Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

1. Gemeentelijke belastingen Onder gemeentelijke belastingen worden verstaan de gemeentelijke belastingen genoemd in artikel 219 van de Gemeentewet alsmede belastingen waarvan de heffing krachtens bijzondere wetten door de gemeente geschiedt;

2. Ministeriële regeling Onder Ministeriële regeling wordt verstaan de door de Staatssecretaris van Financiën, ter uitvoering van de invorderingswet 1990, vastgestelde “Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990”;

Artikel 2 Welke belastingen

De op grond van artikel 26 van de Invorderingswet 1990 uitgevaardigde ministeriële regeling uitsluitend overeenkomstig van toepassing te verklaren op de volgende gemeentelijke belastingen:

a onroerende-zaakbelastingen;

b reinigingsheffingen;

c rioolrecht.

Artikel 3 Percentage kwijtscheldingsnorm

Met betrekking tot kwijtschelding van gemeentelijke belastingen worden de kosten van bestaan gesteld op 100% van de normuuitkering die de belastingschuldige naar de maatstaven van de Algemene Bijstandswet zou kunnen ontvangen.

Artikel 4 Overjangsregeling

Ten aanzien van aanvragen tot kwijtschelding van gemeentelijke belastingen die ingediend zijn n 31 december 1996 en vô6r het inwerkingtreding van deze verordening, vinden de bepalingen van deze verordening toepassing

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen”,

Artikel 6 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

2. Op dat tijdstip vervalt de “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen” welke is vastgesteld bij raadsbesluit van 29 juni 1995 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op verzoeken om kwijtschelding die voorr 1 januari 1997 zijn ingekomen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Mill en St.Hubert van 20 maart 1997