Regeling vervallen per 31-12-2019

Legesverordening gemeente Molenlanden 2019

Geldend van 20-02-2019 t/m 30-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Legesverordening gemeente Molenlanden 2019

De raad van de gemeente Molenlanden,

gelezen het voorstel van het college van de gemeente Molenlanden over bovenstaand onderwerp;

overwegende dat het van belang is dat de per 1 januari 2019 te vormen gemeente Molenlanden bij haar start beschikt over voor al haar inwoners gelijke voorschriften op het punt van de heffing en invordering van leges;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluiten vast te stellen

de Legesverordening gemeente Molenlanden 2019

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2. Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4. Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • d.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • e.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking vaneen omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • f.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

Artikel 5. Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      digitaal wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • c.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen een maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges, indien deze betrekking hebben op titel 2 van de bij de verordening behorende tarieventabel, worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10. Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      hoofdstuk 4 (verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12. Intrekking oude verordeningen / Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening Giessenlanden 2018 van 13 november 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De Verordening Leges 2018 (Molenwaard) van 12 december 2017 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 3. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt, met terugwerkende kracht, in werking op 1 januari 2019.

  • 1. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Legesverordening Molenlanden 2019’.

 zie hierna de tarieventabel behorende bij de Legesverordening Molenlanden 2019

 zie hierna ook de toelichting op de Legesverordening Molenlanden 2019

Ondertekening

Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden,

gehouden op 5 februari 2019.

de griffier,

drs. M.A.J. Teunissen

de voorzitter,

D.R. van der Borg (wnd.)

Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening Molenlanden 2019

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap:

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 16.00 uur

maandag tot en met vrijdag op de overige uren

€ 390,00

€ 585,00

1.1.1.2

zaterdag

€ 585,00

1.1.1.3

zondag of algemeen erkende feestdagen als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet

€ 727,00

1.1.2

Het tarief voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk is gelijk aan het genoemde onder 1.1.1.

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje

€ 26,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen bij de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap, per getuige

€ 27,75

1.1.5

benoeming van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor 1 dag

€ 120,00

1.1.6

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 18,90

1.1.7

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,95

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in subonderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,95

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 71,35

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 53,95

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 53,95

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

€ 56,80

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

€ 29,95

1.2.6

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen:

€ 48,60

1.2.7

voor het bezorgen van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.6 genoemde bedragen:* dit tarief treedt, in afwijking van de overige tarieven, in werking op het moment dat op de aanvraaglocaties reisdocumenten ook afgehaald kunnen worden.

€ 5,00

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 39,75

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt:

1.3.2.1

bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

1.3.2.2

voor het bezorgen van een in het onderdeel 1.3.1 genoemd document, zijnde een toeslag op het in onderdeel 1.3.1 genoemde bedrag:* dit tarief treedt, in afwijking van de overige tarieven, in werking op het moment dat op de aanvraaglocaties rijbewijzen ook afgehaald kunnen worden.

€ 5,00

1.3.3

Het tarief tot het afgeven van een Eigen Verklaring

€ 36,00

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:

€ 11,10

1.4.3

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

€ 7,50

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 18,90

Hoofdstuk 5 Gereserveerd

Hoofdstuk 6 Gereserveerd

Hoofdstuk 7 Gereserveerd

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.8.1

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

1.8.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,40

1.8.1.2

in formaat A3, per bladzijde

€ 0,60

1.8.2

een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per lichtdruk

€ 14,00

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.9.2

tot het legaliseren van een handtekening

€ 11,10

1.9.3

tot het verkrijgen van een gewaarmerkte kopie

€ 11,10

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 18,00

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk:

1.10.2.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 0,40

1.10.2.2

in formaat A3 of kleiner, per bladzijde

€ 0,60

1.10.2.3

een lichtdruk, per lichtdruk

€ 14,00

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verlenen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 27,75

1.11.2

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 63,00

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

€ 63,00

1.12.1.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

€ 31,50

1.12.2

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven. [Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

tot het verstrekken van de totale omvang van de gemeentegarantie

0,75 %

Hoofdstuk 14 Gereserveerd

Hoofdstuk 15 Gereserveerd

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 30,00

Hoofdstuk 17 Kabels en leidingen

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren.

€ 260,00

1.17.1.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,70

1.17.1.2

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,70

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 50,00

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 50,00

1.18.3.1

tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

€ 44,40

1.18.3.2

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken:

€ 150,00

1.18.3.3

tot het wijzigen van een onderbord bij een gehandicaptenparkeerplaats in verband met het wijzigen van het kenteken:

€ 30,00

1.18.4

een ontheffing om gevaarlijke stoffen buiten de aangewezen wegen of weggedeelten te transporteren, ingevolge artikel 22 Wet vervoer gevaarlijke stoffen:

€ 325,00

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.19.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 3,00

1.19.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.19.2.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,40

1.19.2.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,60

1.19.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in subonderdelen 1.19.2.1 en 1.19.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk per lichtdruk

€ 14,00

1.19.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 27,75

1.19.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 2,75

Hoofdstuk 20 Algemene plaatselijke verordening

1.20

De hieronder vermelde tarieven hebben betrekking op het in behandeling nemen van kennisgevingen of van aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning of het verlenen van een ontheffing of een vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, in de tekst verder afgekort als A.P.V.

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.20.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1, vierde lid, A.P.V. (Samenscholing en ongeregeldheden)

€ 27,75

1.20.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.10, derde lid, A.P.V. (Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie)

€ 27,75

1.20.1.3

een vergunning als bedoeld in artikel 2.72, eerste lid, A.P.V. (Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen)

€ 27,75

1.20.1.4

een ontheffing als bedoeld in artikel 2.73a, derde lid, A.P.V. (Carbidschieten)

€ 27,75

1.20.1.5

een ontheffing als bedoeld in artikel 4.6, tweede lid, A.P.V. (Geluidhinder)

€ 27,75

1.20.1.6

De in 1.20.1.4 genoemde bedragen worden verhoogd met een bedrag van: Externe advieskosten e.d.

van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde externe advieskosten, blijkend uit een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b. van de Gemeentewet is opgesteld voor de toepassing van deze tabel wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager ter kennis is gebracht indien de werkelijke advieskosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

1.20.1.7

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.2, vierde lid, A.P.V. (Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.)

€ 27,75

1.20.1.8

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.6, tweede lid, A.P.V. (Kampeermiddelen e.a.)

€ 27,75

1.20.1.9

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.8, vierde lid, A.P.V. (Parkeren van grote voertuigen)

€ 27,75

1.20.1.10

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.11, derde lid, A.P.V. (Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen)

€ 27,75

1.20.1.11

een vergunning als bedoeld in artikel 5.18, eerste lid, A.P.V. (Standplaatsvergunningen en weigeringsgronden

€ 27,75

1.20.1.12

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.33, vijfde lid, A.P.V. (Beperking verkeer in natuurgebieden)

€ 27,75

1.20.1.13

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.36, derde lid, A.P.V. (Verboden plaatsen)

€ 27,75

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012: Stcrt 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet inbegrepen], voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en i. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; 2012 1567), voor het uit te voeren werk OF het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en i. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen.

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

2.1.4

Vooroverleg:

indicatie en alleen bestemmingsplan en welstand worden getoetst

2.1.5

Conceptaanvraag:

beoordeling van een volledige aanvraag, inclusief bouwtechnische toets. Er wordt echter geen daadwerkelijke vergunning afgegeven.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

€ 315,00

2.2.2

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een bestemmingsplanwijziging mogelijk is:

€ 425,00

2.2.3

tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

52 %

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 5.000 bedragen:

€ 315,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 5.000 tot € 50.000 bedragen

een vast bedrag van

€ 115,00

vermeerderd met

4,0 %

van de bouwkosten.

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 50.000 tot € 1.000.000 bedragen

een vast bedrag van

€ 740,00

vermeerderd met

van de bouwkosten;

2,75 %

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen

een vast bedrag van:

€ 1.740,00

Vermeerderd met

2,65 %

van de bouwkosten, met een maximum van:

€ 510.000,00

Welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de welstandscommissie nodig is en wordt beoordeeld:

2.3.1.2.1

Bouwsom tot € 25.000

€ 45,00

2.3.1.2.2

Bouwsom van € 25.000 tot € 1.250.000

1,8 ‰

van de bouwkosten

2.3.1.2.3

Bouwsom van € 1.250.000 en hoger

€ 2.250,00

De kosten voor het welstandsdvies worden afgerond naar boven op veelvouden van € 5,00

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

advies bestaande bedrijven

€ 785,00

advies inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan

€ 935,00

nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen

€ 470,00

nieuw ‘second opinion’ advies door het college aangewezen agrarische beoordelingscommissie

€ 1.235,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

25%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van € 315,00 en een maximum van € 1.000,00.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.5

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 0,00

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

1,0 %

van de aanlegkosten, met een minimum van:

€ 315,00

en een maximum van:

€ 2.055,00

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 438,00

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 714,00

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 2.538,00

2.3.3.4

Gereserveerd

2.3.3.5

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 2.538,00

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 2.538,00

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 2.538,00

2.3.4

Gereserveerd

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 530,00

2.3.5.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de wijziging van een bestaande omgevingsvergunning welke betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 530,00

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks- of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 700,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo, in samenhang gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 700,00

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 700,00

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 658,00

2.3.9

Uitweg / inrit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 315,00

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening Giessenlanden 2014 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 315,00

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, vijfde lid, van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken.

€ 315,00

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen.

€ 315,00

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 595,00

2.3.13

Flora - en faunawet-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna- activiteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 595,00

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 315,00

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 315,00

2.3.14.2.3

opstellen van een besluit ‘vergunningvrij’ op verzoek van de aanvrager

€ 180,00

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 500,00

2.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 225,00

2.3.17

Advies

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.17.3

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag dan wel anderszins een landschapsplan wordt beoordeeld:

€ 257,00

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 680,00

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 680,00

2.3.19

Wet Geluidhinder

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een ontheffing hogere grenswaarden op grond van de Wet Geluidhinder moet worden afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

€ 590,00

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft en niet afwijkt van het vooroverlegplan en binnen 52 weken wordt ingediend, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.2.1

bij 3 activiteiten

5 %

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2

Bij 4 activiteiten

10 %

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.3

bij 5 of meer activiteiten:

15 %

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken na het in behandeling nemen ervan:

25 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.2.1

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen [24 maanden/2 jaren] na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2.2

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen [36 maanden/3 jaren] na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

15 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

20 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Minimumbedrag voor teruggaaf

Een bedrag minder dan € 10,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel welstand, verplicht agrarisch advies, beoordelen milieukundig bodemrapport, beoordelen archeologisch bodemrapport, extern advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3, 2.3.16, 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Gereserveerd

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 178,00

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 5.170,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.538,00

Hoofdstuk 9 Gereserveerd

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 315,00

Hoofdstuk 11 Diversen

2.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning

€ 85,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn, niet vallend onder titel 2

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 200,00

3.1.2

een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 156,00

3.1.3

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de sluitingstijd voor een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:29, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening

€ 27,75

3.1.4

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

€ 27,75

3.1.5

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 50,00

3.1.6

een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 27,75

3.1.7

een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet, met uitzondering van festiviteiten en vieringen die gerelateerd zijn aan de viering van Oud en Nieuw, Koningsdag, 4 en 5 mei en Sinterklaas

€ 27,75

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), met uitzondering van festiviteiten en vieringen die gerelateerd zijn aan de viering van Oud en Nieuw, Koningsdag, 4 en 5 mei en Sinterklaas:

€ 27,75

3.2.2

Indien gelijktijdig met een aanvraag evenementenvergunning een aanvraag ontheffing als bedoeld in artikel 4.6, tweede lid, A.P.V. (Geluidhinder) wordt gedaan, worden hiervoor geen leges geheven.

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.3.1.1

tot het verlenen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening:

3.3.1.1.1

voor een seksinrichting of een escortbedrijf

€ 775,00

3.3.1.2

tot het wijzigen van een in subonderdeel 3.3.1.1 bedoelde vergunning:

€ 175,00

Hoofdstuk 4 Gereserveerd

Hoofdstuk 5 Gereserveerd

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning of ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

€ 315,00

Bijlage 2 Toelichting op de Legesverordening Molenlanden 2019

Uitgangspunten

Op 11 juli 2018 stelden de gemeenteraden van Giessenlanden en Molenwaard uitgangspunten vast voor de harmonisatie van het belastingbeleid voor de gemeente Molenlanden, conform de bij dat besluit behorende ‘Uitgangspuntennotitie Belastingbeleid Molenlanden 2019’.

Over de legesheffing is het volgende uitgangspunt geformuleerd:

  • Uitgangspunt 17:

  • Voor Molenlanden met ingang van 2019 de legestarieven vaststellen op basis van een éénduidige kostentoerekening. Differentiatie in ieder geval toepassen bij legestarieven die betrekking hebben op bestemmingsplanwijzigingen en omgevingsvergunningen.

Ook is nog van belang:

  • Uitgangspunt 3:

  • Voor de heffingen (vergoedingen voor een tegenprestatie) wordt de voor 2019 te realiseren opbrengst gebaseerd op een 100% kostendekking. Bij de begraafrechten kan en mag worden volstaan met een lagere kostendekking.

In zijn algemeenheid is verder overwogen dat op het punt van kwijtschelding geen nadere harmonisatie/regelgeving nodig is. Om tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard kan de hardheidsclausule worden toegepast. Rondom de vraag ‘wie/hoe toepassing hardheidsclausule’ is vertrekpunt artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen: ‘Onze Minister is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, welke zich bij de toepassing van de belastingwet mochten voordoen’. Op basis van artikel 231, eerste lid, van de Gemeentewet is de Algemene Wet inzake de rijksbelastingen van toepassing op de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen als waren die belastingen rijksbelastingen. In artikel 236, eerste lid, van de Gemeentewet wordt artikel 63 van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen niet buiten toepassing verklaard. Artikel 231, tweede lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bepaalt dat voor ‘Onze Minister van Financiën’ moet worden gelezen ‘het college’. Hieruit volgt dat het college bevoegd is tot toepassing van de in artikel 63 van de Algemene Wet inzake de rijksbelastingen neergelegde hardheidsclausule.

Met deze uitgangspunten als kader is de Legesverordening Molenlanden 2019 opgesteld.

Toelichting op onderdelen

Bezorgkosten voor reisdocumenten en rijbewijzen

In Giessenlanden is het niet mogelijk om documenten te laten bezorgen, in Molenwaard is het verplicht om documenten te laten bezorgen. Doordat in beide gemeente geen keuzevrijheid aanwezig is hebben beide gemeenten geen tarief opgenomen voor het bezorgen van documenten.

Met de komst van de servicepunten heeft de gemeente Molenlanden faciliteiten die er op ingericht zijn dat inwoners op alle dagen van de week hun documenten kunnen aanvragen en/of ophalen. Het bezorgen van een document kost ruim € 15,00 per document. Er wordt een niet kostendekkend tarief van € 5,00 ingevoerd, zodra de servicepunten gereed zijn voor de extra dienstverlening in verband met het bezorgen van documenten.

Huwelijksleges

Huwelijken kunnen binnen Molenlanden straks op alle locaties binnen de gemeente plaatsvinden. Het maakt voor de werkzaamheden van de gemeente weinig verschil waar een huwelijk wordt gesloten. Doordat het grondgebied van de gemeente vrij fors is, zijn de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand en de bode meer tijd kwijt aan huwelijken dan in Giessenlanden. Het nieuwe tarief is hierdoor hoger dan momenteel in Giessenlanden, maar lager dan momenteel in Molenwaard.

Kabels en leidingen

In Molenwaard werd voor aanvragen van vergunningen voor het uitvoeren van werkzaamheden aan kabels en leidingen alleen tarief geheven van telecommunicatiebedrijven en niet van Stedin en/of Oasen. Voor alle partijen moeten dezelfde werkzaamheden worden uitgevoerd. Daarom zijn voor alle bedrijven met betrekking tot de leges dezelfde regels van toepassing verklaard.

Bouwleges

Vooroverleg en toetsen concept aanvraag

In Giessenlanden was alleen beperkt vooroverleg mogelijk, dit vooroverleg wordt uitgebreider en daardoor duurder. Daarnaast wordt het voor Giessenlandse inwoners mogelijk om een uitgebreidere toets te laten doen, in de vorm van een beoordeling conceptaanvraag.

Bouwvergunning

Het tarief voor de bouwvergunningen is op basis van de gegevens van Bouw- en Woningtoezicht Molenwaard uitgerekend. Hieruit is gebleken dat bij grote bouwwerken bij een vast tarief de kosten dragen van de kleine bouwwerken. Om te komen tot een kostendekkend tarief voor alle klassen qua bouwkosten wordt een degressief tarief gehanteerd. Het aanvangstarief (tot bouwkosten van € 50.000) wordt 4,0% van de bouwkosten. De opvolgende percentages zijn 2,75% tot bouwkosten van 1 miljoen en 2,65% voor duurdere bouwwerken.

Afwijkingen van het bestemmingsplan

Op basis van de ervaringen van de beide gemeenten zijn de tarieven kostendekkend opnieuw berekend. De grootste wijziging vindt plaats bij de buitenplanse afwijking. Door de ervaringscijfers van beide gemeente is hiervoor een nieuw tarief bepaald.

Monumenten

De leges bij monumenten zijn vaak onderwerp van discussie, hoewel er in beide gemeenten reeds voor gekozen was om hiervoor geen kostendekkend tarief te hanteren. Het voorstel is om niet kostendekkend tarief op te nemen van € 700,00. Het tarief voor monumenten is fors, maar de kostprijs voor deze vergunningen is circa € 1.650,00. Naast de ambtelijke kosten, zijn ook de kosten van de monumentencommissie voor rekening van de gemeente en worden deze niet doorberekend aan de aanvrager.