Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ 2013

Geldend van 26-04-2013 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard, houdende de verlening van mandaat en machtiging aan de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ 2013 gemeente Molenwaard)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard

Gelet op

  • -

    afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer, de Wet bodembescherming, de Waterwet, de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, alsmede de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten, circulaires en regelingen;

Besluit

vast te stellen:

het Mandaatbe sluit Omgevingsdienst ZHZ 201 3 gemeente Molenwaard

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • b.

    directeur: de directeur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 30 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid, tevens secretaris van het dagelijks en algemeen bestuur van de Omgevingsdienst;

  • c.

    gemeente: de gemeente Molenwaard;

  • d.

    Omgevingsdienst: het openbaar lichaam Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid;

  • e.

    programmataken: programmataken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

Artikel 2: Mandaat

  • 1. Aan de directeur wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, mandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlijst.

  • 2. Aan de directeur wordt, voor zover het de in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het machtigen van ambtenaren van de Omgevingsdienst voor het in rechte vertegenwoordigen van de gemeente, dan wel het ondersteunen van de vertegenwoordiger van de gemeente in gerechtelijke procedures.

  • 3. Aan de directeur wordt, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, in mandaat opgedragen de bevoegdheid tot het aanvragen van subsidies, bedoeld in artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, namens de gemeente, ten behoeve van de uitvoering van de programmataken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, mits en voor zover de vertegenwoordiger van de gemeente in het algemeen bestuurheeft aangeven akkoord te gaan met het aanvragen van de betreffende subsidie namens zijn gemeente.

  • 4. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, behelzen niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5. De directeur neemt bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3: Kaders uitoefening bevoegdheden

  • 1. De directeur betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden het beleid van het college ter zake, alsmede de door de gemeenteraad van de gemeente vastgestelde kaders.

  • 2. Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de Omgevingsdienst inzake uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de Omgevingsdienst uitvoert.

  • 3. Het college zendt de directeur alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

  • 4. Indien de directeur in afwijking van het bepaalde in het eerste lid wenst te besluiten, treedt hij hierover in overleg met het college.

Artikel 4: Informatieplicht

  • 1. Een ieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend informeert het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, heeft de directeur een aan de uitoefening van de bevoegdheid voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het college naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de directeur alle benodigde informatie en voert hij overleg met het college alvorens de bevoegdheden bedoeld in artikel 2 uit te oefenen.

  • 3. De directeur en het college overleggen regelmatig over de planning, de aantallen en de kwaliteit van de te nemen en reeds genomen besluiten door de directeur namens het college.

Artikel 5: Ondermandaat

De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, in ondermandaat opdragen aan onder zijn bevoegdheid ressorterende ambtenaren.

Artikel 2, vierde en vijfde lid, artikel 3 en artikel 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.

Artikel 6 Machtiging

  • Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover van toepassing en in verband met de activiteiten waarvoor mandaat wordt verleend, met mandaat gelijkgesteld de machtiging om handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 7: Ondertekening

1.Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2 luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van Molenwaard

namens dezen,

directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

2.Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 5, luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van Molenwaard

namens dezen,

Hoofd (naam afdeling of bureau) van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

  • Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

    • 3.

      Indien gebruik wordt gemaakt van machtiging overeenkomstig artikel 6, luidt de ondertekening:

    De gemeente Molenwaard

  • Namens deze

  • directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

  • Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris

    • 4.

      Indien krachtens ondermandaat als bepaald in artikel 5 gebruik wordt gemaakt van machtiging overeenkomstig artikel 6, luidt de ondertekening:

    De gemeente Molenwaard

  • Namens deze

  • Hoofd (naam afdeling of bureau) van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

  • Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris

Artikel 8: Slotbepalingen

    • 1.

      Het Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ 2011 van 29 november 2011, zoals verleend door de voormalige gemeenten Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland, wordt ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

    • 2.

      Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.

    • 3.

      Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Omgevingsdienst ZHZ 2013 gemeente Molenwaard.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard op 16 april 2013

de waarnemend secretaris, de waarnemend burgemeester, Voor akkoord:

J.J. van Eijk   D.R. van der Borg

mr. R. Visser

directeur Omgevingsdienst ZHZ