Regeling vervallen per 24-02-2015

Verordening op de raadscommissies 2014

Geldend van 11-04-2015 t/m 23-02-2015 met terugwerkende kracht vanaf 06-06-2014

Intitulé

Verordening op de raadscommissies 2014

De raad van de gemeente Midden-Drenthe:

gelezen het advies van de voorzitter en de griffier van 28 mei 2014;

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

Besluit

Vast te stellen de volgende:

Verordening op de raadscommissies 2014

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: lid van een raadscommissie;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens vervanger;

  • c.

    commissiegriffier: secretaris van een commissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering: vergadering van een raadscommissie.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

Er is een :

  • a.

    Commissie Zorg en Welzijn;

  • b.

    Commissie Ruimte en Groen;

  • c.

    Commissie Algemeen Bestuur.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie:

  • a.

    brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen, waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • b.

    kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

  • c.

    voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van onderwerpen bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit maximaal 2 leden per fractie met 4 of meer raadszetels en 1 lid per fractie met minder dan 4 raadszetels.

  • 2. De commissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Fracties met maximaal 3 zetels hebben de mogelijkheid om ook één niet- raadslid voor te dragen, mits dit lid op de kandidatenlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen van de desbetreffende fractie staat vermeld. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 4. Bij verhindering van een commissielid kan dit lid door een ander raadslid uit de fractie worden vervangen.

  • 5. Niet-raadsleden, die als commissielid zijn benoemd, kunnen ook als plaatsvervanger optreden bij verhindering van een commissielid in een andere commissie dan waarin hij is benoemd.

  • 6. De leden van een commissie, die geen raadslid zijn, ontvangen voor het bijwonen van een raadscommissie een vergoeding.

Artikel 5. Benoeming commissievoorzitter

  • 1. De voorzitter en zijn plaatsvervanger worden op voordracht van de fracties door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2. De voorzitter is geen lid van de commissie.

  • 3. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en –voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Een commissielid respectievelijk een voorzitter houden op lid respectievelijk voorzitter te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4, derde lid gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid respectievelijk voorzitter ontslaan op voorstel van de fractie die de voordracht heeft gedaan.

  • 4. Een commissielid respectievelijk een voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger benoemd is.

  • 5. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 6. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden respectievelijk voorzitter, die op voordracht van die fractie zijn benoemd, van rechtswege.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1. De griffier van de raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar tot commissiegriffier.

  • 2. Een commissiegriffier is aanwezig in de vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar of, in samenspraak met de secretaris, een niet op de griffie werkzame ambtenaar.

  • 3. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 8. Oproep en voorlopige agenda

  • 1. De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissie een digitale oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 9, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering digitaal aan de leden gezonden.

Artikel 9 Aanvullende agenda: vaststellen agenda

  • 1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een digitale oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt op de gemeentelijke website.

  • 2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

  • 3. Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de digitale oproep op de gemeentelijke website gepubliceerd. Als na het verzenden van de digitale oproep stukken worden gepubliceerd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 11. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging op de gemeenteljke website en de gemeentelijke pagina in het huis-aan-huis-blad “De Krant van Midden-Drenthe”.

Paragraaf 2. Ter vergadering

Artikel 12. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 13. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielist meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden aanwezig is.

  • 2. Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden aanwezig is.

Artikel 14. Spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 15.

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van commissievergaderingen.

  • 2. De verslagen worden gedaan in de vorm van een video- en geluidsopname.

  • 3. De besluitenlijsten bevatten in ieder geval:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord hebben gevoerd;

    • b.

      aantekening van welke commissieleden afwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de agendapunten die aan de orde zijn geweest en welke fracties daarbij het woord hebben gevoerd;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad onder de vermelding van de namen van de commissieleden die mededeling hebben gedaan van hun goed-of afkeuring, en met de aantekening van de namen van de commissieleden die zich niet uitgelaten hebben en op het agendapunt terug willen komen in de raadsvergadering.

  • 4. Vastgestelde besluitenlijsten worden ondertekend door de voorzitter en de commissiegriffier.

Artikel 16. Advies; geen stemmingen

  • 1. Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op het voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.

  • 2. In het advies worden opgenomen de standpunten van alle fracties en commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 3. In een commissievergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 17. Deelname aan de beraadslagingen door anderen

Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 18. Spreekrecht burgers

  • 1. Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren (spreekrecht). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen onderwerpen die wel op de agenda staan en onderwerpen die niet op de agenda staan.

  • 2. Insprekers over onderwerpen die niet op de agenda staan mogen het woord voeren bij het begin van de agenda.

  • 3. Insprekers over onderwerpen die op de agenda staan krijgen het woord bij de behandeling van het betreffende agendapunt.

  • 4. De voor het spreekrecht beschikbare tijd bedraagt per vergadering maximaal 30 minuten, onafhankelijk van het aantal insprekers of agendapunten.

  • 5. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit binnen een redelijke termijn voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 6. De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 7. De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 8. De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 19. Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de commissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worde ontzegd.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij roept de sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 20. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 21. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 22. Verslag besloten vergadering

  • 1. Concept-verslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

  • 2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 23. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt , als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 24 Toehoorders en pers.

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 25. Geluid- beeldregistraties

Degenen die van de openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 26. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit reglement treedt in werking op 1 juli 2014 en heeft terugwerkende kracht tot 6 juni 2014.

  • 2. Op 1 juli 2014 vervalt Verordening op de raadscommissies, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 29 september 2011.

  • 3. Dit reglement wordt aangehaald als “Verordening op de raadscommissies2014”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Midden- Drenthe, gehouden op 5 juni 2014,

De griffier, De voorzitter,

C.J. Onderwater J. Broertjes