Regeling vervallen per 10-02-2010

Verordening inzake speelautomatenhallen gemeente Moerdijk (INGETROKKEN PER 10/02/2010)

Geldend van 16-07-2008 t/m 09-02-2010

Intitulé

VERORDENING INZAKE SPEELAUTOMATENHALLEN GEMEENTE MOERDIJK

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 3 juli 2008,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 27 mei 2008,

gelet op de Gemeentewet de Wet op de Kansspelen en het Speelautomatenbesluit,

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING INZAKE SPEELAUTOMATENHALLEN GEMEENTE MOERDIJK

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De wet: de Wet op de kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: Koninklijk Besluit van 23 mei 2000 Staatsblad 2000, 224, zoals deze luidt na wijziging bij Besluit d.d. 14 september 2001, Staatsblad 2001, 415;

  • c.

    Speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen, als bedoeld in artikel 30, sub a van de wet;

  • d.

    Behendigheidsautomaten: een speelautomaat waarvan:

    • 1.

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • 2.

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt.

  • e.

    Kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • f.

    Speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de wet;

  • g.

    Exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • h.

    Beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

  • i.

    wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten, conform artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

Artikel 2 Verbodsbepalingen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan uitsluitend vergunning verlenen voor maximaal één automatenhal in het gedeelte van de binnenstad van Zevenbergen dat op de bij deze verordening als bijlage I behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart met een zware zwarte ondoorbroken rand is begrensd.

  • 3. De vergunning als bedoeld in het tweede lid van dit artikel wordt verleend voor een speelautomatenhal met maximaal 100 speelautomaten, onder de voorwaarde dat de exploitant in het kader van de productdifferentiatie en op grond van het bepaalde in artikel 30n van de Wet jo artikel 13 van het Speelautomatenbesluit een “ideale mix” opstelt.

    Indien de exploitant op een deugdelijke wijze aantoont dat een – uit bedrijfseconomisch oogpunt – redelijke exploitatie van de speelautomatenhal niet mogelijk is, kan de raad toestaan dat een groter aantal speelautomaten in de speelautomatenhal zal worden geplaatst, dan wel wordt gekozen voor een andere mix van speelautomaten, waartoe een gemotiveerd verzoek zal worden ingediend.

Artikel 3 Vergunningaanvraag

De exploitant dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhalen in welk aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld;

  • b.

    Een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • c.

    Een verklaring omtrent het gedrag van de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt, en van de beheerder;

  • d.

    Een bewijs dat in de speelautomatenhal sprake is van een toegangscontrole waarbij de leeftijd op deugdelijke wijze wordt gecontroleerd.

Artikel 4 Beslistermijn

De burgemeester beslist binnen zestien weken na de datum waarop hij de aanvraag met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beschikking kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

Artikel 5 Vergunning

  • 1. De vergunning is persoonsgebonden en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal;

    • e.

      leeftijdsgrens;

    • f.

      preventiemaatregelen ter voorkoming van gokverslaving;

    • g.

      keuringscertificaat van de speelautomatenhal.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      reeds een vergunning voor een speelautomatenhal is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als neergelegd in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester, de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan c.q. leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7 Wijzigingsgronden

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 3, onder c, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen 14 dagen nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem is verzonden.

  • 2. De vergunning vervalt, indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in het zelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel, indien geen aanvraag is ingediend binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekkingsgronden

  • 1. De burgemeester kan de vergunning intrekken:

    • a.

      indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    • b.

      indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, eerste lid onder e;

    • c.

      indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en

      beperkingen;

    • d.

      indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken.

Artikel 9 Wijzigingen in exploitatie

  • 1. Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van exploitant dient binnen 4 weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 10 Overige bepalingen

Overtreding van artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dit artikel gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak, conform artikel 154 Gemeentewet.

Artikel 11 Toezicht

De opsporing van de in artikel 10 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van Het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan de Personen aangesteld als Buitengewoon Opsporingsambtenaren van de gemeente Moerdijk en aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 12 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 Awb met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening treedt in werking op de eerste dag gelegen na de bekendmaking ervan.

  • 2. De verordening wordt bekendgemaakt in het huis aan huis blad de Moerdijkse Bode.

  • 3. De verordening Speelautomatenhallen gemeente Moerdijk vastgesteld d.d. 21 december 2000 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening speelautomatenhallen gemeente Moerdijk.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 3 juli,

de griffier

J.A.M. Hereijgers

de voorzitter

drs. W.M.J. Denie