Organisatieverordening van de griffie van de gemeente Midden-Drenthe

Geldend van 12-04-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2012

Intitulé

Organisatieverordening van de griffie van de gemeente Midden-Drenthe

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1:1

In deze verordening wordt verstaan onder:

griffier:

de op grond van artikel 107 Gemeentewet door de raad benoemde functionaris;

griffie:

de organisatie die valt onder de verantwoordelijkheid van de raad, bestaande uit de griffier en de onder zijn verantwoordelijkheid functionerende ambtenaren;

griffiemedewerker:

medewerker van de gemeente Midden-Drenthe die hiërarchisch onder de griffier vallen;

werkgeverscommissie:

een door de raad op grond van artikel 83 van de Gemeentewet ingestelde commissie waaraan de werkgeversfunctie van de griffie(r) is gedelegeerd;

collegeorganisatie:

medewerkers van de gemeente Midden-Drenthe die hiërarchisch vallen onder het college en de gemeentesecretaris, zoals bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 2. Organisatie van de griffie

Artikel 2:1. Werkingsfeer

  • 1. De raad is het bevoegd gezag ten aanzien van de griffier en de griffiemedewerkers.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op medewerkers werkzaam voor de griffie van de gemeente Midden-Drenthe.

Artikel 2:2. Arbeidsvoorwaarden

De lokale rechtspositieregelingen, welke ter uitvoering van en/of aanvullend op de Arbeidvoorwaardenregeling gemeente Midden-Drenthe (CAR-UWO) zijn vastgesteld, c.q. in de toekomst (gewijzigd) worden vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2:3. Mandaat

  • 1. De bevoegdheid tot het nemen van personele besluiten ten aanzien van de op de griffie werkzame medewerkers, met uitzondering van de griffier, te mandateren aan de griffier.

  • 2. Tot het mandaat behoort mede het afdoen en voeren van correspondentie ter zake van de toegekende bevoegdheden, alsmede het (doen) treffen van voorbereiding- en uitvoeringshandelingen.

Artikel 2:4

  • 1. De in mandaat te nemen besluiten dienen in overeenstemming te zijn met alle ter zake geldende regelingen, het door de raad en werkgeverscommissie gevoerde beleid en mogen niet leiden tot een budgetoverschrijding.

  • 2. Indien redelijkerwijs te verwachten is dat een in mandaat te nemen besluit bestuurlijke of politieke implicaties kan hebben, wordt de mandaatgever in de gelegenheid gesteld zijn wensen of bedenkingen over een ontwerp van het te nemen besluit, vergezeld van een advies van de gemandateerde, naar voren te brengen.

Artikel 2:5

Bij afwezigheid van de griffier oefent de plaatsvervangend griffier de in dit mandaatbesluit verleende bevoegdheid uit.

Artikel 2:6

Alle stukken verband houdende met de uitoefening van dit mandaat worden als volgt ondertekend:

De werkgeverscommissie van de gemeente Midden-Drenthe,

namens deze,

(handtekening),

griffier.

Artikel 2:7. Beoordeling

  • 1. Personeelsbeoordeling, op basis van de Cyclus van personeelsbegeleiding, van griffiemedewerkers vindt plaats door de griffier en van de griffier door (de voorzitter van) de werkgeverscommissie.

  • 2. Waar in de Cyclus van personeelsbegeleiding sprake is van “naast hogere leidinggevende” wordt bij de beoordeling van griffiemedewerkers gelezen “(de voorzitter van) de werkgeverscommissie”, en bij de beoordeling van de griffier “de raad”.

  • 3. Voor zover de arbeidsvoorwaardenregeling voorziet in het indienen van bedenkingen of een zienswijze, kan de griffiemedewerker deze indienen bij het Seniorenconvent en de griffier bij de raad.

Artikel 2:8. Medezeggenschap

  • 1. De ondernemingsraad van de collegeorganisatie behartigt tevens de belangen van het personeel werkzaam voor de griffie.

  • 2. De uitoefening van de bevoegdheden die in de Wet op de ondernemingsraden (WOR) zijn toegekend aan de griffier als WOR-bestuurder worden, uit hoofde van efficiency en slagvaardigheid, met de ondertekening van dit besluit bij mandaat overgedragen aan de WOR-bestuurder van de collegeorganisatie.

Artikel 2:9 Georganiseerd overleg griffiepersoneel

De werkgeverscommissie kan uit zijn midden een vertegenwoordiger aanwijzen om overleg te voeren met de vakorganisaties ingeval van ingrijpende organisatiewijzigingen van de griffie.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 3:1

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, pleegt de griffier voor zover nodig overleg met de voorzitter van de werkgeverscommissie.

Artikel 3:2

De verordening kan worden aangehaald als ‘Organisatieverordening van de griffie van de gemeente Midden-Drenthe 2012’.

Artikel 3:3

Deze verordening treedt in werking op 1 april 2012.

Ondertekening

Besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 29 maart 2012,
de griffier,
C.J. Onderwater
de voorzitter,
J.Broertjes