Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2018

Geldend van 20-02-2018 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2018.

De raad van de gemeente Midden-Drenthe

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018;

gelet op hoofdstuk 9 van de gemeentelijk bouwverordening en artikel 12a van de Woningwet;

Besluit:

Vast te stellen het volgende

Reglement van orde voor het welstandstoezicht van de gemeente Midden-Drenthe 2018.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: degene die een bouwplan bij het college van burgemeester en wethouders indient;

  • b.

    ambtelijk secretaris: ambtenaar aangewezen als secretaris van de welstandscommissie en die belast is met de organisatie van de welstandsvergadering;

  • c.

    burgerlid: commissielid die als ingezetene van de gemeente Midden-Drenthe de burgers vertegenwoordigt;

  • d.

    omgevingsvergunning voor het bouwen: omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo);

  • e.

    architectadviseur: deskundig commissielid die namens de welstandscommissie de definitieve teksten van de schriftelijk uit te brengen adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders redigeert;

  • f.

    vooroverleg: de fase voorafgaande aan de bouwaanvraag, waarin een bouwplan wordt beoordeeld op zijn planologische aanvaardbaarheid alsmede voor een principe-uitspraak aan de welstandscommissie wordt voorgelegd;

  • g.

    voorzitter: niet stemhebbend lid, die de vergaderingen leidt en als woordvoerder van de welstandscommissie optreedt;

  • h.

    welstandscommissie: door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke commissie die aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt ten aanzien van de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, bestaande uit minimaal 3 personen, waarvan ten minste twee leden deskundig zijn op het vakgebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit dan wel cultuurhistorie;

  • i.

    kleine commissie: afvaardiging van de welstandscommissie (architectadviseur) waarbij de plannen van geringe omvang of impact onder mandaat van de welstandscommissie worden afgehandeld;

  • j.

    welstandsnota: de welstandsnota gemeente Midden-Drenthe 2018, vastgesteld door de raad in de vergadering d.d. 1 februari 2018.

HOOFDSTUK 2 DE WELSTANDSCOMMISSIE

Artikel 2 Samenstelling

  • 1. De welstandscommissie is samengesteld uit een voorzitter en minimaal twee stemgerechtigde leden met ondersteuning van de ambtelijk secretaris. Eén van de leden is de architectadviseur;

    De kleine commissie is samengesteld uit uitsluitend de architectadviseur met ondersteuning van de ambtelijk secretaris;

  • 2. Voor de leden worden plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt de voorzitter vervangen door de architectadviseur.

  • 4. Indien een goede behandeling van een bouwplan daartoe noodzaakt, kan incidenteel een deskundige in de welstandscommissie worden opgenomen. In het welstandsadvies wordt in een dergelijk geval gemotiveerd aangegeven op grond van welke overwegingen deze deskundige in de commissie is opgenomen. Indien hieraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging door of namens het College van Burgemeester en Wethouders vereist.

  • 5. In de welstandscommissie kan een ingezetene van de gemeente anders als bedoeld in het eerste lid zitting hebben.

  • 6. De welstandscommissie bestaat, met uitzondering van de in lid 4 van dit artikel genoemde mogelijkheid, uitsluitend uit leden benoemd door de gemeenteraad. De leden van de welstandscommissie zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur.

Artikel 3 Taken van de welstandscommissie

De welstandscommissie is belast met zowel wettelijke als niet wettelijk verplichte taken. De wettelijke taken worden uitgevoerd op grond van de Woningwet (Ww), de bouwverordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zoals die op dat moment gelden. De welstandscommissie als collectief dient haar taken in onafhankelijkheid uit te voeren. Dat betekent dat er geen bindingen of relaties mogen bestaan op basis waarvan het advies over de welstandsaspecten wordt beïnvloed.

De welstandscommissie is gebonden aan het gemeentelijk welstandsbeleid (welstandsnota en/of beeldkwaliteitsplannen). Van de commissie mag worden verwacht dat zij zich verdiept in de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente en het daaraan verbonden gemeentelijke welstandsbeleid.

Wettelijke taken

  • 1.

    De welstandscommissie adviseert over de welstandsaspecten van aanvragen voor omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.10. van de Wabo. De welstandscommissie baseert haar advies op de in de welstandsnota genoemde basisuitgangspunten.

  • 2.

    De welstandscommissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden. De inhoud van dit jaarverslag wordt in artikel 3.5 uitgewerkt.

Niet wettelijke taken

De welstandscommissie krijgt opdracht van het College van Burgemeester en Wethouders om naast de wettelijke, ook de volgende niet wettelijk verplichte taken uit te voeren:

  • a.

    Advisering over de welstandsaspecten van aanvragen voor reclamevergunningen op basis van de Landschapsverordening tot wering van inbreuk op de schoonheid van de dorpen en landelijke gebieden.

  • b.

    Advisering over de welstandsaspecten van schetsplannen, alsmede het voeren van door de gemeente noodzakelijk geacht overleg met betrokkenen bij de voorbereiding van bouwplannen.

  • c.

    Desgevraagd uitbrengen van adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders over de welstandsaspecten van in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen, beeldkwaliteitsplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante beleidsstukken.

  • d.

    Desgevraagd uitbrengen van adviezen over stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen die van belang zijn voor de ruimtelijke kwaliteit in de gemeente.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1. De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de welstandscommissie en de kwaliteit van de advisering. De voorzitter let erop dat de welstandscommissie adviseert binnen de relevante wettelijke kaders, als mede de kaders van het gemeentelijke welstandsbeleid. De voorzitter is niet-stemhebbend lid van de welstandscommissie.

  • 2. De voorzitter heeft namens de commissie het mandaat om advies uit te brengen aan het College van Burgemeester en Wethouders.

  • 3. De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang van de agenda. In de discussies draagt hij/zij er zorg voor dat alle commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Hij/zij geeft na de inhoudelijke discussie over een adviesaanvraag een korte en voor alle aanwezigen heldere samenvatting van het uit te brengen advies, als basis voor de schriftelijke uitwerking door de secretaris.

  • 4. De voorzitter treedt op als gastheer voor de aanwezige aanvragers, architecten en andere belangstellenden.

  • 5. De voorzitter dient te beschikken over bestuurlijke kwaliteiten en indien mogelijk een zekere affiniteit met welstandsadvisering.

  • 6. De voorzitter treedt namens de commissie naar buiten in het overleg met de gemeente en de pers en speelt als zodanig een belangrijke rol als dagelijks aanspreekpunt.

  • 7. De voorzitter organiseert met de commissie een jaarlijkse, inhoudelijke evaluatie van de werkzaamheden. De resultaten worden door de voorzitter opgenomen in het jaarlijkse verslag van de welstandscommissie aan de gemeenteraad.

  • 8. De voorzitter is belast met hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 5 Ambtelijk secretaris

  • 1. De ambtelijk secretaris van de welstandscommissie wordt door burgemeester en wethouders aangewezen.

  • 2. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt de ambtelijk secretaris vervangen door een daartoe aangewezen plaatsvervanger.

  • 3. De secretaris van de welstandscommissie onderhoudt de contacten met de vakgroepen Bijzondere wetten, Ondersteuning en Administratie (BOA) en Bouw- en Woningtoezicht (BWT), neemt de adviesaanvragen voor bouwplannen in, verzamelt relevante informatie en bereidt de behandeling van bouwplannen in de welstandscommissie voor.

  • 4. De secretaris verzorgt (in overleg met de voorzitter) de agendering, de publicatie van de agenda van de bouwaanvragen die aan de orde komen en de administratieve afwikkeling van de commissievergaderingen. Tijdens de commissievergadering introduceert de secretaris de bouwplannen. De secretaris maakt een verslag van de vergaderingen.

  • 5. De secretaris ondersteunt de architect-adviseur bij het redigeren van de definitieve teksten van de schriftelijk uit te brengen adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders.

  • 6. De secretaris neemt deel aan het commissieledenoverleg en het evaluatieoverleg tussen het gemeentebestuur en de welstandscommissie.

  • 7. De secretaris is belast met hetgeen dit reglement hem verder opdraagt.

Artikel 6 Deskundige leden

  • 1. De deskundige leden geven vanuit hun ervaring en inzicht in het vakgebied een onafhankelijke visie op de adviesaanvragen en zijn stemgerechtigd.

  • 2. Wanneer een lid op enigerlei wijze een zakelijke binding heeft met een bouwplan waarvoor advies wordt gevraagd, treedt hij/zij voor de duur van de behandeling van de aanvraag terug uit de commissie, dan wel laat hij/zij zich voor de betreffende vergadering vervangen.

  • 3. De leden overleggen ter vergadering met aanvragers, architecten en andere ontwerpers. Zij dienen daarbij respect te tonen voor allen die bij de advisering een rol spelen. Dit vraagt naast vakinhoudelijke kennis vaardigheden op het gebied van communicatie.

  • 4. Een van de deskundige leden is de architect-adviseur van de commissie. De architect-adviseur redigeert onder mandaat van de commissie de definitieve teksten van de schriftelijk uit te brengen adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders.

  • 5. De deskundige leden zijn belast met hetgeen dit reglement hen verder opdraagt.

Artikel 7 Burgerlid

  • 1. Het burgerlid geeft vanuit zijn ervaring en inzicht als ingezetene van de gemeente een onafhankelijke visie op de adviesaanvragen en is stemgerechtigd.

  • 2. Wanneer het burgerlid op enigerlei wijze een zakelijke binding heeft met een bouwplan waarvoor advies wordt gevraagd, treedt hij/zij voor de duur van de behandeling van de aanvraag terug uit de commissie, dan wel laat hij/zij zich voor de betreffende vergadering vervangen.

  • 3. Het burgerlid vertegenwoordigt als ingezetene van de gemeente Midden-Drenthe de burgers en moet aan het volgende profiel voldoen:

    • a.

      ingezetene zijn van de gemeente Midden-Drenthe;

    • b.

      belangstelling hebben voor bouwen en wonen in de gemeente Midden-Drenthe;

    • c.

      brede kennis hebben van de gemeente Midden-Drenthe;

    • d.

      communicatief en sociaal vaardig zijn;

    • e.

      onafhankelijk en zelfstandig in meningvorming zijn.

Artikel 8 Benoeming en zittingsduur

  • 1. De benoeming en zittingsduur van de leden van de welstandscommissie alsmede diens plaatsvervangers geschiedt overeenkomstig artikel 12b, vierde lid, van de Woningwet.

  • 2. De te benoemen leden en diens plaatsvervangers worden door burgemeester en wethouders voorgedragen aan de gemeenteraad.

  • 3. Bij de voordracht van kandidaten wordt gelet op de onafhankelijkheid, deskundigheid met betrekking tot welstandsadvisering, analytisch vermogen en de mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. De deskundige kandidaten dienen kennis te hebben van de geschiedenis van de bouwkunst en de hedendaagse ontwikkelingen. De voorzitter dient bovendien te beschikken over bestuurlijke kwaliteiten en indien mogelijk een zekere affiniteit met welstandsadvisering.

  • 4. De leden van de welstandscommissie worden omwille van de continuïteit van de welstandsadvisering in beginsel benoemd en herbenoemd volgens een roulatiesysteem.

  • 5. Het College van Burgemeester en Wethouders bereidt de werving en selectie van zowel de voorzitter als de leden van de welstandscommissie voor, alsmede hun plaatsvervangers, faciliteert het wervings- en selectieproces en doet een voordracht aan de gemeenteraad. Daartoe stelt het college een benoemingsprocedure vast. Indien gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid die artikel 1, lid 4 biedt wordt door het college daartoe eveneens een benoemingsprocedure vastgesteld.

  • 6. De gemeenteraad kan de welstandscommissie ineens dan wel leden van de welstandscommissie tussentijds ontslaan, indien de commissie dan wel een commissielid naar zijn oordeel of het oordeel van burgemeester en wethouders niet naar behoren functioneert. Ontslagen commissieleden kunnen geen aanspraak maken op enige schadeloosstelling.

Artikel 9 Vergaderingen

  • 1. De welstandscommissie vergadert tenminste eenmaal per maand op een vaste dag en een vast tijdstip, volgens een tevoren, per kalenderjaar vast te stellen rooster. De kleine commissie vergadert om de twee weken volgens een tevoren, per kalenderjaar vast te stellen rooster.

  • 2. De agenda voor een openbare vergadering van de welstandscommissie wordt minimaal een dag voor de vergadering ter inzage gelegd bij de gemeentewinkel in het gemeentehuis in Beilen en de gemeentelijke website. Op het voorgaande wordt op de gemeentelijke pagina in de 'krant van Midden-Drenthe' wekelijks gewezen.

  • 3. De vergaderingen van de welstandscommissie vinden plaats op het gemeentehuis in Beilen. Indien uitgeweken wordt naar een andere vergaderlocatie dan wel een ander tijdstip dan wordt dit bekend gemaakt via de 'krant van Midden-Drenthe' en de gemeentelijke website.

  • 4. De behandeling van bouwplannen door de welstandscommissie is openbaar, tenzij de voorzitter, de gemeente, de aanvrager of belanghebbenden van oordeel is/zijn dat er op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur klemmende redenen aanwezig zijn voor geheimhouding. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling, als voor het formuleren van de conclusie, dan wel het advies.

  • 5. Als nadere toelichting gewenst is en zinvol wordt geacht, wordt de aanvrager en/of ontwerper uitgenodigd voor de vergadering van de welstandscommissie waarin het betreffende plan wordt behandeld. In verband met de fatale termijnen in de Wabo kan niet om uitstel van de behandeling door de welstandscommissie worden verzocht.

  • 6. Indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen hierom bij het indienen van de aanvraag heeft verzocht, wordt deze door de welstandscommissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het bouwplan. In het geval dat het bouwplan in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een toelichting is gedaan, dient de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een uitnodiging (schriftelijk, telefonisch of per e-mail) te ontvangen voor de vergadering van de commissie, waarin de aanvraag wordt behandeld. In verband met de fatale termijnen in de Wabo kan niet om uitstel van de behandeling door de welstandscommissie worden verzocht.

  • 7. Alleen belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht tijdens de vergadering van de welstandscommissie. Belanghebbenden die gebruik wensen te maken van het spreekrecht dienen dit voor de aanvang van de vergadering te melden aan de voorzitter of de secretaris. Als er belanghebbenden zijn licht de voorzitter bij de start van de vergadering de vergaderprocedure en de rol van de welstandscommissie in de omgevingsvergunning voor het bouwenprocedure toe. Dit kan ook schriftelijk of per e-mail door het verspreiden of toezenden van een folder/flyer waarin de gang van zaken van de vergadering is beschreven.

  • 8. Bij de behandeling van een plan:

    • a.

      introduceert de ambtelijk secretaris het plan, licht dit toe en verstrekt relevante gegevens over het welstandsbeleid voor het betreffende object en/of gebied. Indien van toepassing, vat de voorzitter et in het vooroverleg gegeven commentaar samen voor de commissie en het publiek;

    • b.

      stelt de voorzitter opdrachtgevers, ontwerpers en eventuele andere belanghebbenden in de gelegenheid om het plan toe te lichten, respectievelijk gebruik te maken van hun spreekrecht. De voorzitter stelt, afhankelijk van de mate waarin de agenda dit toelaat, de maximale spreektijd van een ieder vast;

    • c.

      leidt de voorzitter de beraadslagingen van de welstandscommissie over het plan. De beraadslagingen zijn openbaar, maar opdrachtgevers, ontwerpers en eventuele andere belanghebbenden kunnen er niet aan deelnemen;

    • d.

      formuleert de welstandscommissie een onafhankelijk en objectief advies, gebaseerd op het gemeentelijk welstandsbeleid, dan wel de gemeentelijke welstandsnota;

    • e.

      vat de voorzitter de beraadslaging in begrijpelijke taal samen voor het advies en geeft aan wat eventuele vervolgstappen zijn;

    • f.

      redigeert de architect-adviseur onder mandaat van de commissie de definitieve teksten van de schriftelijk uit te brengen adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders. Hij mag in zijn advies, zonder de welstandscommissie daarin te kennen, niet afwijken van het geen tijdens de zitting is besproken.

Artikel 10 Advisering

  • 1.

    De welstandscommissie adviseert over alle vergunningplichtinge bouwwerken en over de niet-wettelijke taken als bedoeld in artikel 3 van dit reglement.

  • 2.

    De welstandscommissie werkt in principe op basis van een consensusmodel, wat in houdt dat alle stemgerechtigde leden tot een éénsluidend advies komen.

  • 3.

    De welstandscommissie brengt bij aanwezigheid van de aanvrager tijdens de vergadering mondeling advies uit over het bouwplan.

  • 4.

    Indien een lid van de commissie op enigerlei wijze een (zakelijke) binding heeft met een bouwplan dat ter advisering is voorgelegd, treedt deze voor de duur van de behandeling van dit bouwplan terug uit de commissie dan wel wordt er gezorgd voor vervanging voor de betreffende vergadering.

  • 5.

    De architectadviseur brengt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 2 weken na de vergadering onder mandaat van de commissie schriftelijk advies uit aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 6.

    Indien het voor het uitbrengen van een advies noodzakelijk is om een bezoek ter plaatse te brengen, wordt de aanvrager daarvan van tevoren in kennis gesteld.

  • 7.

    Het welstandsadvies luidt:

    • a.

      voldoet;

    • b.

      voldoet onder voorwaarden;

    • c.

      voldoet niet;

    • d.

      advies wordt aangehouden;

In het advies wordt gemotiveerd aangegeven op grond van welke overwegingen de welstandscommissie tot het advies is gekomen.

Artikel 11 Jaarverslag welstandscommissie

Ter voldoening aan artikel 12b, derde lid, van de Woningwet stelt de welstandscommissie eens per jaar een jaarverslag op waarin uiteen wordt gezet op welke wijze toepassing is gegeven aan de basisuitgangspunten van de welstandsnota. In het jaarverslag komt in elk geval aan de orde:

  • -

    op welke wijze toepassing is gegeven aan de basisuitgangspunten uit de welstandsnota (zie artikel 12a, lid 1 onderdeel a. van de Woningwet);

  • -

    de werkwijze van de welstandscommissie;

  • -

    op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;

  • -

    de aard van de beoordeelde plannen;

  • -

    de bijzondere projecten.

De welstandscommissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.

HOOFDSTUK 3 BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 12 Het vooroverleg

  • 1. Bij ieder bouwplan streven burgemeester en wethouders ernaar dat het bouwplan eerst in vooroverleg wordt behandeld alvorens een bouwaanvraag wordt ingediend. Bouwplannen kunnen wekelijks voor vooroverleg worden ingediend.

  • 2. Ten behoeve van het vooroverleg wordt een bouwtekening ingediend, die voor een principe-uitspraak wordt behandeld in de welstandscommissie.

  • 3. De vergaderingen van de welstandscommissie voor wat betreft het vooroverleg zijn niet openbaar voor belanghebbenden, anders dan de aanvrager.

  • 4. De principe-uitspraak is zowel richtinggevend als beoordelend en luidt:

    • a.

      voldoet;

    • b.

      voldoet onder voorwaarden;

    • c.

      voldoet niet.

    • d.

      advies wordt aangehouden

  • 5. De indiener van het bouwplan wordt van het resultaat van het vooroverleg schriftelijk in kennis gesteld. Hierin wordt gemotiveerd aangegeven op grond van welke overwegingen tot het resultaat is gekomen. Indien het resultaat het in het derde lid, onder b of c gestelde betreft wordt aangegeven op welke wijze het bouwplan aanpassing behoeft.

Artikel 13 Jaarverslag

  • 1. Ter voldoening aan artikel 12c van de Woningwet leggen burgemeester en wethouders de gemeenteraad eens per jaar een jaarverslag voor. In dit jaarverslag wordt tenminste uiteengezet:

    • a.

      op welke wijze burgemeester en wethouders zijn omgegaan met de adviezen van de welstandscommissie, dat wil zeggen in welke gevallen afgeweken is van het advies en in welke gevallen het advies is overgenomen;

    • b.

      in welke categorieën van gevallen:

      • 1.

        er toepassing is gegeven aan artikel 13a van de Woningwet en daarbij de keuze is gelaten tussen ofwel het uitvoeren van de aanschrijving, ofwel het slopen van het bouwwerk binnen de door burgemeester en wethouders te bepalen termijn, en

      • 2.

        burgemeester bij of na een aanschrijving op grond van artikel 13a van de Woningwet zijn overgegaan tot toepassing van bestuursdwang op grond van artikel 15 van die wet.

  • 2. In aanvulling op het bepaalde in artikel 12c van de Woningwet wordt in het jaarverslag bovendien ingegaan op:

    • a.

      de wijze waarop de openbare vergaderingen van zowel de welstandscommissie en de ambtelijke commissie hebben plaatsgevonden. Hierbij wordt ook melding gemaakt van de mate waarin aanvragers en overige belanghebbenden aanwezig zijn geweest tijdens de welstandsvergaderingen en in hoeverre de aanvragers gebruik hebben gemaakt van het spreekrecht, en

    • b.

      overige zaken die voor de uitoefening van het welstandstoezicht van belang zijn geweest.

Artikel 14 Afwijkingsbevoegdheid

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen bij het besluit tot verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen afwijken van het advies van de welstandscommissie, indien zij van mening zijn dat het advies niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen dan wel indien het college van oordeel is dat er andere redenen zijn om medewerking te verlenen aan het bouwplan.

  • 2. In het besluit tot het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gemotiveerd aangegeven op grond van welke overwegingen wordt afgeweken van het welstandsadvies.

  • 3. Het College van Burgemeester en Wethouders heeft op grond van artikel 2.10 van de Wabo de mogelijkheid om bij strijd van een bouwplan met redelijke eisen van welstand toch omgevingsvergunning voor het bouwen te verlenen, indien het college van oordeel is dat daarvoor andere redenen zijn (bijvoorbeeld op grond van economische, bedrijfstechnische en sociaal medische motieven). De afwijking wordt in de beslissing op de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen gemotiveerd.

  • 4. Het college kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:84 (hardheidsclausule) van de Algemene wet bestuursrecht en eventueel op advies van de welstandscommissie gemotiveerd afwijken van de in de gemeentelijke welstandsnota vastgelegde toetsingselementen en criteria. Dat kan in het geval dat een bouwplan niet voldoet aan de toetsingselementen en criteria, maar wel aan redelijke eisen van welstand. In die gevallen moet worden verwezen naar hoofdstuk 5 uit de welstandsnota.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen desgewenst second opinion aanvragen, indien dat voor een juiste motivering noodzakelijk is.

  • 6. Een second opinion kan ook worden aangevraagd, ingeval van:

  • a. een schetsplan;

  • b. een bouwaanvraag;

  • c. de behandeling van een bezwaarschrift op de weigering dan wel verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen;

  • d. de behandeling van een bezwaarschrift tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen.

Artikel 15 Nadere motivering

Burgemeester en Wethouders kunnen in het kader van bezwaar en/of beroep tegen een verleende dan wel een geweigerde omgevingsvergunning voor het bouwen de welstandscommissie om een nadere motivering van het uitgebrachte advies, dan wel om een standpunt naar aanleiding van het bezwaar- of beroepschrift vragen.

Artikel 16 Evaluatie

Naar aanleiding van het jaarverslag van de welstandscommissie als bedoeld in artikel 12b, lid 3, alsmede het jaarverslag van het college als bedoeld in artikel 12c van de Woningwet vindt een evaluatiegesprek plaats tussen een vertegenwoordiging van het college en een vertegenwoordiging van de welstandscommissie.

Artikel 17 Vergoedingen leden welstandscommissie

De leden van de welstandscommissie ontvangen voor hun werkzaamheden een door het College van Burgemeester en Wethouders vast te stellen vergoeding.

Artikel 18 Advieskosten welstandsbeoordeling

De leges voor de beoordeling van een omgevingsvergunning door de welstandscommissie worden berekend op basis van de legesverordening van de gemeente Midden Drenthe.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 1 februari 2018
de griffier, de voorzitter