmarktregio. Dit zijn de beleidsregels behorend bij deze verordening

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Midden-Drenthe is op grond van artikel 15, vierde lid van de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 bevoegd om nadere regels vast te stellen met betrekking tot plaatsingssubsidies.

In deze beleidsregel wordt nader vorm gegeven aan het instrument van de plaatsingssubsidie, dat het college kan inzetten voor uitkeringsgerechtigden die in dienst treden bij werkgevers.

De basis voor deze bevoegdheden uit de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015 ligt in het volgende artikel:

Artikel 15 Plaatsingssubsidie

4.Het college stelt nadere beleidsregels ten aanzien van de hoogte en verplichtingen die aan de plaatsingssubsidie worden verbonden.

Artikelswijze toelichting

Artikel 1 Termijn en wijze van aanvraag

In dit artikel wordt aangegeven dat de aanvraag schriftelijk en binnen een termijn van drie maanden na ingangsdatum van het arbeidscontract dient te gebeuren. De werkgever dient deze plaatsingssubsidie aan te vragen en niet de (ex)-uitkeringsgerechtigde.

Daarbij is het van belang dat een werkgever pas een plaatsingssubsidie kan aanvragen als de arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen. Eerder kan niet.

Artikel 2 Gegevens benodigd bij aanvraag

In dit artikel onder c behoudt het college zich het recht voor om aanvullende gegevens op te vragen indien het college dit nodig acht. Dit kunnen aanvullende gegevens zijn op de gegevens genoemd onder a en b van dit artikel.

Artikel 3 Voorwaarden

De plaatsingssubsidie is bedoeld als prikkel voor een werkgever om het interessanter te maken om een doelgroep met een wat langere afstand tot de arbeidsmarkt toch een contract aan te bieden.

De werkgever kan alleen een plaatsingssubsidie aanvragen voor een persoon die een uitkering heeft op grond van de Participatiewet, IOAW of IOAZ.

In het artikel worden de verschillende doelgroepen onderscheiden. De doelgroep loonkostensubsidie conform de Participatiewet is geen doelgroep waarvoor een werkgever een plaatsingssubsidie kan aanvragen.

Artikel 4 Hoogte van de subsidies

Voor alle te verstrekken plaatsingssubsidies geldt dat deze worden verstrekt ten behoeve van het in dienst nemen van mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. In dit artikel wordt onderscheid gemaakt in de duur van een contract en de daarbij behorende hoogte van de plaatsingssubsidie.

Biedt een werkgever een jaarcontract aan waarmee iemand geen beroep meer hoeft te doen op een uitkering, dan geldt een hogere plaatsingssubsidie (maximaal € 5.000,-), dan wanneer het gaat om een halfjaarcontract (maximaal € 2.000,-).

Voor de doelgroep alleenstaande ouders met minimaal één kind jonger dan 12 jaar willen wij stimuleren dat ze de zorg voor hun kind combineren met een parttime baan van minimaal 18 uur per week. Wij hopen dat deze groep hierdoor eerder een (half)jaarcontract voor minimaal 18 uur per week aangeboden krijgt, in plaats van een nul-urencontract. Een vast aantal uren per week is niet alleen voor de uitkeringsgerechtigde, maar ook voor de gemeente gunstiger (een lagere aanvulling op het inkomen uit werk).

Indien een werkgever op basis van artikel 4 lid 3 en lid 4 een plaatsingssubsidie van respectievelijk maximaal € 2.500,- of maximaal € 1.000,- toegekend heeft gekregen, dan geldt onverkort het bepaalde in het eerste en tweede lid. Indien deze werkgever dezelfde werknemer na minimaal 6 maanden een nieuw contract aanbiedt, waardoor deze persoon voor minimaal een half jaar volledig uit de uitkering kan stromen, dan komt deze werkgever in aanmerking voor een plaatsingssubsidie als bedoeld in het eerste of tweede lid.

Artikel 5 Uitzendarbeid

Het komt vaak voor dat een werkzoekende met een grote afstand tot de arbeidsmarkt via een uitzendconstructie wordt aangenomen. Ook kunnen veel mensen uit de doelgroep van deze beleidsregel met een zekere regelmaat (maar niet altijd aaneengesloten) kortdurend worden ingezet door uitzendbureaus.

Met dit artikel wordt bevorderd dat mensen een grotere kans hebben op werk. Dat is goed voor hun positie op de arbeidsmarkt. Het belang van de gemeente is dat deze mensen, wellicht op termijn, geen beroep meer hoeven te doen op de gemeentelijke uitkering.

Artikel 6 De subsidievaststelling

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 7 Weigeringsgronden

De plaatsingssubsidie kan alleen aan de werkgever worden verstrekt indien wordt voldaan aan de voorwaarden genoemd in deze beleidsregel en in de Re-integratieverordening Participatiewet juli 2015. Hierdoor wordt voorkomen dat werkgevers die niet de intentie hebben om de werknemer ook echt de kans te bieden minimaal een half jaar aan het werk te blijven, een beroep doen op een plaatsingssubsidie.

Artikel 8 Terugvordering

In dit artikel wordt in het eerste lid aangegeven in welke situaties het college geheel of gedeeltelijk subsidie terugvordert.

In het tweede lid wordt aangegeven dat het college in dringende gevallen kan afzien van gehele of gedeeltelijke terugvordering. Dit kan het geval zijn bij faillissementen van werkgevers.

Artikel 9 Hardheidsclausule

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 10 Citeertitel

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 11 Inwerkingtreding

De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.