Regeling vervallen per 30-04-2023

Subsidieverordening Plattelandsontwikkeling 2019 gemeente Molenlanden

Geldend van 03-05-2019 t/m 29-04-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Subsidieverordening Plattelandsontwikkeling 2019 gemeente Molenlanden

De raad van de gemeente Molenlanden,

gelezen het voorstel van het college van de gemeente Molenlanden over bovenstaand onderwerp;

overwegende de harmonisatie die nodig is om de Subsidieverordening Plattelandsontwikkeling voor de gehele gemeente Molenlanden te laten gelden;

besluit vast te stellen :

de Verordening Subsidieverordening Plattelandsontwikkeling 2019 gemeente Molenlanden

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • fonds: bestemmingsreserve ten behoeve van ontwikkeling van recreatie, toerisme en platteland als bedoeld in de begroting van de gemeente Molenlanden;

  • project: op uitvoering gerichte projecten of activiteiten, niet zijnde (haalbaarheids)onderzoeken, die bijdragen aan de doelstellingen van het fonds;

  • toeristenbelasting: Vergoeding voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente Molenlanden, als bedoeld in de Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting van de gemeente Molenlanden;

  • het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenlanden;

  • beoordelingscommissie: adviesorgaan bestaande uit een ambtenaar van de gemeente Molenlanden en twee door het college aangewezen leden uit de landschaps-, recreatieve en/of toeristische sector.

Artikel 2. Doel van de Verordening

Het doel van deze verordening is om, door het stellen van regels financiële ondersteuning te bieden aan projecten op het terrein van de op recreatie en toerisme gerichte doelstellingen van de beleidsprogramma’s ‘Economische dragers’ en ‘Landschap’ van de gemeente Molenlanden.

Artikel 3. Doel van het fonds

Het doel van het fonds is het door middel van subsidies stimuleren van recreatie en toerisme alsmede het behoud en de ontwikkeling van landschappelijke waarden in de gemeente Molenlanden.

Artikel 4. Voeding van het fonds

  • 1.

    Het fonds wordt gevoed door middel van een jaarlijkse storting uit de opbrengsten van de toeristenbelasting;

  • 2.

    de hoogte van de storting wordt jaarlijks door de gemeenteraad bepaald. De storting bedraagt, met inachtneming van het bepaalde in lid 3 van dit artikel, maximaal 50% van de totale opbrengst van de gemeentelijke toeristenbelasting van het voorliggende belastingjaar, doch in elk geval € 45.000,=;

  • 3.

    het fonds heeft een financieel plafond van € 75.000,-.

Artikel 5. Wat komt voor subsidie in aanmerking

Alleen projecten die bijdragen aan het doel van het fonds, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Daarbij moet de subsidie verder reiken dan een bijdrage aan het eigen bedrijfsresultaat van de aanvrager

Daarbij kan gedacht worden aan:

. marketing activiteiten;

. publicaties;

(culturele) evenementen;

fysieke projecten (natuur, landschap, cultuurhistorie, recreatieve infrastructuur);

  • educatie en informatievoorziening.

Artikel 6. Wie komt voor subsidie in aanmerking

Het indienen van subsidieverzoeken staat open voor alle natuurlijke en rechtspersonen die gevestigd zijn in de gemeente Molenlanden.

Artikel 7. Aanvraagprocedure

  • 1.

    Aanvragen om subsidie moeten vóór 1 maart of 1 september worden ingediend bij het college op een daartoe vastgesteld formulier;

  • 2.

    voor het jaar 2019 gelden afwijkende aanvraagtermijnen (ten opzichte van lid 1), te weten vóór 1 mei of 1 september;

  • 3.

    het college verzamelt de ingediende subsidieaanvragen en legt deze terstond ter advisering voor aan de beoordelingscommissie;

  • 4.

    de beoordelingscommissie beoordeelt de ingediende subsidieaanvragen aan de hand van de toetsingslijst, die (conform artikel 8) als bijlage aan deze verordening is gehecht;

  • 5.

    de beoordelingscommissie legt haar bevindingen, in de vorm van een advies, uiterlijk op respectievelijk 1 mei of 1 november van het betreffende jaar, voor aan het college;

  • 6.

    voor 2019 geldt dat de beoordelingscommissie haar bevindingen, in de vorm van een advies, uiterlijk 1 juli of 1 november voorlegt aan het college;

  • 7.

    het college besluit, met inachtneming van het advies van de beoordelingscommissie, vóór respectievelijk 30 juni of 31 december van het betreffende jaar op de ingediende aanvragen;

  • 8.

    voor 2019 geldt dat het college, met inachtneming van het advies van de beoordelingscommissie, vóór respectievelijk 31 augustus of 31 december van het betreffende jaar besluit op de ingediende vragen.

  • 9.

    aanvragen tot een maximum van een subsidiebedrag van 750 euro kunnen tussentijds worden ingediend en beoordeeld.

Artikel 8. Beoordelingscommissie

  • 1.

    Het advies van de beoordelingscommissie heeft slechts betrekking op de waardering van de ingediende subsidieaanvragen op basis van de toetsingslijst;

  • 2.

    het advies van de beoordelingscommissie komt, bij voorkeur, met algemene stemmen tot stand. Is dit niet mogelijk dan wordt op basis van meerderheid van stemmen geadviseerd;

  • 3.

    de leden nemen niet deel aan de beraadslagingen van de commissie en hebben geen stemrecht ten aanzien van subsidieaanvragen waarbij zij direct hetzij indirect betrokken zijn of daarin enig ander belang hebben;

  • 4.

    indien sprake is van een situatie als bedoeld in het vorige lid, benoemen de overige leden tijdelijk een nieuw commissielid ter invulling van de opengevallen plaats;

  • 5.

    het advies van de beoordelingscommissie is niet bindend.

Artikel 9. Toetsingscriteria

  • 1.

    Voor het bepalen van de vraag of projecten in aanmerking komen voor een subsidie (artikel 4) zijn toetsingscriteria opgesteld, die als bijlage (toetsingslijst) aan deze verordening is gehecht;

  • 2.

    voor ieder in de toetsingslijst genoemd onderdeel, waarop een project scoort, wordt één punt toegekend.

Artikel 10. Aard en hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een eenmalige bijdrage per project;

  • 2.

    met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 bedraagt de subsidie maximaal 50% van de projectkosten met een maximum van € 7500,=;

  • 3.

    het college kan op advies van de beoordelingscommissie voor projecten van bijzondere betekenis besluiten een hoger subsidiebedrag ter beschikking te stellen.

Artikel 11. Voorwaarden voor subsidie

  • 1.

    Een project komt in aanmerking voor subsidie indien op de datum van aanvraag niet reeds met de uitvoering is gestart;

  • 2.

    de subsidie wordt alleen verstrekt wanneer sprake is van cofinanciering door andere partijen;

  • 3.

    de subsidie kan alleen worden verstrekt zolang er voldoende middelen in het fonds aanwezig zijn;

  • 4.

    indien in verband met het bepaalde in het vorige lid de subsidie niet of slechts gedeeltelijk kan worden verstrekt, komt het project of het niet gesubsidieerde deel, in aanmerking voor een subsidie in het opvolgende jaar. Het (deel)project heeft dan de eerste prioriteit bij het toekennen van subsidies in dat volgende jaar;

  • 5.

    een project komt voor subsidie in aanmerking indien tenminste 5 punten worden gescoord. Daarbij dienen tenminste 2 punten te worden gescoord voor de onderdelen Landschap en Recreatie en Toerisme tezamen;

  • 6.

    projecten komen op volgorde van het aantal punten in aanmerking voor een subsidie waarbij de hoogste score als eerste geldt;

  • 7.

    in het geval projecten een gelijk aantal punten scoren bepaalt de datum van indiening van de aanvraag bij de gemeente, de volgorde;

  • 8.

    subsidies worden verstrekt in de vorm van een voorschot;

  • 9.

    het project dient binnen twee jaar na de toekenning van het voorschot te zijn gerealiseerd;

  • 10.

    aanvragers melden via een daartoe vastgesteld formulier en onder overlegging van de relevante bescheiden (korte omschrijving van het resultaat en overzicht uitgaven), de realisatie van het project aan het college waarna een definitief besluit op de aanvraag wordt genomen;

  • 11.

    aanvragers verstrekken aan het college alle informatie die van belang kan zijn voor het beoordelen van de aanvraag en voor het bepalen of sprake is van een situatie als bedoeld in lid 12 van dit artikel onder a en/of b. Het niet verstrekken van de gevraagde informatie leidt tot afwijzing van het subsidieverzoek dan wel tot intrekking van de beschikking tot verstrekking van het voorschot;

  • 12.

    toegekende voorschotten van subsidies dienen te worden terugbetaald indien:

    • a.

      het project niet of niet geheel binnen 2 jaar na toekenning is gerealiseerd; dan wel

    • b.

      het project zonder schriftelijke toestemming van het college anders is uitgevoerd dan aangevraagd en is beschikt;

    • c.

      de beschikking tot voorschotverstrekking is ingetrokken.

Artikel 12. Slotbepaling

In bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van het college, kan gemotiveerd worden afgeweken van de bepalingen van deze regeling.

Artikel 13. Inwerkingtreding, intrekking oude regeling en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2019;

  • 2.

    tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Subsidieverordening Plattelandsontwikkeling 2018 Molenwaard.

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Subsidieverordening Plattelandsontwikkeling Molenlanden 2019’.

Ondertekening

Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden,

gehouden op 2 april 2019.

de griffier,

drs. M.A.J. Teunissen

de voorzitter,

D.R. van der Borg