Inconvenientenregeling

Geldend van 01-05-1998 t/m heden

Intitulé

Inconvenientenregeling

Inconvenientenregeling

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a

    Ambtenaar: ambtenaar in de zin van de CAR/UWO.

Artikel 2 Toekenning

Lid 1

Aan ambtenaren die als onderdeel van hun functiebeschrijving werkzaamheden dienen te verrichten die naar de aard of omstandigheden als zwaar en onaangenaam kunnen worden aangemerkt, wordt een toelage verstrekt.

Lid 2

Toekenning van een toelage is aan een functie gebonden.

Artikel 3 Bedrag

Lid 1

De toeslag wordt voor iedereen, die recht heeft op inconveniëntentoeslag, vastgesteld op hetzelfde bedrag.

Lid 2

De toeslag wordt vastgesteld op het verschil tussen regel 10 en 11 van salarisschaal 4 volgens de CAR/UWO en wordt bij salarisverhogingen nominaal verhoogd.

Artikel 4 Doorbetaling bij ziekte

De ambtenaar die de toelage, als bedoeld in artikel 2, tenminste gedurende één jaar heeft genoten, krijgt bij ziekte van langer dan 30 aaneengesloten kalenderjaren de toeslag doorbetaald gedurende maximaal een aaneengesloten periode van 12 maanden.

Artikel 5 Overgangsregeling

Lid 1

De ambtenaar die, voorafgaand aan de ingangsdatum van deze regeling, recht had op een hogere toeslag dan in deze regeling aan hem wordt toegekend, houdt het recht op die hogere toeslag. Dit recht blijft alleen bestaan zolang de ambtenaar dezelfde werkzaamheden blijft uitvoeren.

Lid 2

De hogere toeslag wordt vastgesteld op het bedrag dat gold op 1 mei 1998, en stijgt niet mee met de loonontwikkeling.