Regeling vervallen per 31-12-2020

Subsidiebeleid 2015 gemeente Molenwaard

Geldend van 01-01-2015 t/m 30-12-2020

Intitulé

Subsidiebeleid 2015 gemeente Molenwaard

Inleiding

Subsidie is een sturingsinstrument. Met behulp van subsidie kan de gemeente gericht sturen op activiteiten. Activiteiten die door externe organisaties worden uitgevoerd en passen binnen het beleid dat de gemeente nastreeft. Beleid op het gebied van participatie, educatie, gezondheid, cultuur, sport enz. Maar ook beleid dat voortkomt uit nieuwe wetgeving en beleid buiten het sociaal maatschappelijk terrein.

Het gemeentelijk subsidiebeleid voor Molenwaard is opgebouwd uit drie onderdelen:

  • 1.

    Algemene Subsidieverordening Molenwaard

  • 2.

    Algemeen Subsidiebeleid Molenwaard

  • 3.

    Subsidiebeleid per beleidsveld

De eerste twee onderdelen vormen de kapstok voor geharmoniseerde subsidiëring binnen Molenwaard. Dit document bevat het algemeen subsidiebeleid van Molenwaard en het subsidiebeleid voor het sociaal maatschappelijk terrein. De Algemene Subsidieverordening Molenwaard is zuiver juridisch/processueel. Besluitvorming over de verordening vindt parallel aan besluitvorming over dit document plaats.

Proces van beleidsvorming

Dit document heeft zich ontwikkeld vanaf februari 2011. Na drie bijeenkomsten met subsidiënten is de ‘nota kaders en uitgangspunten subsidiebeleid’ opgesteld. Vervolgens hebben er in juli opnieuw drie adviesbijeenkomsten plaatsgevonden. Vervolgens is de subsidiënten nog schriftelijk verzocht extra informatie aan te leveren. Zoveel mogelijk is aangesloten op de kadernota 2012-2015 en de ontwikkeling van de strategische visie Molenwaard. Ten behoeve van de zorgvuldigheid en om het voorstel in samenhang met tarievenbeleid te kunnen aanbieden, is de raadsbehandeling doorgeschoven van september naar oktober.

Leeswijzer

In deel A van dit document wordt de subsidiesystematiek uiteengezet. Daarnaast worden de algemene uitgangspunten van het subsidiebeleid gegeven. De basis hiervoor wordt gevormd door de ‘nota kaders en uitgangspunten subsidiebeleid’ zoals vastgesteld in de raad van 31 mei 2011.

In deel B wordt inhoudelijk invulling gegeven aan het subsidiebeleid op sociaal maatschappelijk terrein. De algemene doelen op sociaal maatschappelijk terrein worden benoemd, eveneens gebaseerd op bovengenoemde nota. Vervolgens zijn een aantal specifieke subsidieregelingen uitgewerkt, bijvoorbeeld voor cultuur en sport.

De Algemene Subsidieverordening Molenwaard is de juridische basis voor het subsidiebeleid. De subsidieverordening is gedereguleerd. Het college krijgt meer ruimte te variëren in de eisen die aan aanvraag en verantwoording van subsidie worden verbonden. De subsidieverordening is zuiver processueel, beleid is opgenomen in de algemene uitgangspunten en specifieke regelingen.

Deel A. Algemeen Subsidiebeleid Molenwaard

In dit algemene deel worden de kaders van het subsidiebeleid geschetst, de uitgangspunten en de systematiek. Deze kaders gelden voor alle subsidieverlening van de gemeente, voor zover niet anders bepaald. Parallel aan de subsidieverlening op sociaal maatschappelijk terrein kunnen subsidieparagrafen op andere terreinen worden toegevoegd. In dit deel wordt eerst stilgestaan bij de subsidiesystematiek en de uitgangspunten van het beleid.

1.De subsidiesystematiek

Subsidie is een juridisch begrip. Gemeenten kunnen dus niet zelf kiezen een bepaalde geldstroom als subsidie aan te merken. De Awb bepaalt wanneer er sprake is van subsidie (Awb, artikel 4:21 lid 1): “de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten”.

In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is op hoofdlijnen de procedure rond subsidiëring vastgelegd. Schematisch ziet dat er als volgt uit:

Een subsidie begint altijd met een subsidieaanvraag. De gemeente kan niet ambtshalve een subsidie verlenen. Vervolgens is een langere en een kortere route mogelijk. De blauwe vlakken zijn handelingen van de subsidiënt, de oranje vlakken van de gemeente.

In Molenwaard wordt de model subsidieverordening van de VNG zoveel mogelijk aangehouden. De modelverordening gaat uit van een drietal ‘subsidiearrangementen’, een indeling op basis van subsidiebedragen. Bij jaarlijks terugkerende subsidies met een laag bedrag hoeft er geen of minder verantwoording te worden afgelegd dan bij incidentele subsidies of subsidies met een hoog bedrag. In het subsidiebeleid is er voor gekozen onderscheid te maken tussen subsidies tot € 10.000, subsidies tot €30.000 en subsidies hoger dan €30.000.

Bovenstaande in een schema:

< € 10.000,-

€ 10.000 –

€ 30.000,-

> € 30.000,-

jaarlijkse subsidie

1 of max. 4 jaren

aanvraag

vaststelling

verantwoording

Voor 1 juni voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de subsidie betrekking heeft, voor vrijwilligersorganisaties kan het college een latere datum bepalen.

Subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

a.Jaarlijks een inhoudelijk verslag (kan ook een krantenartikel of foto zijn),

b.van professionele organisaties kan het college extra gegevens vragen

Idem

a.bij verlening, of;

b.binnen 13 weken na verantwoording

Voor 1 mei:

a.Jaarlijks een inhoudelijk verslag (kan ook een krantenartikel of foto zijn)

b.het college kan om extra gegevens vragen

Idem

Binnen 13 weken na verantwoording

Voor 1 mei een inhoudelijk en financieel verslag, het college kan om extra gegevens vragen

eenmalige subsidie

aanvraag

vaststelling

verantwoording

Uiterlijk 8 weken voor de activiteit.

Subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

a.Jaarlijks een inhoudelijk verslag (kan ook een krantenartikel of foto zijn),

b.van professionele organisaties kan het college extra gegevens vragen

Idem

a.bij verlening, of;

b.binnen 13 weken na verantwoording

Uiterlijk 13 weken na afloop van de activiteiten:

a.een inhoudelijk verslag (kan ook een krantenartikel of foto zijn)

b.het college kan om extra gegevens vragen

Idem

Binnen 13 weken na verantwoording

Uiterlijk 13 weken na afloop van de activiteiten een inhoudelijk en financieel verslag, het college kan om extra gegevens vragen

Bij de subsidieregeling per beleidsveld is per subsidie opgenomen welke verantwoording wordt gevraagd.

Financiële beheersing: subsidieplafonds

Op basis van dit beleidsplan kunnen organisaties aanspraak maken op subsidie. Indien zij aan de regels voldoen ontstaat er een recht op subsidie. Om geen open einde regeling te creëren kunnen subsidieplafonds worden vastgesteld: een maximaal budget voor een bepaalde subsidieregeling. Het plafond moet worden gepubliceerd voor de start van het tijdvak waarvoor het wordt vastgesteld en daarbij moet ook de wijze van verdeling worden vermeld. Het simpelweg opnemen van een bedrag in de begroting is niet voldoende, het plafond moet expliciet worden gepubliceerd.

Het maximeren van een bepaalde subsidie door middel van de begroting is wel mogelijk indien slechts één organisatie voor subsidie in aanmerking komt. In de begroting, of de toelichting daarop, moet deze organisatie dan met naam en toenaam worden opgenomen.

2.Uitgangspunten

In de nota kaders en uitgangspunten subsidiebeleid zijn de volgende uitgangspunten opgenomen.

a. Algemene uitgangspunten

  • 1.

    De gemeente subsidieert alleen op basis van beleidsdoelen en doelgroepen.

  • 2.

    Subsidie is een aanvulling op particulier initiatief.

b. Verantwoordelijkheidsverdeling

  • 3.

    De gemeenschap is zelf primair verantwoordelijk voor het behoud en de versterking van de leefbaarheid en het welzijn van de inwoners in de kernen en de aanwezigheid van voorzieningen.

  • 4.

    De gemeente beperkt zich tot faciliteren, samenbrengen en ondersteunen.

  • 5.

    De gemeente schept een vangnet voor kwetsbare burgers.

  • 6.

    De gemeente vormt een vangnet voor verenigingen en het in stand houden van voorzieningen voor zover dat:

    • a.

      op de middenlange termijn levensvatbaar is zonder die ondersteuning

    • b.

      past binnen de doelen en doelstellingen.

c. Wat wordt gesubsidieerd

  • 7.

    Slechts activiteiten worden gesubsidieerd, niet het in stand houden van een organisatie.

  • 8.

    De gemeente subsidieert alleen ten behoeve van het lokaal belang.

  • 9.

    Ambitie mag worden beloond, echter binnen de gemeentelijke beleidsdoelen.

  • 10.

    Ruimte om subsidiëring actief in te zetten als prikkel om maatschappelijke doelen te realiseren.

  • 11.

    De hoogte van het subsidiebedrag is mede afhankelijk van de mogelijkheden van de aanvrager zelf financiering te vinden.

  • 12.

    De hoogte van het subsidiebedrag is mede afhankelijk van de inkomsten die uit eigen kantineopbrengsten kunnen worden verkregen.

  • 13.

    Geen subsidie voor luxe.

  • 14.

    Er wordt geen subsidie verleend aan verenigingen waarvan spelers betaald krijgen.

d. Wie wordt gesubsidieerd

  • 15.

    Per kern geen subsidie voor nieuwe initiatieven als dezelfde activiteiten van een andere organisatie al worden gesubsidieerd.

  • 16.

    De gemeente subsidieert op basis van doelen en doelgroepen, de rechtsvorm van de aanvrager is daarbij niet van belang.

e. Eisen aan het beleidssysteem

  • 17.

    Het nieuwe beleid is transparant.

  • 18.

    Het nieuwe beleid in geharmoniseerd.

  • 19.

    Overgangsregelingen worden zoveel mogelijk beperkt. Aanpassing van het beleid op zich mag niet de reden zijn dat een vereniging omvalt.

Deel B. Subsidieregeling per beleidsveld

In dit deel vindt u specifieke subsidieregelingen. De regelingen moeten in samenhang worden gelezen met de Algemene Subsidieverordening, de juridische basis van de subsidie, en het Algemeen Subsidiebeleid Molenwaard, het beleidskader. De specifieke regelingen worden ondergebracht in hoofdstukken. Vooralsnog is slechts het hoofdstuk Sociaal Maatschappelijk in dit document opgenomen.

Hoofdstuk 1 Subsidies Sociaal Maatschappelijk

Traditioneel worden de meeste subsidies verleend op het sociaal maatschappelijk terrein. De ontwikkeling van geharmoniseerd subsidiebeleid voor de Molenwaardgemeenten heeft zich dan ook gefocust op dit terrein.

Na het vaststellen van doelen en doelgroepen wordt de samenhang met ander beleid op sociaal maatschappelijk terrein beschreven. Vervolgens wordt aangegeven welke subsidieverlening (nog) niet in dit hoofdstuk is opgenomen. Voor een aantal subsidiënten heeft het nieuwe geharmoniseerde subsidiebeleid een behoorlijke impact. Daarom is er een overgangsregeling bepaald. Daarna volgt de kern van dit hoofdstuk: de specifieke subsidieregelingen.

1.Doelen en doelgroepen

Voor het subsidiebeleid van Molenwaard zijn doelen en doelgroepen benoemd (nota kaders en uitgangspunten subsidiebeleid).

Doelgroepen

  • 1.

    Jongeren

  • 2.

    Ouderen vanaf 65 jaar

  • 3.

    Inwoners met een beperking

  • 4.

    Minima

  • 5.

    Mantelzorgers

  • 6.

    Vluchtelingen

Doelen

De hoofddoelen van het subsidiebeleid zijn:

  • 1.

    Behoud en versterken leefbaarheid in de kernen

  • 2.

    Participatie

De hoofddoelen zijn uitgewerkt in de volgende subdoelen:

  • 1.

    Versterken culturele identiteit

  • 2.

    Vrijetijdsaanbod

  • 3.

    Sociale samenhang

  • 4.

    Wmo (meedoen/ participatie)

  • 5.

    Educatie

  • 6.

    Bewegen/ gezondheid

  • 2.

    Samenhang met ander beleid

    Tarievenbeleid

    Op het sociaal maatschappelijk terrein zijn subsidies en tarieven voor accommodaties sterk met elkaar vervlochten. De drie Molenwaardgemeenten hebben in het verleden daarbij een verschillende balans gezocht. Waar de ene gemeente bijvoorbeeld hoge tarieven heeft, maar ook stevige subsidiebedragen is het in de andere gemeente het tegenovergestelde. Voor een evenwichtig en rechtvaardig subsidiebeleid in de nieuwe gemeente Molenwaard is het daarom van belang het systeem van subsidie en tarieven in zijn geheel te bezien. Parallel met dit document wordt ook een geharmoniseerd tarievenbeleid aangeboden.

    Financieel beleid

    De gemeentelijke begroting is leidend voor de mate waarin subsidie kan worden verleend. Door het vaststellen van subsidieplafonds kunnen de uitgaven voor subsidieregelingen worden gemaximeerd. In de begroting 2012 worden dezelfde bedragen aangehouden. Het voorstel is bij de bepaling van de subsidieplafonds de huidige subsidies in een bepaalde categorie (bijv. ‘amateurkunst: muziek’) bij elkaar op te tellen. Vervolgens wordt dit bedrag dan herverdeeld op basis van de nieuwe systematiek. In het voorstel is dus geen bezuiniging op subsidies opgenomen.

    Participatie

    Eén van de twee hoofddoelen van het subsidiebeleid is participatie. Participatie kan worden onderscheiden in zes facetten:

    • 1.

      Zelfstandig functioneren

    • 2.

      Sociale contacten

    • 3.

      Maatschappelijk deelnemen

    • 4.

      Maatschappelijk bijdragen

    • 5.

      Opdoen van vaardigheden

    • 6.

      Eigen inkomen

    Subsidies worden hoofdzakelijk verleend ter bevordering van maatschappelijk deelnemen en maatschappelijk bijdragen. In dit beleid is per subsidiecategorie aangegeven met welk subsidiedoel dit samenhangt.

    In onderstaande tabel wordt een koppeling gelegd tussen de facetten van participatie en wetgeving.

    Participatiedoel

    Activiteiten

    Wmo

    AWBZ

    Wet publieke gezondheid (volksgezondheid)

    WWB

    Wet Participatiebudget

    WSW

    Wajong

    WIA

    WW

    Wet OKE

    zelfstandig functioneren

    ondersteunende hulpverlening

    sociale contacten

    ondersteunend contact

    maatschappelijk deelnemen

    sociaalrecreatieve activiteiten

    maatschappelijk bijdragen

    vrijwillige inzet

    opdoen van vaardigheden

    scholing en stageachtige activiteiten

    eigen inkomen

    betaald werk

    Wmo-beleidsplan

    De Wmo is primair de wetgeving voor maatschappelijke deelname en maatschappelijke bijdrage. In het Wmo-beleidsplan worden eens per vier jaar het beleid en doelen op het Wmo terrein vastgelegd. Momenteel is het Wmo-beleidsplan 2012-2015 in ontwikkeling. In het subsidiebeleid is voor zover mogelijk met de ontwikkeling van het beleid rekening gehouden.

    In de Wet Maatschappelijke ondersteuning worden negen velden benoemd waarop van de gemeente een prestatie wordt verwacht. De prestatievelden zijn:

    • 1.

      Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten

    • 2.

      Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden

    • 3.

      Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning

    • 4.

      Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers

    • 5.

      Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem

    • 6.

      Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer

    • 7.

      Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang

    • 8.

      Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen

    • 9.

      Het bevorderen van verslavingsbeleid.

    Per subsidie is in dit subsidiebeleid een koppeling met één of meerdere prestatievelden benoemd.

3.Nieuwe aanvragers

Bij het opstellen van geharmoniseerd subsidiebeleid voor Molenwaard is uitgegaan van de huidige subsidiënten. Het betreft een open systeem, het is dus mogelijk dat zich nieuwe aanvragers melden. Deze nieuwe aanvragers zullen worden getoetst aan het ‘afwegingskader subsidies’ (bijlage I), bovendien moeten ze vallen binnen één van onderstaande specifieke subsidieregelingen.

4.Niet opgenomen subsidieverlening

In dit beleid zijn (nog) niet opgenomen subsidies op het gebied van:

P euterspeelzalen/ kinderopvang

Aanpassing van het subsidiebeleid wordt gelijktijdig opgepakt met de implementatie van de wet OKE. Het was daarom niet mogelijk in dit beleid ook al een subsidieregeling voor het peuterspeelzaalwerk/ kinderopvang op te nemen.

Professioneel muziekonderwijs

Door Molenwaard wordt het professioneel muziekonderwijs ondersteund. Stichting Toon ontvangt hiervoor gelden. De financiering van de stichting vertoont gelijkenissen met een gemeenschappelijke regeling. Deze financiering is niet opgenomen in deze regeling.

M onumentenbeleid

Monumentenbeleid behoort niet tot het sociaal maatschappelijk terrein. Voor het monumentbeleid is reeds een specifieke verordening vastgesteld.

E conomie en toerisme

Subsidies voor economie en toerisme, zoals subsidie in verband met stedenbanden, Unie van Vestingsteden, behoren niet tot het sociaal maatschappelijk terrein en zijn dus niet in deze regeling meegenomen. In de toekomst kan een regeling als separaat hoofdstuk aan dit document worden toegevoegd.

5.Subsidies die niet terugkeren

Bij het opstellen van subsidiebeleid zijn alle huidige subsidies beoordeeld aan de hand van het ‘afwegingskader subsidies’ (bijlage I). Voor een aantal activiteiten/organisaties betekent dit dat ze niet meer voor subsidie in aanmerking komen. In bijlage III worden deze subsidies benoemd en wordt dit toegelicht. Indien nodig, zie hieronder onder 6, wordt met de aanvrager een overgangsregeling afgesproken.

6.Overgangsregelingen

Overgangsregelingen worden in principe beperkt tot situaties waarin dat juridisch noodzakelijk is. Verenigingen mogen echter niet zuiver door aanpassing van het tarieven- en subsidiebeleid omvallen. Dit document bevat geen uitgebreide overgangsregeling. Uitgangspunt is dat er geen overgangsregeling is, vervolgens kunnen er maatwerkafspraken gemaakt worden indien nodig.

In sommige situaties kan een vereniging of stichting op basis van de nieuwe regeling aanspraak maken op meer gelden dan onder de oude regeling. Dit is de logische uitkomst van een harmonisatietraject. Uitgangspunt van het subsidiebeleid is dat subsidie slechts wordt verleend als dat voor het organiseren van de activiteiten noodzakelijk is. Subsidiënten zullen daarom niet automatisch meer subsidie ontvangen. Zij zullen moeten aantonen die extra gelden echt nodig te hebben, de exploitatie anders niet rond te krijgen. De aanvraag wordt in ieder geval getoetst aan het ‘afwegingskader subsidies’.

Cultuur & cultuurhistorie

c.1 Amateurkunst: muziek

Doel

Bevorderen kunstzinnige vorming, muziekeducatie en sociale samenhang van Molenwaard.

Doelgroep

  • -

    jongeren (educatie)

  • -

    alle inwoners (uitvoeringen en concerten)

Activiteiten

  • a.

    Het aanbieden van muziekonderwijs aan jeugdleden

  • b.

    Het uitvoeren (en voorbereiden) van uitvoeringen en concerten

Verdeelregels

Jaarlijks wordt bij de begroting een subsidieplafond vastgesteld. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld:

  • a.

    40% subsidiebedrag: vast bedrag per muziekvereniging onder voorwaarde dat ten minste 4 openbaar toegankelijke uitvoeringen/concerten binnen Molenwaard worden gegeven.

  • b.

    60% subsidiebedrag: verdeling naar rato voor het aantal leerlingen t/m 18 jaar afkomstig uit de gemeente Molenwaard. De leerlingen dienen lid te zijn van de vereniging, leerlingen van introductielessen worden niet meegerekend. Peildatum is 1 september voorafgaand aan het eerste subsidiejaar.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verleend.

Looptijd Voor een subsidie amateurkunst muziek wordt een 2-jarige subsidie verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt jaarlijks uiterlijk 1 maart.

Verantwoording Na afloop van ieder subsidiejaar moet uiterlijk 1 mei inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wijzigingen De aanvrager meldt het direct als gedurende de subsidieperiode blijkt dat onvoldoende uitvoering/concerten worden gegeven.

De aanvrager meldt het direct als op 1 september van het eerste subsidiejaar het aantal leerlingen met 10 of meer is gestegen of gedaald. Bij een daling van 10 of meer leerlingen leidt dit tot een aanpassing van de subsidie.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacetten opdoen van vaardigheden en maatschappelijk deelnemen.

c.2 Amateurkunst: zang

Doel

Bevorderen kunstzinnige vorming, muziekeducatie en sociale samenhang van Molenwaard.

Doelgroep

  • -

    jongeren (educatie)

  • -

    alle inwoners (uitvoeringen en concerten)

Activiteiten

  • a.

    Het aanbieden van zangonderwijs aan jeugdleden

  • b.

    Het uitvoeren (en voorbereiden) van uitvoeringen en concerten

Verdeelregels

Jaarlijks wordt bij de begroting een subsidieplafond vastgesteld. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld:

  • a.

    50% subsidieplafond: verdeling naar rato van de kosten dirigent in het jaar voorafgaand aan het eerste subsidiejaar. Kosten voor muzikale begeleiding van de koren behoren niet tot de kosten dirigent.

  • b.

    50% subsidieplafond: vast bedrag per koor onder voorwaarde dat ten minste 4 openbaar toegankelijke uitvoering/concerten binnen Molenwaard worden gegeven, voor jeugd- & kinderkoren geldt een factor 1½.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verleend.

Looptijd Voor een subsidie amateurkunst zang wordt een 2-jarige subsidie verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt jaarlijks uiterlijk 1 maart.

Verantwoording Na afloop van ieder subsidiejaar moet uiterlijk 1 mei inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wijzigingen De aanvrager meldt het direct als gedurende de subsidieperiode blijkt dat onvoldoende uitvoering/concerten worden gegeven.

De aanvrager meldt het direct als gedurende de subsidieperiode blijkt dat de kosten dirigent 10% lager uitvallen dan bij aanvraag aangegeven.

Wijzigingen kunnen leiden tot aanpassing van de subsidie.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacetten opdoen van vaardigheden en maatschappelijk deelnemen.

In de voorbereiding van dit beleid heeft zang- en oratoriumvereniging de gemeente een uitgebreid model voor subsidieverstrekking overlegd. Dit model voorziet in een uitgebreid onderscheid tussen soorten zangverenigingen (7) met daaraan gekoppeld een groot aantal subsidiecategorieën (15). Hoewel het model zeer gedetailleerd recht doet aan het onderscheid van koren was er onvoldoende aansluiting bij de gemeentelijke uitgangspunten, met name ontbreekt de koppeling aan doelen en doelgroepen en is het niet gedereguleerd.

c.3 Cultuurhistorie

Doel

Het versterken van de culturele identiteit en cultuureducatie. Het bevorderen en verspreiden van de kennis van de geschiedenis van Molenwaard.

Doelgroep

Alle inwoners

Activiteiten

Activiteiten van historische verenigingen:

  • a.

    tentoonstellingen

  • b.

    uitbrengen publicaties

  • c.

    onderzoek

  • d.

    educatie

  • e.

    ontsluiten historische informatie

  • f.

    scholing eigen vrijwilligers

Verdeelregels

Jaarlijks wordt bij de begroting een subsidieplafond vastgesteld. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld:

  • a.

    Een vast bedrag per historische vereniging onder voorwaarde dat de er jaarlijks ten minste 1 publicatie is en ten minste 1 tentoonstelling is in Molenwaard.

  • b.

    Er worden maximaal drie verenigingen (één per huidige gemeente) gesubsidieerd.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verleend.

Looptijd Voor een subsidie cultuurhistorie wordt een 2-jarige subsidie verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt jaarlijks uiterlijk 1 maart.

Verantwoording Na afloop van ieder subsidiejaar moet uiterlijk 1 mei inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wijzigingen De aanvrager meldt het direct als gedurende één van de subsidiejaren duidelijk wordt dat aan de voorwaarden niet kan worden voldaan. Dit kan leiden tot aanpassing van de subsidie.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacetten maatschappelijk deelnemen en maatschappelijk bijdragen.

c.4 Openbaar bibliotheekwerk

Doel

Het uitlenen van media, het bieden van de gelegenheid tot het raadplegen van collectie en databestanden, het verstrekken van informatie en advies, deelname aan educatieve en culturele activiteiten en activiteiten voor ontmoeting en publiek debat.

Doelgroep

  • -

    jongeren

  • -

    alle inwoners

Activiteiten

Openbaar bibliotheekwerk daarbij kunnen de volgende functies worden vervuld:

  • -

    uitlenen van media;

  • -

    bieden van de gelegenheid tot het raadplegen van collectie en databestanden;

  • -

    verstrekken van informatie en advies;

  • -

    deelname aan educatieve en culturele activiteiten;

  • -

    activiteiten voor ontmoeting en publiek debat.

Verdeelregels

Met aanbieders van bibliotheekvoorzieningen worden maatwerk(prestatie)afspraken gemaakt.

Procedure

Met aanbieders van bibliotheekvoorzieningen worden maatwerk(prestatie)afspraken gemaakt binnen de kader van de Algemene Subsidieverordening Molenwaard.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacetten opdoen van vaardigheden en maatschappelijk deelnemen.

Sport & Recreatie

s.1 Jeugdsport

Doel

Bevorderen en uitbouwen van mogelijkheden voor sportieve ontspanning voor de jeugd.

Doelgroep

Jongeren t/m 18 jaar

Activiteiten

Het aanbieden van sportactiviteiten (trainingen en competitie) in verenigingsverband aan leden tot en met 18 jaar gedurende een volledig sportseizoen.

Verdeelregels

Jaarlijks wordt bij de begroting een subsidieplafond vastgesteld. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld:

  • -

    Verdeling naar rato voor het aantal jeugdleden t/m 18 jaar afkomstig uit Molenwaard. Peildatum is 1 september voorafgaand aan het eerste subsidiejaar.

  • -

    De vereniging is lid van een sportbond aangesloten bij het NOC*NSF.

  • -

    De vereniging heeft ten minste 20 leden die wonen in Molenwaard.

  • -

    De vereniging verklaart dat er binnen de vereniging spelers geen vergoeding ontvangen/ betaald krijgen voor het beoefenen van de sport.

  • -

    IJsclubs maken slechts deel uit van deze regeling voor zover de vereniging structureel en in verenigingsverband ijstrainingen aanbiedt in de Drechtstedenhal waarbij ten minste 20 jeugdleden uit Molenwaard deelnemen.

  • -

    tennisverenigingen zijn uitgesloten van deze regeling.

  • -

    Verenigingen waarvan de activiteiten plaatsvinden in de openbare ruimte, zoals wandelsportverenigingen, zijn uitgesloten van deze regeling.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verleend.

Looptijd Voor een subsidie jeugdsport wordt een 2-jarige subsidie verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt jaarlijks uiterlijk 1 maart.

Verantwoording Na afloop van ieder subsidiejaar moet uiterlijk 1 mei inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wijzigingen De aanvrager meldt het direct als gedurende één van de subsidiejaren duidelijk wordt dat aan de voorwaarden niet kan worden voldaan. Dit kan leiden tot aanpassing van de subsidie.

Daalt het aantal jeugdleden met 25% of meer dan wordt de subsidie aangepast.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacetten opdoen van vaardigheden en maatschappelijk deelnemen.

s.2 Sporten met een beperking

Individuele sporters met een beperking binnen Molenwaard kunnen via het Wmo-loket voorzieningen worden geboden. De gemeente moedigt verenigingen daarnaast aan sporten met een beperking mogelijk te maken. Indien het niet lukt dit volledig zelf te financieren, dan kan met de gemeente, binnen de beschikbare middelen, gezocht worden naar een maatwerk oplossing.

Doel

Bevorderen en uitbouwen van mogelijkheden voor sporten met een beperking.

Doelgroep

Sporters met een beperking

Activiteiten

Het aanbieden van sportactiviteiten in georganiseerd verband binnen Molenwaard voor sporters met een beperking.

Verdeelregels

Maatwerk waarbij een afweging zal worden gemaakt tussen onder meer de maatschappelijke meerwaarde, de kosten en de levensvatbaarheid van de activiteiten op langere termijn.

Procedure

Maatwerk (subsidieverordening vormt het kader)

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem (Wmo prestatieveld 5) en participatiefacetten opdoen van vaardigheden en maatschappelijk deelnemen.

s.3 Gebruik van gemeentelijke sportaccommodaties

Parallel aan dit subsidiebeleid is nieuw tarievenbeleid opgesteld. Het tarievenbeleid geeft een transparant beeld van de kosten van gemeentelijke sportaccommodaties. Op basis van de kostprijs zijn normtarieven bepaald. Vervolgens is gekeken wat gemeentelijk als een aanvaardbaar tarief wordt beschouwd voor maatschappelijke gebruikers en welk tarief bij verenigingen in rekening kan worden gebracht. Voor het invoeren van nieuwe tarieven is de gemeente afhankelijk van diverse partijen, bijvoorbeeld de exploitanten van de sporthallen. Met de nieuwe tarieven wordt een bezuinigingstaakstelling gerealiseerd.

Het is niet de bedoeling de verenigingen een hoog tarief op te leggen en vervolgens te compenseren door middel van subsidies. Dit leidt tot het onnodig rondpompen van geld. In principe zal direct subsidie voor accommodatie dus niet nodig zijn. Er zijn echter twee redenen om toch een subsidieregeling voor gebruik van sportaccommodaties op te nemen:

1.De uitkomst van overleg met exploitanten van sportaccommodaties is nog niet bekend.

Een opening in het subsidiebeleid om overgangsregelingen mogelijk te maken en/of onverwachte effecten te compenseren is nodig.

2.Fiscaaltechnische redenen (sportbesluit) verplichten een bepaald tarief in rekening te brengen.

Investeringen in sportaccommodaties zijn slechts compensabel indien een bepaald percentage van de investering in het huurtarief is opgenomen. Dit kan het nodig maken in bepaalde situaties toch subsidies te verstrekken.

In bijlage II is een lijst van subsidiënten opgenomen. Per instelling/vereniging is op basis van geharmoniseerd subsidiebeleid en geharmoniseerde tarieven het financieel effect aangegeven. Dit saldo is het uitgangspunt voor het verdere traject, beoogd wordt sportverenigingen er per saldo geen grotere extra bijdrage te vragen dan in de lijst is opgenomen (uitgezonderd kleine verschillen door verandering in aantal jeugdleden ed).

Doel

Sociale samenhang van en bewegen in Molenwaard.

Doelgroep

Sportverenigingen

Activiteiten

Het organiseren van sportactiviteiten in verenigingsverband in gemeentelijke sportaccommodaties, sporthallen, sportvelden en gymzalen binnen Molenwaard.

Verdeelregels

Indien subsidieverlening noodzakelijk is kunnen maatwerkafspraken met verenigingen worden gemaakt. Ten aanzien van overgangsregelingen vormen de in bijlage II opgenomen bedragen het uitgangspunt. De verenigingen dienen lid te zijn van een sportbond aangesloten bij het NOC*NSF.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verleend. Het college kan afwijken van deze termijn als de extra accommodatiekosten op 1 juni nog niet voorzienbaar waren.

Looptijd Voor een subsidie gemeentelijke sportaccommodaties wordt een 1-jarige subsidie verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt jaarlijks uiterlijk 1 maart.

Verantwoording Na afloop van ieder subsidiejaar moet uiterlijk 1 mei inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wijzigingen De aanvrager meldt het direct als gedurende het subsidiejaar het tarief voor de sportaccommodatie naar beneden wordt bijgesteld.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en gezondheid, bewegen.

s.4 Speeltuinwerk

Doel

Het bevorderen van de aanwezigheid van speelvoorzieningen in de kernen.

Doelgroep

Jongeren van 3 t/m 14 jaar

Activiteiten

  • a.

    Het in stand houden van een speeltuin met speeltoestellen (onderhoud, keuring etc.)

  • b.

    Voor kernen zonder door een vereniging in stand gehouden speeltuin: activiteiten voor de jeugd

Verdeelregels

Jaarlijks wordt bij de begroting een subsidieplafond vastgesteld. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld:

  • a.

    50% subsidieplafond: vast bedrag per speeltuinvereniging. De bij activiteiten onder b. genoemde speeltuinverenigingen zonder speeltuin tellen mee voor een factor 0,35.

  • b.

    50% subsidieplafond: naar rato van het aantal speeltoestellen. Peildatum is 1 september voorafgaand aan het eerste subsidiejaar. Het aantal speeltoestellen wordt bepaald aan de hand van de inspectierapporten.

  • c.

    Per kern ontvangt maximaal één organisatie subsidie.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verleend.

Looptijd Voor een subsidie speeltuinwerk wordt een 2-jarige subsidie verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt jaarlijks uiterlijk 1 maart.

Verantwoording Na afloop van ieder subsidiejaar moet uiterlijk 1 mei inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wijzigingen De aanvrager meldt het direct als gedurende één van de subsidiejaren duidelijk wordt dat aan de voorwaarden niet kan worden voldaan. Dit kan leiden tot aanpassing van de subsidie.

Keuring en vervanging van toestellen

De speeltuinvereniging zijn zelf verantwoordelijk voor de keuring en vervanging van speeltoestellen. Zij zijn daar prima zelf toe in staat. De gemeente draagt niet langer zorg voor de keuring (Liesveld) of laat keuringen tegen betaling voor de verenigingen uitvoeren (Graafstroom). Eventueel kan de gemeente faciliteren door de organisaties die toestellen laten keuren met elkaar in contact te brengen (speeltuinverenigingen en scholen).

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacetten maatschappelijk deelnemen.

Stimuleringssubsidies Sport & Cultuur

Aanvullend op bovengenoemde subsidiecategorieën zijn er op het gebied van cultuur & cultuurhistorie en sport & recreatie stimuleringssubsidies mogelijk voor eenmalige activiteiten.

Doel

Het stimuleren van particulier initiatief op het gebied van cultuur, cultuurhistorie, sport en recreatie.

Doelgroep

Alle doelgroepen.

Activiteiten

  • a.

    Eenmalige activiteiten ten behoeve van lokaal maatschappelijk belang op bovengenoemde activiteiten.

  • b.

    De activiteiten kunnen ook bestaan uit een investering om activiteiten structureel mogelijk te maken.

Verdeelregels

  • -

    Jaarlijks wordt bij de begroting een subsidieplafond vastgesteld.

  • -

    Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.

  • -

    De aanvraag wordt in ieder geval beoordeeld op de volgende punten:

  • ·

    samenhang met gemeentelijk beleid

  • ·

    maatschappelijke meerwaarde

  • ·

    verhouding tussen maatschappelijke meerwaarde en gevraagd subsidiebedrag

  • ·

    bijdrage van de subsidie aan langetermijneffect

  • ·

    mogelijkheden en benutting andere financieringsmogelijkheden

  • -

    Het subsidiebedrag bedraagt minimaal € 250 en maximaal € 1.000,-.

  • -

    Subsidies in het kader van amateurkunst toneel en tentoonstellingen beeldende kunst bedragen in de regel € 250 (maximaal 2x per jaar per organisatie).

  • -

    Voor eenzelfde activiteit mag maximaal twee opeenvolgende jaren subsidie worden aangevraagd.

  • -

    Slechts activiteiten worden gesubsidieerd.

  • -

    De activiteit mag geen onderdeel zijn van de normale bedrijfsvoering van de aanvrager of geacht worden daar onderdeel van uit te maken.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 8 weken voor dat de activiteit plaatsvindt.

Looptijd Een stimuleringssubsidie wordt eenmalig verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt binnen 8 weken na verlening.

Verantwoording Na afloop van de activiteit moet binnen 8 weken inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wmo activiteiten/ participatie/ meedoen

Er zijn diverse organisaties met activiteiten die vallen binnen de doelen van prestatieveld 5 & 6 van de Wmo. Grofweg zijn deze te onderscheiden in twee typen organisaties: professionele en vrijwilligersorganistaties. Met de eerste worden prestatieafspraken gemaakt in overeenstemming met het Wmo-beleidsplan. De overige organisaties kernmerken zich als vrijwilligersorganisaties die zich inzetten voor de ondersteuning van inwoners bij maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid. In de beweging ‘van zorgen voor, naar zorgen dat’ en De Kanteling zoals verwoord in het Wmo-beleidsplan hebben deze organisaties een belangrijke rol.

Vaak is een organisatie de enige aanbieder van een bepaalde dienst of activiteit. Daarom wordt niet per soort activiteit een regeling uitgewerkt maar wordt hier aangegeven welke organisaties voor welk type activiteit een subsidie kunnen ontvangen. In het Wmo-beleidsplan is opgenomen dat de rol van de gemeente verschuift van zorgen voor, naar zorgen dat. Subsidie is een instrument dat kan bijdragen aan die beweging. Niet door structureel bij te dragen aan activiteiten maar door inwoners te ondersteunen bij het opstarten van nieuwe initiatieven. Omdat dit beleidsveld zich nog niet heeft uitgekristalliseerd, is gekozen voor een open regeling. Een flexibele regeling die zich aanpast aan het initiatief in plaats van andersom.

De gemeente subsidieert onder andere de volgende activiteiten:

  • 1.

    Maatschappelijk werk

  • 2.

    Jeugd- en jongerenwerk

  • 3.

    Ouderenwerk

  • 4.

    Maaltijdvoorzieningen

  • 5.

    Mantelzorgondersteuning

  • 6.

    Vrijwilligersondersteuning

  • 7.

    Vrijwillige hulpdienst

  • 8.

    Vluchtelingenwerk

  • 9.

    Vervoersvoorzieningen

  • 10.

    Slachtofferhulp

Voor ouderencomités is, in verband met de vergelijkbaarheid tussen deze organisaties en de transparantie wel een specifieke regeling opgesteld.

w.1 Ouderencomités

Doel

Bevorderen van het welbevinden en het bestrijden van gevoelens van eenzaamheid van ouderen in Molenwaard.

Doelgroep

Ouderen

Activiteiten

Activiteiten voor ouderen.

Verdeelregels

Jaarlijks wordt bij de begroting een subsidieplafond vastgesteld. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld:

Een vast bedrag per ouderencomité onder voorwaarde dat ten minste 10x per jaar een openbaar toegankelijke activiteit voor ouderen wordt georganiseerd.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verleend.

Looptijd Voor een subsidie ouderencomités wordt een 2-jarige subsidie verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt jaarlijks uiterlijk 1 maart.

Verantwoording Na afloop van ieder subsidiejaar moet uiterlijk 1 mei inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wijzigingen De aanvrager meldt het direct als gedurende één van de subsidiejaren duidelijk wordt dat onvoldoende activiteiten worden georganiseerd, dit leidt tot aanpassing van het subsidiebedrag.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacetten maatschappelijk deelnemen.

Onderwijs

De gemeenten subsidiëren op het gebied van onderwijs bijvoorbeeld de onderwijsbegeleidingsdienst. Omdat het veelal gaat om specifieke afspraken met professionele organisaties is er voor gekozen, net als bij de Wmo activiteiten, geen specifieke regeling uit te werken. Voor subsidieverlening kunnen met individuele aanvragers maatwerkafspraken worden gemaakt. De Algemene Subsidieverordening Molenwaard is van toepassing.

Accommodaties

a.1 Aanbieden van dorpshuizen

In Molenwaard ontvangen een aantal accommodaties met een dorpshuisfunctie subsidie van de gemeente. In het tarievenbeleid is vastgelegd hoe wij daar in het vervolg mee om willen gaan. Voor de komende jaren is in ieder geval een regeling noodzakelijk waarbij op basis van maatwerk subsidie kan worden verleend aan exploitanten van accommodaties met een dorpshuisfunctie.

Doel

Sociale samenhang van Molenwaard.

Doelgroep

Alle inwoners.

Activiteiten

Het beheren en/of exploiteren van dorpshuizen.

Verdeelregels

Met subsidiënten worden maatwerk (prestatie)afspraken gemaakt. Zie ook het tarievenbeleid.

Procedure

Zie subsidieverordening.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacet maatschappelijk deelnemen en maatschappelijk bijdragen.

a.2 Gebruik van dorpshuizen

Hoewel daar op basis van het tarievenbeleid geen aanleiding toe lijkt te zijn, kunnen de tariefswijzigingen van dorpshuizen zo negatief uitpakken voor individuele verenigingen en stichtingen dat zij in hun voortbestaan worden bedreigd. In die situatie voorziet dit subsidiebeleid in de mogelijkheid van een maatwerkregeling.

Doel

Sociale samenhang van Molenwaard.

Doelgroep

Vrijwilligersorganisaties op het gebied van cultuur en welzijn die door het nieuwe tarievenbeleid in hun voortbestaan worden bedreigd en in 2011 subsidie hebben ontvangen van een van de Molenwaardgemeenten.

Activiteiten

Het organiseren van maatschappelijke activiteiten in een dorpshuis binnen Molenwaard.

Verdeelregels

Maatwerk: het uitgangspunt is dat er geen bijdrage in de accommodatiekosten worden gegeven. Niet uitgesloten kan worden dat dit in individuele gevallen zou leiden tot het omvallen van verenigingen. In die uitzonderlijke situatie kunnen maatwerkafspraken worden gemaakt.

Procedure

Aanvraag Uiterlijk 1 oktober voorafgaand aan de periode waarvoor de subsidie wordt verleend. Het college kan afwijken van deze termijn als de extra accommodatiekosten op 1 juni nog niet voorzienbaar waren.

Looptijd Voor een subsidie gebruik van dorpshuizen wordt een 1-jarige subsidie verleend.

Vaststelling De subsidie wordt bij verlening vastgesteld.

Betaling Betaling geschiedt jaarlijks uiterlijk 1 maart.

Verantwoording Na afloop van ieder subsidiejaar moet uiterlijk 1 mei inhoudelijk verslag worden gedaan (dat mogen ook foto’s of kantenberichten zijn), een financieel verslag is niet nodig.

Wijzigingen De aanvrager meldt het direct als gedurende het subsidiejaar het tarief voor de sportaccommodatie naar beneden wordt bijgesteld.

Deze subsidie draagt bij aan het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten (Wmo prestatieveld 1) en participatiefacet maatschappelijk deelnemen.

Bijlagen

Bijlage I Afwegingskader subsidies

Op basis van de nota ‘kaders en uitgangspunten subsidiebeleid’ en de adviesbijeenkomsten met subsidiënten is een afwegingskader opgesteld. Huidige subsidiënten zijn beoordeeld aan de hand van het afwegingskader.

Toekomstige aanvragen worden ook langs deze meetlat worden gelegd. Ook subsidieaanvragen buiten het sociaal terrein dienen aan de hoofdvragen te worden getoetst:

  • 1.

    Worden er gemeentelijke doelen en doelgroepen gediend?

  • 2.

    Kan de activiteit ook zonder financiële ondersteuning van de gemeente worden georganiseerd?

  • 3.

    Zijn de activiteiten effectief en efficiënt voor het bereiken van de gemeentelijke doelen?

  • 4.

    Op basis van welke criteria wordt het subsidiebedrag opgebouwd?

  • 5.

    Kunt u de gemeente taken uit handen nemen?

Bijlage II Effecten geldstroom oud-nieuw

In deze bijlage wordt een indicatie gegeven van de subsidies die de organisaties zullen ontvangen op basis van nieuw subsidiebeleid en nieuw tarievenbeleid.

NB Op basis van bekende gegevens

De berekeningen zijn gedaan aan de hand van bij de gemeente bekende gegevens. Niet in alle gevallen heeft er een (dubbel)check van deze gegevens plaatsgevonden. Mogelijk leidt dit nog tot aanpassingen in bedragen. Parallel aan verzending aan de raad zal verenigingen gevraagd worden de gegevens waarop de subsidiebedragen (en de omvang van huur) zijn gebaseerd te controleren. Het exacte aantal speeltoestellen van de speeltuinverenigingen moet nog worden geïnventariseerd.

Geen professionele organisaties

In de lijst zijn geen professionele organisaties opgenomen. Het subsidiebedrag wordt in veel gevallen bepaald door onderhandeling en daarbij worden prestatieafspraken gemaakt. Sturing op deze bedragen vindt plaats bij de begrotingsbehandeling.

Tarieven

In het tarievenbeleid is beschreven hoe tot de nieuwe kostprijsgeoriënteerde tarieven voor verenigingen is gekomen. Deze tarieven en de effecten daarvan zijn in dit overzicht overgenomen. Om de voorgenomen bezuiniging op de tarieven, € 68.000 in 2012, te komen hoeven de tarieven niet volledig kostprijsdekkend gemaakt te worden, daarmee zouden veel verenigingen overigens ook direct in financiële problemen komen. In het tarievenbeleid is gekozen voor sportaccommodaties wel verenigingstarieven vast te leggen en voor dorpshuizen niet. In het overzicht zijn daarom zijn voor sportverenigingen de accommodatiekosten wel meegenomen en voor dorpshuizen niet.

Huidige accommodaties

Voor de doorrekening van de tarieven is uitgegaan van het huidig accommodatiegebruik van sportverenigingen. Aanleg van nieuwe velden is niet meegenomen. Tarieven daarvan kunnen wel aan de hand van de normtarieven worden berekend.

Subsidieplafonds

De subsidieplafonds die bij de overzicht zijn gebruikt zijn een optelling van de huidige subsidies en een geharmoniseerde herverdeling per subsidiecategorie. Deze bedragen zult u ook terugvinden in de begroting 2012. Bij de berekeningen is uitgegaan van subsidieplafonds in de volgende categorieën:

  • -

    Amateurkunst: muziek

  • -

    Amateurkunst: zang

  • -

    Cultuurhistorie

  • -

    Jeugdsport

  • -

    Speeltuinwerk

  • -

    Stimuleringssubsidies cultuur en sport

  • -

    Ouderencomités

Het overzicht is als een los document bij deze nota gevoegd.

Bijlage III Toelichting beëindiging subsidiecategorieën

Een aantal subsidiecategorieën keert in het nieuwe geharmoniseerde subsidiebeleid niet terug. Alle huidige subsidiecategorieën zijn beoordeeld aan de hand van het afwegingskader subsidies (zie bijlage I). In deze bijlage wordt een toelichting gegeven op categorieën die niet terugkeren.

Oranjeverenigingen

  • 1.

    oranjevereniging ‘Oranje Boven’

  • 2.

    oranjevereniging ‘Beatrix’

  • 3.

    oranjevereniging ‘Juliana’

  • 4.

    oranjevereniging ‘Marijke’

  • 5.

    oranjevereniging ‘Trouw aan Oranje’

  • 6.

    oranjevereniging ‘Wijngaarden’

Passages

  • 1.

    passage Goudriaan/Ottoland

  • 2.

    passage Molenaarsgraaf/Brandwijk

  • 3.

    passage Wijngaarden

Tennisverenigingen

-Tennisvereniging TVAC

Christelijk bibliotheekwerk

-Bibliotheek De Rank, Molenaarsgraaf

Belangenverenigingen

-SIRIZ, Graafstroom (vereniging ter bescherming van het ongeboren kind)

EHBO

  • 4.

    EHBO afd. Bleskensgraaf en Wijngaarden

  • 5.

    EHBO afd. Ottoland

  • 6.

    EHBO afd. Oud-Alblas

Stichting boerderij Gijbeland

Met de stichting is in 2007, na besluitvorming in de raad, een ondersteuningstermijn van 5 jaar afgesproken. Deze termijn is eind 2012 afgelopen. Mocht Stichting Boerderij Gijbeland opnieuw een subsidieaanvraag doen dan dient de aanvraag te worden beoordeeld parallel aan de regeling voor dorpshuizen.

Jeugd- en jongerwerk

  • 1.

    Nederlands Hervormde Jeugdraad

  • 2.

    Open Jeugdwerk ‘Het Kompas’

  • 3.

    Wingkidoe

Sport voor ouderen

  • 1.

    ouderenzwemmen (Graafstroom)

  • 2.

    Aquagym (Liesveld)

  • 3.

    Beweeg je fit, sport voor 55+

De raad van Graafstroom heeft reeds besloten dat het ouderenzwemmen kostendekkend dient te worden. Ook in Liesveld is dit reeds het voornemen. In de meerjarenbegroting is een afbouwregeling opgenomen.

Wandelsportvereniging

1.wandelsportvereniging ´Nooit Gedacht´

De raad van Graafstroom heeft reeds besloten dat het ouderenzwemmen kostendekkend dient te worden. Ook in Liesveld is dit reeds het voornemen. In de meerjarenbegroting is een afbouwregeling opgenomen.