Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) Molenlanden 2020

Geldend van 24-12-2020 t/m heden

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) Molenlanden 2020

De raad van de gemeente Molenlanden,

gelezen het voorstel van het college van de gemeente Molenlanden over bovenstaand onderwerp,

besluit vast te stellen:

de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Molenlanden 2020

Hoofdstuk 1, Inleidende bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet;

  • c.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet;

  • d.

    niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk: een elektronisch communicatienetwerk dat in hoofdzaak wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden voor zover dit niet aan het publiek geschiedt;

  • e.

    openbare elektronische communicatiedienst: elektronische communicatiedienst als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet;

  • f.

    kabels : kabels, genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • g.

    niet-openbare kabels: kabels, zoals genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • h.

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet en openbare wegen als genoemd in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Molenlanden;

  • i.

    netwerkaanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen;

  • j.

    aanvrager: netwerkaanbieder, als genoemd in artikel 1, van deze verordening; werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in en op openbare gronden en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren;

  • k.

    gedoog plichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht;

  • l.

    instemmingsbesluit: schriftelijk besluit van het college zoals bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet voor werkzaamheden met een lengte >25m1;

  • m.

    vergunning: vergunning die door het college op aanvraag verleend kan worden voor voorgenomen werkzaamheden aan kabels en/of leidingen bestemd voor het transport van data, vaste, vloeibare of gasvormige stoffen of van energie met een lengte > 25m1; besluit van het college op een aanvraag op basis van deze verordening;

  • n.

    aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen verbindt met een netwerkaansluitpunt;

  • o.

    netwerkaansluitpunt: het geheel van verbindingen, met hun technische toegangsspecificaties, die deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, en nodig zijn om toegang te verkrijgen tot deze netwerken;

  • p.

    werken: een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • q.

    leidingen: ondergrondse kabels of buizen, die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie;

  • r.

    nutsvoorzieningen: voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van de levering en afvoer van bijvoorbeeld energie, water en warmte;

  • s.

    verordening: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI);

  • t.

    melding: melding voor werkzaamheden met een lengte £25m1 waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning benodigd is;

  • u.

    net / netwerk: een of meerdere ondergrondse kabel(s) en/of leidingen, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie.

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, in stand houden, onderhouden, exploiteren en verwijderen van kabels en leidingen in openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in eigendom heeft of daarover coördinatieverplichting heeft conform de Belemmeringenwet Privaatrecht of Telecommunicatiewet.

Artikel 3

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen. In het Handboek kabels en leidingen van de gemeente Molenlanden zijn deze nadere regels omschreven.

Hoofdstuk 2, Het aanvragen en verlenen van een instemmingsbesluit

Artikel 4

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingsbesluit kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen of te houden, te onderhouden of te exploiteren.

  • 2.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingsbesluit bestaande kabels en/of leidingen te wijzigen of te verplaatsen. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • 1.

    Een instemmingsbesluit wordt door het college op aanvraag van de netwerkaanbieder verleend, mits wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2.

    Voor de aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

  • 3.

    Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

  • a.

    naam, email, adres en telefoonnummer van degene die de kabel en/of leiding in eigendom heeft, degene die de kabel en/of leiding beheert en degene die de kabel en/of leiding exploiteert;

  • b.

    een opgave van de soort kabel en/of leiding en het beoogde gebruik;

  • c.

    een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

    • i.

      een opgave van het gewenste tracé;

    • ii.

      een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede de situering daarvan;

    • iii.

      een omschrijving van eventuele opbrekingen;

    • iv.

      de doorsnede van de kabel en eventuele kabelgoot;

    • v.

      de lengte en breedte van de kabelsleuf;

    • vi.

      de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

    • vii.

      het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    • viii.

      naam, email, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden.

  • 4.

    De werkzaamheden dienen vijf werkdagen voor de uitvoering digitaal te worden gemeld via een centraal meldpunt.

  • 5.

    Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de aanvraag moeten worden verstrekt.

Artikel 6

  • a.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag. De aanvraag voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4 lid 1 sub a Telecommunicatiewet.

  • b.

    De termijn bedoeld in het eerste lid kan met acht weken worden verlengd. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken kan deze termijn met twaalf weken worden verlengd.

  • c.

    Indien van de bevoegdheid tot verlenging gebruik wordt gemaakt, doet het college daarvan voor afloop van de termijnen zoals genoemd in het eerste lid, een schriftelijke bevestiging met motivering toekomen aan de aanvrager.

  • d.

    Bij werkzaamheden waarbij meerdere gedoogplichtigen betrokken zijn dient de aanvrager een vooroverleg te organiseren waarvoor alle betrokkenen worden uitgenodigd. Het college wordt schriftelijk in kennis gesteld van de afspraken gemaakt in dit overleg.

  • Voor het verrichten van werkzaamheden van niet-ingrijpende aard (werkzaamheden met een lengte £25m1) kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal drie dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college vastgesteld formulier. Het college kan aan de uitvoering van deze werkzaamheden voorschriften en beperkingen verbinden als bedoeld in artikel 7. Bij calamiteiten volstaat een melding na realisatie werkzaamheden.

  • e.

    De aanvrager dient omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

Artikel 7

  • 1.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit/de vergunning voorschriften en beperkingen verbinden onder andere in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      het waarborgen van de veiligheid van burgers;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • f.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g.

      archeologische bevindingen;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen;

    • i.

      de verkeersveiligheid en / of een goede doorstroming van het verkeer;

    • j.

      evenementen.

  • 2.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college aan het instemmingsbesluit/de vergunning voorschriften en beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen.

  • 3.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college aan het instemmingsbesluit/de vergunning een zekerheidsstelling verbinden voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit/de vergunning.

  • 4.

    Het college kan met inachtneming van het eerste lid bepalen dat de realisatie van werkzaamheden op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 5.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform door het college vast te stellen regels.

Artikel 8

Het college kan het instemmingsbesluit/de vergunning wijzigen of intrekken, indien:

  • a.

    de leidingexploitant niet binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van het instemmingsbesluit/de vergunning is gestart met de werkzaamheden als omschreven in het besluit;

  • b.

    de leidingexploitant de exploitatie en het onderhoud van de leiding gedurende een aaneengesloten periode van ten minste zes maanden staakt dan wel de leiding anderszins gedurende een periode van ten minste zes maanden niet in gebruik is en niet onderhouden is;

  • c.

    blijkt dat het instemmingsbesluit/de vergunning op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;

  • d.

    het instemmingsbesluit/de vergunning in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;

  • e.

    de leidingexploitant het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften niet naleeft;

  • f.

    na het nemen van het instemmingsbesluit/de vergunning naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van het instemmingsbesluit/de vergunning onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de het besluit niet kan worden tegemoetgekomen;

  • g.

    dit noodzakelijk is vanwege de uitvoering van werken.

Hoofdstuk 3, Overige bepalingen

Artikel 9

  • 1.

    Indien de kabel of leiding wordt overgedragen aan een nieuwe netwerkaanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netwerkaanbieder over op de nieuwe netwerkaanbieder.

  • 2.

    De netwerkaanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert en het feit dat de kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, van een niet openbaar elektronisch communicatienetwerk of van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden. In dit kader wordt van de netwerkaanbieder jaarlijks een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en leidingen verlangd.

  • 3.

    Het college kan van de netwerkaanbieder verlangen dat deze de in het vorige lid genoemde gegevens in nader te bepalen digitale vorm verstrekt.

  • 4.

    Kabels en leidingen die niet meer in gebruik zijn dienen door de netwerkaanbieder te worden verwijderd.

Artikel 10

  • 1.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 8 van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen voor nutsvoorzieningen in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 8 van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente met betrekking tot niet-openbare kabels en kabels en leidingen ten behoeve van nutsvoorzieningen. Het weigeren van de instemming is mogelijk.

Artikel 11

  • 1.

    De aanbieder van een netwerk ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk is verplicht op eigen kosten tot verplaatsing van kabels en leidingen ten dienste van het netwerk over te gaan zoals bedoeld in artikel 5.8 Telecommunicatiewet.

  • 2.

    Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen geldt dat deze op verzoek van de gemeente, op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen, uitgevoerd dienen te worden.

  • 3.

    Indien een netwerkaanbieder van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, als gevolg van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken als gevolg van gemeentelijke planontwikkeling en/of werkzaamheden, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kan de aanbieder een verzoek doen voor een vergoeding conform de door het college vastgestelde Verlegregeling Molenlanden.

Hoofdstuk 4, Strafbepalingen

Artikel 12

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie zoals vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 13

Indien de houder van een instemmingsbesluit zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit/de vergunning, kan het college een instemmingsbesluit of vergunning intrekken en de openbare grond in oorspronkelijke toestand brengen voor rekening van de houder van het instemmingsbesluit/de vergunning.

Artikel 14

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • a.

    zonder voorafgaande aanvraag, als bedoeld in artikel 5, 1e lid van deze verordening;

  • b.

    in afwijking van het instemmingsbesluit/de vergunning.

Artikel 15

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

Hoofdstuk 5, Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16, Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als:

"Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Molenlanden 2020".

Artikel 17, Overgangsbepalingen

  • 1.

    De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, rechtsgeldige overeenkomsten of andere schriftelijke afspraken met de gemeente, wordt beheerst door de regels van deze verordening.

  • 2.

    Vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening (AVOI) en blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden.

  • 3.

    
Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van het op het moment van aanvraag geldende recht een beslissing genomen.

Artikel 18, Ingangsdatum

Conform art. 142 van de Gemeentewet treedt deze verordening in werking 8 dagen na bekendmaking, op welke datum tevens de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Giessenlanden (2016) en Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Molenwaard (2016) komen te vervallen.

Artikel 19, Hardheidsclausule

Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Inwerkingtreding, intrekking oude regeling en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 15 december 2020.

  • 2.

    Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de Verordening AVOI 2016 Giessenlanden en de Verordening AVOI 2016 Molenwaard.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Molenlanden 2020’.

Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden, gehouden op 15 december 2020.

Ondertekening

de griffier,

drs. M.A.J. Teunissen

de voorzitter,

drs. T.C. Segers MBA