Regeling vervallen per 18-07-2023

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Mill en Sint Hubert

Geldend van 15-05-2013 t/m 17-07-2023

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Mill en Sint Hubert

 De raad van de gemeente Mill en Sint Hubert;

gelezen het voorstel van het college van 19 maart 2013;

gelet op de artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, de artikelen 5.2 en 5.4 van de Telecommunicatiewet en de artikelen 2:11 en 5:24 van de Algemene plaatselijke verordening 2011;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor de realisatie van één uniform regime voor al het werk in en onder de grond in de openbare ruimte, waaronder specifiek die met kabels en leidingen, en de gemeente in staat te stellen de gewenste regierol optimaal in te vullen;

overwegende dat deze regels uniform zijn ontwikkeld en vastgesteld in samenwerking tussen de gemeenten Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis;

besluit vast te stellen de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Mill en Sint Hubert.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

 In deze verordening en bijbehorende toelichting worden verstaan onder:

a. calamiteit: een incident met voor de omgeving mogelijk grote gevolgen, die niet zelfstandig kunnen worden afgewikkeld en waarbij gecoördineerde inzet van hulpverleningsorganisaties en diensten van verschillende disciplines is vereist om de gevolgen te beperken;

b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Mill en Sint Hubert;

c. degeneratiekosten: de kosten voor de gemeente door vermindering van de kwaliteit en/of duurzaamheid van de verharding of andere gemeente-eigendommen, veroorzaakt door de (graaf)werkzaamheden onder verhardingsconstructies of andere voorzieningen;

d. gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in de Belemmeringenwet Privaatrecht of de Telecommunicatiewet;

e. Handboek: het Handboek Kabels en Leidingen (Standaardbepalingen voor het opnemen van de sleufverharding, het graven, aanvullen en verdichten van sleuven en het leggen etc. van kabels en leidingen die in eigendom of beheer zijn bij de gemeente), zijnde door het college vast te stellen nadere regels betreffende de voorbereiding en uitvoering van ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen inclusief de toepasselijke indieningsvereisten;

f. herstel: het op vakkundige wijze terugbrengen van de verhardingsmaterialen in het oorspronkelijke verband;

g. huisaansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt;

h. instemmingsbesluit: schriftelijk besluit van het college zoals bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet;

i. kabel- en leidingentracé: de locatie waarvan de gemeente heeft bepaald waar kabels en/of leidingen kunnen worden gelegd;

j. kabels en leidingen: kabels en/of (buis)leidingen als onderdeel van een net(werk);

k. leggen van kabels en leidingen: het aanbrengen, leggen, onderhouden, omleggen, vernieuwen, herstellen en verwijderen van kabels en leidingen en het verrichten van hierbij behorende werkzaamheden;

l. marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

m. net (of netwerk): één of meer ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), daaronder mede begrepen lege buizen, kokerconstructies en voorzieningen, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, uitgezonderd het rioleringsnetwerk;

n. net voor transport van informatie: de openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in artikel: 1.1 onder h. van de Telecommunicatiewet;

o. netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitvoering van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een kabel- c.q. buisleidingennet beheert;

p. niet-openbare kabels en leidingen: kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoe ze behoren) die niet worden gebruikt om openbare (voor het publiek beschikbare) diensten aan te bieden;

q. nutsbedrijf: bedrijf dat producten en diensten levert in het algemeen belang, en in het kader van deze verordening meer specifiek op het gebied van elektriciteits-, gas- en drinkwatervoorziening, waaronder ook begrepen eventuele warmte-koudevoorzieningen, en dat mede daartoe netten/netwerken beheert voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen of van energie;

r. openbare gronden: openbare wegen en wateren zoals bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

s. spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening, waarvan uitstel redelijkerwijs niet mogelijk of wenselijk is;

t. vergunning: vergunning, op schriftelijke aanvraag van een nutsbedrijf verleend door het college voor het verrichten van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of leidingen in openbare gronden die door de gemeente beheerd worden;

u. voorzieningen: ondergrondse ondersteunings- en beschermingswerken, waaronder buizen, ten behoeve van de kabels en leidingen;

v. werkzaamheden: handmatige en mechanische werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

w. werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden

- die betrekking hebben op het onderhouden, wijzigen of uitbreiden van een al rechtsgeldig in de openbare ruimte van de gemeente aanwezig ondergronds netwerk;

- met geringe overlast c.q. belemmeringen voor de omgeving;

- waarbij geen rijbanen of andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen (in de zin van beplanting) worden gekruist;

- waarbij geen boringen worden toegepast;

- en die dusdanig beperkt zijn dat, steeds ter beoordeling van het college, als uitzondering een lichter procedureel regime toegepast kan worden

en die bedoeld zijn voor:

- het aanbrengen/ verwijderen van kabels en leidingen met aaneengesloten te ontgraven lengte van minder dan 25 meter (gerekend vanaf de perceelsgrens) in een reeds aanwezig netwerk;

- het realiseren van incidentele huisaansluitingen waarbij clustering niet is toegestaan;

- proefsleuven;

- reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan het netwerk over een lengte van minder dan 25 meter dan wel van lasgaten, en niet zijnde het plaatsen van een nieuwe handhole of nieuwe en ondergrondse lasmoffen;

- werkzaamheden met een grondoppervlakte van maximaal 10 m2.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, instandhouden, onderhouden, verleggen en verwijderen van kabels en leidingen in, op en boven de openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in eigendom heeft of daarover wettelijke coördinatieverplichtingen heeft.

  • 2. Het college voert de regie over de efficiënte ordening van kabels en leidingen in, op en boven de openbare gronden.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht betreffende de van rechtswege verleende beschikking is niet van toepassing op het bepaalde in deze verordening.

  • 4. De verordening is niet van toepassing op de gemeente bij het uitvoeren van haar publieke taak.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd krachtens deze verordening nadere regels te stellen.

Hoofdstuk 2 Melding voor instemmingsbesluit of aanvraag voor vergunning

Artikel 4 Vereiste van instemming of vergunning

  • 1. Het is verboden kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden, te onderhouden, te verleggen of te verwijderen, zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleende vergunning of instemmingsbesluit.

  • 2. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten, is geen instemming of vergunning, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan het college.

Artikel 5 Melding of aanvraag

  • 1. Een netbeheerder doet minimaal acht weken voor de geplande aanvang van de werkzaamheden bij het college melding voor een instemmingsbesluit dan wel aanvraag voor een vergunning voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze verordening.

  • 2. Indien voor de werkzaamheden tevens (privaatrechtelijke) toestemming nodig is van andere grondeigenaren of grondbeheerders, dient de netbeheerder dit bij de melding of aanvraag aan te geven en uiterlijk vier weken na de melding of aanvraag, het college het bewijs van verkregen toestemming te overleggen.

  • 3. In geval van werkzaamheden van niet ingrijpende aard, moet de netbeheerder minimaal vijf werkdagen voor uitvoering deze werkzaamheden schriftelijk (in geval van e-mail bij het door de gemeente aangegeven mailadres) bij de gemeente melden. Op grond van belangen als genoemd in artikel 9, eerste lid, van deze verordening, kan het college bepalen dat realisatie op een ander tijdstip moet plaats vinden.

  • 4. In geval van spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten volstaat een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden.

  • 5. Het college is bevoegd via nadere regels delen van het grondgebied aan te wijzen waarop het derde en vierde lid van dit artikel niet van toepassing zijn.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1. Het college stelt nadere regels vast over de te verstrekken gegevens en de wijze waarop die worden verstrekt bij een aanvraag of melding als bedoeld in deze verordening.

  • 2. Het college stelt de voor een melding of aanvraag, als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van deze verordening, te gebruiken formulieren vast.

Artikel 7 Beslistermijnen

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de melding of aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze verordening. Betreft het een melding of aanvraag waarbij meer grondeigenaren/beheerders zijn betrokken of andere vergunningen vereist zijn, dan wordt de beslissing pas genomen als deze andere toestemmingen verkregen en overlegd zijn.

  • 2. Indien een beschikking niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het een redelijke termijn waarbinnen de beschikking gegeven zal worden.

Artikel 8 Geldigheid

  • 1. De werkzaamheden moeten zijn voltooid vóór de door het college vastgestelde einddatum. Indien de werkzaamheden niet binnen de vastgestelde termijn zijn uitgevoerd, vervalt de vergunning of het instemmingsbesluit. Een situatie van overmacht moet tijdig worden medegedeeld, met in acht name van de maximale geldigheidsduur en ter beoordeling van het college.

  • 2. De einddatum, als bedoeld in het eerste lid, kan na een schriftelijk en gemotiveerd verzoek, door het college worden verlengd, geheel ter beoordeling van het college.

  • 3. Het instemmingsbesluit of de vergunning vervalt indien de netbeheerder schriftelijk aan het college verklaart geen gebruik meer te maken van het instemmingsbesluit of de vergunning.

  • 4. Het college kan een instemmingsbesluit of vergunning wijzigen of intrekken, indien:

    a. de beschikking op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;

    b. de netbeheerder, of de door deze ingeschakelde derde partij, het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning of instemmingsbesluit niet naleeft.

Artikel 9 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

  • 1. Het college kan aan een instemmingsbesluit of een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    a. de openbare orde;

    b. de openbare veiligheid, waaronder in elk geval moet worden verstaan de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    c. het voorkomen of beperken van overlast;

    d. het voorkomen of beperken van schade;

    e. de bescherming van archeologische vondsten en van groen(voorzieningen);

    f. het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    g. de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen, het doelmatig beheer en onderhoud en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    h. de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit;

    i. de bescherming van het milieu.

  • 2. De netbeheerder draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast in de vorm van een Handboek voor de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen. Bij tegenstrijdigheden hebben de bepalingen van de verordening voorrang.

  • 4. Het college stelt nadere regels vast over schadeherstel en vergoeding van degeneratie- en toezichtkosten. Indien de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel. De netbeheerder is gehouden tot het, op basis van redelijkheid en billijkheid, vergoeden van alle schade, geleden en te lijden door de gemeente, voortvloeiende uit de door of vanwege de netbeheerder uit te voeren werkzaamheden. De berekening van de schadevergoeding is gebaseerd op marktconforme herstel-, onderhouds-, beheers/toezicht- en degeneratiekosten of werkelijke kosten, met als uitgangspunt kostendekkendheid voor de gemeente.

  • 5. Indien het leidingentracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels, legt de netbeheerder de gemeente een alternatief tracé voor en wordt daarbij bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé willen combineren, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Paragraaf 3a Algemeen

Artikel 10 Eigendom

Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net, kabel of leiding, als bedoeld in deze verordening, wordt overgedragen, stelt de voormalige netbeheerder het college onverwijld van deze overdracht in kennis en is de voormalige netbeheerder verplicht zorg te dragen voor overdracht van de rechten en plichten krachtens deze verordening op de nieuwe netbeheerder.

Artikel 11 Overleg

  • 1. Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere belanghebbende partijen worden uitgenodigd.

  • 2. Dit overleg is mede gericht op de beoordeling van mogelijk medegebruik van voorzieningen en afstemming van gezamenlijk of gelijktijdig uit te voeren werkzaamheden.

  • 3. Netbeheerders kunnen desgewenst om overleg verzoeken.

Paragraaf 3b Netten voor transport van informatie

Artikel 12 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Het college kan een vergunning weigeren in geval van werkzaamheden aan niet-openbare kabels en/of leidingen in of op openbare gronden. In het geval van te verlenen toestemming is het bepaalde in deze verordening van toepassing, maar houdt dit geen gedoogplicht in van de betreffende kabels en leidingen.

  • 2. Niet-openbare kabels en/of leidingen dienen op verzoek van het college op gronden genoemd in artikel 9, eerste lid, op kosten van de eigenaar van de kabels en/of leidingen, te worden verlegd.

Artikel 13 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1. Een beheerder van een netwerk voor het transport van informatie is verplicht om bij aanleg zoveel mogelijk (mede)gebruik te (laten) maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van de gemeente aangelegde, voorzieningen zoals mantelbuizen, kabelgoten en –geleidingen.

  • 2. Indien de netbeheerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, is deze verplicht daarvan gebruik te maken. Bepalend voor de redelijkheid is of de voorzieningen tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld.

Artikel 14 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar net in of op openbare gronden.

  • 2. De netbeheerder levert op verzoek van het college een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De bewijslast met betrekking tot het gebruik ligt bij de netbeheerder.

Paragraaf 3c Netten van nutsbedrijven

Artikel 15 Verleggen van leidingen

  • 1. Voor verleggingen van leidingen van een netwerk van een nutsbedrijf in of op openbare gronden op verzoek van het college, gelden de volgende bepalingen:

    a. De netbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;

    b. De gemeente en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    c. Na een schriftelijk verzoek van het college tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo spoedig mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan dertien weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

    d. Indien blijkt dat een netbeheerder als gevolg van een besluit van het college, inhoudende een intrekking of wijziging van een vergunning of instemmingsbesluit als bedoeld in dit artikel, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college op verzoek een vergoeding toe.

  • 2. Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

Artikel 16 Verwijderen van leidingen

  • 1. De netbeheerder is verplicht na het geheel of gedeeltelijk intrekken van de vergunning de leiding binnen een door het college te bepalen termijn te verwijderen.

  • 2. Buiten gebruik gestelde kabels en leidingen dienen bij reconstructies op aanzegging van de gemeente te worden verwijderd.

  • 3. De procedure uit deze verordening voor het verkrijgen van instemming of vergunning is van overeenkomstige toepassing op de verwijderingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Hoofdstuk 4 Straf-, toezicht-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2. Overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, of een voorschrift verbonden aan een vergunning of instemmingsbesluit wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Alsdan vervalt de Telecommunicatieverordening gemeente Mill ca.

Artikel 19 Overgangsbepalingen

  • 1. De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen of andere rechtsgeldige overeenkomsten of andere schriftelijke afspraken met de gemeente, wordt door inwerkingtreding van deze verordening beheerst door de regels daarvan.

  • 2. Vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en instemmingsbesluiten op grond van de Telecommunicatieverordening met betrekking tot kabels en leidingen als bedoeld in deze verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening (AVOI) en blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden.

  • 3. Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 4. Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als AVOI gemeente Mill en Sint Hubert.