Regeling vervallen per 30-03-2018

Standplaatsenbeleid Molenwaard 2014

Geldend van 14-08-2014 t/m 29-03-2018

Intitulé

Standplaatsenbeleid Molenwaard 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard;

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede hoofdstuk 5, afdeling 4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Molenwaard 2013;

Besluiten;

Het standplaatsenbeleid Molenwaard2014 vast te stellen.

Hoofdstuk 1: Inleiding

Algemeen

Het te koop aanbieden van goederen als vis, snacks, bloemen, enz. vanaf een standplaats of markt in de openbare ruimte in Molenwaard is een niet meer weg te denken activiteit.

Het verlevendigt de kernen, het voorziet in een behoefte en levert een bijdrage aan het ver-schaffen van werkgelegenheid. Standplaatsen kunnen echter overlast veroorzaken, onveilig verkeersgedrag teweegbrengen, concurrerend zijn voor de lokale middenstand of bijvoorbeeld

het straatbeeld ontsieren. Ondermeer dit gegeven noodzaakt tot een standplaatsen- en marktenbeleid.

Doel

Dit beleid is een uitwerking van artikel 5.17 e.v. van de Algemeen Plaatselijke Verordening Molenwaard 2013 (hoofdstuk 5, afdeling 4) waar het gaat over standplaatsen. Dit beleid biedt ondernemers duidelijkheid over hun mogelijkheden en positie. Daarnaast geeft dit beleid de kaders aan waarbinnen de vergunningverlening plaatsvindt en schept duidelijkheid voor het handhaven van de regelgeving.

Bereik

Het beleid is van toepassing op het toewijzen en/of innemen van losse standplaatsen en op de minimarkten in de gemeente Molenwaard. Het beleid is niet van toepassing op standplaatsen:

  • -

    bij evenementen;

  • -

    bij bijzondere gelegenheden;

  • -

    waarbij geen commercieel doel wordt nagestreefd;

  • -

    waarbij een medische voorziening wordt aangeboden (in kader van algemeen belang).

Voor standplaatsen op het ijs is geen vergunning nodig.

Hoofdstuk 2: Wettelijk kader

De artikelen 5:17 tot en met 5:21 van de APV handelen over standplaatsen.

In artikel 1:8 van de APV zijn de algemene weigeringsgronden opgenomen op basis waarvan een vergunning voor het innemen van een standplaats kan worden geweigerd. De weigeringsgronden zijn:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

In artikel 5:18 van de APV is bepaald dat onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 de vergunning eveneens kan worden geweigerd vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan.

Hoofdstuk 3: Locaties standplaatsen en minimarkten

Aangewezen zijn de locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen, tevens is het aantal standplaatsen per locatie bepaald. Van de aangewezen locaties is bekend dat deze op zichzelf geschikt zijn voor het innemen van een standplaats. De volgende locaties zijn aangewezen voor het innemen van één of meerdere standplaatsen met een voertuig, kraam, tafel of enig ander middel. Een minimarkt omvat drie of meer losse standplaatsen op één moment.

  • a.

    Oud-Alblas

    • -

      in de Schoolstraat, één standplaats per week;

    • -

      nabij de Zijdebrug, één standplaats per week.

      Minimarkt

    • -

      Schoolstraat, 5 standplaatsen op donderdag van 08.00 uur tot 12.00 uur

  • b.

    Bleskensgraaf

    • -

      op het kerkplein, drie standplaatsen per week

      Minimarkt

    • -

      Kerkplein, 6 standplaatsen op woensdag van 09.00 uur tot 12.00 uur

  • c.

    Molenaarsgraaf

    • -

      (tijdelijk tot nadere planontwikkeling van locatie) op parkeerplaats voor de voormalige

      Rabobank, één standplaats per week.

  • d.

    Goudriaan

    • -

      in de Raadhuisstraat, één standplaats per week.

      Minimarkt

    • -

      Burg. Van Slijpestraat, 5 standplaatsen op donderdag van 13.00 uur tot 18.00 uur.

  • e.

    Ottoland

    Minimarkt

    • -

      Vuilendam ter hoogte van Damseweg 115, 3 standplaatsen op vrijdag van 13.00 tot

      • 18.

        00 uur.

  • f.

    Wijngaarden

    • -

      op de parkeerplaats Wijngaardensteeg, één standplaats per week;

    • -

      Dokter Ingelsestraat, één standplaats per week.

  • g.

    Groot-Ammers

    • -

      Fortuijnplein, twee standplaatsen per week;

    • -

      Margrietstraat (Oranjeplein), één standplaats per week;

    • -

      Ambachtsweg, één standplaats per week

      Minimarkt

    • -

      Fortuijnplein, 9 standplaatsen op woensdag van 13.00 uur tot 17.00 uur.

  • h.

    Langerak

    • -

      Oranjeplein, één standplaats per week.

      Minimarkt

    • -

      Van Stolbergstraat, 7 standplaatsen op vrijdag van 13.00 uur tot 17.00 uur.

  • i.

    Nieuwpoort

    • -

      Vlietstraat/Liesdel, één standplaats per week.

  • j.

    Streefkerk

    • -

      Kerkplein, één standplaats per week;

    • -

      locatie Bergstoep, één standplaats per week.

      Minimarkt

    • -

      Kerkstraat, 8 kramen op dinsdag van 11.00 uur tot 18.00 uur.

  • k.

    Kinderdijk

    • -

      Schansweg op de parkeerplaats ter hoogte van VV De Zwerver, één standplaats

      per week;

  • l.

    Nieuw-Lekkerland

    • -

      Parkeerplaats Planetenlaan, twee standplaatsen per week;

    • -

      Adriaan Heijnisstraat Winkelcentrum Kleyburg/naast voormalig postkantoor, één standplaats per week;

    • -

      Ooievaar trottoir ter hoogte ingang ’t Waellant 2, één standplaats per week.

Minimarkten

  • -

    Planetenlaan, acht standplaatsen op zaterdag van 08.30 uur tot 12.30 uur

  • -

    Adriaan Heynisstraat, acht standplaatsen op donderdag van 13.00 uur tot 16.30 uur

Toelichting losse standplaatsen (geen minimarkt zijnde): de standplaatsenvergunningen worden in overleg met de aanvrager verleend voor een aaneengesloten periode van maximaal 6 uur per week waarbij de tijden liggen tussen 06.00 en 22.00 uur niet zijnde op zondag.

Hoofdstuk 4: Vergunning

Een standplaatsvergunning kan worden aangevraagd nadat er op de website van de gemeente Molenwaard gepubliceerd is dat er één of meer standplaatsen vrij zijn. Bij het in behandeling nemen van de aanvragen geldt: “wie het eerst komt, wie het eerst maalt”. Er zullen geen wachtlijsten bijgehouden worden.

Aanvraag vergunning

Een vergunning dient te worden aangevraagd via het daarvoor bestemde formulier. Een standplaatsvergunning wordt schriftelijk aangevraagd en bevat de volgende gegevens:

  • -

    naam, adres, woonplaats;

  • -

    telefoonnummer en e-mailadres;

  • -

    verkoopwaar( branches);

  • -

    een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • -

    Kamer van Koophandel nummer.

Inhoud standplaatsvergunning

Een standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • -

    de naw-gegevens van de vergunninghouder;

  • -

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats;

  • -

    de verschuldigde leges en marktgelden.

Looptijd vergunning

Vergunningen worden verleend voor een periode van minimaal 1 jaar en een periode van 5 jaar of indien gewenst korter waarbij een vergunning altijd eindigt op 31 december. Indien na afloop van de vergunning de standplaats in stand blijft heeft de bestaande vergunninghouder het eerste recht op een nieuwe standplaatsvergunning.

Overlijden vergunninghouder

Bij overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning overgeschreven op de overblijvende echtgenoot, geregistreerde partner of één van de meewerkende kinderen, als een daartoe strekkende aanvraag binnen acht weken na het overlijden wordt ingediend.

Verkoop e.d. van verkoopwagen

Wanneer de standplaatshouder zijn verkoopwagen of kraam verkoopt, verhuurt of in gebruik geeft, verschaft dat de koper, huurder of gebruiker geen recht op toekenning van de standplaats.

Wijzigen of intrekken van de vergunning

De vergunning wordt ingetrokken of gewijzigd op grond van het bepaalde in artikel 1:8 en 5:18 van de APV, en indien:

  • -

    de vergunninghouder overlijdt;

  • -

    gebleken is dat een ander dan de vergunninghouder de standplaats in gebruik heeft genomen zonder dat daarvoor ontheffing is verleend;

  • -

    bij herhaaldelijk overtreden van de vergunningvoorschriften en of het beleid;

  • -

    als de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • -

    als ter verkrijging van de vergunning onjuiste, dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • -

    bij het niet of niet tijdig betalen van de verschuldigde leges en marktgelden;

  • -

    de vergunninghouder gedurende een aaneengesloten periode van twee maanden geen standplaats heeft ingenomen;

  • -

    indien er sprake is van onderlinge geschillen die na tussenkomst van een mediator niet zijn opgelost.

Het college kan, als zij onverwijld optreden noodzakelijk acht, de vergunninghouder in afwachting van de besluitvorming, het recht ontzeggen om de standplaats gedurende een periode van maximaal vier weken daadwerkelijk te gebruiken.

Hoofdstuk 5 : Toetsing vergunningaanvraag

De volgende voorwaarden zijn van toepassing bij de beoordeling en afgifte van een stand-plaatsvergunning:

  • -

    het wettelijk kader zoals beschreven in hoofdstuk 2 van dit beleid;

  • -

    standplaatsvergunningen worden uitsluitend verleend ten behoeve van ambulante handel en dienstverlening;

  • -

    uitsluitend natuurlijke personen komen in aanmerking voor een standplaatsvergunning;

  • -

    de standplaats moet, afgezien van vakantie en ziekte, persoonlijk of door een werknemer van de aanvrager worden ingenomen; dit dient ter plaatste aangetoond te worden middels het overleggen van een arbeidsovereenkomst). De vergunninghouder mag zich wel laten bijstaan door derden;

  • -

    de aanvrager dient minimaal de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt;

  • -

    de aanvrager dient het Kamer van Koophandel nummer te overleggen;

  • -

    geen vergunning voor een losse standplaats wordt verleend indien er op dezelfde locatie en tijd een minimarkt is;

  • -

    als tijdelijke omstandigheden het noodzakelijk maken, kan het college wijziging aan-brengen in de situering van de vaste standplaats en elders een locatie aanwijzen.

Hoofdstuk 6: Algemene regels voor vergunninghouders

Aan de volgende regels dienen de vergunninghouders te voldoen:

-de vergunninghouder draagt zorg voor de inzameling en afvoer van zijn afval en levert de standplaats schoon op;

  • -

    het is niet toegestaan buiten de in/op de vergunning vermelde tijden handel te drijven;

  • -

    in onderling overleg dienen de vergunninghouders de plaatsen/ruimte op de minimarkten te verdelen;

  • -

    geschillen tussen de vergunninghouders dienen onderling opgelost te worden, mocht dit niet lukken dan wordt op kosten van alle bij de betreffende markt betrokken vergunning-houders een mediator ingeschakeld, waarna de gemeente eventueel één of meerdere vergunningen kan intrekken.

Hoofdstuk 7: Gemeentelijke faciliteiten

Indien er sprake is van een minimarkt levert de gemeente de volgende faciliteiten:

  • -

    bebording zodat het marktterrein vrij blijft van verkeer;

  • -

    elektriciteitsvoorziening (220 en 380 volt).

Ten aanzien van de losse standplaatsen (geen minimarkt zijnde) worden geen faciliteiten geleverd door de gemeente.

Hoofdstuk 8 : Tarieven

Leges

Voor de afgifte van een standplaatsvergunning moet de aanvrager leges betalen.

Markgelden

Jaarlijks dient marktgeld betaald te worden door de vergunninghouders. Halverwege het jaar zal hiervoor een nota aan de vergunninghouders worden gestuurd om het bedrag voor het gehele jaar in één keer te voldoen. Er zijn drie verschillende tarieven:

  • -

    tarief voor een losse standplaats;

  • -

    tarief voor een grote plaats op een minimarkt;

  • -

    tarief voor een kleine plaats op een minimarkt.

De tarieven van de leges en marktgelden zullen in de legesverordening worden opgenomen en jaarlijks worden vastgesteld, uitgangspunt hierbij is kostendekkendheid.

Hoofdstuk 9: Slotbepalingen

Bijzondere omstandigheden

Voor alle bovengenoemde uitgangspunten en de overige in het standplaatsenbeleid opgenomen regels geldt dat, op grond van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 4:84 van de Awb, hiervan kan worden afgeweken.

Overgangsbepaling

Vergunningen verleend vóór inwerkingtreding van dit beleid worden geacht daarmee in overeenstemming te zijn.

Inwerkingtreding beleid

Het beleid treed in werking op de dag van publicatie en het oude beleid/verordening komt daarmee te vervallen.