VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-GRONINGEN 2020

Geldend van 19-07-2019 t/m heden

Intitulé

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-GRONINGEN 2020

De raad van de gemeente Midden-Groningen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 mei 2019

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

gezien het advies van de adviesraad Sociaal Domein Midden-Groningen;

besluit vast te stellen de verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Groningen 2020.

Artikel 1. Begrippen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen;

  • b.

    inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 31 en 32 van de Participatiewet exclusief vakantiegeld, en de algemene bijstand exclusief vakantiegeld;

  • c.

    peildatum: de dag waarop het recht op individuele inkomenstoeslag ontstaat, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop belanghebbende zich heeft gemeld om individuele inkomenstoeslag aan te vragen;

  • d.

    referteperiode: periode van drie jaar voorafgaand aan de peildatum;

  • e.

    inwonende: aanvrager die inwoont bij zijn of haar (stief)ouder(s) of kostganger is, een kamer huurt een van een persoon bij wie hij of zij in huis woont of in een inrichting woont dan wel langdurig in een inrichting verblijft;

  • f.

    langdurig verblijf in een inrichting: meer dan zes maanden verblijf in een inrichting, zonder uitzicht op terugkeer naar zijn of haar woning;

  • g.

    gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b van de Participatiewet, geldend op 1 januari van het jaar waarin de peildatum valt;

  • h.

    referteperiode: een periode van 36 maanden onmiddellijk voorafgaand aan de peildatum

  • 2.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2. Indienen verzoek

Een verzoek als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet, wordt ingediend middels een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3. Langdurig laag inkomen

  • 1.

    Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen (exclusief vakantiegeld) niet hoger is dan 100% van de toepasselijke bijstandsnorm (exclusief vakantiegeld), behoudens de situatie zoals beschreven in het tweede lid van dit artikel.

  • 2.

    Voor zover het inkomen in de referteperiode hoger is dan 100% van de bijstandsnorm (exclusief vakantiegeld), wordt het meerdere inkomen in mindering gebracht op het bedrag als bedoeld in artikel 5 van deze verordening. Als het resultaat lager is dan 25 euro bestaat geen recht op individuele inkomenstoeslag.

Artikel 4. Geringe vermogensoverschrijding

Voor zover en in zoverre de overschrijding van de vermogensgrens lager is dan de voor belanghebbende geldende inkomenstoeslag, wordt de inkomenstoeslag vastgesteld op de toepasselijke norm van de inkomenstoeslag minus de overschrijding van de vermogensgrens, mits het resultaat tenminste 25 euro bedraagt én mits aan de overige voorwaarden is voldaan.

Artikel 5. Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    Een individuele inkomenstoeslag bedraagt per kalenderjaar naar boven afgerond op hele euro’s:

  • a.

    25,75% van de gehuwdennorm, voor een alleenstaande;

  • b.

    32,75%% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder;

  • c.

    36,55% van de gehuwdennorm voor gehuwden.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de individuele inkomenstoeslag (naar boven afgerond op hele euro’s), voor een inwonende, 3,65% van de gehuwdennorm.

  • 3.

    Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4.

    Voor de hoogte van de toeslag is de situatie op de peildatum bepalend.

Artikel 6. Nadere regels

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 7. Onvoorzien

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college.

Artikel 8. Inwerkingtreding, intrekken oude verordeningen en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking de dag na de bekendmaking.

  • 2.

    Per gelijke datum wordt ingetrokken de verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Hoogezand-Sappemeer (bekendgemaakt op 27 oktober 2014), de verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Menterwolde 2014 (bekendgemaakt op 30 oktober 2014) en de verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Slochteren 2015 (bekendgemaakt op 30 oktober 2014).

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: de verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Groningen 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 juni 2019.

De voorzitter,

De griffier,