Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening Burgerparticipatieraad Wmo Participatiewet 2015

Geldend van 02-04-2015 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Verordening Burgerparticipatieraad Wmo Participatiewet 2015

De raad van de gemeente Mill en Sint Hubert

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 februari 2015

gezien het advies van de Wmo/WWB-Burgerparticipatieraad gemeente Mill en Sint Hubert d.d. 5 januari 2015

gezien het advies van de raadscommissie 12 februari 2015

gelet op artikel 47 van de Participatiewet en artikel 84 en 150 Gemeentewet alsmede de Wet maatschappelijke ondersteuning; Wet inburgering, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen; en de Wet Jeugdzorg

overwegende dat de gemeente Mill en Sint Hubert haar burgers, relevante instellingen en organisatie wenst te betrekken bij de voorbereiding van het gemeentelijk beleid op het gebied van de Wmo en de Participatiewet, met aandacht voor de belangen en behoeften van ingezetenen die deze niet goed kenbaar kunnen maken;

dat het daarvoor noodzakelijk is om te komen tot eenadviesorgaan van de gezamenlijke vertegenwoordigers van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, werk en inkomen.

besluit

Vast te stellen de navolgende

VERORDENING BURGERPARTICIPATIERAAD WMO PARTICIPATIEWET 2015

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de gemeente: De gemeente Mill en Sint Hubert

  • b.

    de raad: De gemeenteraad van de gemeente Mill en Sint Hubert

  • c.

    college: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert

  • d.

    de wethouder: de wethouder Sociale Zaken van de gemeente Mill en Sint Hubert

  • e.

    Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • f.

    Participatiewet Participatiewet 2015

  • g.

    vertegenwoordiger: de vertegenwoordiger van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning

  • h.

    de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad: het uit vertegenwoordigers bestaande orgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

  • i.

    adviseren: het uitbrengen van advies

  • j.

    beleidsfases: inventarisatie, visievorming, beleidsvoorbereiding, ontwerpen beleidsplan, vaststellen verordeningen, beleidsuitvoering, evaluatie.

  • k.

    contactambtenaar: de beleidsmedewerker die deskundig is op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning

  • l.

    voorzitter: de voorzitter van de Wmo/Wwb- burgerparticipatieraad

  • m.

    vergadering: het overleg tussen de leden van de Wmo/Wwb- burgerparticipatieraad

  • n.

    periodiek overleg: officieel beraad tussen wethouder en Wmo/Wwb- burgerparticipatieraad

Artikel 2. Reikwijdte van deze verordening

Deze verordening is van toepassing op de organisatie van de door de gemeente ingestelde Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad.

HOOFDSTUK 2 OPDRACHT EN DOELSTELLING

Artikel 3. Opdracht Wmo/WWB-burgerparticipatieraad

  • 1. De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad heeft als participatieorgaan van het college en de raad tot taak de gemeente gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren, alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die van belang zijn voor vragers, zoals beschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet.

  • 2. Onderwerpen die ter advisereing aan de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad worden voorgelegd, worden niet aan andere externe adviesraden ter advisering voorgelegd tenzij de doelgroep niet vertegenwoordigd is in de raad..

Artikel 4. Doelstelling van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad

De doelstelling van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad is om de burgerparticipatie zoals omschreven in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet.

HOOFDSTUK 3 BEVOEGDHEDEN Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad

Artikel 5. Bevoegdheden

  • 1. Initiatiefrecht

    • a.

      De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering van de Wmo door het college raken, in het periodiek overleg met de wethouder en de contactambtenaar van de gemeente aan de orde te stellen.

    • b.

      De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad stelt jaarlijks in overleg met het college, op basis van de gemeentelijke jaarplanning met betrekking tot de Wmo-besluitvorming, een activiteitenplan en begroting op.

    • c.

      De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen binnen een door de gemeenteraad beschikbaar gesteld budget en na overleg met het college, gebruik te maken van in- en externe deskundigheid.

  • 2. Informatierecht

    • a.

      De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad wordt geïnformeerd over de resultaten van landelijke Wmo-benchmarks, klanttevredenheidsonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.

    • b.

      De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die hij voor de uitoefening van zijn taken, zoals in deze verordening omschreven, nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. Zonodig zullen deskundige ambtenaaren mondelinge toelichting geven over lopend beleid, invloed van (nieuw) rijksbeleid of over ideeën en plannen van het college en/of raad op het terrein van de Wmo en Participatiewet.

  • 3. Adviesrecht

    • a.

      De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad is gesprekspartner van de gemeente in de beleidsfases inventarisatie, visievorming (kadernota) en beleidsvoorbereiding (ontwerpplan), heeft adviesrecht ten aanzien van het vaststellen van het beleidsplan en verordeningen en wordt opnieuw geraadpleegd over de beleidsuitvoering, evaluatie en benchmarking.

    • b.

      Het college stelt de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen dat er daadwerkelijke invloed mogelijk is op de besluitvorming. De gemeente geeft van tevoren de financiële, juridische en beleidsmatige kaders aan. Indien de gemeente om advies vraagt, wordt het advies binnen zes weken schriftelijk uitgebracht.

    • c.

      Het college geeft binnen zes weken een schriftelijke reactie op een uitgebracht advies; zij kan alleen beargumenteerd afwijken van dit advies.

HOOFDSTUK 4 SAMENSTELLING, VOORDRACHT, BENOEMING EN ZITTINGSDUUR

Artikel 6. Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad

  • 1. De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad bestaat uit:

    • a.

      de gezamenlijke vertegenwoordigers zo mogelijk van represenatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Deze organisaties dragen ieder hun eigen vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger voor;

    • b.

      personen bedoeld in artikel 7 Participatiewet

  • 2. De in het eerste lid genoemde organisaties dekken zoveel mogelijk het scala aan doelgroepen binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • 3. Binnen de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad worden deze doelgroepen zoveel mogelijk vertegenwoordigt.

  • 4. Als groepen Wmo kunnen worden onderscheiden: senioren, gehandicapten en mensen met een functiebeperking, mantelzorgers, cliënten in de (O)GGZ, vrijwilligers, dorpsraden, vrouwen die behoefte hebben aan opvang, verslaafden, jeugd en ouders.

  • 5. Indien geen representatieve organisaties van vragers bekend zijn, dan kunnen ook burgers met ervaringsdeskundigheid namens een cliëntgroep lid zijn van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad. Als vanuit een bepaalde doelgroep een lokale vertegenwoordiger ontbreekt, wordt zo mogelijk een regionale vertegenwoordiger bij de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad betrokken.

  • 6. De vertegenwoordigers dragen zorg voor de communicatie met de eigen achterban en andere achterbannen binnen de desbterffende doelgroepen.

  • 7. De leden van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad:

    • a.

      bekleden geen vertegenwoordigende functie namens een politieke partij in de gemeente Mill en SInt Hubert en zij bekleden geen management- of beleidstuncite bij een commerciële organisatie die direct belang heeft bij de dienstverlening aan doelgroepe van de Wmo of de Participatiewet;

    • b.

      kunnen, in bijzondere situaties en daar waar dit niet in strijd is met de belangen van de Wmo of de Participatiewet, ontheffing vragen van het onder sub a gestelde, bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 8. De namen van de organisaties, de zetelverdeling en de functieprofielen zullen te zijner tijd worden vastgelegd door het college in een bijlage bij deze verordening.

Artikel 7. Voordracht, benoeming en zittingsduur

  • 1. De voorzitter, die gekozen wordt uit en door de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad, en de gezamenlijke vertegenwoordigers worden respectievelijk als voorzitter en leden door het college, op basis van het profiel zoals opgenoemen in de bijlage bij deze verordening benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2. De benoemingen kunnen één keer met eenzelfde periode worden verlengd.

  • 3. Er wordt een rooster van aftreden gemaakt, waarbij roulerend wordt afgetreden.

  • 4. De vertegenwoordigde (groep van) organisatie(s) heeft het recht om zijn door het college als lid benoemde vertegenwoordiger tussentijds gemotiveerd te vervangen.

  • 5. De leden verplichten zich tot het bijwonen van de bijeenkomsten ter voorbereiding van een gevraagd advies.

    • a.

      Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal bijeenkomsten verzuimt, wordt door de vertegenwoordigende organisatie een nieuw lid voorgedragen.

    • b.

      Wanneer een zittend lid om geldige redenen langdurig moet verzuimen kan de vertegenwoordigende organisatie een plaatsvervangend lid voordragen.

  • 6. Het college benoemt op voordracht van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad een voorzitter.

  • 7. Alle benoemde personen ontvangen een schriftelijke bevestiging van hun benoeming van het college.

HOOFDSTUK 5 OVERLEG TUSSEN DE Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad en DE GEMEENTE

Artikel 8. Periodiek overleg met wethouder en contactambtenaar

  • 1. Het periodiek overleg met de wethouder wordt voorgezeten door de onafhankelijke voorzitter.

  • 2. De voorzitter stelt in overleg met de contactambtenaar de agenda samen voor het periodiek overleg met de wethouder. Ieder lid heeft recht om via de onafhankelijk voorzitter onderwepren aan te reiken. De definitieve agenda wordt bij aanvang van de bijeenkomst vastgesteld.

  • 3. De voorzitter bepaalt in overleg met de contactambtenaar tijd en plaats van het periodiek overleg.

  • 4. Op verzoek van tenminste twee leden van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad of op verzoek van het college worden, naast de reguliere bijeenkomsten, extra zittingen belegd. Aan dit verzoek wordt binnen vier weken voldaan, nadat het verzoek daartoe door de onafhankelijke voorzitter is ontvangen.

  • 5. De contactambtenaar roept het periodiek overleg bijeen door middel van een schriftelijke kennisgeving. Deze kennisgeveing wordt, vergezeld van de agenda en vergaderstukken, tenminste veertien dagen van tevoren toegezonden.

  • 6. De contactambtenaar maakt van het periodiek overleg een verslag dat binnen twee weken aan de leden wordt verzonden.

  • 7. De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad overlegt minimaal twee keer per jaar met de wethouder en de contactambtenaar.

  • 8. De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad overlegt vier keer per jaar met de contactambtenaar.

Artikel 9. Vergadering

  • 1. De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad kan ter voorbereiding van een advies vergaderen

  • 2. Het college draagt er zorg voor dat de vergaderingen ter voorbereiding van gevraagde adviezen en van maximaal drie ongevraagde adviezen in de vorm van een budget voor secretariaat en vergaderaccommodatie wordt ondersteund. De contactambtenaar bereidt de vergadering voor en zal ook zorgdragen voor de uitwerking van het advies.

Artikel 10. Openbaarheid

  • 1. De vergaderingen van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad zijn niet openbaar.

  • 2. De adviezen zijn wel openbaar.

  • 3. Op verzoek kunnen burgers aanwezig zijn bij / inspreken voorafgaand aan de vergaderingen. Dit verzoek wordt ingediend bij de voorzitter. Verder is voor wat betreft het inspreken dezelfde procedure van toepassing zoals is neergelegd in artikel 17 van de Verordening op de raadscommissies 2006.

Artikel 11. Jaarverslag

  • 1. Jaarlijks vóór arpil maakt de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad een verslag van de werkzaamheden over het afgelopen jaar.

  • 2. Het college draagt zorg voor een budget ten behoeve van kosten, die samenhangen met het maken van een jaarverslag.

Artikel 12. Vergoedingen

  • 1. In het kader van gevraagde advisering en ongevraagde advisering hebben de leden van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad recht op een door de gemeente vast te stellen onkostenvergoeding.

  • 2. De leden van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad hebben recht op een door de gemeente vast te stellen commissievergoeding conform de geldende beleidslijn van de gemeente Mill en Sint Hubert. Uitsluitend voor de aanwezigheid bij vergaderingen ter voorbereiding van een gevraagd advies en ter voorbereiding van ongevraagde adviezen.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13. Geschillen betreffende deze verordening

Over geschillen voorkomend uit de toepassing van deze verordening beslist het college, gehoord de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. Het college maakt het bestaan van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad algemeen bekend. Daarnaast zorgt het college voor de bekendmaking van de verordening.

  • 2. Evaluatie:

    • a.

      De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad evalueert jaarlijks tezamen met de wethouder het functioneren van het periodiek overleg. Indien er op basis van deze evaluatieronde reden is de verordening aan te passen, dan wordt hiertoe via het college een verzoek ingediend bij de raad.

    • b.

      De Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad kan naar aanleiding van een evaluatie het college gemotiveerd verzoeken de onafhankelijk voorzitter te vervangen, met dien verstande dat een besluit daartoe de instemming behoeft van twee derde deel van de leden van de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad.

  • 3. Ten dienste van zijn functioneren zal de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad een huishoudelijk reglement opstellen, waarin onder andere de communicatie met de achterban wordt geregeld.

  • 4. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college, na overleg met de Wmo/Wwb-burgerparticipatieraad

Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Burgerparticipatieraad Wmo Participatiewet 2015

  • 3.

    De Verordening Wmo/Wwb-burgerparticipatie gemeente Mill en Sint Hubert 2008, vastgesteld in de vergadering van 1 juli 2008 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding als bedoeld in het eerste lid.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Mill en Sint Hubert in zijn openbare vergadering van 12 maart 2015.

De raad voornoemd,

Ing. S.A. de Best – Boere

Ing. A.A.M.J. Walraven

griffier

voorzitter