Verordening op de rekenkamer 2019 gemeente Molenlanden

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

• a.

  Wet: Gemeentewet;

• b.

  voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

• c.

  lid: lid van de rekenkamer;

• d.

  college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenlanden;

• e.

  rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Molenlanden;

• f.

  raad: gemeenteraad van de gemeente Molenlanden;

• g.

  griffier: griffier van de gemeente Molenlanden;

Artikel 2. Rekenkamer

Er is een rekenkamer die bestaat uit de voorzitter en twee leden.

Artikel 3. Begeleidingsgroep

• 1.

  Er is een begeleidingsgroep vanuit de raad voor de rekenkamer.

• 2.

  De begeleidingsgroep bestaat uit raads- of burgerleden.

• 3.

  De leden van de begeleidingsgroep worden door de raad benoemd.

• 4.

  De begeleidingsgroep heeft de volgende taken:

• a.

  Het aanbevelen van de kandidaten voor het voorzitterschap en het lidmaatschap van de rekenkamer aan de raad zoals beschreven in artikel 4.

• b.

  Het onderhouden van de contacten van de raad met de rekenkamer over het onderzoeksplan, het jaarverslag, de individuele onderzoeken, het budget en andere zaken waarover behoefte tot contact bestaat.

• c.

  Het evalueren van de verordening en het functioneren van de rekenkamer.

Artikel 4. Benoeming en herbenoeming

• 1.

  De raad benoemt de leden van de rekenkamer op aanbeveling van de begeleidingsgroep voor een periode van zes jaar.

• 2.

  Herbenoeming is niet mogelijk.

• 3.

  Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden pleegt de begeleidingsgroep overleg met de rekenkamer.

• 4.

  De begeleidingsgroep doet de aanbeveling vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:

• a.

  de mededeling dat hij/zij de benoeming zal aanvaarden, en

• b.

  een overzicht van de openbare betrekkingen die hij/zij bekleedt.

• 5.

  Door de te benoemen persoon wordt een verklaring omtrent gedrag overlegd.

Artikel 5. Ontslag en non-activiteit

• 1.

  De begeleidingsgroep bericht de raad als een van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, of van artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.

• 2.

  In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81d, tweede lid van de wet, adviseert de begeleidingsgroep de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van het desbetreffende lid.

• 3.

  De begeleidingsgroep adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregelen als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid van de wet.

Artikel 6. Taak

• 1.

  De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de wet.

• 2.

  De rekenkamer kan onderzoeken instellen naar alle instellingen die genoemd worden in artikel 184, eerste lid van de wet.

• 3.

  De rekenkamer is belast met het toezicht op de naleving van artikel 213, achtste lid van de wet.

Artikel 7. Budget

• 1.

  De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

• 2.

  De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoelde in artikel 185, derde lid.

Artikel 8. Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

• 1.

  De voorzitter ontvangt een vergoeding van €215,- voor het bijwonen van een vergadering van de rekenkamer. De andere leden ontvangen een vergoeding van €180,- per vergadering.

• 2.

  De in het vorig lid genoemde bedragen worden verhoogd conform de in de CAO voor gemeenteambtenaren overeengekomen generieke salarisverhogingen.

• 3.

  Aan de leden van de rekenkamer worden de in verband met de werkzaamheden voor de rekenkamer gemaakte reiskosten vergoed. De vergoeding voor eigen vervoer bedraagt €0,19 per kilometer. De kosten van openbaar vervoer worden vergoed op basis van reizen per trein in de 2e klasse.

• 4.

  De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamer als beschreven in artikel 7, eerste lid.

Artikel 9. Ambtelijk secretaris

• 1.

  De griffier stelt een ambtelijk secretaris ter beschikking aan de rekenkamer.

• 2.

  De secretaris staat de rekenkamer bij de uitvoering van haar taken terzijde.

• 3.

  De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

• 4.

  De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 10. Voorzitter

• 1.

  De voorzitter draagt zorg voor:

• a.

  het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer;

• b.

  het leiden van de vergaderingen;

• c.

  het bewaken van de uitgangspunten en de werkwijze;

• d.

  het efficiënt en resultaatgericht uitvoeren van de taak van de rekenkamer;

• e.

  het bevorderen van zorgvuldige besluitvorming;

• f.

  de bewaking van budget, en

• g.

  het contact met de begeleidingsgroep en de raad.

• 2.

  De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

• 3.

  De rekenkamer kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter. Hij/zij treedt bij ontstentenis van de voorzitter op als voorzitter.

Artikel 11. Reglement van orde

De rekenkamer stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 12. Onderwerpselectie

• 1.

  De rekenkamer inventariseert jaarlijks aan wat voor onderzoek de raad behoefte heeft. De wijze waarop dit gebeurt wordt in overleg met de begeleidingsgroep bepaald.

• 2.

  De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

• 3.

  De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamer ter kennisneming aan de raad en het college verstuurd.

• 4.

  De rekenkamer legt jaarlijks vóór 1 november een onderzoeksplan ter kennisneming voor aan de raad.

Artikel 13. Werkwijze

• 1.

  De rekenkamer is verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

• 2.

  Voor de uitvoering van het onderzoek schakelt de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus in.

• 3.

  Bij uitzondering kan ervoor gekozen worden dat de rekenkamer zelfstandig onderzoek uitvoert. In overleg met de begeleidingsgroep wordt de reikwijdte en financiering hiervan vastgesteld.

• 4.

  De rekenkamer beoordeelt in overleg met de begeleidingsgroep of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

• 5.

  De rekenkamer is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelingen en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen twee weken te verstrekken. In bijzonder gevallen kan van deze termijn afgeweken worden, mits dit gemotiveerd aan de rekenkamer voorgelegd wordt.

• 6.

  Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

• 7.

  De rekenkamer kan openbare informatieve bijeenkomsten beleggen.

Artikel 14. Rapportage en terugkoppeling

• 1.

  De rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun reactie aan de rekenkamer te geven op de juistheid en volledigheid van het conceptonderzoeksrapport. Hieronder worden in elk geval diegenen beschouwd wiens taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt.

• 2.

  De rekenkamer stelt vervolgens het college in de gelegenheid binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste vier weken bedraagt, zijn reactie aan de rekenkamer te geven op de conclusies en aanbevelingen van het conceptonderzoeksrapport. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusie en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede (een samenvatting van) de reacties hierop zijn opgenomen.

• 3.

  Na vaststelling door de rekenkamer wordt het in het lid hierboven genoemde rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 15. Raadsbehandeling

• 1.

  Na verzending van een rapport wordt de rekenkamer zo spoedig mogelijk in de gelegenheid gesteld om het rapport aan de raad toe te lichten.

• 2.

  De griffier is verantwoordelijk voor het agenderen van de rapporten voor de raad.

Artikel 16. Inwerkingtreding, intrekking oude regeling en citeertitel

• 1.

  Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2019.

• 2.

  Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de Verordening op de rekenkamer gemeente Giessenlanden 2017 en de Verordening op de Rekenkamer gemeente Molenwaard 2015.

• 3.

  Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de Rekenkamer gemeente Molenlanden 2019’.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Geen toelichting.

Artikel 2 Rekenkamer

Er is gekozen voor het instellen van een rekenkamer bestaande uit externe leden naar aanleiding van de uitgangspunten die meegegeven zijn door de raadswerkgroep financiën van de voormalige gemeenten Molenwaard en Giessenlanden, dat is overgenomen in de Memo instellen rekenkamer zoals die voorgelegd is aan het presidium en de auditcommissie. Voor het aantal van drie leden is gekozen door een combinatie van de volgende uitgangspunten:

• 1.

  Niet teveel verantwoordelijkheid bij één persoon (dus een rekenkamer met meer dan één lid).

• 2.

  Een oneven aantal leden, ter bevordering van soepele besluitvorming.

• 3.

  Zo min mogelijk kosten aan overhead.

Artikel 3 Begeleidingsgroep

Het instellen van een begeleidingsgroep die vanuit de raad het contact met de rekenkamer onderhoud komt voort uit de eerder genoemde memo. Gezien het beperkte karakter van de werkzaamheden van deze begeleidingsgroep hangt er geen vergoeding samen met het lidmaatschap van raads- of burgerleden van deze groep. Er is voor gekozen om naast het contact met de rekenkamer ook de evaluatie en de benoeming en het ontslag van leden van de rekenkamer bij deze begeleidingsgroep te beleggen, zodat het takenpakket vanuit de raad ten opzichte van de rekenkamer integraal belegd is.

Artikel 4 Benoeming en herbenoeming

Artikel 81c lid 1 van de gemeentewet schrijft voor dat leden van de rekenkamer benoemd worden door de gemeenteraad voor een periode van zes jaar. Aangezien dit een relatief lange termijn is ten opzichte van bijvoorbeeld waar veel gemeenten met een rekenkamercommissie voor kiezen (3 à 4 jaar), is ervoor gekozen om herbenoeming onmogelijk te maken. Hiermee wordt de ruimte voor vernieuwing gegarandeerd.

Door vast te leggen dat de begeleidingsgroep voorafgaand aan benoemingen overleg pleegt met de rekenkamer, wordt de mogelijkheid geboden aan de rekenkamer om wensen, bijvoorbeeld ten opzichte van expertise, mee te geven. In het kader van integriteit is inzicht in overige betrekkingen en een verklaring omtrent gedrag vereist.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

Hieromtrent wordt aangesloten bij artikel 81 van de gemeentewet. Het initiatief hiertoe ligt bij de begeleidingsgroep, in verband met hun betrokkenheid bij de benoeming en het functioneren van de leden van de rekenkamer.

Artikel 6 Taak

De taak van de rekenkamer is beschreven in artikel 184 en 213 van de gemeentewet. Daar wordt op aangesloten.

Artikel 7 Budget

De raad kent bij de jaarlijkse begrotingsbehandeling een budget toe aan de rekenkamer. In het jaarverslag gaat de rekenkamer in op de besteding van dit bedrag, en kan de rekenkamer ook een signaal afgeven richting de raad hieromtrent.

Artikel 8 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

In de Memo instellen rekenkamer is ervoor gekozen om de leden van de rekenkamer een vergoeding te bieden op basis van het aantal vergaderingen van de rekenkamer dat bijgewoond wordt. De voorzitter ontvangt hiervoor een hogere vergoeding, aangezien hij/zij ook een zwaarder takenpakket heeft.

Artikel 9 Ambtelijke ondersteuning

Geen toelichting.

Artikel 10 Voorzitter

De voorzitter draagt de verantwoordelijkheid voor het goed functioneren van de rekenkamer, wat opgenomen is in dit artikel in de vorm van een aantal kerntaken. Dit laat onverlet dat bepaalde taken – zoals het overleg met de begeleidingsgroep of de bewaking van het budget – ingevuld kunnen worden door andere leden van de rekenkamer.

Artikel 11 Reglement van orde

In dit reglement kan onder andere ingegaan worden op de vergaderfrequentie, de wijze waarop de raad bij onderzoek betrokken wordt en de wijze waarop extern onderzoek aan- of uitbesteed wordt. Voor de totstandkoming hiervan wordt overleg gepleegd met betrokken ambtenaren.

Artikel 12 Onderwerpselectie

Geen toelichting.

Artikel 13 Werkwijze

De onderzoeken worden in de basis uitgevoerd door externe personen of bureaus, die aangewezen, begeleid en gestuurd worden door de rekenkamer. De rekenkamer heeft echter ook de mogelijkheid om zelfstandig onderzoek uit te voeren. Aangezien er niets is vastgelegd over de financiering van door de rekenkamer zelfstandig uitgevoerd onderzoek, zal hierover overleg met de begeleidingsgroep gevoerd dienen te worden.

Voor de uitvoering van onderzoek is het uitgangspunt dat er een constructieve samenwerking plaatsvindt tussen de rekenkamer enerzijds en het gemeentebestuur en de gemeentelijke organisatie anderzijds. In het vierde lid staat een termijn van twee weken genoemd, waarbinnen inlichtingen aan de rekenkamer verstrekt dienen te worden. Dit is om te borgen dat de rekenkamer in staat is binnen afzienbare tijd een onderzoek uit te voeren.

In bijzonder gevallen, bijvoorbeeld wanneer het gemeentebestuur of de ambtelijke organisatie tijdelijk onder ernstige druk staat of als de informatiebehoefte dusdanig groot is dat hieraan niet binnen de gestelde termijn voldaan kan worden, kan van de termijn afgeweken worden. Een verzoek om uitstel wordt altijd gemotiveerd aan de rekenkamer voorgelegd.

Artikel 14 Rapportage en terugkoppeling

Geen toelichting.

Artikel 15 Raadsbehandeling

In het reglement van orde wordt nader invulling gegeven aan de behandeling van rekenkamerrapporten in de gemeenteraad.

Artikel 16 Inwerkingtreding, intrekking oude regeling en citeertitel

Geen toelichting.