Telecommunicatieverordening Molenwaard 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Telecommunicatieverordening Molenwaard 2013

De raad van de gemeente Molenwaard;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 december 2012;

gelet op artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de:

Telecommunicatieverordening Molenwaard 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a.

wet

Telecommunicatiewet.

b.

openbaar elektronisch communicatienetwerk

telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet.

c.

kabels

kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet.

d.

voorzieningen

ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet en kabels.

e.

openbare gronden

openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet.

f.

aanbieder

degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i van de wet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de wet.

g.

werkzaamheden

werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden.

h.

gedoogplichtige

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet.

i.

college

college van burgemeester en wethouders.

j.

melding

melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet.

k.

instemmingsbesluit

besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet.

l.

huisaansluiting

Het gedeelte van een kabel van minder dan twee meter in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet

m.

werkzaamheden van niet ingrijpende aard

● het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

● reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan twee meter en niet vallend onder artikel 3 eerste lid;

● het maken van huisaansluitingen;

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten meldt dit voornemen ten minste acht weken voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk aan het college.

  • 2.

    Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4.

    Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een schriftelijke melding aan het college, minimaal twee dagen voorafgaand aan de werkzaamheden.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmeringen of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6 tweede lid van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk schriftelijk melding van de werkzaamheden aan het college of een daartoe gemandateerde ambtenaar.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • 1e een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      • 2e een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      • 3e een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

      • 4ede doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

      • 5e de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      • 6e naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

      • 7e de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

      • 8e de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      • 9e alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen;

  • 2. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5 Beslistermijn en aanhouding

Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 2. Indien binnen twee jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel.

  • 3. Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

Artikel 7 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 8 Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 9 Citeerartikel/Inwerkingtreding

  • 1

    De verordening kan worden aangehaald als Telecommunicatieverordening 2013 gemeente Molenwaard.

  • 2

    De Telecommunicatieverordening treedt (met terugwerkende kracht) in werking op 1 januari 2013.

  • 3

    Met ingang van 1 januari 2013 wordt (met terugwerkende kracht) de Verordening Telecommunicatieverordening Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland ingetrokken.

Ondertekening

Besloten in de openbare raadsvergadering van 15 januari 2013
De griffier, De voorzitter,
Drs. T.W. Kanters D.R. van der Borg