Regeling vervallen per 01-01-2019

Beleidsregels kindpakket Midden-Groningen 2018

Geldend van 11-09-2018 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2018

Intitulé

Beleidsregels kindpakket Midden-Groningen 2018

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Midden-Groningen,

Gelet op artikel 35 van de Participatiewet,

Besluit de beleidsregels kindpakket Midden-Groningen 2018 vast te stellen.

HOOFDSTUK 1: INDIRECTE SCHOOLKOSTEN

Paragraaf 1: algemeen

Artikel 1: begripsomschrijving

  • 1.

    Voor het onderdeel indirecte schoolkosten van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

    • b.

      de wet: Participatiewet;

    • c.

      kind: tot het huishouden behorend ten laste komend (eigen of stief)kind als bedoeld in artikel 4,eerste lid en onder sub e van de wet dat in Nederland woont en naar school gaat;

    • d.

      de kosten: indirecte schoolkosten in brede zin bijvoorbeeld een computer, fiets, potlood, fietsbel, bureau, lamp; enzovoorts;

    • e.

      Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen;

    • f.

      kredietbank: een kredietbank die is aangesloten bij de branchevereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren NVVK (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet);

    • g.

      de norm: de voor belanghebbende geldende norm voor levensonderhoud op grond van hoofdstuk 3 paragraaf 3.2 de artikelen 20, 21, 22, 23 en 24 van de wet inclusief de verlagingen genoemd in paragraaf 3.3 de artikelen 27 en 28 van de wet en exclusief vakantiegeld;

      voor deze beleidsregels blijft de kostendelersnorm als bedoeld in artikel 19a en 22a van de wet buiten toepassing;

    • h.

      voortgezet onderwijs: het onderwijs volgend op basisonderwijs;

    • i.

      doel: voorzien in indirecte schoolkosten voor het kind;

    • j.

      BWRI: Bedrijf voor werk re-integratie en inkomen.

  • 2.

    Voor andere begrippen in deze beleidsregels dan die uit het eerste lid, gelden de definities die staan in de wet en in de Algemene wet bestuursrecht.

Paragraaf 2: kring van rechthebbenden

Artikel 2: ingezetene

De alleenstaande ouder of gehuwden met een kind moet op het moment waarop de kosten zijn

gemaakt hun woonplaats hebben in de gemeente Hoogezand-Sappemeer als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek én ten tijde van het maken van de kosten

Nederlander zijn of hieraan door de wet gelijkgesteld.

Artikel 3: inkomenscriteria

  • 1.

    Alleenstaande ouders en gehuwden met een (voor gehuwden gezamenlijk) inkomen dat gelijk of lager is dan 115% van de norm (naar boven afgerond op hele euro’s) komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten.

  • 2.

    Alleenstaande ouders en gehuwden die deelnemen aan de Wsnp of aan een vergelijkbare minnelijke regeling uitgevoerd door de kredietbank, komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten ongeacht het daadwerkelijk inkomen.

    Indien één van de gehuwden deelneemt aan de Wsnp of aan een minnelijke regeling is de som van inkomen van de niet deelnemende partner en het door de curator of kredietbank beschikbaar gesteld bedrag (voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan) bepalend voor de vraag of aan het criterium onder het eerste lid van dit artikel is voldaan.

  • 3.

    Indien de huur of hypotheekrente van de door belanghebbende(n) zelf bewoonde woning hoger zijn dan de normhuur (€ 207) wordt het onder het eerste lid bedoelde bedrag vermeerderd met dit meerdere.

    In geval sprake is van een eigen woning wordt de maandelijkse hypotheekrente vermeerderd met € 95 euro voor onderhoud en lasten. Rekening wordt gehouden met een forfaitere fiscale teruggaaf van 28% van de betaalde hypotheekrente.

    In geval sprake is van een huurwoning is het huurbedrag inclusief servicekosten bepalend. Hierop wordt in mindering gebracht het bedrag aan huurtoeslag waarop recht bestaat.

  • 4.

    Indien de betaalde zorgpremie of bestuursrechtelijke premie hoger is dan de normpremie (€ 39 voor alleenstaanden en € 85 voor echtparen) wordt het meerdere opgeteld bij het onder het eerste lid verkregen bedrag.

  • 5.

    Indien het inkomen hoger is dan het bedrag bedoeld in het eerste lid gecorrigeerd met het bedrag bedoeld in het derde en vierde lid wordt de jaardraagkracht berekend en 33,33% hiervan wordt als eigen bijdrage in mindering gebracht op de vergoeding op grond van deze beleidsregels.

  • 6.

    Indien belanghebbende beschikt of belanghebbenden beschikken over een hoger inkomen op grond waarvan geen recht bestaat op een vergoeding op grond van deze beleidsregels, kan het college in afwijking hiervan een vergoeding toekennen voor zover sprake is van onvermijdbare noodzakelijke kosten waardoor de positie van belanghebbende(n) redelijkerwijs vergelijkbaar is met die van een belanghebbende die voldoet aan het inkomenscriterium.

Paragraaf 3: recht op tegemoetkoming in de kosten

Artikel 4 recht op tegemoetkoming

Indien wordt voldaan aan hetgeen is bepaald in de artikelen 2 en 3 van deze beleidsregels bestaat recht op een tegemoetkoming in de kosten.

Paragraaf 4: tegemoetkoming in de kosten

Artikel 5 maximale tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming in de kosten bedraagt maximaal € 1000 per kind dat per 1 septermber 2018 voor het eerst van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs gaat.

  • 2.

    Kinderen van vergunninghouders die zich vestigden in onze gemeente én voor het eerst voortgezet onderwijs in Nederland volgen (inclusief de Internationale Schakelklas) worden geacht te voldoen aan hetgeen beschreven is in het eerste lid.

  • 3.

    Voor zover op grond van de Beleidsregels bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten Hoogezand-Sappemeer voor het schooljaar 1 september 2018 tot en met 31 december 2018 een vergoeding is verstrekt voor een computer voor hetzelfde kind waarvoor thans wordt aangevraagd, wordt het eerder verstrekt bedrag in mindering gebracht op de maximale tegemoetkoming als bedoeld in het eerste lid.

Paragraaf 5: aanvraag

Artikel 6 indienen aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag in de tegemoetkoming van de kosten wordt ingediend door middel van een aanvraagformulier Kindpakket 2018.

  • 2.

    Er kan een aanvraag voor het Kindpakket 2018 ingediend worden in de periode vanaf 1 september 2018 tot 31 december 2018.

    De aanvraag kan met terugwerkende kracht toegekend worden maar moet wel betrekking hebben op kosten voor het schooljaar 1 september 2018 tot en met 31-12-2018. Aanvragen ingediend na 1 september 2019 worden niet in behandeling genomen.

  • 3.

    Voor kosten hoger dan € 150 moet belanghebbende aannemelijk maken dat het bedrag overeenkomstig doel wordt besteed. Dit kan door het overleggen van een nota of door rechtstreekse betaling van BWRI aan de leverancier dan wel anderszins.

HOOFDSTUK 2: HARMONISERING OVERIG MINIMABELEID

Artikel 7 kring van rechthebbenden

  • 1.

    Belanghebbende die recht heeft op een vergoeding krachtens de verordening activiteitenfonds Hoogezand-Sappemeer, de Verordening stimuleringsfonds gemeente Slochteren 2017 of het Participatiefonds 2016 gemeente Menterwolde, heeft recht op een vergoeding als één van de genoemde verordeningen een hogere vergoeding kent dan de verordening op grond waarvan wordt aangevraagd.

  • 2.

    Belanghebbende die geen recht heeft op een vergoeding op grond van het Participatiefonds 2016 gemeente Menterwolde of de Verordening stimuleringsfonds gemeente Slochteren 2017 om reden dat het inkomen hoger is dan 110% maar niet hoger dan 115% van de geldende bijstandsnorm, heeft recht op een vergoeding.

Artikel 8 vergoeding

De vergoeding bedraagt:

  • het verschil tussen de vergoeding op basis van de verordening waarop een beroep wordt gedaan en de hoogste vergoeding voor deze aanvraag in één van de andere verordeningen genoemd in artikel 7, eerste lid van deze Beleidsregels;

  • de hoogste vergoeding genoemd in één van de verordeningen genoemd in artikel 7, eerste lid van deze Beleidsregels voor zover sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 7, tweede lid van deze Beleidsregels.

HOOFDSTUK 3: INDIVIDUALISEREN

Artikel 9 overige kosten ontwikkeling kind

  • 1.

    Indien sprake is van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende extra kosten voor een kind en geen sprake is van een voorliggende voorziening, worden deze kosten vergoed als dit naar het oordeel van het college nodig is voor de ontwikkeling en participatie van het kind, voor zover de (stief)ouder(s) onvoldoende draagkracht hebben om zelf in deze kosten te voorzien.

  • 2.

    De artikelen 1, 2 en 3 van hoofdstuk 1 van deze beleidsregels zijn ook van toepassing in dit hoofdstuk.

HOOFDSTUK 4: SLOTBEPALINGEN

Artikel 7 datum inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden inwerking op 1 juli 2018.

Artikel 8 citeerartikel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels kindpakket Midden-Groningen 2018.

Artikel 9 datum Intrekking

Deze beleidsregels vervallen op 1-1-2019. Vanaf die datum geldt de verordening Meedoen fonds 2019-2023

Aldus vastgesteld op 3-7-2018,

Burgemeester,

Secretaris.

Toelichting

HOOFDSTUK 1: INDIRECTE SCHOOLKOSTEN

1. Indirecte schoolkosten

1.1: Inleiding

Voor 2018 geldt een eenmalige regeling (op grond van het Kindpakket 2017) voor indirecte schoolkosten.

1.2: Indirecte schoolkosten

Wat zijn indirecte schoolkosten? Dat wordt voor deze regeling zeer breed geïnterpreteerd. Van fietsbel naar complete fiets, van rekenmachine naar een laptop, van een potlood naar een studeerkamer. Kortom alles wat geen directe schoolkosten zijn maar wel gerelateerd kan worden aan de school.

2. Maximaal bedrag

2.1: Maximum bedrag

Voor het schooljaar 1 september 2018 tot en met 31-12-2018 kan maximaal 1.000 euro verstrekt worden voor indirecte schoolkosten.

2.2: Verlaging maximum

Op dit bedrag wordt in mindering gebracht het bedrag dat t.b.v. hetzelfde kind door Hoogezand-Sappemeer of Slochteren voor een computer is overgemaakt op grond van de beleidsregels bijzondere bijstand voor indirecte schoolkosten Hoogezand-Sappemeer respectievelijk het Stimuleringsfonds.

3. Beperkt tot een kind dat voor het eerst voortgezet onderwijs volgt

De regeling geldt alleen voor kinderen die voor het eerst voortgezet onderwijs volgen. Meestal zal het gaan om kinderen die van de basisschool komen en voor het eerst op voortgezet onderwijs zitten. Maar het kan ook gaan om een kind van een vergunninghouder die zich vestigt in de gemeente en voor het eerst voortgezet onderwijs volgt in Nederland. Dit zal veelal de Internationale Schakelklas zijn.

4. Voorwaarden

4.1: Ingezetene en Nederlander

De ouder(s) moeten in de gemeente wonen en de Nederlandse nationaliteit hebben of hieraan gelijkgesteld. Hier gelden de regels die ook voor de Participatiewet gelden.

4.2: Vermogen

Omdat het een hoge uitzondering is dat de doelgroep beschikt over een aanzienlijk vermogen blijft een vermogenstoets achterwege.

4.3: Inkomenscriteria

4.3.1: Wsnp of in de bugettering bij de kredietbank

In dat geval kan een onderzoek naar het inkomen achterwege blijven. Ongeacht inkomen bestaat recht als aan de overige voorwaarden is voldaan.

Als er sprake is van gehuwden of daaraan gelijk gestelde samenwonenden en één van de partners valt onder de Wsnp is het inkomen de optelsom van:

• het inkomen van de parner die niet in de Wsnp of schuldsanering zit; én

• het bedrag dat de andere partner ontvangt van de bewindvoerder of kredietbank voor leefgeld.

4.3.2: Maximaal inkomen 115% van de bijstandsnorm

Als het inkomen niet hoger is dan 115% van de bijstandsnorm, exlusief vakantiegeld en naar boven afgerond op hele euro’s, bestaat recht en hoeft er geen vervolgberekening gemaakt te worden.

Het maximaal inkomen is (peildatum 1-1-2018):

• voor alleenstaande ouders 1.083,88 euro;

(de alleenstaande ouder kop van de belastingdienst telt niet mee als inkomen)

• voor gehuwden 1.548,42 euro.

4.3.3: Maatwerk in verband met hogere woonkosten en/of zorgpremie

Als het inkomen hoger is dan 115% van de bijstandsnorm kan maatwerk toegepast worden door rekening te houden met hogere woonlasten dan 207 euro en/of hogere zorgpremie (geldt ook als sprake is van een bestuursrechtelijke premie) dan 39 euro voor alleenstaanden en 85 euro voor echtparen. Het meerdere minus zorgtoeslag/huurtoeslag/woonkostentoeslag/belasstingteruggaaf eigen woning kan toegevoegd worden aan 115% van de bijstandsnorm.

Voorbeeld:

Een gezin heeft een totaal inkomen van 2.000 euro per maand. Aan huur betalen ze 650 euro en aan zorgpremie in totaal 220 euro. Ze hebben recht op 100 euro huurtoeslag en 120 euro zorgtoeslag. Let wet dit zijn fictieve bedragen, het werkelijk bedrag aan toeslagen is niet berekend.

Komt dit gezin in aanmerking?

maximaal inkomen 1.548

huur 650 +

huurtoeslag 100 -/-

normhuur 207 -/- 343

zorgpremie 220 +

zorgtoeslag 120 -/-

norm premie 85 -/- 15

maximaal inkomen na correcties 1.906

Het inkomen is 2.000 euro per maand en het maximaal inkomen na correcties is 1.906 euro. Volgens deze berekening bestaat geen recht op een tegemoetkoming in de kosten. Mogelijk wel na toepassen van paragraaf 4.3.4.

Voor de huurlasten wordt uitgegaan van het huurbedrag inclusief servicekosten maar exclusief energielasten. Hierop wordt de huurtoeslag in mindering gebracht.

Voor de hypotheeklasten wordt uitgegaan van de hypotheekrente verminderd met een forfaitaire belastingvoordeel van 28%, plus 95 euro aan onderhoudskostenforfait en verzekeringenforfait.

4.3.4: draagkracht

Het is onredelijk om een absolute grens te hanteren. Degene die er net onder zit heeft mazzel en degene die er net boven zit heeft pech. Om dit te voorkomen wordt hier net als bij bijzondere bijstand met een jaardraagkracht gewerkt. Het draagkrachtpercentage is niet 100% maar 33,33% van de draagkracht op jaarbasis. In deze berekening mag rekening gehouden worden met de extra woonlasten en zorgpremie ( zie 4.3.3).

Vervolg voorbeeld 4.3.3

In dit geval is de draagkracht het inkomen van 2.000 euro verminderd met het draagkrachtloos inkomen van 1.906 euro = 94 per maand. Dit is per jaar 1.128. Hiervan is 33,33% draagkracht of te wel 375 euro. In dit geval bestaat recht op een tegemoetkomting van 1.000 euro verminderd met 375 euro = 625 euro.

4.3.5: maatwerk in overige situaties

Het kan zijn dat belanghebbende formeel niet voldoet aan de regels maar feitelijk wel in dezelfde omstandigheden verkeert als iemand met een lager inkomen. Zo kan sprake zijn van (op korte termijn) onvermijdbare noodzakelijke kosten (bijvoorbeeld vanwege gelegd beslag) waardoor er onvoldoende overblijft om het kind een goede start te geven in het onderwijs. De bedoeling van deze regeling is dat kinderen gelijke kansen moeten krijgen in het onderwijs. En als de ouders niet kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten om dit te faciliteren is het onze taak om dit mogelijk te maken.

5. Aanvraag

Er moet een aanvraag Kindpakket 2018 ingediend worden om aanspraak te maken op een vergoeding van de indirecte schoolkosten. De aanvraagperiode loopt van 1 september 2018 tot en met 31 december 2018. Aanvragen ingediend na 1 september 2019 worden niet in behandeling genomen.

Dit formulier wordt gemaakt rekening houdend met het volgende:

1. Als belanghebbende in de PW, Ioaw, Ioaz, Bbz,Wsnp of in de budgettering van de kredietbank zit hoeven de vervolgvragen over inkomen/woonlasten/zorgpremie niet beantwoord te worden. Er bestaat recht ongeacht de vervolgvragen.

2. Als iemand een inkomen heeft tot en met 115% van de norm hoeven de vervolgvragen over woonkosten of premie niet beantwoord te worden.

3. Als het inkomen hoger is dan 115% van de norm moeten de vragen over woonlasten en premie ook beantwoord worden om te beoordelen of maatwerk mogelijk is.

4. Verder wordt er ruimte op het formulier gelaten voor de aanvrager om aan te geven waarop hij of zij wel in aanmerking zou moeten komen ondanks dat hij of zij niet aan de voorwaarden voldoet.

HOOFDSTUK 2: HARMONISERING OVERIG MINIMABELEID

1. Verschillen minimabeleid tot 18 jaar

Er zijn een aantal verschillen in het minimabeleid voor kinderen tot 18 jaar van Slochteren, Menterwolde en Hoogezand-Sappemeer. De belangrijkste verschillen staan in onderstaande tabel.

Tabel 1: verschillen in minimabeleid voor kinderen tot 18 jaar

Slochteren Menterwolde Hoogezand-Sappemeer

vermogenstoets nee ja Nee

maximale vergoeding 236 per kind 100 per kind 185 euro per kind (385 inclusief muziekschool)

inkomensgrens 110% 110% 115%

sport en cultuur

fondsen JSF en JCF JSF en geen JCF JSF en JCF

aanbod breder aanbod ook voor bijvoorbeeld dierentuin, pretpark en attracties

*Jeugdsportfonds en **Jeugdcultuurfonds

kosten sport en cultuur uit het stimuleringsfonds (Slochteren) gehaald ivm deelname aan JSF* en JCF**

kosten sport en cultuur in activiteitenfonds (Hoogezand-Sappemeer) opgenomen omdat JSF en JCF niet volledig dekkend zijn, kennen bijvoorbeeld geen terugwerkende kracht.

2. Harmoniseren minimabeleid

Het is de bedoeling om het stimuleringsfonds (Slochteren) het participatiefonds (Menterwolde) en het activiteitenfonds (Hoogezand-Sappemeer) vanaf 1 januari 2019 samen te laten smelten naar één Meedoen fonds voor Midden-Groningen. Tot deze datum willen we de voorzieningen zo veel mogelijk al gelijktrekken door vanuit het Kindpakket 2018 bij te passen. In tabel 2 staan handvatten voor het gelijktrekken van de voorzieningen. Dit is buitenwettelijk begunstigend beleid om de uitgangspositie van kinderen in de 3 gemeenten gelijk te stellen in 2018.

Tabel 2: oplossing gelijk trekken voorzieningen

Slochteren Menterwolde Hoogezand-Sappemeer

vermogenstoets nee ja nee

Menterwolde kent een vermogenstoets waardoor aanvragen afgewezen kunnen worden i.v.m. teveel vermogen. In de praktijk zal dit zich niet vaak voordoen. In voorkomende situaties wordt geen compensatie gegeven omdat er voldoende middelen zijn om in de kosten te voorzien. Als sprake is van vastgelegd vermogen in bijvoorbeeld een woning of ander onroerend goed wordt wel gecompenseerd.

maximale vergoeding 236 100 185 per kind (385 per kind incl. muziekschool)

Er wordt gecompenseerd tot het bedrag van de vergoeding van Slochteren en als sprake is van ook de muziekschool geldt het maximum van Hoogezand-Sappemeer.

inkomensgrens 110% 110% 115%

Als aanvragers in Slochteren of Menterwolde een inkomen hebben van meer dan 110% maar niet hoger dan 115% wordt gecompenseerd.

sport en cultuur

Als JSF of JCF niets vergoedt omdat bijvoorbeeld sprake is van terugwerkende kracht (ouder(s) betaalden de nota al) wordt gecompenseerd als de verordening geen soelaas biedt. Menterwolde is niet aangesloten bij het JCF en de hierdoor misgelopen vergoeding wordt gecompenseerd.*

Aanbod

Als in de ene gemeente een voorziening voor kinderen openstaat die een andere gemeente niet heeft vindt compensatie plaats.

*Menterwolde is nog niet aangesloten bij het JCF en belanghebbenden lopen deze vergoeding mis. Overwogen wordt om alsnog aan te sluiten bij JCF. Tot zolang worden de misgelopen vergoedingen geconpenseerd.

HOOFDSTUK 3: INDIVIDUALISERING

Het belang van het kind staat voorop. Een kind moet de kans krijgen om zich te onwikkelen. Soms zijn er bijzondere omstandigheden die nopen tot bijzondere maatregelen om het doel van deze regeling te bereiken. Ook deze kinderen moeten mee kunnen doen ongeacht het inkomen van de (stief)ouder(s). Als de kosten redelijk zijn en het realistisch is om te veronderstellen dat dit bijdraagt aan de ontwikkeling van het kind, kan op basis van een individuele beoordeling hiervoor een vergoeding worden gegeven.

Voorbeeld

Een kind is zwaar autistisch en komt de deur niet uit. Als deskundigen menen dat een hondje kan bijdragen aan het beter functioneren van dit kind kan een vergoeding aangevraagd worden voor bijvoorbeeld het kopen van een hond, een bedrag voor de hondenbrokken en een dierenartsverzekering. Er wordt dan wel gekeken wat redelijk is. Volstaat een hondje uit het asiel en is er geen rashond nodig? Wat is de prijs voor goede goedkope brokken en wat is een concurrende prijs voor een dierenartsverzekering.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 3-7-2018

Burgemeester gemeentesecretaris