Regeling vervallen per 19-12-2019

Verordening commissie bezwaarschriften 2012 gemeente Midden-Drenthe

Geldend van 20-12-2014 t/m 18-12-2019

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften 2012 gemeente Midden-Drenthe

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, zoals bedoeld in artikel 7:1 Awb.

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten:

    • a.

      op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      met betrekking tot functiewaardering en overige rechtspositionele aangelegenheden van gemeentepersoneel.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vijf leden.

  • 2. Op het onder lid 1 gestelde is artikel 7:13, lid 1 sub b van toepassing.

  • 3. De voorzitter en de leden worden door de raad benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. De commissie wijst uit haar midden voor de voorzitter en voor elk lid een plaatsvervanger aan.

Artikel 4. Onderverdeling commissie in kamers

  • 1. De commissie bestaat uit twee kamers: een kamer voor grondgebonden zaken en een kamer voor persoonsgebonden zaken.

  • 2. Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    • a.

      een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter van de commissie of een van de leden van de commissie, door de commissie aangewezen uit haar midden;

    • b.

      ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 3. De voorzitter van de commissie bepaalt door welke kamer een bezwaarschrift wordt behandeld.

  • 4. Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van toepassing.

Artikel 5. Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers aan van de secretaris.

Artikel 6. Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van aftreden van de raad.

  • 2. De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen of ontslagen worden.

  • 3. De aftredend voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 7. Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij behorende stukken wordt na de ontvangst daarvan zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, voorzover het betreft het stellen van een termijn aan de indiener;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9. Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10. Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waar belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11. Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de verzenddatum van de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk een week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12. Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden van de desbetreffende kamer aanwezig is, onder wie in elk geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger.

Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 14. Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. De zitting van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats bij behandeling van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van of voortvloeiende uit de Wet werk en bijstand, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Participatiewet dan wel andere sociale zekerheidswetgeving.

Artikel 15. Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd, en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter van de desbetreffende kamer en de secretaris van de commissie.

Artikel 16. Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voor het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist zo spoedig mogelijk op een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen van deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van toepassing.

Artikel 17. Raadkamer en advies

  • 1. De commissie c.q. de kamer beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit brengen advies.

  • 2. a. de commissie c.q de kamer beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 2. b. indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 2. c. van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien de minderheid daarom verzoekt.

  • 3. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter van de desbetreffende kamer en de secretaris van de commissie.

Artikel 18. Uitbrenging advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19. Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften, zoals vastgesteld door de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester op 25 februari 2010, wordt ingetrokken.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2012.

Artikel 21. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften 2012 gemeente Midden-Drenthe.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 28 juni 2012,
de griffier,
C.J. Onderwater
de voorzitter,
J.Broertjes
de secretaris,
T.Stelpstra
de burgemeester,
J.Broertjes
de burgemeester,
J.Broertjes

Toelichting bij de Verordening Commissie Bezwaarschriften

Deze verordening is gewijzigd naar aanleiding van het samenvoegen van de Wet Investeren in Jongeren met de Wet Werk en Bijstand per 1 januari 2012. De wijziging bestaat daaruit dat in artikel 14, lid 4 de verwijzing naar de Wet Investeren in Jongeren is geschrapt en dat de data zijn geactualiseerd.

Voor het overige is de bestaande verordening intact gelaten.