Regeling vervallen per 31-12-2021

Beleidsregels parkeren vrachtwagen APV

Geldend van 18-07-2006 t/m 30-12-2021

Intitulé

Beleidsregels parkeren vrachtwagen APV

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Beleid voor het verlenen van een ontheffing zoals bedoeld in artikel 5.1.7 lid 4 in relatie tot artikel 5.1.7 lid 1 van de Apv.

Bij de behandeling van een verzoek tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 5.1.7. lid 4 van de Apv, worden in ieder geval de hierna beschreven voorwaarden in de afweging meegenomen:

  • 1.

    Een ontheffing dient altijd schriftelijk en in ieder geval voorzien van argumenten, waarom geen gebruik gemaakt kan worden voor de daarvoor aangewezen parkeerplaatsen voor grote voertuigen, bij het college te worden ingediend;

  • 2.

    Ontheffingen voor het parkeren van grote voertuigen, kunnen in principe slechts verleend worden voor plaatsen waar in de onmiddellijke omgeving geen woonhuizen staan;

  • 3.

    Ontheffingen worden verleend voor de duur van maximaal 1 jaar;

  • 4.

    Indien een chauffeur zich beroept op het feit, dat hij, medisch gezien niet in staat is om van een daarvoor aangewezen parkeerplaats voor zijn vrachtwagen gebruik te maken, dient hij een schriftelijke, recent door een medisch deskundige afgegeven, medische verklaring bij het ontheffingsverzoek in te dienen, waaruit deze medische reden zonder meer kan worden afgeleid;

  • 5.

    Indien een chauffeur zich beroept op het feit, dat hij, gezien de aard van zijn beroep of functie, onmiddellijk over zijn auto dient te beschikken, dient hij, op grond van recente, schriftelijke gegevens (bijv. een werkgeversverklaring) aan te tonen, dat deze situatie van toepassing is;

  • 6.

    Een ontheffing kan worden geweigerd in het kader van:

    • a.

      het voorkomen of beperken van overlast;

    • b.

      de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

    • c.

      de bescherming van natuur- en landschapswaarden;

    • d.

      het woon- en leefklimaat;

    • e.

      de bruikbaarheid van de weg;

    • f.

      het veilig en doelmatig gebruik van de weg;

    • g.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving.

Mill, 18 juli 2006

Burgemeester en wethouders van Mill en St. Hubert,

de secretaris, l.s. de burgemeester, l.b.

J.J.M. Henzen C.J.M. van Genugten