Regeling vervallen per 13-10-2016

Mandaatbesluit directeur CGM 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 12-10-2016

Intitulé

Mandaatbesluit directeur CGM 2014

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Mill en Sint Hubert;

Ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

Overwegende dat met de Gemeenschappelijke regeling Werkorganisatie CGM het openbaar lichaam “Werkorganisatie CGM” is opgericht;

Overwegende dat deze gemeenschappelijke regeling is aangegaan omdat het in het belang van het bieden van een hoge kwaliteit van dienstverlening aan de burgers van de deelnemende gemeenten, het verminderen van de kwetsbaarheden van de ambtelijke organisaties en het reduceren van kosten door meer effectief en efficiënt werken mogelijk te maken, noodzakelijk werd geacht om de krachten van de drie ambtelijke organisaties te bundelen;

Overwegende dat per 1 januari 2014 de Werkorganisatie CGM feitelijk en daadwerkelijk van start zal gaan;

Overwegende dat het uitvoeren van werkzaamheden door de ambtenaren van de Werkorganisatie CGM aanpassing vraagt van de vigerende mandaatbesluiten;

Overwegende dat het, ter bevordering van een vlotte, burgervriendelijke afdoening van stukken en ten behoeve van het bereiken van de hiervoor genoemde uitgangspunten die met de Werkorganisatie gerealiseerd moeten worden, gewenst is, daar waar mogelijk, bevoegdheden en uitvoeringsaspecten te mandateren aan de directeur van de werkorganisatie, hierna te noemen “de directeur”;

Overwegende dat de directeur, met behoud en inachtneming van zijn integrale verantwoordelijkheid, ondermandaat kan verlenen aan de aan hem ondergeschikte afdelingsmanagers, teamleiders, coördinatoren en specifiek door hem aangewezen personen. Deze functionarissen kunnen ondermandaat verlenen aan medewerkers die naar het oordeel van de genoemde functionarissen blijk geven van een zodanige mate van taakvolwassenheid dat zij dat ondermandaat op een kwalitatief goede wijze kunnen uitoefenen;

Gelet op de desbetreffende artikelen van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en diverse overige regelingen;

Besluiten

Vast te stellen het “Mandaatbesluit directeur CGM 2014”.

Pagina 1 van 6

“Mandaatbesluit directeur CGM 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

De gemeente:

De gemeente als publiekrechtelijk lichaam alsmede de gemeente als privaatrechtelijk rechtspersoon.

De gemeenteraad:

De gemeenteraad van de gemeente Mill en Sint Hubert.

Het college:

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert.

De burgemeester:

De burgemeester van de gemeente Mill en Sint Hubert als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte.

Bestuursorgaan:

Een orgaan zoals bedoeld in artikel 1:1 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.

Werkorganisatie CGM:

Het openbaar lichaam gebaseerd op de Gemeenschappelijke regeling werkorganisatie CGM.

De Gemeenschappelijke regeling:

De Gemeenschappelijke regeling werkorganisatie CGM.

De directie:

De directie zoals bedoeld in artikel 16 van de Gemeenschappelijke regeling.

De directeur:

De directeur van de Werkorganisatie CGM.

Afdeling:

Iedere organisatie-eenheid binnen de werkorganisatie CGM die op grond van het Organisatiebesluit een eigen verantwoordingsplicht aan de directie heeft.

Team/cluster:

Iedere organisatie-eenheid binnen een afdeling die op grond van het Organisatiebesluit een eigen verantwoordingsplicht aan de directie heeft.

Delegatie:

Het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder zijn eigen verantwoordelijkheid uitoefent (art. 10:13 Awb).

Mandaat:

De bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (art. 10:1 Awb).

Mandaatverlener/mandaatgever/mandans:

Het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze bevoegdheid mandateert aan een ander.

Mandaatontvanger/gemandateerde/mandataris:

Degene aan wie het mandaat door het bestuursorgaan verleend wordt.

Ondermandaat:

De mandaatontvanger mandateert de aan hem gemandateerde bevoegdheid aan een ander (art. 10:9 Awb).

Afdoeningsmandaat:

De gemandateerde besluit en ondertekent namens het bestuursorgaan.

Ondertekeningsmandaat:

De gemandateerde tekent namens het bestuursorgaan nadat het bestuursorgaan zelf besloten heeft (art. 10:11 Awb).

Vertegenwoordigingsmandaat:

De gemandateerde vertegenwoordigt het bestuursorgaan.

Machtiging:

Bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn (art. 10:12 Awb).

Volmacht:

Bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten (art. 10:12 Awb).

Organisatiebesluit:

Het Organisatiebesluit Werkorganisatie CGM.

Artikel 2 Mandaat directeur Werkorganisatie CGM

  • 1. Aan de directeur wordt mandaat verleend ten aanzien van de aan het college en de burgemeester toegekende bevoegdheden en uitvoeringsaspecten;

  • 2. Mandaten welke door een bestuursorgaan aan een derde zijn verleend, vallen niet onder de reikwijdte van dit mandaatbesluit;

  • 3. De directeur wordt bij afwezigheid voor de uitoefening van mandaat vervangen door de daartoe op basis van het Organisatiebesluit aangewezen plaatsvervanger.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    De directeur kan ondermandaat verlenen aan de afdelingsmanagers, teamleiders, coördinatoren en specifiek door hem aangewezen personen tenzij in dit besluit expliciet is aangegeven dat ondermandaat niet is toegestaan;

  • 2.

    De functionarissen zoals genoemd in lid 1 kunnen ondermandaat verlenen aan medewerkers;

  • 3.

    De bepalingen van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op ondermandaat;

  • 4.

    Mandaat en ondermandaat doen geen afbreuk aan de binnen de organisatie van toepassing zijnde verantwoordingslijnen;

  • 5.

    Voor het verlenen van de (onder-)mandaten wordt een mandaatregister opgesteld;

  • 6.

    In dit register wordt aangegeven of het verlenen van (onder-)mandaat met betrekking tot een bevoegdheid is toegestaan. Voor zover er voorwaarden aan het (onder)mandaat, de volmacht of machtiging zijn verbonden, worden deze voorwaarden in het register beschreven;

  • 7.

    Vervanging voor de uitoefening van mandaat vindt plaats zoals beschreven in het Organisatiebesluit.

Pagina 3 van 6

Artikel 4 Uitzonderingen mandaat directeur Werkorganisatie CGM

  • 1.

    Aan het college en de burgemeester blijft, voor zover op het betreffende bestuursorgaan van toepassing, voorbehouden de bevoegdheid met betrekking tot:

    • a.

      het doorgeleiden van voorstellen naar de gemeenteraad;

    • b.

      het nemen van besluiten met betrekking tot de eigen rechtspositie;

    • c.

      het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, voor zover deze niet door de gemeenteraad worden vastgesteld;

    • d.

      het nemen van besluiten voor gevallen, welke niet onder een algemeen verbindend voorschrift of beleidsregel vallen;

    • e.

      het nemen van besluiten die leiden tot een afwijking of aanvulling van een eerder vastgestelde gedrags- en/of beleidslijn;

    • f.

      het nemen van besluiten waarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift is bepaald dat mandaat niet kan worden verleend;

    • g.

      het verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen ten behoeve van de gemeente zelf;

    • h.

      het nemen van besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie;

    • i.

      het besluit tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen, bestuursovereenkomsten etc.;

    • j.

      het besluit tot het aangaan van overeenkomsten met derden, voor zover de verplichting niet blijft binnen het aan de directeur toegekende financiële mandaat;

    • k.

      het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:

      • 1.

        op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren, omdat de raad daarom heeft verzocht;

      • 2.

        op grond van de Gemeentewet de raad in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van deze overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze overeenkomst ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

      • 3.

        de raad ter zake om informatie heeft gevraagd;

    • l.

      het beslissen op bezwaarschriften met uitzondering van het nemen van de beslissing op bezwaar bij bezwaarschriften met betrekking tot de beleidsterreinen “Werk, inkomen en zorg” voor zover bij de beslissing op bezwaar bij deze bezwaarschriften met betrekking tot “Werk, inkomen en zorg” niet wordt afgeweken van het advies dat door de commissie bezwaarschriften is uitgebracht;

    • m.

      het besluit inzake een verzoek om rechtstreeks beroep;

    • n.

      het besluit (hoger) beroep of cassatie aan te tekenen namens de gemeente of het gemeentebestuur in civiele procedures;

    • o.

      het besluit (hoger) beroep in te stellen namens de gemeente of het gemeentebestuur in publiekrechtelijke procedures;

    • p.

      het nemen van besluiten ten aanzien van alternatieve geschillenbeslechting voor zover afspraken daarover vooraf niet schriftelijk zijn vastgelegd;

    • q.

      het besluit tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen;

    • r.

      het kwijtschelden en buiten invordering stellen van vorderingen met een financieel belang hoger dan € 5.000,--;

    • s.

      het besluit tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen;

    • t.

      het nemen van besluiten waarbij de uitvoering daarvan niet voorziene financiële en/of ander belangrijke consequenties heeft;

    • u.

      het benoemen van personen in bestuurscommissies als bedoeld in artikel 83 van de Gemeentewet;

    • v.

      het benoemen van personen in commissies als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet;

    • w.

      het aanwijzen van toezichthouders zoals bedoeld in artikel 5:11 Awb;

    • x.

      besluiten inzake aangelegenheden die niet in deze lijst zijn benoemd en waarvan

door het bestuursorgaan vooraf bij de directeur wordt aangegeven dat het bestuursorgaan hierover zelf een besluit wil nemen;

  • y.

    het verzenden van correspondentie gericht aan de gemeenteraad;

  • z.

    het verzenden van besluiten van de raad en brieven uitgaande van de

    gemeenteraad;

  • aa.

    het ondertekenen van correspondentie waarvan ondertekening door het bestuursorgaan zelf uit oogpunt van representatie van de gemeente gewenst is;

  • bb.

    besluiten die leiden tot afwijking van het aanbestedingsbeleid;

  • cc.

    besluiten, niet zijnde de voorbereidingshandelingen en niet zijnde de bevoegdheden die behoren tot de werkzaamheden van een Buitengewoon opsporingsambtenaar, tot het aanzeggen van bestuursdwang en het opleggen van een dwangsom;

  • dd.

    besluiten, niet zijnde de voorbereidingshandelingen, inzake de handhaving van de openbare orde, bestrijding van brand, ongevallen en rampen;

  • ee.

    de advisering over een verklaring omtrent gedrag;

  • ff.

    zaken waarvan de afdoening van de betreffende zaak leidt tot strijdigheid dan wel afwijking van beleid, richtlijnen, algemene of bijzondere aanwijzingen van de mandaatgever, wettelijk of interne voorschriften dan wel plaatsvindt zonder dat een toereikend budget voorhanden is.

Artikel 5 Volmacht, machtiging, financieel mandaat

  • 1. Voor de toepassing van dit besluit worden volmacht en machtiging gelijkgesteld met mandaat;

  • 2. Indien de uitoefening van het mandaat het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van de verleende financiële mandaten en de daaraan verbonden budgethouderschappen en de hierop van toepassing zijnde regelingen.

Artikel 6 Ondertekening

1.Een krachtens mandaat genomen besluit moet vermelden namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Dit moet als volgt uit de ondertekening blijken:

Namens burgemeester en wethouders/de burgemeester van Mill en Sint Hubert,

De directeur van de Werkorganisatie CGM,

handtekening

Mr. R.P. Hoffmann

Bij ondermandaat:

Namens burgemeester en wethouders/de burgemeester van Mill en Sint Hubert,

Afdelingsmanager… / Teamleider ... / functienaam medewerker ,

handtekening

naam van de Afdelingsmanager/Teamleider/medewerker

2.Indien het mandaat uitsluitend betrekking heeft op ondertekening (ondertekeningsmandaat) vindt de ondertekening als volgt plaats:

O vereenkomstig het door het college/ de burgemeester genomen besluit van .. (datum)

De directe u r van de Werkorganisatie CGM,

h andtekening

Mr. R.P. Hoffmann

Bij ondermandaat:

Overeenkomstig het door het college/de burgemeester genomen besluit van.. (datum)

Afdelingsmanager… / Teamleider ... / functienaam medewerker ,

handtekening

naam van de Afdelingsmanager/Teamleider/medewerker

3.Als er sprake is van vervanging, moet dit blijken uit de volgende ondertekening:

Namens burgemeester en wethouders/de burgemeester van Mill en Sint Hubert,

De directeur van de Werkorganisatie CGM (plv.),

handtekening

naam plaatsvervanger van directeur

Bij ondermandaat:

Namens burgemeester en wethouders/de burgemeester van Mill en Sint Hubert,

Afdelingsmanager… (plv.) / Teamleider... (plv.) ,

handtekening

naam plaatsvervanger

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014;

  • 2. Op deze datum worden alle eerder genomen mandaatbesluiten met de daarbij behorende registers ingetrokken voor zover het onderwerpen betreft die in het onderhavige mandaatbesluit zijn opgenomen;

  • 3. Indien het een besluit betreft dat betrekking heeft op bevoegdheden die niet in dit besluit zijn beschreven of als het een besluit betreft dat expliciet en separaat is genomen (bijvoorbeeld een mandaat verleend aan een derde partij) dan blijft dit separate mandaat besluit, ook na inwerkingtreding van het onderhavige mandaatbesluit, onverminderd van kracht.

Artikel 8 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Mandaatbesluit directeur CGM 2014”.

Aldus besloten d.d. 17 december 2013

Burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert,

de gemeentesecretaris, de burgemeester,

Drs. H.J.H. de Bekker Ing. A.A.M.J. Walraven

De burgemeester van Mill en Sint Hubert,

Ing. A.A.M.J. Walraven

Pagina 6 van 6