Tarievenbeleid 2015 gemeente Molenwaard

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Tarievenbeleid 2015 gemeente Molenwaard

Samenvatting

Voorgesteld wordt voor de bepaling van tarieven van binnen- en buitensport-accommodaties het volgende systeem te hanteren:

Buitensport accommodaties

  • 1.

    Het college stelt verenigingstarieven vast voor natuurgrasvelden en kunstgrasvelden. Dit is een percentage van een exploitatiekostendekkend tarief.

  • 2.

    De nieuwe tarieven worden gehanteerd per 1 juli 2012.

Binnensport accommodaties

  • 1.

    Het college stelt verenigingstarieven vast voor gymzalen en sporthallen. Dit is een percentage van een exploitatiekostendekkend tarief.

  • 2.

    Indien de gemeente niet zelf de tarieven vaststelt en/of het exploitatierisico draagt, wordt via het saldo pacht-subsidie gestuurd op het beperken van de gemeentelijke bijdrage tot het niveau dat gebruik van de verenigingstarieven zou opleveren.

  • 3.

    Dit beleid is uitgangspunt voor de tarifering per 1 juli 2012.

Dorpshuizen

  • 1.

    Uitgangspunt is dat ieder dorpshuis binnen vier jaar kostendekkend is voor wat betreft de exploitatiekosten.

  • 2.

    Exploitanten/beheerders wordt gevraagd een plan op te stellen om tot kostendekkendheid te komen binnen 4 jaar (incl. mogelijke consequenties).

  • 3.

    De gemeente stelt geen tarieven vast, dit doet geen recht aan de diversiteit, bovendien wordt het particulier initiatief en ondernemerschap niet optimaal gebruikt.

  • 4.

    Voor 2012 wordt een taakstelling opgelegd per dorpshuis van € 1000 (max. het eigen exploitatietekort).

Inleiding

In de kadernota 2011 is gesteld te streven naar kostprijsdekkende tarieven voor gemeentelijke accommodaties. In het accommodatiebeleid (mei 2011) is dit verder uitgewerkt. In deze nota wordt het accommodatiebeleid verder ingevuld ten aanzien van de tarievensystematiek voor dorpshuizen en gemeentelijke binnen- en buitensport-accommodaties.

Het tarievenbeleid is nauw verbonden met het subsidiebeleid. Het subsidiebeleid Molenwaard wordt gelijktijdig met dit document aan de raad aangeboden. Beide zijn financiële middelen om maatschappelijke doelen te bereiken. Daarbij is gekozen door middel van het subsidiebeleid te sturen op maatschappelijke doelen en het tarievenbeleid zo beleidsarm mogelijk te houden. In een memo dat u gelijk met deze nota ontvangt wordt het gecombineerd financieel effect van subsidiebeleid en tarievenbeleid per subsidiënt weergegeven.

Een aanzienlijk deel van dit document bestaat uit een toelichting van de berekeningssystematiek. Wellicht taaie kost, maar voor transparantie is het belangrijk alle uitgangspunten te benoemen die onder de systematiek liggen. Een gedetailleerd overzicht van de uitgangspunten per accommodatietype is opgenomen in de bijlagen.

In hoofdstuk 1 worden de uitgangspunten van het tarievenbeleid benoemd. Hoofdstuk 2 behandelt de uitgangspunten bij kostprijsberekening. In hoofdstuk 3 worden de normtarieven voorgesteld. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de implementatie. Hoofdstuk 5 geeft enig kader voor de vergoeding bij zelfredzaamheid. Tenslotte worden voorstellen gedaan over het tarievenbeleid tot en met 2015.

1.Uitgangspunten

In de Nota Uitgangspunten Accommodatiebeleid (mei 2011) en de Nota Uitgangspunten Subsidiebeleid (mei 2011) zijn ten aanzien van het nieuwe tarieven en subsidiebeleid enkele beleidskaders benoemd die als uitgangspunten dienen te worden meegenomen in het proces.

Accommodatiebeleid

Doelstelling van het accommodatiebeleid is het zo doelmatig en doeltreffend mogelijk huisvesten van activiteiten op het gebied van welzijn, cultuur en sport.

Daarbij wordt gestreefd naar:

  • -

    Een transparante financiële structuur en prijsberekening;

  • -

    Eigen verantwoordelijkheid en slagkracht voor besturen van verenigingen en de samenleving met eventueel faciliteren door gemeente;

  • -

    Beheer en exploitatie tegen kostprijsgerelateerde tarieven voor gebruikers;

  • -

    Kapitaalslasten inzichtelijk maken en de gemeentelijke bijdrage daarin;

  • -

    Efficiënt en effectief (gecombineerd) gebruik van ruimten en middelen;

  • -

    Exploitatielasten komen ten laste van de gebruiker;

  • -

    Een gemeentelijke bijdrage is alleen mogelijk in kapitaallasten. Kosten worden zoveel mogelijk inzichtelijk gemaakt en via tarieven in rekening gebracht;

  • -

    Exploitatielasten van accommodaties worden in principe opgebracht door de gebruikers door middel van kostengerelateerde tarieven. Slechts als het voortbestaan van een noodzakelijke functie hierdoor gevaar loopt, kan dit heroverwogen worden.

Financieel beleid

In de meerjarenbegroting van Molenwaard is, onafhankelijk van voornoemde nota’s, als uitgangspunt gesteld dat door middel van het nieuwe tarieven- en subsidiestelsel er invulling gegeven dient te worden aan een taakstellende bezuiniging van € 68.000,- per jaar. Deze bezuiniging is in de maatschappelijke normtarieven verwerkt. Daarbij is als uitgangspunt genomen dat circa 40% van de taakstelling door de binnensport wordt gerealiseerd, circa 40% door de buitensport en 20% door de dorpshuizen.

2.Inventarisatie en kostprijsberekening

Er is een inventarisatie uitgevoerd naar de huidige binnen- en buitensportaccommodaties en de dorpshuizen in de gemeenten en de gebruikmakende verenigingen en organisaties.

Op basis hiervan is inzichtelijk gemaakt welke financiële consequenties voor Molenwaard voortvloeien uit het huidige tarieven- en subsidiestelsel en tot welke werkelijke kosten dit leidt. Hierbij is nader onderscheid gemaakt in 3 accommodatietypen, te weten binnensport, buitensport en dorpshuizen.

Tijdens dit proces is in een aantal gevallen geconstateerd dat de te analyseren informatie weliswaar zeer volledig was maar desondanks onvoldoende gedetailleerd inzicht kon verschaffen in de verdeling van kosten en baten op accommodatieniveau en/of gebruikersniveau. Hierdoor zijn in sommige gevallen (noodgedwongen) aanvullende uitgangspunten gesteld en/of heeft een nadere interpretatie van de informatie plaatsgevonden. Hieronder worden de belangrijkste aspecten kort benoemd:

  • -

    Bij sportaccommodaties is gekozen een normtarieven te bepalen op basis van de gemiddelde kosten voor een bepaald type accommodatie.

  • -

    Voor dorpshuizen was de situatie daarvoor te complex en wordt gekozen voor kostendekkendheid per dorpshuis.

  • -

    Aangezien de kapitaallasten per accommodatie zeer fluctueren (enerzijds gezien het verschil in leeftijd maar anderzijds ook gezien het verschil in wijze van financieren/activeren) is er voor gekozen om de kapitaallasten zoals opgenomen in de begroting in het verdere proces buiten beschouwing te laten en te rekenen met een aantal vaste bedragen.

  • -

    Ten behoeve van de berekening zijn wel jaarlasten bij herbouw bepaald. Hierbij zijn de navolgende bedragen gebruikt:

    • o

      Gymnastieklokaal € 750.000,-

    • o

      Sporthal € 2.500.000,-

    • o

      Natuurgrasveld € 140.000,-

    • o

      Kunstgrasveld € 350.000,-

  • -

    Ten aanzien van kapitaallasten en de kosten van renovatie sportvelden, is gerekend met een rentepercentage van 4%.

  • -

    Voor de overige accommodaties geldt dat het vooralsnog niet realistisch wordt geacht dat de tarieven leiden tot een kostendekkende exploitatie, zelfs als de kapitaallasten buiten beschouwing worden gelaten. Voor de eenvoud van het systeem zijn de kapitaallasten daarom niet in de tarieven verwerkt. Uitzondering hierop is het tarief van de kunstgrasvelden waarbij de meerkosten ten opzichte van een natuurgrasveld wel in het tarief zijn opgenomen.

  • -

    In de kostprijsberekening is (gezien het geringe onderscheid in uren onderwijs en sport) besloten de werkelijke kosten op basis van de urenverhouding (circa 50%-50%) te verdelen over onderwijs en sport. Ten behoeve van het gebruik van de gymnastieklokalen en de sportzalen/sporthallen is taakstellend uitgegaan van 1260 uur onderwijsgebruik en 1305 uur gebruik door (sport)verenigingen per jaar. Aangezien voor onderwijsgebruik geen vergoeding in rekening wordt gebracht (dekking uit de algemene middelen) zijn alle exploitatiekosten verdeeld tussen onderwijsgebruik en sportgebruik.

  • -

    Er zijn drie accommodaties (De Spil, ’t Trefpunt en Multistee) die zowel een dorpshuis als een gymnastieklokaal/sportzaal huisvesten. Aangezien de kosten voor deze beide accommodaties niet tot in detail specifiek aan één van de beide gebouwdelen kunnen worden toegewezen, is ervoor gekozen om de kosten evenredig naar accommodatietype te verdelen. Als gevolg hiervan is 50% van de kosten aan de dorpshuisfunctie toegewezen en 50% aan de sportfunctie toegewezen.

  • -

    Om fiscaal technische redenen kan het bij nieuwe accommodaties voordelig zijn een hogere huur in rekening te brengen zodat wordt voldaan aan de voorwaarden van het sportbesluit. In die gevallen kan een hoger tarief worden gehanteerd dat wordt gecompenseerd via (directe)subsidiëring.

In de bijlagen zijn de aanvullende uitgangspunten en aannames per accommodatietype opgenomen.

3.Voorstel tarieven

Op basis van de resultaten van de inventarisatie en analyse is de kostprijs van accommodaties bepaald. Voorgesteld wordt ten aanzien van het sturen op kostendekkendheid van accommodaties een onderscheid te maken tussen binnensportaccommodaties, buitensportaccommodaties en dorpshuizen. Voor sportaccommodaties is een exploitatiekostprijsdekkend normtarief en een verenigingstarief bepaald. De inventarisatie heeft duidelijk gemaakt dat het hanteren van het exploitatiekostendekkend tarief voor verenigingen een te groot financieel effect heeft. Het verenigingstarief komt in praktijk neer op een procentuele korting op het exploitatiekostendekkend tarief. Voor dorpshuizen blijkt sturing op tarieven niet effectief en efficiënt en wordt voorgesteld op andere wijze te streven naar kostendekkendheid.

3.1 Buitensport: verenigingstarieven

De volgende verenigingstarieven worden voorgesteld:

huidig tarief

exploitatie

kosten renovatie

extra kosten aanleg

kostendekkend tarief

verenigings tarief

Jaartarief natuurgrasveld

€ 0 - € 13.600

€ 10.500

€ 8.994

-

€ 19.494

€ 8.495

(43,58%)

Jaartarief kunstgrasveld

€ 10.000

€ 11.500

€ 11.037

€ 12.156

€ 34.693

€ 15.119

43,58%

Opstallen

In de tarieven zijn de kosten voor opstallen zoals kleedruimten en kantines niet meegenomen. In veel gevallen betreft het opstallen van verenigingen zelf. Zijn de opstallen in eigendom van de gemeente dan kan bovenop het tarief voor de sportvelden nog een extra bijdrage worden gevraagd.

Natuurgras of kunstgras

Het normtarief voor een kunstgrasveld is dus circa 1,8 maal het tarief van een natuurgrasveld. Er zijn echter een aantal argumenten om toch voor een kunstgrasveld te kiezen:

-Intensiever gebruik

Kunstgrasvelden kunnen onbeperkt worden gebruikt. Het aantal speeluren wordt dus meer beperkt door de praktische mogelijkheden dan door de accommodatie. Arcadis stelt dat een voetbalveld op een wedstrijddag gemiddeld van 9.00 tot 16.30 uur wordt bespeeld en dat een voetbalseizoen gemiddeld 32 wedstrijddagen kent. Bij een optimaal afgestemd wedstrijdschema zou een veld dan maximaal 240 uur bespeeld worden. Gesteld dat gedurende 40 weken vijf trainingsavonden worden belegd (tussen 19.00 en 22.00 uur), vergt dit 40x5x3= 600 uur veldcapaciteit. Opgeteld wordt het kunstgrasveld dan 840 uur per jaar benut. Een natuurgrasveld is circa 300 uur per jaar te bespelen.

-Lagere kosten per gebruiksuur

Kunstgrasvelden kunnen bijna drie keer zo intensief worden bespeeld terwijl de kosten nog niet dubbel zo hoog liggen. De kosten per gebruiksuur liggen dus lager. Dit geldt ook voor de exploitatiekosten, deze zijn per kunstgrasveld hoger, per gebruiksuur echter aanzienlijk lager.

-Multifunctioneel gebruik

Door dat de velden onbeperkt kunnen worden bespeeld kunnen de velden ook voor andere verenigingen/sporten worden gebruikt.

-Minder afhankelijkheid wee r somstandigheden

Trainingen en wedstrijden kunnen ongeacht de weersomstandigheden altijd doorgang vinden.

3.2 Binnensport: verenigingstarieven

De volgende verenigingstarieven worden voorgesteld:

huidig tarief

exploitatiekosten

totale kosten

kostendekkend tarief

verenigingstarief

uurtarief gymzaal

€ 2,25 - € 16,18

€ 16

€ 28

€ 16

€ 13,60

85%

uurtarief sporthal

€ 29 - € 51

€ 78

€ 127

€ 78

€ 43,40

55,64%

Bij de binnensportaccommodaties wordt de exploitatie vaak, al dan niet risicodragend, door een derde verzorgt. Met deze partij zijn afspraken gemaakt over pacht en exploitatiesubsidie. De gemeente heeft niet in alle gevallen directe invloed op de tarieven Stijging van de tarieven komt dan ten goede aan de exploitant en niet aan de gemeente. Daarnaast is er mogelijk aansprakelijkheid bij inkomstenderving door vraagelasticiteit. Om te komen tot meer kostendekkendheid van accommodaties niet in eigen beheer moet in overleg worden getreden met de exploitant. Met exploitant kunnen afspraken worden gemaakt hoe verhoogde inkomsten ten goede komen aan de gemeente.

3.3 Dorpshuizen: per dorpshuis

De situatie van de dorpshuizen is complex. Eenzelfde aanpak als bij de (buiten)sportaccommodaties is daarom niet mogelijk. Als ze al afdwingbaar zijn, dan doet een gemiddelde kostprijs of een normtarief te weinig recht aan de verschillen tussen dorpshuizen. Daarom wordt voorgesteld op andere wijze te streven naar kostendekkendheid van dorpshuizen.

Afbouwen bijdrage in exploitatie

  • -

    De tekorten op de exploitatielasten worden per individueel dorpshuis als uitgangspunt genomen.

  • -

    Exploitanten/beheerders wordt gevraagd een plan op te stellen om binnen 4 jaar de exploitatie kostendekkendheid te maken (incl. benoemen mogelijke consequenties).

  • -

    Voor 2012 wordt een beperkte taakstelling opgelegd van € 1.000, de taakstelling kan niet groter zijn dan het exploitatietekort.

  • -

    Kapitaallasten zijn te divers en worden daarom niet meegenomen in de tarieven.

In dit systeem kiest de gemeente ervoor niet direct te sturen op de tarieven. Dit zal leiden tot uiteenlopende tarieven tussen kernen. Daar waar echt nodig kan de gemeente gebruikers ondersteunen, daar waar draagvlak is kan een dorpshuis blijven bestaan. De creativiteit van de exploitant om bezuinigingen elders te zoeken wordt gestimuleerd. Het spel tussen exploitant en huurder over de hoogte van de tarieven wordt niet verstoord.

Grote verschillen

Op basis van de gemeentelijke financiële administratie en inventarisatie van onderhoud zijn de jaarlijkse gemeentelijke kosten per dorpshuis in beeld gebracht.

exploitatie

kap. (begroting)

subsidie

totaal

Bleskensgraaf

De Spil

€ 6.032,50-

€ 7.204,00-

€ 13.236,50-

Goudriaan

De Multistee

€ 11.772,50-

€ -

€ 11.772,50-

Groot-Ammers

Hof v. A.(v/h Platanen)

€ 1.355,83-

€ 12.000,00-

€ 13.355,83-

Nieuwpoort

t Arsenaal

€ 23.545,33-

€ 984,00-

€ 24.529,33-

Streefkerk

De Vijf Lelies

€ 6.578,67-

€ 18.450,00-

€ 25.028,67-

Oud-Alblas

Trefpunt

nb

€ 2.252,00-

€ 26.379,43

€ 28.649,43-

Wijngaarden

De Haveling

nb

€ 11.814,00

€ 11.814,00-

Ottoland

Dorpshuis Ottoland

nb

€ 307,00-

€ 21.576,00

€ 21.883,00-

Naast bovenstaande financiële gegevens heeft de inventarisatie inzichtelijk gemaakt dat:

  • -

    De eigendomsverhouding verschilt.

  • -

    De kapitaallasten verschillend zijn verwerkt, kapitaallasten o.b.v. van vervangswaarde is weinig zinvol alternatief (denk bijvoorbeeld aan ’t Arsenaal).

  • -

    Er grote verschillen zijn in beheer en exploitatie.

  • -

    Er grote verschillen zijn in het aantal verhuurbare zalen en het vloeroppervlak.

  • -

    Er grote verschillen zijn in de gebruikers van de dorpshuizen.

  • -

    Er grote verschillen zijn in de tarieven en de tarievenstructuur.

  • -

    De inkomsten van sommige dorpshuizen slecht voor een klein deel afkomstig zijn van maatschappelijke organisaties (die subsidie ontvangen).

  • -

    De gemeente heeft in slechts vijf van de acht dorpshuizen invloed heeft op de tarifering en de gemeente draagt in veel gevallen het exploitatierisico.

  • 4.

    Implementatie: zo snel mogelijk

Bovengenoemde systematiek blijft niet zonder maatschappelijk effect. Dit effect kan niet worden voorkomen. Transparantie over wat gebruik van gemeentelijke accommodaties kost en het scherper toeschrijven van de kosten aan gebruikers heeft gevolgen. Van de gemeente mag zorgvuldigheid gevraagd worden bij de implementatie van een systeemwijziging.

Voorgesteld wordt de volgende fasering aan te houden:

Buitensportaccommodaties

De normtarieven worden gehanteerd per 1-7-2012. De velden van v.v. De Zwerver zijn geen gemeentelijke accommodatie en vallen daarom buiten dit tarievenbeleid. De velden van de v.v. De Alblas zijn ondergebracht in de GR Souburgh, in overleg met de GR zal worden gestreefd naar hantering van de normtarieven, danwel zal verrekening via de subsidie plaatsvinden. Binnen het subsidiebeleid is er in individuele gevallen de mogelijkheid tot maatwerkafspraken over een overgangsregeling. Overgangsregelingen worden zo kort mogelijk gehouden.

Binnensportaccommodaties

Indien de gemeente de accommodatie exploiteert of het risico draagt worden de normtarieven gehanteerd per 1-7-2012. Indien een andere partij de accommodatie exploiteert wordt zo spoedig mogelijk in 2011 in overleg getreden met de exploitant. Dit moet zo spoedig mogelijk en in ieder geval per 1-7-2012 resulteren in een veranderde pacht-subsidie verhouding op basis van de normtarieven.

Binnen het subsidiebeleid is er in individuele gevallen de mogelijkheid tot maatwerkafspraken over een overgangsregeling. Overgangsregelingen duren in in principe niet langer dan 6 maanden en duren maximaal 1 jaar.

Dorpshuizen

Voor 2012 krijgen de exploitanten/beheerscommissies een taakstelling opgelegd van € 1.000 (maximaal het exploitatietekort). De exploitanten/beheerscommissies van dorpshuizen komen met een plan hun dorpshuis ten aanzien van de exploitatiekosten kostendekkend te maken binnen een periode van vier jaar.

Overgangsregelingen

Overgangsregelingen worden beperkt tot situaties waarin dat juridisch noodzakelijk is. Verenigingen mogen echter niet zuiver door aanpassing van het tarieven- en subsidiebeleid omvallen. Dit document bevat geen uitgebreide overgangsregeling. Uitgangspunt is dat er geen overgangsregeling is, slechts in uitzonderlijke situaties kunnen er maatwerkafspraken gemaakt worden indien nodig.

5.Zelfwerkzaamheid: maatwerk

Een aantal verenigingen neemt (een gedeelte van) de exploitatie en het onderhoud van accommodaties voor haar rekening. Verenigingen kunnen de gemeente ook andere taken uit handen nemen zoals de renovatie van sportvelden enz. De gemeente bevordert de zelfwerkzaamheid van verenigingen. Het overnemen van taken behoort sec niet tot het tarievenbeleid. Toch is het goed een enkel kader te geven voor dergelijke rekeningen.

Het volgende wordt voorgesteld:

  • -

    Verenigingen ontvangen een vergoeding voor taken die zij de gemeente uit handen nemen.

  • -

    De hoogte van vergoeding is maatwerk en kan varieren van € 0 tot maximaal het bedrag dat de gemeente zonder het particulier initiatief had uitgegeven.

  • -

    Normaliter wordt er een efficiencykorting toegepast op bovengenoemd bedag.

6.Beleid voor meer jaren

De tarieven die in dit document zijn opgenomen zijn zorgvuldig tot stand gekomen. Het is van belang dat gebruikers van gemeentelijke accommodaties en exploitanten duidelijkheid wordt gegeven over wat zij de komende jaren kunnen verwachten. Daarom wordt voorgesteld:

  • -

    De tarieven voor verenigingen jaarlijks te indexeren met het gemiddeld consumentenprijsindexcijfer over de voorgaande vijf jaren. Eerste indexatie per 1-1-2013.

  • -

    Om de vier jaar de kostprijsdekkende tarieven te herberekenen.

  • -

    De kostprijsdekkende tarieven slechts te wijzigen indien er grote verschillen ontstaan in de werkelijke kosten en de in dit document opgenomen kosten.

  • -

    Indien in volgende jaren bezuinigingen nodig zijn d.m.v. hogere tarieven, dit te realiseren door aanpassing van het verenigingstarief.

Bijlage I Berekening kostprijs buitensport-accommodaties

Voor de berekening van de kostprijs van buitensportaccommodaties is gekozen voor een differentiatie naar een tarief per natuurgrasveld en een tarief voor een kunstgrasveld, waarbij de gemeentelijke kosten evenredig zijn verdeeld over het aantal velden dat in de gemeente(n) aanwezig is. Op basis exploitatiekostendekkend tarief is een verenigingstarief bepaald.

huidig tarief

exploitatie

kosten renovatie

extra kosten aanleg

nieuw tarief

verenigings tarief

Jaartarief natuurgrasveld

€ 0 - € 13.600

€ 10.500

€ 8.994

-

€ 19.494

€ 8.495

(43,58%)

Jaartarief kunstgrasveld

€ 10.000

€ 11.500

€ 11.037

€ 12.156

€ 34.693

€ 15.119

43,58%

Onder de berekende tarieven liggen de volgende gegevens en uitgangspunten:

  • -

    In Molenwaard bevinden zich 16 natuurgrasvelden en 1,2 kunstgrasveld. De gemeente(n) hebben daarvan 15 natuurgrasvelden en 0,2 kunstgrasveld in eigendom. De velden van v.v. De Zwerver (een kunstgrasveld en één natuurgrasveld) zijn geen eigendom van de gemeente en daarom buiten de berekeningen gehouden.

  • -

    De exploitatiekosten bestaan uit de kosten van onderhoud en exploitatie.

  • -

    De kosten aanleg en renovatie zijn o.b.v. annuïteiten.

  • -

    Kosten aanleg: kunstgrasveld € 200.000 onderlaag + € 150.000 toplaag, natuurgrasveld € 40.000 + €100.000.

  • -

    De kosten renovatie/toplaag: natuurgrasveld € 100.000, kunstgrasveld € 150.000.

  • -

    Niet meegenomen zijn de kapitaallasten bestaande uit de gronden waarop de accommodatie zich bevindt, noch het bouwrijp maken van deze gronden.

  • -

    De kapitaallasten voor aanleg van kunstgrasvelden zijn slechts in het tarief verwerkt, voor zover zij het tarief van een nieuw natuurgrasveld overstijgen.

  • -

    De accommodatiekosten van v.v. De Alblas zijn meegewogen in de kostprijsberekening.

  • -

    Tarieven voor sportvelden voor andere sporten worden naar oppervlakte afgeleid van het tarief voor voetbalvelden. Het tarief voor een korfbalveld is het tarief van een voetbalveld x 0,3.

  • -

    Er zijn drie verenigingen (te weten VVAC, V.V. Groot-Ammers en Streefkerk) die zelf het onderhoud van de velden ter hand nemen. Dit is niet uniform geregeld, in het voorstel is dit wel het geval.

  • -

    De exploitatiekosten voor natuurgrasvelden zijn berekend aan de hand van reële gemeentelijke kosten, voor de kunstgrasvelden is uitgegaan van kengetallen. Het onderhoud van natuurgrasvelden is in Molenwaard niet duur geregeld want de kosten liggen beneden de kengetallen.

  • -

    In deze nota zijn niet meegenomen gronden die, al dan niet om niet, ter beschikking zijn gesteld aan verenigingen. Tarieven voor deze gronden, zoals voor landijsbanen, worden meegenomen in het vastgoedbeleid.

Bijlage II Berekening kostprijs binnensport-accommodaties

Voor de berekening van de kostprijs van binnensportaccommodaties is gekozen voor normtarief op basis van een prijs per zaaldeel. Dit leidt tot een tarief voor gymlokalen en een tarief voor sporthallen. Aangezien alle accommodaties qua m2 van elkaar verschillen is er bewust voor gekozen om voor de binnensportaccommodaties niet over te gaan tot een kostprijs per m2.

In veel gevallen worden binnensportaccommodaties niet geëxploiteerd door de gemeente maar door een derde. Stijging van de tarieven komt ten goede aan deze exploitant. De gemeente zal afspraken moeten maken met de exploitant om de inkomsten uit de accommodatie te verhogen.

De normtarieven worden dan als volgt:

huidig tarief

exploitatiekosten

totale kosten

kostendekkend tarief

verenigingstarief

uurtarief gymzaal

€ 2,25 - € 16,18

€ 16

€ 28

€ 16

€ 13,60

85%

uurtarief sporthal

€ 29 - € 51

€ 78

€ 127

€ 78

€ 43,40

55,64%

Onder de berekende tarieven liggen de volgende gegevens en uitgangspunten:

  • -

    De gemeentelijke gymnastieklokalen hebben allemaal dezelfde omvang en oppervlakte, te weten 252 m2 per gymlokaal.

  • -

    De sporthal De Reiger heeft de afmetingen van een volwaardige sporthal van 26 x 42 meter. De sporthal is door middel van een scheidingswand te verdelen in 2 zaaldelen, te weten 1/3 zaaldeel (in te richten met turntoestellen) en 2/3 zaaldeel (enkel te gebruiken als sport- en spelzaal). Het huidige tarief voor beide zaaldelen is gelijk ondanks dat deze qua functionaliteit en oppervlakte verschillen. Bij de doorrekening is er vanuit gegaan dat De Reiger over 3 zaaldelen beschikt. De sport- en spelzaal zal dan een tarief kennen dat 2 x zo hoog is als het tarief van de 1/3 sportzaal.

  • -

    De sporthal De Klipper (22 x 42 meter) is eveneens onder te verdelen in 3 evenredige zaaldelen van elk 308 m2 groot. Hier is een tarief bepaald per zaaldeel.

  • -

    De sportzaal De Spil heeft een oppervlakte van 22 x 32 meter hetgeen resulteert in twee gelijkwaardige zaaldelen van elk circa 22 x 16 = 352 meter. Het tarief bedraagt daarom 2/3 van het tarief van een sporthal.

  • -

    In het gymlokaal De Zijdewinde wordt momenteel een zeer groot deel van de huurinkomsten gegenereerd door een kerkelijke instelling. Echter, na nieuwbouw van dit gymlokaal zal deze huurder niet meer terugkeren. Ten behoeve van het op correcte wijze in beeld brengen van kosten en baten (en het daaruit vaststellen van toekomstige verhuurtarieven) zijn deze inkomsten in de berekeningen niet meegenomen.

  • -

    De onderhoudskosten van ’t Nieuwrak en De Zijdewinde liggen aanzienlijk lager dan de kosten van vergelijkbare binnensportaccommodaties. Dit is gelegen in het feit dat beide voorzieningen op korte termijn zullen worden gesloopt en er daarom nog maar zeer behoudend groot onderhoud wordt gepleegd. In de berekening is uitgegaan van onderhoudskosten op het niveau van de Multistee.

  • -

    Bij de bepaling van de kostenstructuur van binnensportaccommodaties in eigendom van de gemeente zijn zowel de gemeentelijke kosten als de kosten van de exploitant meegenomen. De te betalen huur aan de gemeente is hierbij gesaldeerd met de jaarlijks te ontvangen exploitatiesubsidie.

Bijlage III Berekening kostprijs dorpshuizen

Op basis van de gemeentelijke financiële administratie en inventarisatie van onderhoud zijn de jaarlijkse gemeentelijke kosten per dorpshuis in beeld gebracht.

exploitatie

kap. (begroting)

subsidie

totaal

Bleskensgraaf

De Spil

€ 6.032,50-

€ 7.204,00-

€ 13.236,50-

Goudriaan

De Multistee

€ 11.772,50-

€ -

€ 11.772,50-

Groot-Ammers

Hof v. A.(v/h Platanen)

€ 1.355,83-

€ 12.000,00-

€ 13.355,83-

Nieuwpoort

t Arsenaal

€ 23.545,33-

€ 984,00-

€ 24.529,33-

Streefkerk

De Vijf Lelies

€ 6.578,67-

€ 18.450,00-

€ 25.028,67-

Oud-Alblas

Trefpunt

nb

€ 2.252,00-

€ 26.379,43

€ 28.649,43-

Wijngaarden

De Haveling

nb

€ 11.814,00

€ 11.814,00-

Ottoland

Dorpshuis Ottoland

nb

€ 307,00-

€ 21.576,00

€ 21.883,00-

Daar waar een dorpshuis gecombineerd wordt met een sporthal of gymzaal zijn de kosten voor de helft toegerekend aan de dorpshuisfunctie.

Naast bovenstaande financiële gegevens heeft de inventarisatie inzichtelijk gemaakt dat er niet alleen ten aanzien van de kosten grote verschillen zijn maar ook in de verhuurbare zalen, de huidige tarievenstructuur, de wijze van exploitatie enz. Daarom wordt voorgesteld bij dorpshuizen niet te sturen via de tarieven maar door het afbouwen van de bijdrage in de exploitatie.

Naast dorpshuizen zijn er nog een aantal gebouwen waarvoor, veelal in het kader van de Wmo, subsidie wordt verstrekt. Hiervoor is geen specifiek tarievenbeleid bepaald, maatwerksubsidiëring van deze voorzieningen is mogelijk waarbij gestreefd wordt naar het beperken van de bijdrage. Het betreft het verenigingsgebouw van Met Elkaar, Voor Elkaar, verenigingsgebouw De Schommel en Boerderij Gijbeland.