Regeling vervallen per 25-10-2022

Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening Gemeente Midden-Groningen 2019

Geldend van 26-07-2019 t/m 24-10-2022

Intitulé

Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening Gemeente Midden-Groningen 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening voor de gemeentelijke kredietbank van de gemeente Midden-Groningen.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. De gemeente: de gemeente Midden-Groningen

b. NVVK: Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren, voorheen de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet

c. Sociale kredietverlening: een krediet dat verstrekt wordt in het kader van sociale kredietverlening aan de doelgroep van de Wet Fido, niet zijnde een saneringskrediet

d. Kredietnemer: de niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelende natuurlijke persoon waarmee de gemeente een overeenkomst tot kredietverlening sluit

e. BKR: Bureau krediet registratie

f. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen

g. Kredietbank: Gemeentelijke Kredietbank (GKB) Midden-Groningen

h. Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen (Faillissementswet; Titel III)

i. Wet Fido: Wet financiering decentrale overheden

j. Wft: Wet op het financieel toezicht

Artikel 2 Doelstelling

Deze beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening biedt de kredietnemer duidelijkheid over de voorwaarden waaronder een lening kan worden verstrekt. Met deze richtlijn wordt nadere invulling gegeven aan de gedragscode sociale kredietverlening van de NVVK. Het college voert met de beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening een sociaal beleid en stelt burgers in staat te kunnen werken aan behoud of verbetering van hun positie ten aanzien van zaken als werk, inkomen, zorg en welzijn. De sociale kredietverlening onderscheidt zich van de commerciële kredietverlening doordat de belangen van de burgers voorop worden gesteld. Bij sociale kredietverlening wordt rekening gehouden met de totale maatschappelijke en financiële context van de burger, waardoor overkreditering wordt voorkomen. De kredietbank adviseert de kredietnemer een aflopende (persoonlijke) lening om daarmee de kredietnemer zicht te geven op een situatie zonder (of met minder) schulden. Indien van toepassing informeert de kredietbank over en verwijst naar schuldhulpverlening, bijzondere bijstand en eventuele andere toepasselijke regelingen en voorzieningen.

Hoofdstuk 2 Kredietverlening

Artikel 3 Sociale kredietverlening

Sociale kredieten worden verstrekt aan hen die:

a. inwoner zijn van de gemeente Midden-Groningen;

b. meerderjarig zijn en;

c. Nederlander zijn of in het bezit zijn van een geldige verblijfstitel. De looptijd van een krediet kan nimmer de einddatum van de verblijfstitel overschrijden.

d. een inkomen hebben tot 130% van het bruto minimumloon en/of door een beschadigd kredietverleden niet op een andere wijze voor een krediet in aanmerking kunnen komen, of

e. een leeftijd van 65 jaar of ouder hebben, waardoor men elders niet voor een krediet in aanmerking komt.

Artikel 4 Kredietaanvraag

1. De kredieten worden schriftelijk aangevraagd bij de kredietbank middels het Aanvraagformulier Krediet.

2. De aanvrager is verplicht bij de aanvraag alle inlichtingen te verstekken en gevraagde bescheiden in te leveren, die in het belang van een juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk zijn.

3. Als de aanvrager niet alle gevraagde bescheiden heeft ingeleverd of niet alle gevraagde inlichtingen heeft verstrekt, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de gevraagde inlichtingen en/of bescheiden alsnog binnen 14 dagen te verstrekken respectievelijk in te leveren.

4. Als de in lid 3 genoemde termijn ongebruikt verstrijkt wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten. Hiervan wordt mededeling gedaan aan de indiener van de aanvraag.

5. In het kader van de kredietregistratie is de kredietbank verplicht de gegevens van de kredietnemer op te nemen in de eigen persoonsregistratie. Hierop is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing.

Artikel 5 Beslissing op de aanvraag

1. Bij de beoordeling van de kredietaanvraag controleert de kredietbank of de aanvrager gebruik maakt van de beschikbare inkomensvoorzieningen, zoals benoemd in de Gedragscode sociale kredietverstrekking van de NVVK.

2. Alvorens een krediet te verstrekken, vraagt de kredietbank bij het Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel en/of diens rechtsopvolger, de daar geregistreerde gegevens van de aanvrager op. De kredietbank houdt aantekening van deze verkregen gegevens in haar administratie.

3. De kredietbank kan aan de kredietverlening voorwaarden verbinden teneinde een goede nakoming van de betalingsverplichtingen uit de kredietovereenkomst te waarborgen.

4. De beslissing op de aanvraag wordt als mogelijk gegeven binnen 4 weken, uiterlijk binnen 6 weken na indiening van de aanvraag, dan wel nadat alle gevraagde bescheiden en inlichtingen zijn ontvangen.

5. Als de kredietbank besluit de kredietaanvraag af te wijzen, doet zij hiervan schriftelijk mededeling aan de aanvrager onder opgaaf van reden.

Artikel 6 Beoordeling van de aanvraag

Getoetst wordt:

1. de hoogte van het actuele inkomen en het inkomen van een eventuele partner. Bij kredietnemers met een bijstandsuitkering of een inkomen op bijstandsniveau zijn de normen kredietverlening maatwerk leveren;

2. de kredietwaardigheid zoals o.a. gebleken uit informatie van het BKR en dagafschriften;

3. het betalingsverloop bij eerder verstrekte leningen;

4. de maatschappelijke en financiële situatie van de kredietnemer. Dit ter voorkoming van overkreditering bij de kredietnemer.

Artikel 7 Afwijzing aanvraag

1. De aanvraag wordt afgewezen indien:

a. de aanvrager de Wsnp of een minnelijk schuldregelingstraject doorloopt;

b. de aanvrager een rechtspersoon, Zelfstandige zonder personeel, of zelfstandige is;

c. de aanvrager in een periode van 10 jaar voorafgaand aan de aanvraag eerdere GKB- kredieten niet volledig heeft afgelost;

d. er sprake is van onvolledige dan wel onjuiste informatieverstrekking;

e. de aanvrager een aanvraag voor een minnelijke schuldregeling, een verzoek tot toepassing van de Wsnp of een verzoek tot faillietverklaring heeft ingediend.

2. De aanvraag kan worden afgewezen indien:

a. er sprake is van een slecht betalingsverloop bij eerder verstrekte kredieten;

b. eerdere schuldregelingen niet geslaagd zijn;

c. de aanvrager reeds 6 jaar onafgebroken aflost op een GKB-krediet;

d. de aanvraag betreft het oversluiten van een lopend krediet waarbij schulddelging het, of een van de, bestedingsdoel(en) was.

3. Een afwijzing geschiedt schriftelijk, onder opgaaf van redenen, en onder vermelding van de klachtmogelijkheden.

Hoofdstuk 3 Kredietverstrekking

Artikel 8 Overeenkomst

1. In de kredietovereenkomst wordt tenminste vermeld:

a. de naam, geboortedatum en het adres van ieder van de partijen;

b. de kredietsom in cijfers en in letterschrift;

c. het totaalbedrag van de kredietvergoeding;

d. het effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis;

e. de hoogte van de maandelijkse aflossing;

f. de bevoegdheid van de kredietnemer tot volledige of gedeeltelijke extra aflossing;

g. de plaats en datum van ondertekening. Als de kredietnemer gehuwd is moeten beiden ondertekenen.

2. De bank verstrekt aan de kredietnemer een door de bank ondertekend afschrift van de kredietovereenkomst.

3. De Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen de kredietbank en de kredietnemer en vormen daarmee een geheel van de overeenkomst.

Artikel 9 Ter beschikking stellen kredietbedrag

1. Na ondertekening van de kredietovereenkomst door beide partijen en de bijbehorende specificatie wordt de kredietsom die bij deze overeenkomst is bepaald, door de kredietbank in zijn geheel aan de kredietnemer ter beschikking gesteld.

2. Als het een krediet betreft ter betaling van schulden, wordt het krediet aan de betreffende schuldeiser(s) betaalbaar gesteld. Dit wordt in de overeenkomst opgenomen.

Artikel 10 Overige bepalingen

1. De looptijd van de persoonlijke lening bedraagt 36 maanden en maximaal 60 maanden. De minimale looptijd is 3 maanden.

2. In afwijking van artikel 10 lid 1 gelden verkorte looptijden voor:

a. kredietnemers van 70 tot 75 jaar: een maximale looptijd van 24 maanden.

b. kredietnemers van 75 tot 80 jaar: een maximale looptijd van 18 maanden.

c. kredietnemers van 80 en ouder: een maximale looptijd van 12 maanden.

3. De kredietbank verstrekt op verzoek van de kredietnemer kosteloos een gespecificeerde afrekening.

4. Het minimale leenbedrag is € 500.

5. Bij kredietnemers met een tijdelijk contract wordt bij het vaststellen van de looptijd en het bedrag dat geleend kan worden gekeken naar de situatie van de kredietnemer en de aard van het contract.

6. De maximale lening wordt verlaagd met het bedrag van de kredietlimiet op de bankrekening, dat € 500 te boven gaat.

7. Een krediet dat is afgesloten voor een mobiele telefoon zal ook in vermindering gebracht worden op het leenbedrag.

Hoofdstuk 4 Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels acceptatie sociale kredietverlening gemeente Midden-Groningen 2019”.

Burgemeester, Gemeentesecretaris,

  • A.

    Hoogendoorn H.J.W. Mulder

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen op 16 juli 2019.