Welstandsnota 2018 Midden-Drenthe

Geldend van 20-02-2018 t/m heden

Intitulé

WELSTANDSNOTA MIDDEN-DRENTHE 2018

De raad van de gemeente Midden-Drenthe

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018;

gelet op hoofdstuk 9 van de gemeentelijk bouwverordening en artikel 12a van de Woningwet;

Besluit:

Vast te stellen het volgende

WELSTANDSNOTA MIDDEN-DRENTHE2018

REKENING HOUDEN MET JE OMGEVING

afbeelding binnen de regeling

1.Inleiding

Met de welstandsnota leggen we een deel van ons beleid voor de openbare ruimte vast. In de welstandsnota gaat het daarbij om de vraag hoe allerlei bouwwerken “er uit zien”. Op zich zelf, maar ook als je kijkt naar de gebouwen er om heen en naar de openbare ruimte (de straat, het groen e.d.).

Door te stellen dat het om beleid gaat, geven we de welstandsnota een juridische lading: onze inwoners zijn aan dit beleid gebonden. Ze moeten zich houden aan de kaders die wij in deze nota stellen.

We kiezen ervoor om van de nota geen ingewikkeld regeltjes-document te maken, waarin een gemiddelde lezer na een paar zinnen de weg kwijt raakt.

Het gaat ons om de inhoud: onze kaders moeten duidelijk zijn, goed te begrijpen en toe te passen.

Door de hele welstandsnota heen loopt als rode draad de richtlijn: houd bij het bouwen rekening met je buren/omgeving. Daarmee verbinden we de sociale en ruimtelijke component in onze gemeente. We zijn een gemeente waarin naoberschap aanwezig is. Dat willen we zo houden en zo mogelijk uitbouwen. Dat naoberschap betekent ook dat je als inwoner bij je bouwplannen rekening houdt met de bouwwerken van de buren/omgeving.

Daarnaast willen we als gemeente met de welstandsnota er aan meehelpen dat onze gemeente een mooie gemeente is. We realiseren ons dat “mooi” ook subjectief, persoonlijk is. Toch zijn we ervan overtuigd dat we door deze beknopte welstandsnota bijdragen aan wat we met elkaar mooi vinden.

De opzet van de welstandsnota betekent ook iets voor de rollen van inwoner en gemeente. Voor de ambtelijke organisatie betekent deze nota: vanaf het eerste begin van de bouwplannen beschikbaar zijn voor de inwoners. Beschikbaar om mee te denken en te kijken naar wat wèl kan.

Voor de inwoner betekent deze nota: binnen de ruimte kaders van de nota is er uitdagend veel ruimte om met een creatief en mooi bouwplan te komen.

Het is onze wens en overtuiging dat we met deze nota op een eigentijdse manier Midden-Drenthe nòg mooier maken!

2.Leeswijzer

De welstandsnota is als volgt opgebouwd.

In hoofdstuk 3 staan de algemene uitgangspunten van de nota verwoord.

In hoofdstuk 4 staan de drie algemene toetsingselementen opgesomd, per element in een aantal criteria uitgewerkt.

In hoofdstuk 5 staan extra bepalingen, o.a. de excessenregeling en de in te dienen gegevens.

In hoofdstuk 6 staan twee afsluitende bepalingen

Als bijlage kent de nota een begrippenlijst, een monumentenlijst en het reglement van orde.

3.Algemene uitgangspunten

3.1. Platteland leeft!

Met de welstandsnota geeft de gemeente invulling aan de visie op de gemeente Midden-Drenthe, zoals die is vastgelegd in de visiefilm Platteland leeft! Platteland leeft vraag om een mooie gemeente. Aan de ene kant is mooi een subjectief begrip. Aan de andere kant kennen we allemaal wel dorpen, buurten, pleinen e.d. die we mooi of juist lelijk vinden. De welstandsnota is een prima instrument om Midden-Drenthe mooi te maken zoals we mooi gezamenlijk beleven.

3.2. Naobers en omgeving

Naoberschap is een rode draad in de visiefilm Platteland leeft! De welstandsnota geeft invulling aan het begrip naoberschap. Bij een bouwplan houdt de aanvrager rekening met zijn naobers. Je bent er als je buren je nodig hebben. Als je gaat bouwen, houd je rekening met de gevolgen voor je buren. Je vraagt je af of jouw plan past bij de woning van je buren; of jouw plan past bij de straat.

De nota gaat nog een stap verder. De gemeente verwacht van de aanvrager dat deze rekening houdt met de hele omgeving, met hoe die er uit ziet en wat de cultuurhistorische betekenis van die omgeving is. Rekening houden betekent dat de bouwplannen daarbij passen.

3.3. Kwaliteit

Het gaat de gemeente om de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving. In de welstandsnota gaat het daarbij om de relatie tussen de bebouwing en de omgeving. Met kwaliteit drukken we de waardering uit voor hoe die relatie er uitziet en hoe de inwoners die ervaren en beleven. Daarbij gaat het ook om de toekomst van gebouw en omgeving.

Hoe hoger de kwaliteit is, des te sterker beleven de inwoners het wonen en leven in Midden-Drenthe als positief. In die beleving spelen de omgeving van een gebouw en het straatbeeld een grote rol.

De welstandsnota draagt bij aan het versterken van deze kwaliteit.

3.4. Proces

De welstandsnota gaat er vanuit dat het bouwproces, al dan niet noodzakelijk gecombineerd met een aanvraag om een vergunning, een proces van dialogen is. Dialogen tussen de bouwer en zijn omgeving en tussen de bouwer en de gemeente. Voor een goed verloop is het noodzakelijk om vanaf het eerste contact tussen bouwer en gemeente de dialoog aan te gaan.

Alles is er op gericht dat bouwer en gemeente samen tot een ontwerp komen dat geruisloos door de welstandsregels glijdt. Een mooi en creatief plan.

4.Toetsingselementen

4.1. Bouwplannen toetsen

Elk bouwplan in de gemeente moet voldoen aan alle toetsingselementen en criteria uit de welstandsnota. Hoe dichter de bebouwing in een gebied, hoe nauwkeuriger de gemeente het welstandselement zal beoordelen. De toetsingselementen en criteria zijn gevisualiseerd, de gebruikte tekeningen zijn bedoeld als voorbeeld van het betreffende criteria.

Als een bouwplan niet voldoet aan de toetsingselementen en criteria uit de welstandsnota, wijst de gemeente de aanvraag voor de vergunning om te mogen bouwen af. Voldoet een bouwplan aan alle toetsingselementen en criteria, dan betekent dit dat het plan voldoet aan de “redelijke eisen van welstand”, een begrip uit de Woningwet.

De welstandsnota regelt alleen de welstandsaspecten van een bouwwerk. Een vergunning kan daarom op andere aspecten, zoals bestemmingsplan of bouwbesluit, alsnog afgewezen worden.

Ook bouwwerken waarvoor geen vergunning nodig is, vallen onder de werking van de welstandsnota.

4.2. Bebouwing en omgeving

Waar staat de bebouwing? Gevels, volume en openbare ruimte vormen samen de kwaliteit van de omgeving. Hiervoor zijn ligging en oriëntatie van een gebouw duidelijk en nauwkeurig bepaald. Het kan bijvoorbeeld gaan om de vraag of een gebouw op een beeldbepalende plaats staat of op een ondergeschikte plaats.

Bebouwing en omgeving is uitgewerkt in onderstaande criteria. Het bouwwerk moet voldoen aan alle criteria. De beoordeling vindt plaats per criterium maar ook in hun samenhang.

4.2.1. ligging

De ligging van bebouwing is afhankelijk van de rooilijn en/of een gevelwand1 van omliggende bebouwing en de openbare ruimte. [noot er is sprake van een gevelwand als een hele rij woningen door hun veelal gelijke gevels het beeld van een wand oproept]

afbeelding binnen de regeling De tekening is een voorbeeld van een opvulling van een lege plek. Als de bebouwing van de zelfde soort is en van de zelfde schaalgrootte als de bebouwing ernaast, kan het bouwwerk in dezelfde lijn worden geplaatst.

Als het bouwwerk duidelijk een andere schaalgrootte heeft, dan wordt het bouwwerk niet in dezelfde lijn geplaatst. Het beeld wordt op die manier niet verstoord.

4.2.2. oriëntatie

Oriëntatie betekent: naar welke kant zijn gevel en dakvlakken gericht? En hoe verhoudt zich dat tot de oriëntatie van de omliggende bebouwing? Het gaat daarbij om het gevelbeeld richting de openbare ruimte. De nieuwe bebouwing moet de zelfde oriëntatie hebben als de bestaande bebouwing.

afbeelding binnen de regeling De tekening is een voorbeeld van een opvulling van een lege plek. Als de omliggende bebouwing op een bepaalde manier georiënteerd is, dan de nieuwe bebouwing op de zelfde wijze oriënteren.

4.3. Vormgeving van de bebouwing

Het bouwplan laat een duidelijk en nauwkeurig ontwerpidee zien. Daarbij kan bijvoorbeeld de vraag spelen of de bouwdelen ten opzichte van elkaar beeldbepalend zijn of ondergeschikt.

Vormgeving van de bebouwing is uitgewerkt in onderstaande criteria. Het bouwwerk moet voldoen aan alle criteria. De beoordeling vindt plaats per criterium maar ook in hun samenhang

4.3.1. representativiteit

Bebouwing vertegenwoordigt meestal een thema. Bijvoorbeeld: centrumfunctie, wonen, bedrijvigheid, winkel.

De representativiteit van de bebouwing moet passen binnen de representativiteit van de omgeving. Tot die omgeving behoren de omliggende bebouwing en de openbare ruimte. De gemeente betrekt in de beoordeling ook de vraag of de positie van een bouwwerk van maatschappelijk en/of beeldbepalend belang kan zijn.

afbeelding binnen de regeling Bij dit criterium gaat het bijvoorbeeld om de vraag: komt het bouwwerk in een belangrijk(e) zichtlijn en/of perspectief te staan, zoals een dorpsentree of het einde van een bomenrij? Of staat het bouwwerk in een recreatief belangrijke omgeving? Met andere woorden, hoe wordt het beeld door de toeschouwer ervaren.

4.3.2. karakter

Bebouwing heeft een karakter. Bijvoorbeeld: open, gesloten, luchtig, zwaar. Dat karakter hangt af van de soort bebouwing. Het karakter van een bouwwerk moet passen bij het karakter van omliggende bebouwing en bij het karakter van de openbare ruimte.

afbeelding binnen de regeling De omliggende bebouwing heeft een bepaald karakter, zoals een boerderijkarakter of een modern karakter. De nieuwe bebouwing heeft dan een soortgelijk karakter. Als de afstand ten opzichte van de omliggende bebouwing groot is, mag de overeenstemming met het karakter van de omliggende bebouwing minder sterk zijn.

4.3.3. architectonische waarde

Bebouwing heeft een architectonische waarde. Architectuur brengt alle toetsingselementen bij elkaar. De architectonische waarde hangt af van de soort bebouwing. De architectonische waarde van de bebouwing moet passen bij de architectonische waarde van de omliggende bebouwing.

afbeelding binnen de regeling Voorbeelden van goede architectonische oplossingen. Individuele oplossingen waarin gezocht is naar ‘rekening houden met elkaar’, deze sfeer is herkenbaar. Het levert een harmonisch beeld.

4.3.4. volume en maat

Het volume en de maat van de bebouwing moeten passen bij het volume en de maat van de omliggende bebouwing en openbare ruimte en bij de afstand tot die omliggende bebouwing en openbare ruimte.

afbeelding binnen de regeling Tussenliggende bebouwing in zelfde volume/maat als de omliggende bebouwing. Als de omliggende bebouwing verschillend is in volume en/of maat, dan laat de tussenliggende bebouwing een combinatie zien van die verschillen uit de omliggende bebouwing (of een volume van een van beide omliggende gebouwen).

4.3.5. dakvorm

De dakvorm van de bebouwing past bij de dakvormen van de omliggende bebouwing en houdt rekening met de afstand tot die omliggende bebouwing.

Voorbeeld: de omliggende bebouwing is voorzien van een zadeldak; dan wordt de nieuwe bebouwing ook voorzien van een zadeldak. Of: de omliggende bebouwing is voorzien van plat dak; dan wordt de nieuwe bebouwing ook voorzien van plat dak.

afbeelding binnen de regeling Als omliggende bebouwing gevarieerde dakvormen heeft, dan kan de nieuwe bebouwing een gecombineerde dakvorm krijgen (of de dakvorm van een van beide omliggende gebouwen).

4.3.6. gevelopbouw

De gevelopbouw van de bebouwing past bij de gevelopbouw van de omliggende bebouwing en houdt rekening met de afstand tot die omliggende bebouwing.

afbeelding binnen de regeling Bijvoorbeeld: de omliggende bebouwing heeft een gelijke gevelopbouw; dan heeft de nieuwe bebouwing de zelfde gevelopbouw. Of: de omliggende bebouwing heeft een gevarieerde gevelopbouw; dan kan de nieuwe bebouwing een gecombineerde gevelopbouw krijgen (of de gevelopbouw van een van beide omliggende gebouwen).

4.4. Aankleding van de bebouwing

Bij de aankleding van de bebouwing gaat het om de te gebruiken materialen, de kleuren en lichtwerking en de detaillering. Daarbij kan de vraag bijvoorbeeld zijn: is de aankleding beeldbepalend of ondergeschikt?

Aankleding van de bebouwing is uitgewerkt in onderstaande criteria. Het bouwwerk moet voldoen aan alle criteria. De beoordeling vindt plaats per criterium maar ook in hun samenhang

4.4.1. materiaal

Bij het materiaal gaat het om de textuur1, de kleur en de lichtwerking. Het materiaal van de bebouwing past bij het materiaal van de omliggende bebouwing en bij de afstand tot de omliggende bebouwing. [noot: de oppervlakte van het materiaal]

afbeelding binnen de regeling Bijvoorbeeld: de omliggende bebouwing is van steenachtig materiaal; dan is de nieuwe bebouwing ook van steenachtig materiaal. Of: de omliggende bebouwing is van hout; dan is de nieuwe bebouwing ook van hout. Als de omliggende bebouwing van gevarieerd materiaal is, dan kan de nieuwe bebouwing uit gecombineerde materialen bestaan (of passen bij een van beide omliggende gebouwen.

4.4.2. detaillering

De detaillering is het samenspel van materialen en hun technische vormgeving. De detaillering past bij de detaillering van de omliggende bebouwing en bij de afstand tot die omliggende bebouwing.

5.Overige bepalingen

5.1. Afwijkende bebouwing

Wanneer bebouwing afwijkt van de criteria, kan de gemeente bepalen dat de bebouwing toch aan de redelijke eisen van welstand voldoet. In dat geval moet aangetoond zijn (bijvoorbeeld via een beeldkwaliteitsplan) dat de nieuwe bebouwing ondanks de afwijking een meerwaarde heeft voor de omgeving.

5.2. Karakteristieke panden

Bij de aanpassing en/of uitbreiding van karakteristieke panden [noot: karakteristieke panden staan aangegeven in het betreffende bestemmingsplan, de panden hebben in het bestemmingsplan de aanduiding ‘karakteristiek’] en monumenten [noot: de monumenten staan in de monumentenlijst, bijlage 2] worden geen plaatmaterialen, kunststof en/of aluminium kozijnen toegepast. Dakpannen zijn gebakken pannen en niet hoogglanzend.

5.3. Beeldkwaliteitsplannen

Voor bepaalde gebieden in de gemeente zijn beeldkwaliteitsplannen vastgesteld. Over het algemeen gebeurt dit in gebieden waar nieuwe ontwikkelingen plaats vinden waarvoor een bepaalde specifieke uitstraling of kwaliteit wenselijk is.

In het kader van de welstandstoetsing kan een beeldkwaliteitsplan gezien worden als een verbijzondering van de toetsingselementen uit de welstandsnota voor een bepaald gebied. Als het beeldkwaliteitsplan in strijd is met de toetsingselementen (hoofdstuk 4), gaat het beeldkwaliteitsplan als nadere verbijzondering voor.

De gemeente Midden-Drenthe beschikt op dit moment over verschillende beeldkwaliteitsplannen, deze worden geacht deel uit te maken van de welstandsnota.

5.4. Reclame

Voor reclame-uitingen gelden in eerste instantie de toetsingselementen uit de welstandsnota. Ter verbijzondering van de toetsingselementen uit de welstandsnota geldt voor reclame-uitingen de vastgestelde landschapsverordening. De landschapsverordening is een verordening tot wering van inbeuk op de schoonheid van dorpen en landelijke gebieden. In deze verordening staat onder andere aangegeven wat de mogelijkheden zijn voor reclame-uitingen.

5.5. Excessenregeling

Als er voor het bouwen van een bouwwerk geen omgevingsvergunning nodig is, moet het bouwwerk toch voldoen aan ‘redelijke eisen van welstand’ en daarmee aan de criteria van de welstandsnota.

Als er sprake is van een ernstige mate van strijd met redelijke eisen van welstand, kunnen burgemeester en wethouders de eigenaar van dat bouwwerk aanschrijven om die strijdigheid.

Een bouwwerk is ‘in ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand’ indien er sprake is van een exces. Hiervan is sprake indien er een overduidelijke strijdigheid bestaat met de in de welstandsnota en beeldkwaliteitsplannen genoemde criteria. Van excessen kan bijvoorbeeld sprake zijn bij de toepassing van felle of contrasterende kleuren en/of armoedig materiaalgebruik.

Bij bestaande bouwwerken kan in de volgende gevallen sprake zijn van ernstige strijd met redelijke eisen van welstand:

  • -

    gedeeltelijke afbraak of instorting van een gebouw of bouwwerk;

  • -

    een bouwwerk is aan de buitenzijde geheel of gedeeltelijk in ernstige mate beschadigd;

  • -

    de gevel is in ernstige mate verstoord door (onderdelen van) installaties of andere toevoegingen, zoals bijvoorbeeld beschilderingen, bebordingen, betimmeringen etc..

  • -

    verwaarlozing van een gebouw of bouwwerk (zoals bijvoorbeeld kapotte ruiten, dichtgetimmerde ramen, verflagen die in ernstige mate zijn afgebladderd, ontbrekende dakpannen);

  • -

    van een bouwwerk is aan de buitenzijde in ernstige mate de architectonische waarde aangetast.

5.6. Gegevens

De aanvrager van een vergunning levert minimaal bij de gemeente de volgende gegevens aan [noot: de in deze bepaling genoemde gegevens hebben alleen betrekking op het aspect “welstand”; de andere gegevens staan in de Regeling omgevingsrecht].

  • -

    een situatietekening, met daarin opgenomen de aansluitende terreinen en de afstand tot de perceelsgrens (minimaal schaal 1:1000);

  • -

    tekeningen van bestaande en nieuwe plattegronden;

  • -

    doorsneden en gevelaanzichten (minimaal schaal 1:100);

  • -

    tekeningen van de principedetails die verband houden met het uiterlijk van het bouwwerk;

  • -

    kleurenschema’s en materiaallijst (eventueel materiaalmonsters of voorbeeldfoto’s);

  • -

    foto’s van de bestaande toestand van het bouwwerk en de omgeving.

De kwaliteit van de aangeleverde gegevens (plattegronden, tekeningen, foto’s enzovoort) moet zo zijn dat deze een goed beeld geven van het bouwplan en de planfilosofie.

Bij grote projecten kan de gemeente een werkmaquette (minimaal schaal 1:200) van het bouwwerk en zijn omgeving vragen, om de schaal en massa te kunnen beoordelen.

6.Overgangs- en slotbepaling

6.1. Overgangsbepaling

Bouwplannen waarvoor een aanvraag om vergunning is ingediend voor de datum van in werking treding van de Welstandsnota Midden Drenthe 2018 (1 februari 2018), maar nog niet zijn uitgevoerd worden niet aan de toetsingselementen en criteria van deze nota getoetst. Deze aanvragen worden getoetst aan de welstandsnota zoals die ten tijde van de aanvraag geldt, tenzij de aanvrager de wens te kennen geeft dat de aanvraag getoetst moet worden aan de welstandsnota Midden Drenthe 2018.

6.2. Slotbepaling

De welstandsnota Midden-Drenthe 2011 in te trekken met ingang van 1 februari 2018

De welstandsnota Midden-Drenthe 2018 in werking te laten treden met ingang van 1 februari 2018

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 1 februari 2018
de griffier, de voorzitter

Bijlage 1 Begrippenlijst

Afwijkende bebouwing

Bij afwijkende bebouwing spreken we van bebouwing die in eerste instantie geen relatie blijkt te hebben met omliggende bebouwing en omgeving. Dergelijke bebouwing kan ontwikkeld worden in nauw overleg met de gemeente om tot een goede invulling van de situatie te komen.

Bebouwing

De bebouwing is een constructie, een samenstelling van materialen. Bebouwing is bijvoorbeeld: een huis, een bijgebouw, een schuur, een stal, een hal en ander bouwsels.

Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk (alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten vaneen standplaats).

Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

Dakvorm

De vorm van het dak. Het gaat hier om de samenstelling van dakvlak en of dakvlakken, al dan niet geplaatst onder een schuine hoek. Te noemen zijn bijvoorbeeld: Platdak, zadeldak, mansardekap etc.

Detaillering

Detaillering is de vormgeving van de toegepaste materialen en hoe ze samen de bebouwing vormgeven.

Gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt

Gevelopbouw

De gevelopbouw is een samenstelling in een gevelvlak van dicht en open. Het gaat hier om een ordening in een gevel van ramen en deuren.

Karakter

Bebouwing heeft een karakter, bijvoorbeeld; open, gesloten, luchtig, zwaar, uitgesproken, nietszeggend etc. Karakter kan men inzetten als ontwerpthema om met de bebouwing een bepaalde uitdrukking weer te geven

Karakteristieke panden

De karakteristieke panden en monumenten zijn te vinden in Bijlage 2

Kwaliteit

Kwaliteit kunnen we, in het kort, als volgt kunnen beschrijven: het gaat om de ervaring, vanuit het belang van de samenleving, van evenwichtig samengaan van waardering voor gebruik, beleving en toekomst. Waarbij het thema beleving het meest persoonlijk is en ook het thema is waar de meeste discussie over ontstaat

Ligging

Ligging van de bebouwing is de plaats die de bebouwing heeft in het landschap, dorp of stad. Bijvoorbeeld kan de ligging van de bebouwing langs een kanaal of weg zijn, in het land of bos, tussen bestaande bebouwing, geclusterd of vrijstaand, etc.

Materiaal, textuur (oppervlakte van het materiaal), kleur en lichtwerking

We spreken hier van materiaal waaruit het volume is opgebouwd. Bijvoorbeeld : baksteen, dakpannen, hout, kozijnen, glas etc. De verschijningsvorm van materiaal is afhankelijk van de textuur (oppervlakte van het materiaal), kleur en lichtwerking. Textuur kan bijvoorbeeld zijn mat, glanzend, ruig, fijn, korrelig, etc. Lichtwerking is afhankelijk van de kleur en de textuur.

Bijvoorbeeld: Een matte antraciet kleurige dakpan heeft een lagere lichtwerking dan een geglazuurde zwarte dakplan. Een diep rode bezande baksteen met een terugliggende donker grijze voeg heeft een andere lichtwerking dan een helder oranje strakke strengpers baksteen met een vlak liggende helder grijze voeg

Openbare ruimte

Buitenruimte die het hele jaar (of een groot deel van het jaar) voor het publiek toegankelijk is, zoals trottoirs, wegen, parken, plantsoenen, en speelveldjes. Brandgangen achter woningen, stroken restgroen die niet bedoeld zijn om te betreden en weilanden zijn geen openbare ruimte

Oriëntatie

De bebouwing heeft een soort “gezicht”. Deze gevel noemen we veelal voorgevel. Dat gezicht is de gevel in welke richting de bebouwing “kijkt”, dus de richting waarop de gevel zich oriënteert. Het kan voorkomen dat een gebouw zich alzijdig op zijn omgeving oriënteert en dat betekent dat de bebouwing alzijdig gezichten heeft, ofwel alzijdig voorgevels heeft

Representativiteit

De representativiteit van de bebouwing is veelal een thema, bijvoorbeeld; wonen, bedrijvigheid, winkel etc.

Volume/maat

Volume/maat van de bebouwing is de inhoud van de bebouwing. Het volume is het ruimtelijke model van de bebouwing

Voorgevel

De naar de weg gekeerde gevel van een woning of, indien een woning met meer dan één zijde naar de weg is gekeerd, de als zodanig door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gevel(s)

Bijlage 2 Monumentenlijst

rijksmonumenten

Adres

Korte omschrijving (zie voor formele en complete omschrijving op www.monumentenregister.cultureelerfgoed.nl)

Boermarkeweg 11, Hooghalen

woonboerderij, aangebouwde schuur en vrijstaande schuur

BY Boermarkeweg 11, Hooghalen

vrijstaande

Brugstraat 2, Orvelte

boerderij

Brugstraat 4, Orvelte

boerderij

De Vledders 6, Eursinge

Woonhuis, bijgebouw en schaapskooi

De Vledders 8, Eursinge

woonhuis

Dorpsstraat 1, Orvelte

boerderij en dwars aangebouwde bijschuur

Dorpsstraat 2, Orvelte

boerderij en lange aangebouwde bijschuur

Dorpsstraat 3, Orvelte

boerderij en aangebouwde hooischuur, schaapskooi en zuddenschuurtje

Dorpsstraat 7, Orvelte

woonhuis

Dorpsstraat 9, Orvelte

smederij

Dorpsstraat 10, Orvelte

voormalige tolwoning en keuterij thans museum

Elzenlaan 11, Smilde

tehuis (onderdeel van Licht & Kracht)

Flintenweg 2, Orvelte

boerderij met underschoer en aangebouwde bijschuur, losse schaapskooi

Flintenweg 4, Orvelte

boerderij

Flintenweg 6, Orvelte

boerderij en aangebouwde bijschuur

Flintenweg 8, Orvelte

boerderij met aangebouwde schuur en bakspiker

Hogebrinksweg 1, Elp

boerderij met underschoer en aangebouwde bijschuur

Hogebrinksweg 3, Elp

boerderij met underschoer en bijschuur

Hoofdstraat 6, Zwiggelte

boerderij met aangebouwde schuur en kleine schuur

Hoofdstraat 9, Zwiggelte

woonboerderij met aangebouwde bijschuur

BY Hoofdstraat 9, Zwiggelte

zuddenschuur

Hoofdstraat 12, Westerbork

kerktoren

Hoofdstraat 12, Westerbork

kerk met diverse inventaris

Hoofdstraat 14, Zwiggelte

boerderij met underschoer en aangebouwde bijschuur

Hoofdstraat 16, Westerbork

voormalige gemeentehuis ’t Aole Gemientehoes

Hoofdweg 24, Smilde

gemeentehuis

Hoofdweg 185, Bovensmilde

pastorie

Hoofdweg 186, Bovensmilde

kerk inclusief orgel

Hoogeveenseweg 19, Bruntinge

boerderij en bijschuur

Hoogeveenseweg 21, Bruntinge

boerderij en wagenschuur

BY Hoogeveenseweg 24, Nieuw Balinge

munitiemagazijncomplex

Julianastraat 28, Beilen

winkel/woonhuis

Kruisstraat 6, Beilen

woonhuis

Makkum 40, Beilen

molen

Melkwegje 2, Orvelte

boerderij

Melkwegje 3, Orvelte

voormalige melkfabriek bestaande uit een woning en 2 in u-vorm gebouwde schuren

Oosteinde 8, Westerbork

boerderij met schuur en kleine schuur

Pr. Bernhardstraat 12, Beilen

kerk inclusief orgel

Rijksweg 178, Hoogersmilde

kerk

Schapendrift 1, Orvelte

boerderij

BY Schapendrift 1, Orvelte

terrein waarin restanten van een kasteel uit de late Middeleeuwen

TO Schapendrift 3, Orvelte

hooischuur

Schattenberg bij 2/4, Zwiggelte

bunker, aardappelbewaarplaats, rioolwaterzuiveringsin-stallatie voormalig kamp Westerbork

Schattenberg 4, Zwiggelte

directeurswoning voormalig kamp Westerbork

Schoolstraat 1, Orvelte

boerderij en vrijstaande bijschuren

Schoolstraat 2, Orvelte

boerderij/horeca

Schoolstraat 3, Orvelte

woonhuis/bijgebouw en bijschuur

Smalbroeksweg 3, Elp

woonhuis

Terhorst 7, Beilen

woonboerderij

Tramweg 14, Smilde

graftombe en woonhuis

Tramweg 65, Smilde

woonhuis

Tramweg 71, Smilde

woonhuis

Vaartweg 5, Smilde

woonhuis

Veenhoopsweg 13, Smilde

koepelkerk inclusief orgel

Wezuperweg 1, Orvelte

boerderij

Zandhoeklaan 23, Westerbork

boerderij met schuurtje

Zevenhoeksweg 12, Zwiggelte

boerderij

Zuidbrink 13, Westerbork

bibliotheek (boerderij)

Zwiggelterweg 4, Hooghalen

landhuis, garage en schuur

BY Zwiggelterweg 4, Hooghalen

vrijstaande bijschuur

provinciale monumenten

Adres

Korte omschrijving (zie voor formele en complete omschrijving op www.provincialemonumentendrenthe.nl)

Beilerstraat 3, Hijken

Wederopbouwboerderij Seubring

Draaibrug Westerborkerveld / Zuidereschweg, Witteveen

Draaibrug uit 1930 ten noordwesten van Witteveen te midden van het gebied dat vanaf 1925 is ontgonnen

Oosteinde 2, Westerbork

Bijzonder vormgegeven ontginningsboerderij uit 1920

Ribesstraat 2, Bovensmilde

Voormalige openbare lagere school

Rijksweg 76, Smilde

Tramhalte en -remise gebouwd tussen 1914 en 1916

Rijksweg 77, Smilde

Dienstwoning behorende bij tramhalte en -remise.

Rijksweg 85, Smilde

Dwarshuisboerderij uit 1860, voormalige marechausseekazerne

Rijksweg 211, Hoogersmilde

Pand uit 1920, destijds gebouwd als jeugdherberg, tegenwoordig horecapand

Roelfsema Rznweg 20, Hoogersmilde

Kalkzandstenen dienstwoning behorende bij kalkzandsteenfabriek

Roelfsema Rznweg 21-22, Hoogersmilde

Kalkzandstenen directiewoning behorende bij kalkzandsteenfabriek

Roelfsema Rznweg 23, Hoogersmilde

Kalkzandstenen dienstwoning behorende bij kalkzandsteenfabriek

Veenhoopsweg 58, Smilde

Voormalig logement met de functie gemeentehuis uit 1856. Tegenwoordig in gebruik als woonhuis

Beilerweg 24 en 26, Hooghalen

Boerderij locatie Dennehoeve

Middendorp 5, Hooghalen

Wederopbouwboerderij Beugel

Stationsstraat 1, Hooghalen

Wederopbouwboerderij Meijering

Van Veenstraat 24-26, Hoogersmilde

Radio- en televisietoren Hoogersmilde met dienstwoning.

Veenhoopsweg 60, Smilde

Voormalige christelijke lagere school