Regeling vervallen per 01-01-2014

Winkeltijdenverordening

Geldend van 29-12-2011 t/m 31-12-2013

Intitulé

Winkeltijdenverordening

Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    Feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag.

Beslistermijn

Artikel 2

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag van een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Zij kunnen de beslissing voor ten hoogste 8 weken verdagen.

Te late indiening aanvraag

Artikel 3

Indien een aanvraag voor een ontheffing wordt ingediend minder dan zes weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Zon- en feestdagenregeling

Artikel 4

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Openstelling op werkdagen tussen 22.00 uur en 06.00 uur

Artikel 5

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde m de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Toerisme

Artikel 6

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet, gelden, in verband met de toeristische aantrekkingskracht van deze plaats, niet voor Orvelte op zondagen van 10.00 tot 17.00 uur.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een ontheffing verlenen van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet, ten behoeve van winkels gelegen op een kampeerterrein op zondagen van 10.00 tot 17.00 uur.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen aan de ontheffing voorschriften verbinden.

  • 4. De ontheffing wordt geweigerd indien er geen sprake is van toeristische doeleinden als bedoeld in artikel 3, derde lid, onder a van de wet.

Avondwinkels

Artikel 7

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen mssen 00.00 en 16.00 uur.

  • 2. Zij kunnen voor ten hoogste 2 winkels ontheffing verlenen.

  • 3. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de winkel dient gesloten te zijn tussen 00.00 en 16.00 uur;

    • b.

      er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de avondwinkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Artikel 8

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voorzover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden,evenementen, bijeenkomsten, veilingen, beurzen, kunstateliers en galeries.

Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Artikel 9

Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Intrekking of wijziging van de ontheffing

Artikel 10

Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen, indien:

  • 1.

    Ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt.

  • 2.

    Op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist.

  • 3.

    De aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen.

  • 4.

    Het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse.

  • 5.

    Van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn, of bij gebreke daarvan, binnen een redelijke termijn.

  • 6.

    De houder of zijn rechthebbende dit verzoekt.

Overdracht van de ontheffing

Artikel 11

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

In werking treden

Artikel 12

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na afkondiging in het plaatselijke weekblad "De Middenvelder".

  • 2. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening wordt de 'Verordening inzake de winkeltijden', vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Westerbork van 23 augustus 1996, ingetrokken.

Citeertitel

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Winkeltijdenverordening”

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 29 april 1999,
de secretaris
de voorzitter,
R.Timmer
R.W. ter Avest

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING:

Artikel 1

Artikel 2, eerste lid, onder b van de wet noemt zowel de feestdagen (Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag) als de dagen waarop een zogenoemd 19.00 uur regime geldt (Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december). Voor de omschrijving van het begrip "feestdagen" is aansluiting gezocht bij artikel 1 van het Vrijstellingenbesluit winkeltijdenwet. De dagen waarop een 19.00 uur regime geldt, vallen daar niet onder.

Artikel 2

Voor de bepaling van de beslistermijn is aansluiting gezocht bij de in artike14: 13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht genoemde redelijke termijn.

Artikel 3

Hoewel het publiek zoveel mogelijk service moet worden geboden, zijn de mogelijkheden van het ambtelijk apparaat niet onbeperkt. In de praktijk gebeurt het nog wel eens dat burgers met de aanvraag van een ontheffing tot het laatste moment wachten. De bewoordingen van het onderhavige artikel ('kunnen') laten uitkomen, dat het indienen van verzoeken binnen die termijn bepaald niet tot het niet in behandeling nemen behoeft te leiden.

Artikel 4

Op maximaal 12 zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod. Deze bevoegdheid is door de gemeenteraad gedelegeerd aan burgemeester en wethouders. Voor de toepassing kan de gemeente gesplitst worden in afzonderlijke delen.

Artikel 5

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Daartoe is een ontheffingsmogelijkheid in het leven geroepen. Per geval is een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met de belangen van de woon- en leefomgeving. De ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

Voor een aantal "overige vormen van detailhandel" is openstelling op zon- en feestdagen in het Vrijstellingenbesluit geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door deze bepaling in de verordening geregeld.

Artikel 6

De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid, onder a van de wet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Voor Orvelte is in het verleden gekozen voor een vrijstelling door de raad bij verordening. Dit systeem is nu ook aangehouden.

De zondagopening van campingwinkels kan ook worden gebaseerd op de toerismebepaling van de wet. Hierbij is gekozen voor het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Per geval is een afweging te maken of de openstelling zich verhoudt met de belangen van de woon- en leefomgeving.

Artikel 7

Het afwijkende openstellingregime op zon- en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend kunnen zijn en waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht in een afzonderlijke regeling op te nemen. Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

Criterium voor het toestaan van het aantal avondwinkels is 1 winkel per 15.000 inwoners en minder. Dit houdt in dat in de gemeente Middenveld toestemming kan worden verleend voor de vestiging van 2 avondwinkels.

Artikel 8

Dit artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet. Het stellen van voorschriften en beperkingen is mogelijk.

Artikel 9

De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 10

In de Algemene wet bestuursrecht is niet geregeld in welke situaties een besluit kan worden ingetrokken. Dit dient deswege in de verordening te worden bepaald.

Artikel 11

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van burgemeester en

wethouders. Deze tussenkomst geeft burgemeester en wethouders de gelegenheid om inzicht te verkrijgen in de handel en wandel van de opvolger zodat naleving van de regelgeving in goede banen kan worden geleid.